Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delfzijl

Compensatieregeling meerkosten Wmo 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelfzijl
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCompensatieregeling meerkosten Wmo 2020
CiteertitelCompensatieregeling meerkosten Wmo 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-06-202001-01-202031-12-2020nieuwe regeling

09-06-2020

gmb-2020-153411

Tekst van de regeling

Intitulé

Compensatieregeling meerkosten Wmo 2020

Gelet op artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Delfzijl 2018 en artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Delfzijl 2020 besluit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl per 1-1-2020 de volgende regeling vast te stellen.

 

Deze regeling bepaalt in welke gevallen, op welke wijze en in welke mate een tegemoetkoming kan worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Delfzijl . Daarin worden personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en die een laag inkomen hebben een tegemoetkoming verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

 

 

 

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Meerkosten: kosten waar ook mensen zonder een beperking of ziekte mee bekend zijn, maar waarvan de aanvrager het aannemelijk heeft gemaakt dat ze extra hoog uitvallen als gevolg van zijn specifieke beperkingen of problematiek. We maken daarbij onderscheid tussen:

    • a.

      Bijkomende meerkosten: meerkosten die worden gemaakt naast of als gevolg van een voorziening op grond van de Wmo 2015 of andere wetgeving in minstens twee kostencategorieën.

    • b.

      Voorliggende meerkosten: meerkosten waarmee naar het oordeel van het college de inzet van een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 kan worden voorkomen.

  • 2.

    Belanghebbende: de persoon die ten behoeve van zichzelf, zijn partner en/of één of meerdere kinderen een tegemoetkoming aanvraagt in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl.

  • 3.

    Partner: de persoon die al of niet gehuwd of geregistreerd met de belanghebbende een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad.

  • 4.

    Gezamenlijke huishouding: alle personen die op hetzelfde adres staan ingeschreven volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en geen commerciële relatie hebben met elkaar. Hieronder valt in ieder geval een partner, een kind ouder dan 18 jaar, een vader/moeder van een gezamenlijk kind..

  • 5.

    Commerciële relatie: personen die op hetzelfde adres staan ingeschreven en onderling een huurovereenkomst hebben afgesloten.

  • 6.

    Kind: het eigen kind of stiefkind, dat ten laste van de belanghebbende of diens partner komt en op het zelfde adres als de belanghebbende staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

  • 7.

    Ten laste komend kind: het kind voor wie de belanghebbende of diens partner aanspraak op kinderbijslag heeft kunnen maken.

  • 8.

    Inkomen: alle op geld waardeerbare middelen die belanghebbende en andere leden uit de gezamenlijke huishouding (periodiek) ontvangen.

  • 9.

    Minimuminkomen: het inkomen dat, bij een aanvraag meerkosten door een persoon die over het gehele aanvraagjaar onder de Alegemene Ouderdomswet (AOW) gerechtigde leeftijd is, is afgeleid aan de bijstandsnorm, zoals vastgesteld voor de Participatiewet van het jaar waarover de meerkosten worden aangevraagd. Bij het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd in het aanvraagjaar, wordt het minimuminkomen afgeleid van de AOW normen, zoals bekent gemaakt door de Sociale verzekeringsbank. In beide gevallen betreft het de bruto bedragen inclusief vakantiegeld en wordt een onderscheid gemaakt tussen een meerpersoonshuishouden en alleenstaanden. Het inkomen wordt vastgesteld met een IB60 formulier.

  • 10.

    Norm: bedrag voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zoals bedoeld in de Participatiewet en de Algemene Ouderdomswet

  • 11.

    Peiljaar: jaar voorafgaand aan het aanvraagjaar.

  • 12.

    Aanvraagjaar: jaar waarin de meerkosten zijn gemaakt.

