Organisatie | CJG Drimmelen Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Huishoudelijk Reglement van de Klachtencommissie Jeugdhulp BVO CJG Drimmelen Geertruidenberg |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2020 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 09-01-2020 |
Het huishoudelijk reglement van de klachtencommissie is gebaseerd op artikel 6 lid 5 van de Klachtenregeling Jeugdhulp BVO CJG 2020.
In dit reglement wordt een uitwerking gegevens van bepalingen uit de klachtenregeling en worden nadere regels gesteld omrent de klachtenprocedure.
Doel: het huishoudelijk reglement van de klachtencommissie van de BVO CJG beoogt voor alle betrokkenen duidelijkheid te scheppen in het proces van de behandeling van klachten. De beschrijving start bij het moment dat klacht wordt ingediend en eindigt als de klachtencommissie advies heeft gegeven of een beslissing op de klacht heeft genomen en de klacht wordt gearchiveerd. Daarnaast wordt er ook gesproken over de overige werkzaamheden van de klachtencommissie.
Klacht over jeugdhulpverlening: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen van een klager over de wijze waarop het bestuur of een lid daarvan, de directie of een lid daarvan, de manager CJG of een medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid gedraagt jegens een jeugdige, ouder, ouder zonder gezag, voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent of een pleegouder in het kader van de jeugdhulpverlening;
Klacht over de toegang tot jeugdhulp: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen van een klager over de wijze waarop het bestuur of een lid daarvan, de directie of een lid daarvan, de manager CJG of een medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid jegens iemand gedraagt in het kader van de toegang tot jeugdhulp;
A. Ontvangst en eerste toetsing van de klacht
2. Niet-ontvankelijkheid klacht
Klachten die niet voor beoordeling in aanmerking komen, zijn klachten betreffende een gedraging (artikel 9:8 Awb):
Zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.
Wanneer sprake is van één van bovenstaande gedragingen wordt de klager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift, schriftelijk op de hoogte gesteld van het niet verder in behandeling nemen van de klacht.
De secretaris onderzoekt voorafgaand aan de bemiddeling en behandeling van de klacht hoe de gezagsverhouding bij de jeugdige eruit ziet. Deze informatie deelt de secretaris met de voorzitter van de klachtencommissie.
Een ouder met gezag heeft recht op alle informatie die betrekking heeft op zijn/haar kind. Daarnaast heeft de ouder met gezag ook recht op inzage in het jeugdhulpdossier. De jeugdprofessional, en bij het indienen van de klacht de klachtencommissie, moet de ouders met gezag informatie geven over de hulp aan hun kind. Deze regel geldt totdat de minderjarige de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Vanaf 16 jaar is de toestemming van de minderjarige nodig voor het delen van informatie met de gezaghebbende ouders. Indien de minderjarige van 16 jaar of ouder wilsonbekwaam is, is geen toestemming nodig van de minderjarige.
Een ouder zonder gezag heeft ook recht op informatie. De ouder zonder gezag kan informatie over de jeugdhulp opvragen. Indien het belang van het kind zich daar tegen verzet, kan de jeugdprofessional dit weigeren. Een ouder zonder gezag heeft echter geen inzagerecht in het dossier van de jeugdige. Alleen als de ouder met gezag daarvoor toestemming geeft, krijgt de ouder zonder gezag inzage. Dat geldt totdat de minderjarige de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Vanaf 16 jaar is voor de inzage toestemming nodig van de minderjarige zelf. Indien de minderjarige van 16 jaar of ouder wilsonbekwaam is, is geen toestemming van de minderjarige vereist.
Als de klager geen gezagsverhouding heeft met de jeugdige, dan dient er toestemming gevraagd te worden met de gezaghebbende ouder om het dossier van de jeugdige te delen met de klager. Indien de minderjarige de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft, dient de toestemming aan de minderjarige gevraagd te worden. Indien de minderjarige van 16 jaar of ouder wilsonbekwaam is, is geen toestemming van de minderjarige vereist
Na afronding van de bemiddeling informeert de manager CJG, met tussenkomst van de secretaris klachtencommissie jeugdhulp, de voorzitter van de klachtencommissie over de klacht en de resultaten van de bemiddeling. De secretaris zal een kort verslag hierover opstellen en deze aan de voorzitter zenden.
De secretaris sluit de klachtenbehandeling af indien uit het verslag blijkt dat de klager geen voortzetting van de procedure meer wenst en zorgt voor een schriftelijke bevestiging daarvan. Indien de klager wel verdere behandeling van de klacht wenst (of dit onverwijld schriftelijk aangeeft na de bemiddeling of de schriftelijke bevestiging van afsluiting van de procedure), zet de secretaris de verdere procedure in gang.
