Nr. | Onderwerp: | Voorwaarde: |
A | Deelnemingen |
A.1 | Het goedkeuren c.q. kenbaar maken van bezwaren tegen de jaarrekening van gemeenschappelijke regelingen | De onder A1 en A2 bedoelde bevoegdheden worden aan de raad voorbehouden voor zover het gaat om begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen van het Bestuur Regio Utrecht. |
A.2 | Het doen blijken van gevoelens als bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt. | Voor de onder A1 t/m A3 bedoelde bevoegdheden geldt dat goedkeuring van de (ontwerp)begroting, begrotingswijziging of jaarrekening uitsluitend mag worden verleend, indien dit niet leidt tot financiële consequenties die niet bij de gemeentebegroting of een begrotingswijziging zijn voorzien. |
A.3 | Het goedkeuren c.q. kenbaar maken van bezwaren tegen (ontwerp)begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen van verenigingen, stichtingen en vennootschappen, waarin de gemeente participeert of anderszins een belang heeft. | Alvorens bezwaar te maken tegen een (ontwerp)begroting, begrotingswijziging of jaarrekening, bedoeld onder A1, A2 of A3, wordt de betrokken functionele commissie gehoord. Indien de termijn waarbinnen moet worden gereageerd dit niet toelaat, is het college bevoegd om zelfstandig een reactie te geven. De functionele commissie wordt daarover in haar eerstvolgende vergadering geïnformeerd. |
B | Aansprakelijkheid en verzekering |
B.1 | Het beslissen op verzoeken om zelfstandige schadebesluiten, voor zover de bevoegdheid daartoe bij de raad berust | Tot een maximum van € 5.000,- |
B.2 | Het afwikkelen van schadegevallen beneden het eigen risico van de gemeentelijke aansprakelijkheidspolis. | |
C | Ruimtelijke Ordening | |
C.1 | Het in handen stellen van verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan een schadebeoordelingscommissie of expert. | |
D | Volkshuisvesting | Mits positief advies betrokken functionele commissie. |
D.1 | Verdeelbesluit op basis van het Besluit woninggebonden Subsidies |
E | Verkeer/infrastructuur/ straatnaamgeving | Mits positief advies betrokken functionele commissie. |
E.1 | Het nemen van (verkeers-)besluiten als bedoeld in artikel 15 en 18, eerste lid onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12, 34 en 37 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). |
E.2 | Het verlenen van ontheffing van het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 , als bedoeld in artikel 149, eerste lid onder d, van genoemde wet. | |
E.3 | Het verstrekken van invalidenparkeerkaarten, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. | |
E.4 | Het verlenen van ontheffing van diverse verkeersregels of van de wijze van gebruik van de weg, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 | |
E.5 | Het verlenen van ontheffing van de eisen waaraan voertuigen moeten voldoen, als bedoeld in artikel 7.1 van het voertuigreglement. | |
E.6 | Uitvoering van door de raad vastgestelde verkeersstructuurplannen. | |
E.7 | Verkeerskundige aanpassingen van ondergeschikte aard in het kader van verkeersveiligheid en te nemen verkeersmaatregelen. | |
E.8 | Het vaststellen van de namen van straten, paden, pleinen e.d. | |
F | Milieubeheer | Na positief advies van de betrokken functionele commissie. |
| Bij het nemen van raadsbesluiten, waarvoor een milieueffectrapportage moet worden gemaakt: |
F.1 | Uitvoeringshandelingen Milieueffectrapportage, zoals omschreven in de Wet Milieubeheer: § 7.2 M.E.R.-plichtig besluit § 7.5 Voorbereiding M.E.R. § 7.6 Beoordeling M.E.R. § 7.9 Evaluatie | |
F.2 | Het treffen van geluidwerende voorzieningen bij woningen waar de geluidsnormen door industrie- en/of wegverkeerslawaai worden overschreden (Wet Geluidhinder art. 111 & 112) | De raad stelt de richtlijnen voor het M.E.R. vast (artikel 7.15). De raad beslist over het al dan niet nemen van het M.E.R.-plichtige besluit met inachtneming van artikel 7.27, 7.28, 7.35, 7.36 en 7.37. De raad beslist, op basis van het voorgeschreven evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de ondernomen activiteit, over eventueel te treffen maatregelen (art 7.42) |
| | |