 

Artikel 2. De regeling

Met deze regeling kan een inwoner aanspraak maken op een tegemoetkoming als hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij meerkosten maakt die hij niet zelf kan betalen. Daarbij kan hij in aanmerking komen voor één van de volgende subregelingen:

  • 1.

    Subregeling 1: Een vaste tegemoetkoming van € 200 voor bijkomende meerkosten zoals beschreven in artikel 1, eerste lid, sub a. Deze subregeling geldt alleen voor inwoners met een inkomen dat in het peiljaar lager is dan 130% van het minimuminkomen.

  • 2.

    Subregeling 2: Een tegemoetkoming die toereikend is om voorliggende meerkosten zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b verder uit eigen middelen te betalen. De hoogte van deze tegemoetkoming is gelimiteerd tot € 5.000.

 

Artikel 3. Kring van belanghebbenden

  • 1.

    Om voor deze compensatieregeling zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen:

    • a.

      dienen de belanghebbende en zijn partner op de peildatum 18 jaar of ouder te zijn; en

    • b.

      dienen de belanghebbende en zijn partner op de peildatum in de basisregistratie staan ingeschreven als inwoner van de gemeente Delfzijl; en

    • c.

      kan de belanghebbende voor de betreffende meerkosten geen aanspraak maken op een tegemoetkoming of vergoeding vanuit de Participatiewet of Zorgverzekeringswet.

  • 2.

    Indien de belanghebbende of diens partner in een inrichting verblijft wordt het inkomen dat overeenkomstig het gestelde onder 1 tot en 4 is vastgesteld verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde bijdrage in de verzorgingskosten.

 

Artikel 4. Aanvraag compensatieregeling

Een aanvraag moet schriftelijk worden ingediend. Bij subregeling 1 moet de aanvraag van de vergoeding over een kalenderjaar uiterlijk op 1 februari van het daaropvolgend kalenderjaar plaatsvinden. Dit betekent concreet:

  • Aanvragen over 2018 zijn uiterlijk op 1 februari 2019 binnen

  • Aanvragen over 2019 zijn uiterlijk op 1 februari 2020 binnen

  • Aanvragen over 2020 zijn uiterlijk op 1 februari 2021 binnen

 

De aanvraag kan pas worden ingediend wanneer de indiener de meerkosten van € 200 euro al heeft gemaakt.

 

Artikel 5. Toegang en toetsing

De inhoudelijke beoordeling vindt plaats in het onderzoek dat de consulent moet doen op grond van de Wmo 2015. Op grond van de wettelijke bepalingen, deze regeling en ingediende bewijsstukken bepaalt hij of iemand in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. Dit betekent dat van de aanvrager wordt verwacht dat hij in alle redelijkheid de aannemelijkheid en noodzaak van de meerkosten aantoont, net als zijn inkomen en de relatie van de meerkosten met de beperking in de zelfredzaamheid of participatie. Daarbij houden we de administratieve lasten zo laag als mogelijk.

 

Bij subregeling 2 zal de consulent de noodzaak van deze regeling pas onderzoeken als tijdens het huisbezoek duidelijk wordt dat de cliënt de meerkosten niet maakt vanwege financiële beperkingen terwijl dit een voorziening op grond van de Wmo 2015 zou kunnen voorkomen. Besluitvorming over tegemoetkomingen hoger dan € 5.000 kunnen door het college niet worden gedelegeerd.

 

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze regeling indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 7. Einde van de regeling

  • 1.

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1-1-2020 en wordt aangehaald als " Compensatieregeling meerkosten Wmo 2020".

  • 2.

    De regeling "Compensatie meerkostenregeling 2019" zoals vastgesteld op 11 december 2018 wordt met terugwerkende kracht per 1-1-2020 ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling wordt van rechtswege beëindigd per 31 december 2020 of eerder als het college daartoe besluit.

 

Aldus besloten door het college van burgemeesters en wethouders op 9 juni 2020

P. Leeuw,

gemeentesecretaris

G. Beukema,

burgemeester