Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent financiële maatschappelijke ondersteuning jeugdhulp (Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2020)

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begrippen die in dit Financieel Besluit gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke verordeningen en beleidsregels op het terrein van de Wmo en Jeugdhulp.

Artikel 2. Zorg in natura tarieven

De tarieven voor zorg in natura zijn vaste tarieven en worden vastgesteld door middel van een objectief tariefmodel waarmee de tarieven voldoen aan de Amvb Reële kostprijs. De tarieven worden voorgelegd aan de gecontracteerde zorgaanbieders op basis van marktconsultatie, welke indien van toepassing, jaarlijks worden geïndexeerd.

De 8 gemeenten in de Achterhoek hanteren per perceel maximumtarieven waarop inschrijvers kunnen inschrijven (met uitzondering van vervoer en Hulp bij Huishouding).

De tarieven voor vervoer en Hulp bij Huishouding zijn vaste tarieven, dat wil zeggen hiervoor kan niet met een lager of hoger tarief worden ingeschreven.

Artikel 3. Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget maatschappelijke ondersteuning

Burgemeester en wethouders leggen alle bedragen voor de te verstrekken maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning vast in de bijlagen 1,3 en 5 van dit besluit in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2020.

Artikel 4. Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget jeugdhulp

Burgemeester en wethouders leggen alle bedragen voor de te verstrekken maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp vast in bijlagen 2 en 4 van dit besluit in het kader van de Verordening Jeugdhulp gemeente Berkelland 2015.

Artikel 5. Maximumhoogte overige maatwerkvoorzieningen

Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening. Dit betreft altijd maatwerk. Voor een aantal voorzieningen is een maximum tarief ingesteld, dit zijn:

• a.

  aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3.250,- één keer in de 3 jaar.

• b.

  ondersteuning bij verhuizing en (her)inrichting bedraagt maximaal € 2.500,-

• c.

  voor bezoekbaar maken van woonruimte tot maximaal € 2.500,-. Uitgangspunt is dat deze bijdrage eenmalig is.

Artikel 6. Afschrijvingstermijnen maatwerkvoorzieningen

• 1.

  Voor een sportvoorziening geldt een technische levensduur van 3 jaar, een autoaanpassing een technische levensduur van 5 jaar en voor overige Wmo-hulpmiddelen geldt een technische levensduur van 7 jaar. Elk hulpmiddel, dat met behulp van een persoonsgebonden budget of in natura is verstrekt, heeft een afschrijvingstermijn van respectievelijk 3, 5 of 7 jaar en dient dus in principe respectievelijk 3, 5 of 7 jaar mee te gaan. Is een hulpmiddel afgeschreven dan ontstaat niet automatisch het recht op een nieuw of gebruikt hulpmiddel. Zolang het verstrekte hulpmiddel of het via een persoonsgebonden budget aangeschafte hulpmiddel technisch nog voldoet, bestaat geen recht op vervanging van hulpmiddel. Dit tenzij een medische noodzaak wordt aangetoond.

• 2.

  Indien met een persoonsgebonden budget een voorziening als genoemd in de bijlagen tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt de resterende afschrijvingstermijn gehanteerd.

Artikel 7. Eigen bijdrage collectief vervoer

Het Wmo-tarief voor ZOOV (collectief vervoer) bedraagt:

Daarnaast is er een jaarlijkse bijdrage in de vorm van een vervoerspas voor het collectief vervoer. De jaarlijkse bijdrage is € 60,00 per jaar voor individueel gebruik of € 120,00 per jaar voor reizigers met sociale begeleiding. De kosten van de vervoerspas worden geïnd door de gemeente Berkelland.

Artikel 8. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

De eigen bijdrage van € 19,00 per maand wordt geïnd door het Centraal Administratie Kantoor. Voor de volgende voorzieningen wordt géén eigen bijdrage geïnd:

• -

  Rolstoelen

• -

  Sportvoorzieningen

• -

  Ondersteuning bij verhuizing en (her)inrichting

Artikel 9. Afschrijvingsschema kosten woonvoorzieningen

• 1.

  Het college kan (een gedeelte van) de kosten van de woonvoorziening terugvorderen als de voorziening heeft geleid tot een aanzienlijke waardevermeerdering van de woning en de woning binnen tien jaren na de gereed melding is verkocht.

• 2.

  Er is sprake van een aanzienlijke waardevermeerdering als de woning na de aanpassing hoger is dan 110% van de waarde onmiddellijk voorafgaand aan de aanpassing of wanneer de aanpassing heeft geleid tot uitbreiding van het woonoppervlak.

• 3.

  Het terug te vorderen deel heeft betrekking op de meerwaarde die de woning door de aanpassing heeft gekregen en bedraagt:

  • •

    Het eerste jaar 100%

  • •

    Het tweede jaar 90%

  • •

    Het derde jaar 80%

  • •

    Het vierde jaar 70%

  • •

    Het vijfde jaar 60%

  • •

    Het zesde jaar 50%

  • •

    Het zevende jaar 40%

  • •

    Het achtste jaar 30%

  • •

    Het negende jaar 20%

  • •

    Het tiende jaar 10%

• 4.

  De eigen bijdrage die in de periode na gereed melding van de woningaanpassing is geïnd, wordt in mindering gebracht op het terug te vorderen bedrag.

Artikel 10. Citeertitel, inwerkingtreding, overgangsbepaling en intrekking

• 1.

  Dit besluit wordt aangehaald als het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2020.

• 2.

  Dit besluit treedt in werking vanaf de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juni 2020.

• 3.

  Op een aanvraag die is ingediend na 31 mei 2020 en voor de datum van inwerkingtreding is het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2020 van toepassing, tenzij de toepassing van het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2019 gunstiger is.

• 4.

  Met de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2019.