5. Onderscheid tussen klacht over jeugdhulpverlening of over toegang tot jeugdhulp
Op het moment dat de klacht bij de voorzitter terecht komt voor verdere behandeling, moet er allereerst beoordeeld worden of het gaat om een klacht over jeugdhulpverlening of om een klacht over de toegang tot jeugdhulp.
Klacht over jeugdhulpverlening: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen van een klager over de wijze waarop het bestuur of een lid daarvan, de directie of een lid daarvan, de manager CJG of een medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid gedraagt jegens een jeugdige, ouder, ouder zonder gezag, voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent of een pleegouder in het kader van de jeugdhulpverlening.
Klacht over de toegang tot jeugdhulp: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen van een klager over de wijze waarop het bestuur of een lid daarvan, de directie of een lid daarvan, de manager CJG of een medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid jegens iemand gedraagt in het kader van de toegang tot jeugdhulp.
Wanneer het gaat om klachten over de toegang tot jeugdhulp is de algemene regeling van klachten uit de Awb van toepassing. Deze klachten worden behandeld overeenkomstig de klachtenregeling op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht van de deelnemende gemeenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om klachten als de wijze waarop een CJG-professional de aanvraag om jeugdhulp heeft afgehandeld, bijv. het te laat beslissen op een aanvraag.
Voor deze klachten heeft de klachtencommissie slechts een adviserende rol richting het bestuursorgaan, die op grond van de bepalingen uit hoofdstuk 9 Awb uiteindelijk beslist op de klacht.
De secretaris nodigt de beklaagde uit om een schriftelijke toelichting te geven op de klacht. Een afschrift hiervan wordt toegestuurd naar de klager. Daarnaast kunnen de benodigde gegevens/documenten voor het behandelen van de klacht opgevraagd worden bij de beklaagde.
Het is mogelijk om op de hoorzitting de jeugdige te horen. Voor het horen van de jeugdige dient er een onderscheid gemaakt te worden naar leeftijd.
Leeftijd 0 tot 12 jaar: Mocht de minderjarige gehoord worden dan zal hiervoor toestemming van de gezaghebbende ouder nodig zijn. Er zal per situatie gekeken moeten worden of het echt noodzakelijk is om de minderjarige te horen. Wanneer dit niet noodzakelijk is, zal het horen van de minderjarige achterwege gelaten moeten worden.
Leeftijd 12 tot 16 jaar: Voor het horen van de minderjarige is toestemming nodig van de gezaghebbende ouder. Let er wel op dat de Hoge Raad heeft vastgesteld dat een minderjarige van 12 jaar of ouder een hoorrecht heeft. De minderjarige moet dus in de gelegenheid worden gesteld om gehoord te worden.
Afzien van het horen van de minderjarige kan alleen wanneer de gezaghebbende ouder geen toestemming geeft, wanneer de minderjarige wegens een ernstige lichamelijke of geestelijke stoornis niet in staat is om gehoord te worden, wanneer de minderjarige niet gehoord wil worden of het gehoord te worden de gezondheid van de minderjarige zal schaden.
Als naar het oordeel van de klachtencommissie een van de aanwezigen op de hoorzitting op onbetamelijke wijze frustreert, kan deze door de commissie de verdere toegang tot de hoorzitting worden ontzegd. De commissie kan besluiten de hoorzitting te stoppen en de klacht verder schriftelijk te behandelen. Ook kan de commissie besluiten de hoorzitting voort te zetten met alleen de overgebleven partij; ten aanzien van de frustrerende partij wordt de klacht dan verder schriftelijk behandeld.
14. Klachtenafhandeling bij klachten over jeugdhulpverlening
Indien het voor de klachtencommissie niet mogelijk is haar oordeel over de klacht uit te brengen binnen de in het vorige lid genoemde termijn doet zij daarvan binnen die termijn schriftelijk met redenen omkleed mededeling aan de klager, de verantwoordelijk leidinggevende en degene over wie wordt geklaagd.
Binnen vier weken na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie deelt de directie van de BVO CJG mede of het naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. De beslissing wordt kenbaar gemaakt aan de klachtencommissie, de klager, de manager CJG en degene over wie wordt geklaagd.
16. Het niet (verder) be-/afhandelen van een klacht
De klachtencommissie is bevoegd van een klacht niet (verder) te behandelen c.q. af te handelen indien blijkt dat vanwege de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft strafvervolging is/wordt ingesteld.