Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van de gemeente Doesburg op 23 april 2020 tot vaststelling van de Subsidieregeling kindgebonden financiering voorschoolse educatie, gemeente Doesburg |
Citeertitel | Subsidieregeling Kindgebonden financiering voorschoolse educatie, gemeente Doesburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2020 | Nieuwe regeling | 23-04-2020 | Z/20/003339 |
VVE geregistreerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang binnen de gemeente Doesburg die zowel aan de geldende wettelijke VVE eisen van de Wet Kinderopvang als aan de in Doesburg van toepassing zijnde kwaliteitseisen voldoet. De VVE registratie is opgenomen in het LRK. De voorziening bestaat uit een groep, bestaande uit 2-4 jarigen die een VVE programma volgen.
Artikel 7: Hoogte van de subsidie
Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag betalen zelf het voorschoolse aanbod, zoals genoemd in artikel 6 lid 2. De gemeente subsidieert de extra gestelde kwaliteitseisen door het verschil tussen het vastgestelde uurtarief (in 2020 is dat € 9,40) en de kostprijs die de ouders aan de voorschoolse voorziening betalen te vergoeden.
Voor ouders die géén recht hebben op kinderopvangtoeslag subsidieert de gemeente Doesburg het voorschoolse aanbod, zoals genoemd in artikel 6 lid 2. Hiervoor wordt gerekend met een vastgesteld uurtarief (in 2020 is dat € 9,40) Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de VNG voor het subsidiejaar waarvoor wordt aangevraagd.
Naast de weigeringsgronden in de Algemene Wet Bestuursrecht en de ASD kan het college de kindgebonden subsidie weigeren als de aanbieder niet voldoet aan de criteria zoals benoemd in artikel 9 of indien de aanvrager op het moment van de subsidieaanvraag onderwerp is van een bestuursrechtelijke handhavingsprocedure.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 23 april 2020.
De griffier,
J.B.Voorhof
De voorzitter,
drs. L.W.C.M. van derMeijs
Het doel van deze regeling is het voorkomen van onderwijsachterstanden bij jonge kinderen zodat zij een goede start in het leven hebben. Daarvoor willen we alle Doesburgse ouders van kinderen in de peuterleeftijd een aanbod op een voorschoolse voorziening doen en hen daarvoor een subsidie verstrekken. In de regeling wordt gekozen voor een kindgebonden financiering, maar toch kiezen we vanuit praktische overwegingen om niet de ouder te subsidiëren maar dit via de aanbieders van voorschoolse voorzieningen te doen. We willen met de regeling een kwalitatief hoogwaardig aanbod realiseren. Daarom willen we dat alle voorzieningen die in aanmerking willen komen voor een kindgebonden financiering voldoen aan de minimum kwaliteitsstandaard die bij een VVE voorziening hoort, aangevuld met extra kwaliteitseisen vanuit de gemeente Doesburg zelf. Alle aanbieders van een dergelijke VVE geregistreerde voorschoolse voorziening bieden dus o.a. twee VVE geschoolde professionals (conform eisen in de wet) op een groep van 16 peuters en een VVE programma. Door dit verplicht te stellen bieden we een hoogwaardig voorschools programma voor alle peuters en zorgen we ervoor dat peuters met een geconstateerde achterstand op een voorziening terecht komen waar een mix bestaat van kinderen met en zonder indicatie. Door de subsidieregeling ook aan te bieden aan de ouders van peuters zonder een geconstateerde achterstand, ongeacht of zij gebruik kunnen maken van kinderopvangtoeslag of niet, willen we alle peuters stimuleren van de voorschoolse voorziening gebruik te maken. Zo willen we de integratie van alle peuters bevorderen.
Deze regeling zorgt voor een verandering in de financiering van de peutergroepen zoals we die in Doesburg kennen. Waar we eerst alle dagdelen tot en met 7 uren subsidieerden uit het gemeentelijke budget, doen we dat alleen nog maar voor peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en peuters die geen VVE indicatie hebben.
De kindgebonden subsidie wordt verleend aan een rechtspersoon die een VVE geregistreerde voorschoolse voorziening aanbiedt.
