Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent nadeelcompensatie afbouw grondwateronttrekking (Nadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent nadeelcompensatie afbouw grondwateronttrekking (Nadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord)
CiteertitelNadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-06-2020nieuwe regeling

28-05-2020

gmb-2020-142755

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent nadeelcompensatie afbouw grondwateronttrekking (Nadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord)

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2020;

 

Gelet op het bepaalde in de artikel 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet,

 

Gelezen de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019 en de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen van de Minister van BZK,

 

Overwegende:

  • -

    dat in de raadscommissievergadering R&V van 16 mei 2017 is gepleit voor een gemeentelijke voorziening voor huiseigenaren, die schade lijden aan hun woning vanwege de stijging van grondwater als gevolg van de afbouw van grondwateronttrekking op het DSM-terrein;

  • -

    dat de gemeente de afbouw van de grondwateronttrekking Delft-Noord ter hand heeft genomen in het kader van de rechtmatige uitoefening van de grondwaterzorgplicht;

  • -

    dat als gevolg van besluiten of handelingen, verricht door (namens of vanwege) een bestuursorgaan van de gemeente in het kader van de afbouw, natuurlijke of rechtspersonen in vergelijking met tot diezelfde groep behorende anderen onevenredige schade kunnen ondervinden die redelijkerwijs niet (geheel) te hunner laste behoort te blijven;

  • -

    dat dit nadeel niet in alle gevallen op basis van bestaande wettelijke regelingen voor vergoeding van overheidswege in aanmerking komt;

  • -

    dat het daarom wenselijk is voorschriften vast te leggen met betrekking tot de inhoud, indiening, behandeling van en beslissing op verzoeken om vergoeding van dit nadeel;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Nadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Afbouw van de grondwateronttrekking: het zeer geleidelijk en zorgvuldig terugbrengen van de grondwateronttrekking met het oog op een volledige stopzetting;

  • b.

    bestuursorgaan: de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad van de gemeente Delft;

  • c.

    besluiten of handelingen: rechtmatige besluiten of rechtmatige handelingen verricht door of namens een bestuursorgaan in het kader van de afbouw van de grondwateronttrekking;

  • d.

    verzoek: een verzoek tot toekenning van nadeelcompensatie;

  • e.

    verzoeker: een natuurlijke of rechtspersoon die nadeel heeft geleden en een verzoek tot nadeelcompensatie indient;

  • f.

    nadeel: de schade die een direct gevolg is van besluiten of handelingen;

  • g.

    nadeelcompensatie: een tegemoetkoming ter vergoeding van de schade die een direct gevolg is van besluiten of handelingen;

  • h.

    de adviescommissie: een commissie van advies ex. artikel 84 Gemeentewet

  • i.

    particulier: een natuurlijke persoon

  • j.

    onderneming: een rechtspersoon.

Hoofdstuk 2 Inhoudelijke bepalingen

Artikel 2 Het recht op nadeelcompensatie

  • 1.

    Het college kent degene die als gevolg van besluiten of handelingen in het kader van de afbouw van de grondwateronttrekking Delft-Noord nadeel heeft geleden op verzoek een tegemoetkoming toe, voor zover dit nadeel redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en een vergoeding van dit nadeel niet voldoende anderszins is verzekerd, een en ander overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt in geld of in natura, naar gelang het nadeel naar het oordeel van het college het efficiëntst wordt gecompenseerd.

Artikel 3 Speciale last

Een tegemoetkoming wordt toegekend indien het nadeel aanmerkelijk zwaarder op de verzoeker drukt in vergelijking met anderen die nadeel ondervinden.

Artikel 4 Abnormale last

  • 1.

    Voor nadeel dat binnen het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico valt, wordt geen tegemoetkoming toegekend.

  • 2.

    Onder het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico valt in ieder geval:

    • a.

      schade van maximaal € 500,– voor een particulier;

    • b.

      schade van maximaal 2% van de normomzet van een onderneming.

Artikel 5 Actieve risicoaanvaarding

  • 1.

