Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Algemene verklaringen van geen bedenkingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene verklaringen van geen bedenkingen
CiteertitelAlgemene verklaring van geen bedenkingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpbouwen en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.12, lid 1
  2. Besluit omgevingsrecht, art. 6.5, lid 3
  3. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 3.11

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-2023Wijziging algemene verklaring van geen bedenkingen

02-11-2023

gmb-2023-473990

14-12-202208-11-2023Aanpassing voor oprichting tijdelijke woningen

01-12-2022

gmb-2022-550954

24-11-202014-12-2022Toevoeging van 2 zoekgebieden zonneprojecten op kaartbijlage.

15-10-2020

gmb-2020-271351

07-10-202024-11-2020Wijziging, toevoeging van zoekgebied zonne-energieproject Meijewetering

01-10-2020

gmb-2020-256737

21-05-201407-10-2020art. 1

19-12-2013

Gemeenteblad, 13-05-2014

10
23-12-201007-10-2020nieuwe regeling

09-12-2010

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 138

Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 158

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene verklaringen van geen bedenkingen

 

 

Artikel 1

Algemene verklaring van geen bedenkingen (raadsbesluit van 9 december 2010)

De raad van de gemeente Utrecht;

Gelet op artikel 2.12 eerste lid, onder a, sub 3°, artikel 3.11 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5, derde lid, Besluit omgevingsrecht;

BESLUIT

  • I.

    het college van burgemeester en wethouders te mandateren om aanvragen voor omgevingsvergunningen met betrekking tot het toepassen van een activiteit op grond van artikel 2.12 eerste lid, onder a, sub 3° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beoordelen op ontvankelijkheid;

  • II.

    de algemene verklaring van geen bedenkingen voor de volgende categorieën als volgt vast te stellen:

    • a)

      projecten, die in overeenstemming zijn met door de gemeenteraad aanvaard gemeentelijk beleid vastgelegd in een gemeentelijk beleidsdocument, waarin specifieke ruimtelijke onderwerpen zijn geregeld en die door de raad zijn goedgekeurd als basis voor de algemene verklaring. De documenten in die hieraan voldoen zijn opgenomen in bijlage 1;

    • b)

      realisering, verandering, vervanging van uitbreiding van woningen/woongebouwen met bijbehorende bouwwerken, ongeacht de maatvoering tot een maximum van 100 woningen in de bestaande stad;

    • c)

      realisering, verandering, vervanging van uitbreiding van woningen/woongebouwen, ongeacht de maatvoering tot een maximum van 250 woningen in Leidsche Rijn;

    • d)

      realisering van functiewijzigingen van bestaande opstallen met bijbehorende gronden, de daaruit voorkomende bouwactiviteiten alsmede uitbreiding van bestaande functies. In geval van kantoren geldt dat het bruto vloeroppervlak in het voorgestelde project de 1.500 m2 niet te boven mag gaan. Deze categorie is niet van toepassing in geval van volumineuze detailhandel;

    • e)

      realisering van nieuwe werk- en detailhandelsvoorzieningen, zoals winkel, kantoren en bedrijven. Voor wat betreft kantoren en volumineuze detailhandel geldt hetzelfde als gesteld onder d);

    • f)

      Realisering, verandering, vervanging en uitbreiding van bouwwerken ten behoeve van sport, maatschappelijke doeleinden, recreatie of cultuur, zoals een school- of kerkgebouw, kinderdagverblijf/buitenschoolse opvang of een jongerenhangplek met bijbehorende voorzieningen;

    • g)

      het gebruiken van gronden, wateren en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van woondoeleinden, parkeren, maatschappelijke voorzieningen, verkeersdoeleinden, tuinen groenvoorzieningen, recreatie, zoals het gebruik van gronden ten behoeve van een kinderdagverblijf;

    • h)

      het realiseren van antennemasten voor telecommunicatie tot een hoogte van 15 meter vanaf de grond gemeten;

    • i)

      het verbeteren c.q. aanpassen van bestaande weg-, water-, parkeer-, fiets- en groenvoorzieningen van lokale aard inclusief bijbehorende bouwwerken, waaronder begrepen beschoeiingen en steigers;

    • j)

      het realiseren van openbare nutsvoorzieningen, mits de bebouwing van beperkte omvang is en het beoogde gebruik in relatie tot de omgeving niet hinderlijk van aard is, of;

    • k)

      het realiseren van kleinschalige voorzieningen van algemeen belang, zoals bergbezinkbassins, fietstrommels c.q. stallingen, toiletten en voorzieningen voor afvalinzameling.