Sub d: de definitie van een doelgroeppeuter, zoals deze door het college is vastgesteld luidt: kinderen met:
Sub f: de uurprijs die door het college is vastgesteld per 1 augustus 2020 bedraagt € 9,40
Sub n: het aanbod bestaat uit 2 componenten:
We willen in Doesburg bereiken dat iedereen volwaardig mee kan doen aan de samenleving. We zien educatie als een sleutel tot participatie. We willen dat alle kinderen een goede start maken en zien het als onze taak, tezamen met de ouders en partners in kinderopvang, onderwijs, welzijn en zorg, dat alle kinderen van 0 tot en met 12 jaar een ononderbroken ontwikkellijn doorlopen. Doel is alle obstakels die een mogelijke belemmering vormen weg te halen of zo laag mogelijk te maken en tevens de situatie te creëren dat alle kinderen gelijke kansen op een maximaal ontwikkelrecht krijgen. De subsidieregeling draagt bij aan een goede start in een kwalitatief goede voorschoolse voorziening waar alle peuters aan deel kunnen nemen. Door de subsidieregeling ook aan te bieden aan de ouders van peuters zonder een geconstateerde achterstand, ongeacht of zij gebruik kunnen maken van kinderopvangtoeslag of niet, willen we alle peuters stimuleren van de voorschoolse voorziening gebruik te maken. Zo willen we de integratie van alle peuters bevorderen.
We kiezen voor een kindgebonden financiering, maar keren de subsidie niet direct aan de ouder uit. Het geld volgt wel de peuter, dus wanneer de peuter zich meldt voor een peuterprogramma bij een voorschoolse voorziening kan de rechtspersoon die de voorschoolse voorziening aanbiedt een aanvraag indienen voor een subsidie. De rechtspersoon zorgt voor een goede administratie en verantwoording.
We kiezen ervoor een eenduidig aanvraagformulier voor deze regeling te gebruiken en dit door het college vast te laten stellen. Voordeel is dat iedere partij dezelfde, op de specifieke subsidie toegespitste aanvraag indient.
Gemeenten zijn per 1 augustus januari 2020 verplicht een VVE aanbod van in totaal 960 uren te leveren aan doelgroeppeuters in de leeftijdsgroep 2,5 -4 jaar. Dit zou gemiddeld uitkomen op 16 uren per week wanneer we uitgaan van 40 weken per jaar.
In Doesburg bieden we alle peuters een basisaanbod van 8 uren per week gedurende 40 weken per jaar. Peuters met een VVE indicatie krijgen daarop een extra aanbod van 8 uren per week gedurende 40 weken per jaar. Dit aanbod van in totaal 16 uren per week start op het moment dat zij 2 worden. Voor de effectiviteit van het educatieve aanbod willen we dat het aanbod verspreid wordt over meerdere dagen. Een aanbod voor een peuter zonder VVE indicatie wordt dus ten minste over 2 dagen verspreid. Het aanbod aan een peuter met een VVE indicatie over tenminste 3 dagen. Het aanbod geldt alleen voor Doesburgse peuters die naar een Doesburgse VVE geregistreerde voorschoolse voorziening gaan. Doesburgse peuters die naar een andere gemeente gaan komen dus niet in aanmerking voor een gesubsidieerd aanbod. Dit doen we niet omdat we voorstander zijn dat de kinderen in de eigen buurt naar de kindvoorzieningen gaan. Zij sluiten dan aan op de doorgaande leerlijn binnen het IKC en op de zorglijn van de gemeente. De gemeente investeert vanuit het onderwijsachterstandenbeleid in de Doesburgse doorgaande lijn
De gemeente Doesburg kiest ervoor om alle peuters aan hetzelfde aanbod deel te laten nemen. Dit bevordert de integratie van peuters die wel/niet een VVE indicatie hebben en waarvan de ouders wel/niet recht hebben op kinderopvangtoeslag. Daarnaast kiest Doesburg ervoor om alle locatie met peutergroepen verplicht VVE geïndiceerd te zijn. Dit bevorderd de integratie. Het gevolg is wel dat hierdoor de kostprijs per uur stijgt voor alle peuters. We vragen nl. aan de kinderopvangorganisaties om meer kwaliteit te bieden op alle peutergroepen. Om die reden subsidiëren we deze extra kwaliteit voor alle peuters.