    Nadeel dat voor de verzoeker redelijkerwijs voorzienbaar was ten tijde van de beslissing te investeren in het geschade belang wordt niet vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde voorzienbaarheid kan onder meer betrekking hebben op de aard van de schadeoorzaak, op het moment waarop de schadeoorzaak kenbaar werd, op de plaats waarop ze betrekking heeft, op de wijze van voltrekken of uitvoering daarvan, alsmede op de aard en omvang van de daardoor veroorzaakte schade.

Artikel 6 Passieve risicoaanvaarding

Geen vergoeding wordt toegekend indien de verzoeker heeft nagelaten zijn belang veilig te stellen toen hij daartoe redelijkerwijs in de gelegenheid was, terwijl hij redelijkerwijs kon voorzien dat besluiten of handelingen aan dat veiligstellen in de weg zouden komen te staan.

Artikel 7 Schadebeperking

  • 1.

    Heeft de verzoeker nagelaten redelijke maatregelen te nemen ter voorkoming of beperking van schade, dan blijft het nadeel dat door het treffen van zodanige maatregelen voorkomen of beperkt had kunnen worden, ten laste van de verzoeker.

  • 2.

    De redelijke kosten van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade behoren tot het te vergoeden nadeel.

Artikel 8 Verrekening van voordeel

Heeft een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2,eerste lid voor de benadeelde naast nadeel tevens voordeel opgeleverd, dan moet dit voordeel bij de vaststelling van het te vergoeden nadeel in aanmerking worden genomen.

Artikel 9 Kosten van deskundigenbijstand

  • 1.

    Indien de verzoeker bij de indiening en de behandeling van het verzoek redelijkerwijs rechtsbijstand dan wel deskundigenbijstand inroept, en als de kosten daarvan redelijk zijn te achten, kunnen deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2.

    Indien een commissie wordt ingesteld, worden de kosten van deskundigenbijstand in ieder geval niet redelijk geacht.

Artikel 10 Vergoeding van wettelijke rente

Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen nadeelcompensatie. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt gesteld op de datum van ontvangst van het verzoek.

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 11 Termijn voor indiening verzoek

  • 1.

    Het verzoek wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is na het ontstaan van het nadeel schriftelijk ingediend.

  • 2.

    Een verzoek wordt buiten behandeling gesteld indien het wordt ingediend nadat een jaar is verlopen na het moment dat verzoeker bekend is geworden met het nadeel.

Artikel 12 Het verzoek om nadeelcompensatie

  • 1.

    Het verzoek wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      naam en adres van de verzoeker;

    • b.

      een dagtekening;

    • c.

      een aanduiding van het besluit of het handelen dat naar het oordeel van verzoeker nadeel heeft veroorzaakt;

    • d.

      een opgave van redenen waarom de gemeente gehouden zou zijn het nadeel te vergoeden die het gevolg is van het onder c bedoelde handelen;

    • e.

      een opgave van de aard en de omvang van het nadeel;

    • f.

      een specificatie van het bedrag van het nadeel;

    • g.

      een beschrijving van de wijze waarop verzoeker het nadeel vergoed wenst te zien.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van het verzoek, en stelt verzoeker in kennis van de te volgen procedure.

  • 3.

    Indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, of indien verzoeker verzuimt de voor de behandeling benodigde gegevens en bescheiden te verstrekken, wordt het verzoek buiten behandeling gesteld, doch niet nadat verzoeker de gelegenheid is gegeven het verzuim te herstellen.

Artikel 13 Vereenvoudigde behandeling van het verzoek

  • 1.

    Het college kan een verzoek direct afwijzen, als het naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is.

  • 2.

    Een verzoek is in ieder geval kennelijk ongegrond wanneer het is gebaseerd op onrechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid.

  • 3.

    Een besluit tot kennelijk ongegrondverklaring wordt genomen binnen acht weken na ontvangst van het verzoek, dan wel binnen vier weken na de termijn van artikel 12, derde lid.

  • 4.

    De termijn, genoemd in het derde lid, kan eenmaal met eenzelfde periode worden verlengd. De verzoeker wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 5.

    In alle overige gevallen wordt op het verzoek niet beslist dan met toepassing van de artikelen 14 en verder.