    • l)

      het transformeren van niet-woonpanden naar kamers/wooneenheden met een maximum van 200 kamers/wooneenheden.

    • m)

      het realiseren van zonneveld projecten in de zoekgebieden zoals aangegeven in de kaartbijlage

    • n)

      realisering, verandering, vervanging van en uitbreiding van tijdelijke woningen/woongebouwen voor de duur van maximaal 15 jaar, ongeacht de maatvoering, tot een maximum van in totaal 1000 tijdelijke woningen te realiseren op de locaties Pagelaan, Befu terrein en Wetering Zuid zoals aangeven in de kaartbijlage.

    • o)

      het realiseren van zonneveld projecten in de zoekgebieden zoals aangegeven in de kaartbijlage

  • III.

     

    • 1.

      Dat het gebruik van de algemene verklaring van geen bedenkingen voor onder II genoemde categorieën is uitgesloten wanneer een van de volgende criteria van toepassing is:

    • a.

      het initiatief is niet passend in de gemeentelijke structuurvisie, vastgesteld op 1 juli 2004;

    • b.

      het is noodzakelijk dat voor het initiatief een milieueffectrapport of een milieueffectbeoordeling op grond van de Wet milieubeheer wordt opgesteld;

    • c.

      er sprake is van een gebiedsontwikkeling of een deelproject uit een gebiedsontwikkeling;

    • d.

      er moet op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.1 2, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening;

    • e.

      de ontwikkeling overschrijdt de schaal of de structuur van de buurt of wijk, of;

    • f.

      uit een analyse van het initiatief blijkt dat de realisering planschade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen.

    • 2.

       

      a. Dat onderdeel c niet van toepassing is op categorie m, n en o.

      b. Dat onderdeel e niet van toepassing is op categorie n.

       

     

  • IV.

    dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 december 2010.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 22 december 2010.

Deze verordening treedt in werking op 23 december 2010.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 138

Kaartbijlage zoekgebieden: zonneveldprojecten Haarrijnseplas, Geluidswal A12 en Meijewetering.

Toelichting

Het zonneveldproject is het zonneveld dat past binnen de eisen uit het Integraal Programma van Eisen voor de gebiedsontwikkeling van Ockhuizen, OcK-Zon. Het project is gebleken technisch en financieel haalbaar te zijn. Voor het project geldt dat in de aanvraag van de omgevingsvergunning verantwoord moet worden hoe aan alle aspecten van het wettelijk kader en gemeentelijk beleid wordt voldaan.

De percelen van de iniatiefnemers die ingezet gaan worden voor de realisaitie van het project hebben een totaal oppervlakte van 42,7 hectare. Hierbinnen biedt het IPvE de ruimte om een zonneveldproject te ontwikkelen van 35 tot 40 hectare netto. De percelen van de initiatiefnemers bevinden zich tussen het dorp Ockhuizen en de A2. Het zonneveld van deze omvang levert circa 38 GWh aan duurzaam opgewerkte stroom op. De initiatiefnemers van het zonneveld bestaan uit een aantal lokale grondeigenaren, een lokale burger coöperatie en een projectontwikkelaar. Voor het realiseren van het zonneveld bij Ockhuizen wordt een aantal aspecten nog verder uitgewerkt: 1) anterieure overeenkomsten met de betrokken partijen en 2) de omgevingsvergunning voor het zonneveld.

Toelichting

Inleiding

Wanneer in het kader van de Wabo het traject wordt gevolgd voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.12, eerste lid, sub a. onder 3° (hierna: afwijkingsbesluit), schrijft de Wabo de procedure voor. Het gaat hier om het besluit dat onder de Wet ruimtelijke ordening als projectbesluit werd aangeduid. Voor de gemeenteraad houdt de procedure het volgende in.

De gemeenteraad is in het begin van de procedure bevoegd om de ontvankelijkheid van de aanvraag om een omgevingsvergunning te toetsen. De aanvraag wordt om die reden onverwijld naar de gemeenteraad gezonden.

Nadat de aanvraag getoetst is en akkoord is bevonden, dient de gemeenteraad een ontwerpverklaring van geen bedenkingen op te stellen. De ontwerpverklaring wordt dan bij het conceptbesluit gevoegd dat het college heeft opgesteld en is noodzakelijk om uiteindelijke de omgevingsvergunning te kunnen verlenen. Na de termijn van terinzagelegging, waarin wellicht zienswijzen zijn ontvangen, dient de gemeenteraad te besluiten omtrent de definitieve verklaring. Het weigeren van een verklaring betekent ook automatisch dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd.

Bovenstaande betekent dat de gemeenteraad drie keer dient te besluiten in de procedure rondom het afwijkingsbesluit.

Gevolgen van deze procedure

De termijn die de Wabo geeft voor het afhandelen van een afwijkingsbesluit is 26 weken. Deze termijn is met zes weken te verlengen tot 32 weken. Op het moment dat de termijn van hooguit 32 weken niet wordt gehaald, kan de aanvrager een beroep doen op de Wet dwangsom en beroep. Dit betekent dat de gemeente schadeplichtig kan zijn voor het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag.

Naast de kosten van een eventueel geslaagd beroep op de Wet dwangsom en beroep, spelen ook de kosten van de procedure zelf een rol. De procedure is, zonder dit besluit, omslachtig en omvangrijk. Het zou dan veel inzet en energie vergen van zowel de verschillende betrokken afdelingen als de eigen commissie en raad. De commissie Stad en Ruimte heeft zich eerder uitgesproken over de wens om procedures rondom ruimtelijke projecten te versnellen en daarbij extra kosten te voorkomen. Dit besluit draagt hier aan bij.

Vereenvoudigen van de procedure

Het is noodzakelijk deze procedure te vereenvoudigen en te versnellen. Hiermee worden de extra kosten voorkomen die optreden ten aanzien van de inzet van uren van medewerkers, commissie en raad. Daarnaast wordt de kans kleiner dat een aanvrager een geslaagd beroep kan doen op de Wet dwangsom en beroep.

Om deze vereenvoudiging en versnelling vorm te geven, is het mogelijk de uitvoering van het afwijkingsbesluit aan het college te laten door het afgeven van een algemene verklaring van geen bedenkingen. Natuurlijk is het hierbij noodzakelijk dat de raad het vertrouwen heeft, dat het college deze bevoegdheid juist uitvoert. Het college begrijpt dat het om die reden zorgvuldig moet omgaan met de gegeven bevoegdheid en doet er alles aan om dit vertrouwen niet te beschamen. De ervaringen in het verleden naar aanleiding van het gebruik van de vrijstellingsbevoegdheid op grond van artikel 19, tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud, voor 1 juli 2008) waren echter positief en het college wil dit graag continueren. Het college heeft de volgende trajecten opgezet, om zo zorgvuldig mogelijk gebruikt te maken van haar bevoegdheden.

  • 1.

    Zo actualiseert het college op dit moment de bestemmingsplannen zodat binnen afzienbare tijd alle bestemmingsplan minder dan 10 jaar oud zijn. Wanneer deze actualisatie goed is afgerond en de bestemmingsplannen in de toekomst up to date zijn, zal de noodzaak voor het voeren van afwijkingsbesluiten afnemen.

  • 2.

    Bij het maken van richting gevende documenten, tracht het college deze zodanig te concretiseren zodat helder is welke projecten daar concreet uit voortvloeien. Het beleid kan dan als onderbouwing dienen van het afwijkingsbesluit. De raad wordt natuurlijk betrokken bij dit soort beleidsstukken, zodat de visie van de raad ten grondslag ligt aan de besluiten die het college neemt.

  • 3.

    Als laatste zal het college de gang van zaken monitoren en de raad jaarlijks verslag doen van de wijze waarop het college met de procedures en bevoegdheden is omgegaan. Door middel van deze verslaglegging kan de raad controleren of het college heeft voldaan aan alle voorwaarden en een juiste toepassing is gegeven aan de bevoegdheden. De raad kan het college op dat moment corrigeren wanneer er wellicht fouten zijn gemaakt in de uitvoering.