De basis van de hoogte van de kindgebonden subsidie is:
Daarnaast wordt in de hoogte van de subsidie rekening gehouden met twee hoedanigheden van ouders:
Dit leidt tot de volgende mogelijkheden:
Wat betekent dit voor de ouder?
De ouder betaalt in alle gevallen een inkomensafhankelijke bijdrage.
Wat betekent dit voor de gemeente?
Voor c en d geldt dat de inkomensafhankelijk ouderbijdrage op de subsidie in mindering gebracht wordt.
De gesubsidieerde VVE- plaats dient volledig benut te worden, d.w.z. dat de volledige 16 uren bezocht moeten worden, behoudens incidentele afwezigheid door ziekte e.d. De aanvrager dient dit schriftelijk met de ouder overeen te komen, de ouder hierop aan te spreken en de gemeente te informeren wanneer niet aan deze eis voldaan wordt. Wanneer de ouder deze uren niet invult, zal het aanbod van 8 gratis extra uren komen te vervallen.
Een VVE geregistreerde voorschoolse voorziening dient te voldoen aan de eisen die de Wet Kinderopvang en de daaruit voortvloeiende besluiten en regelingen stellen. Het gaat daarbij o.a. over eisen op de volgende onderwerpen:
Daarnaast dient de voorziening te voldoen aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie en de GGD en verbindt het college nog een aantal kwaliteitseisen aan de kindgebonden subsidie. De VVE geregistreerde voorschoolse voorziening dient ook hier aan te voldoen om een kindgebonden subsidie aan te kunnen vragen.
De extra eisen van het college zijn: De voorschoolse voorziening die in aanmerking komt voor subsidie:
De aanvrager vraagt aan, voorafgaand aan het subsidiejaar. Leidend is het aantal peuters dat op de peildatum, te weten 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, feitelijk deelneemt aan het peuterprogramma van de aanvrager. Het dient hier te gaan om Doesburgse peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.
De verantwoording van de subsidie is afhankelijk van de hoedanigheid van de ouder met hun peuter, te weten:
We willen graag per kwartaal zicht krijgen op de werkelijk aantallen peuters in de verdeling zoals in onderstaande tabel:
Daarnaast is het relevant te weten of de ouderbijdrage in lijn loopt met de gemiddelde ouderbijdrage die bij de verlening van de subsidie bevoorschot wordt. Om dit op een goede manier te controleren wordt aan de subsidieaanvragers gevraagd een degelijke en gescheiden boekhouding en administratie te voeren. Aangezien de Algemene Verordening Gegevensbescherming niet toestaat dat de gemeente op persoonsniveau alle gegevens controleert en we toch een goede toetsing van de gegevens willen, vragen we de accountant van de aanvrager de gegevens te controleren. We zullen hier een protocol voor opstellen. In de tussentijdse verantwoordingsgesprekken zullen we volgen of de verleende subsidie –gebaseerd op een peildatum– in lijn is met de werkelijkheid.
Wanneer blijkt dat een aanvrager niet aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet die de gemeente stelt, zal dit consequenties hebben voor de subsidie. Op het moment van constatering zal de bevoorschotting aangepast worden door het extra deel, zoals beschreven in artikel 7 lid1, met terugwerkende kracht terug te vorderen. Het gaat dan om de periode dat niet voldaan is aan de kwaliteitseisen voor die groep of locatie waarop de omissie in kwaliteit betrekking had. Wanneer dat mogelijk is, zal de terugvordering verrekend worden met de bevoorschotting. Is dat niet meer mogelijk, dan zal in de definitieve subsidievaststelling teruggevorderd worden. Op het moment dat weer voldaan wordt aan de kwaliteitseisen zal de subsidiering ook weer hersteld worden op de eerste dag van de volgende maand.