Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone 6 (Cartesiusweg en Demkaterrein 2011) |
Citeertitel | Verordening BI-zone 6 Cartesiusweg en Demkaterrein 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen.
Experimentenwet Bedrijven Investeringszones, art. 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-12-2010 Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 136 | Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 153 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone 6 (Cartesiusweg en Demkaterrein 2011)(raadsbesluit van 9 december 2010)
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones);
gelet op de tussen de gemeente Utrecht en Vereniging BIZ Cartesiusweg en Demkaterrein gesloten Uitvoeringsovereenkomst BI-zone Cartesiusweg en Demkaterrein;
VERORDENING op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone 6 (Cartesiusweg en Demkaterrein 2011)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven. De BI-zone is het gebied dat bestaat uit de percelen gelegen aan Gietijzerstraat, Vlampijpstraat, Tractieweg, Nijverheidsweg, Cartesiusweg (even nummers), Schaverijstraat, Nijverheidskade, Keulsekade (de huisnummers 180 t/m 199), Demkaweg, Bramerijweg, Martin Ovenweg, Havenweg en Amsterdamsestraatweg (de even huisnummers 600 t/m 712), allen gelegen in de gemeente Utrecht. (bijlage 1, gebiedsafbakening BIZ Cartesiusweg en Demkaterrein);
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ- bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen –niet zijnde gebouwen– welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt 0,105% met dien verstande dat de BIZ-bijdrage niet meer dan EUR 3.500,00 en niet minder dan EUR 250,00 bedraagt.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening 2008 (ASV 2008) niet van toepassing.