Het college vertrouwt erop dat de raad met bovenstaande trajecten goed inzicht krijgt in de wijze van uitvoeren van de collegebevoegdheden en dat het vertrouwen van de raad over de uitvoering van het afwijkingsbesluit op deze manier versterkt wordt.

Projectbestemmingsplan

Het is voor de organisatie, en zeker ook voor vergunningaanvragers, van groot belang dat de procedure rondom het afwijkingsbesluit vereenvoudigd en versneld wordt. Een eenduidige uitvoering hoort daar ook bij. Het college is dan ook voorstander van het voeren van slechts twee soorten procedures bij een project dat in strijd is met het bestemmingsplan;

  • 1.

    het afwijkingsbesluit voor projecten die passend zijn binnen de algemene verklaring van geen bedenkingen, en;

  • 2.

    het projectbestemmingsplan.

Het projectbestemmingsplan is een zeer geschikt middel voor projecten die omvangrijk of gecompliceerd zijn en waarvoor het voeren van een afwijkingsbesluit minder geschikt is. Een projectbestemmingsplan maakt gefaseerde uitvoering mogelijk en biedt ruimte om de binnen de marges van het bestemmingsplan de plannen aan te passen. Daarbij is het mogelijk om de procedure van het projectbestemmingsplan te coördineren met die van de omgevingsvergunning voor onder meer de activiteit bouwen. Deze coördinatie is een efficiënte wijze om projecten tot uitvoering te kunnen brengen. Van belang hierbij is het rechtstreekse beroep bij de Raad van State, waardoor er veel tijdwinst (ongeveer zes maanden) wordt geboekt om te komen tot een onherroepelijk bestemmingsplan.

Projectbestemmingsplannen zullen onder andere worden toegepast bij gebiedsontwikkelingen, waar sprake is van deelprojecten (bijvoorbeeld het Stationsgebied), zodat de ontwikkeling in een breder kader kan worden beoordeeld.

Ook bij ontwikkelingen die de schaal en structuur van de wijk overschrijden is het maken van een projectbestemmingsplan de juiste keuze. Natuurlijk geldt dit ook voor projecten die maatschappelijk en politiek gevoelig liggen. In deze situaties zal in principe een projectbestemmingsplan worden gemaakt.

De procedure van het afwijkingsbesluit

Er zijn een aantal mogelijkheden om de procedure van het afwijkingsbesluit efficiënter en doelmatiger in te richten. Hieronder is een uitleg weergegeven van de verschillende manieren om de procedure te versnellen en te vereenvoudigen. Dit zijn:

  • 1.

    ontvankelijkheidstoets door college;

  • 2.

    algemene verklaring van geen bedenkingen, en;

  • 3.

    verklaring van geen bedenkingen onder voorwaarden.

1. Ontvankelijkheidstoets door college

Op grond van artikel 3.11 van de Wabo mag de gemeenteraad de aanvraag voor een omgevingsvergunning beoordelen op ontvankelijkheid en, voor zover nodig, nadere stukken opvragen van de aanvrager. Dit betekent dat de gemeenteraad de ingediende stukken moet beoordelen en aan het college kenbaar kan maken dat de raad nog nadere stukken wenst te ontvangen.

Om het proces snel en efficiënt te laten verlopen, is het mogelijk om de ontvankelijkheidstoets door het college te laten doen. Het college beoordeelt in de huidige situatie ook al aanvragen voor vergunningen en zal dit blijven doen in het kader van de Wabo. In die zin is het een logische keuze om het college de ontvankelijkheidstoets te laten doen.

2. Algemene verklaring van geen bedenkingen

Op grond van artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht kan de gemeenteraad categorieën van gevallen aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist. Door het aanwijzen van deze categorieën

kunnen aanvragen die vallen binnen deze categorieën snel en efficiënt worden afgehandeld binnen de termijn die ervoor staat. Hieronder is een opsomming weergegeven van de verschillende categorieën waar een algemene verklaring voor wordt afgegeven.