Artikel 14 De adviescommissie

  • 1.

    Het college kan een adviescommissie instellen.

  • 2.

    De adviescommissie heeft tot taak te adviseren over de op het verzoek te nemen beslissing.

  • 3.

    De commissie bestaat uit één of meer onafhankelijke deskundigen, die door het college worden benoemd. Indien de commissie uit meer leden bestaat, wijst het college een voorzitter aan.

  • 4.

    De commissie wordt uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag ingesteld.

  • 5.

    Verzoeker wordt in kennis gesteld van het instellen van een commissie. De kennisgeving bevat de namen van de deskundigen, hun beroep en de plaats waar zij hun werkzaamheden plegen te verrichten.

  • 6.

    Het instellen van een commissie kan achterwege blijven wanneer het verzoek kennelijk gegrond is, wanneer aan het verzoek direct op enigerlei wijze wordt tegemoetgekomen dan wel zodra het verzoek wordt ingetrokken.

Artikel 15 Het door de commissie te verrichten onderzoek

  • 1.

    De commissie stelt, voor zover een zorgvuldige advisering daartoe noopt, een onderzoek in naar:

    • a.

      de vraag of de door verzoeker in zijn verzoek gestelde schade een gevolg is van de in het verzoek aangeduide schadeoorzaak, en of deze oorzaak is te herleiden tot een besluit of handeling;

    • b.

      de omvang van de schade als bedoeld onder a;

    • c.

      de vraag of deze schade redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zulks met inachtneming van het in de voorgaande artikelen bepaalde;

    • d.

      de vraag of vergoeding van de schade niet, of niet voldoende, anderszins is verzekerd.

  • 2.

    De commissie brengt rapport uit over haar bevindingen. Zij adviseert het college over de hoogte van de uit te keren nadeelcompensatie en doet desgevraagd voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor het nadeel, anders dan door een vergoeding in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.

Artikel 16 Bevoegdheden en verplichtingen

  • 1.

    Het college stelt de commissie de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak.

  • 2.

    Verzoeker verstrekt de commissie de gegevens en bescheiden die voor de advisering nodig zijn.

  • 3.

    De commissie kan het college verzoeken inlichtingen en adviezen in te winnen bij derden.

  • 4.

    De commissie kan een plaatsopneming houden, indien zij dit nodig acht.

  • 5.

    De commissie kan verzoeker en het college de gelegenheid geven tot een mondelinge toelichting. Beiden kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde.

  • 6.

    Meegebrachte deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.

  • 7.

    Van een toelichting wordt een verslag opgemaakt, dat bij het advies wordt gevoegd.

  • 8.

    De commissie brengt haar advies uit binnen 12 weken na de ontvangst van het verzoek door het college; deze termijn kan op verzoek van de commissie door het college worden verlengd.

Artikel 17 De beslissing op het verzoek

  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van het advies van de commissie op het verzoek om nadeelcompensatie. Een kopie van het besluit wordt aan de commissie gezonden.

  • 2.

    Het college kan de beslissing bedoeld in het eerste lid, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 18 Voorschot

  • 1.

    Het college kan de verzoeker, die naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor nadeelcompensatie in geld en wiens belang vordert dat aan hem een voorschot op deze vergoeding wordt toegekend, op diens schriftelijk verzoek een voorschot toekennen.

  • 2.

    Het voorschot wordt uitsluitend verleend indien verzoeker schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot.

  • 3.

    Als voorwaarde voor toekenning kan een zekerheidstelling, zoals een bankgarantie, worden gevraagd.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Indien toepassing van het bepaalde in deze verordening, gelet op de omstandigheden van het voorliggende verzoek, zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard of tot een beslissing die in redelijkheid niet in de bedoeling kan hebben gelegen van wat de raad met het vaststellen ervan voor ogen heeft gehad, kan het college, de adviescommissie gehoord, van de bepalingen van deze verordening afwijken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 23 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Op verzoeken ingediend voordat deze verordening in werking is getreden, is deze verordening niet van toepassing.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Nadeelcompensatieregeling Afbouw Grondwateronttrekking Delft-Noord".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2020.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC