Organisatie | Lingewaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Lingewaal |
Citeertitel | Subsidieverordening Monumenten Lingewaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De Subsidieverordening Monumenten Lingewaal van 31 oktober 2002 wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-07-2013 | 15-05-2019 | Nieuwe regeling (2013) | 23-05-2013 Lingewaaljournaal, 05-06-2013 | Agendapunt 12. nr. 2013-25 | |
23-12-2002 | Nieuwe regeling | 31-10-2002 Lingewaaljournaal, 13-11-2002 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders nemen pas een beslissing over een aanvraag nadat zij hierover advies gevraagd hebben bij de monumentencommissie, tenzij de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd niet vergunningplichtig zijn op grond van artikel 10 lid 3 van de Erfgoedverordening gemeente Lingewaal.
Aan de eigenaar van een monument als bedoeld in artikel 2.1 kan een subsidie worden toegekend als tegemoetkoming in de volgende onderhoudskosten:
a. Herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen);
b. Herstel van daken gedekt met gebakken pannen, leien, lood, zink of koper en in samenhang hiermee, het beperkt herstel van dakbeschot, kapconstructie en/of panlatten;
c. Herstel en, in samenhang hiermee, het schoonmaken van goten (in zink, koper of lood) inclusief de bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief de aansluiting op de riolering of open water;
d. Herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en stoepen;
e. Voorzover dit in het belang is van de monumentenzorg het terugplaatsen van stoepen, roedeverdeling, lijstwerk en luiken;
f. Herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;
g. Herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen inclusief het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast in torens;
h. Inboeten, beperkt herstel van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;
i. Beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;
j. Behandeling van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasting;
k. Herstel, controle, vervanging en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;
l. Buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk voor zover het betreft de buitenramen, -kozijnen en -deuren;
m. Beperkt herstel van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);
n. Herstel van glas-in-lood, beglazing en het aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas;
o. Herstel of vervangen van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde;
p. Het onderhouden van pijporgels;
q. Het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken;
r. Herstel, vervangen of terugplaatsen van molenonderdelen voorzover dit betreft de constructie, de voorzieningen om de molen wind- en waterdicht te houden, de voor- en achterwaterloop en het gaande werk overeenkomstig de oorspronkelijke bouwwijze.
Onder de in artikel 3.1 bedoelde onderhoudskosten worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:
b. De risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;
c. Het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht en de bestedingskosten;
d. De leges voor de omgevingsvergunning en voor enige andere vergunning die nodig is voor het treffen van de onderhoudswerkzaamheden.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan een bijdrage ineens worden toegekend voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken, indien het een beschermd monument betreft en de voorzieningen in het belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen.
Bij hun beslissing over een aanvraag om een subsidie ingevolge artikel 3.1 houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:
a. De prioriteit die het onderhoud in het kader van de monumentenzorg heeft;
b. De bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument, mede in relatie tot zijn omgeving;
c. Het huidige en toekomstige gebruik van het monument;
d. De wijze van exploitatie van het monument;
e. De mate waarin de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van het onderhoud, worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefenen van een bedrijf.
De onder artikel 3.3 lid 3 bedoelde bijdrage ineens wordt toegekend onder de voorwaarden, dat:
1. Binnen drie maanden na de toekenning met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt.
2. De voorzieningen zijn getroffen binnen twaalf maanden na toekenning;
3. Aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:
De toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;
Inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;
De op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;
Gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.
4. De bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;
5. Na het treffen van het onderhoud het monument in een gelijkwaardige staat van onderhoud behouden wordt.
De bijdrage wordt niet toegekend, indien:
a. Met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar van de gemeente een subsidiebeschikking ontvangen heeft;
b. De kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;
c. Het pand eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon en een normale economische waarde vertegenwoordigt.
Hoofdstuk 4 Aanvraag procedure
Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:
a. Een gespecificeerde begroting van de kosten;
c. Tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van het bouwwerk (schaal 1:100) alsmede doorsnede tekeningen van de in het geding zijnde constructies op schaal 1:5 of 1:10;
d. De naam en het adres van de aannemer(s) (indien van toepassing);
f. Een sonderingsrapport, indien daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.
Burgemeester en wethouders kunnen van het gestelde onder 4 eenmalig afwijken wanneer de tweede aanvraag ingediend is voor meerwerk aan de onderhoudswerkzaamheden waarvoor een subsidiebeschikking is afgegeven als bedoeld in artikel 3.1 en voorzover dit meerwerk het maximale subsidiabele bedrag als genoemd onder artikel 3.1 lid 4 niet te boven gaat.