Deze opsomming sluit zo veel mogelijk aan bij de algemene verklaring die de provincie heeft afgegeven in het kader van de oude vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, tweede lid WRO (oud). De bouwplannen die voldeden aan deze uitgangspunten mochten door het college worden afgedaan.

Ad a)

De documenten die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de algemene verklaring van geen bedenkingen zijn voldoende concreet om rechtstreeks aan te toetsen. Om deze reden kunnen deze beleidsdocumenten gebruikt worden als algemene verklaring van geen bedenkingen. De gemeenteraad kan de lijst met deze beleidsdocumenten aanvullen wanneer zij van mening zijn dat een beleidsdocument voldoende concreet, dat hier rechtstreeks aan kan worden getoetst.

Ad b) en c)

Voor initiatieven tot 100 woningen in de bestaande stad en tot 250 woningen in Leidsche Rijn is het mogelijk om een afwijkingsbesluit te nemen.

Ad d) en e)

Door middel van deze categorieën kunnen veranderingen in buurten en wijken op eenvoudige manier vorm krijgen en kan nieuwbouw gerealiseerd worden. Deze categorieën zijn van toepassing op bijvoorbeeld gebruikswijzigingen of nieuwbouw van winkels of dienstverlening. Bij kantoren geldt de BRU norm van maximaal 1.500 m2. Volumineuze detailhandel is uitgesloten vanwege het specifieke beleid dat hiervoor geldt.

Ad f)

De categorie onder f) maakt ontwikkelingen mogelijk ten behoeve van maatschappelijke doeleinden, sport, recreatie of cultuur. Het gaat hier bijvoorbeeld om de realisering van kinderdagverblijven, sportvelden en schoolgebouwen.

Ad g)

In voorkomende gevallen is het noodzakelijk om het gebruik van gronden te wijzigen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld voor de realisering van buitenruimte bij buitenschoolse opvang en het omzetten van snippergroen in een wijk naar een tuinfunctie.

Ad h)

Het realiseren van antennemasten tot een hoogte van 15 meter zijn hierbij mogelijk.

Ad i), j) en k)

Het gaat hierbij om kleinschalige verbeteringen in de wijk en voorzieningen van algemeen belang. Het gaat dan om fietstrommels, aanpassing van verkeersruimte en ondergrondse afvalvoorzieningen.

Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de algemene verklaring van geen bedenkingen wordt toegepast in gevallen waarin sprake is van een complexe situatie. Daarvan is bijvoorbeeld sprake wanneer er een milieueffectrapport moet worden opgesteld of als er sprake is van een gebiedsontwikkeling. Om deze reden zijn er enkele criteria toegevoegd aan de algemene verklaring van geen bedenkingen. Wanneer één van deze criteria zich voordoet, dan kan er geen gebruik worden gemaakt van de algemene verklaring van geen bedenkingen.

Ad m)

Het realiseren van zonneveld projecten in de zoekgebieden zoals aangegeven in de kaartbijlage

Deze categorie maakt het mogelijk om de doelstellingen voor productie van duurzame energie te realiseren. Deze doelstellingen zijn geformuleerd in de regionale energiestrategie en de Ruimtelijke Strategie Utrecht. In de kaartbijlage wordt aangegeven op welke zonneveldprojecten deze categorie betrekking heeft.

3. Verklaring geen bedenkingen onder voorwaarden

Ook is het mogelijk om een verklaring van geen bedenkingen af te geven die slechts geldt onder bepaalde omstandigheden. In deze situatie besluit de raad naar aanleiding van een specifieke (beleids)nota of gebiedsontwikkeling, dat alle daarin passende ontwikkelingen kunnen worden afgehandeld zonder vereiste verklaring van geen bedenkingen. Deze nota's en documenten worden opgenomen in de lijst in bijlage 1.

Bijlage 1 - Lijst behorende bij de Algemene verklaring van geen bedenkingen

Categorie a van de lijst omvat projecten die passend zijn binnen aanvaard gemeentelijk beleid, zoals verwoord in gemeentelijke beleidsdocumenten.

De volgende beleidsdocumenten zijn akkoord bevonden om te dienen als algemene verklaring van geen bedenkingen:

  • -

    Kadernota horeca;

  • -

    Nota woonbotenbeleid;

  • -

    Beleidsregels woonwagens.