Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende Jaarverslag Veiligheid & Leefomgeving Breda 2019 |
Citeertitel | Jaarverslag Veiligheid & Leefomgeving Breda 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2020 | 06-06-2020 | nieuwe regeling | 28-04-2020 |
In dit jaarverslag kijken we terug op het uitvoeringsprogramma Veiligheid en Leefomgeving Breda 2019 (hierna: uitvoeringsprogramma). De nadruk ligt daarbij op relevante ontwikkelingen en behaalde resultaten. Afwijkingen en aanvullingen ten opzichte van het uitvoeringsprogramma lichten we toe.
Uitgangspunten uitvoeringsprogramma
Het uitvoeringsprogramma bevat alle taken van de afdeling Veiligheid & Leefomgeving, verdeeld over de vijf thema’s van het meerjarenprogramma. Door de juiste prioriteiten te stellen, sluiten onze inspanningen aan bij de risico’s voor de kwaliteit en de veiligheid.
In het belang van de stad werken we samen met verschillende partijen. Zo heeft de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB) een belangrijke taak op het gebied van risicobeheersing en advisering over de fysieke veiligheid. De Brandweer Midden- en West-Brabant (BMWB) verzorgt de repressieve brandweertaken en adviseert op basis van het Basistakenpakket Brandweerzorg Risicobeheersing 2.0. De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voert de VTH-milieutaak uit. Hun werkprogramma is geëvalueerd in de Termijnrapportage Breda 2019, die als bijlage is opgenomen bij dit jaarverslag. In de strijd tegen ondermijning zijn de Taskforce en het RIEC samengevoegd tot Taskforce - RIEC Brabant-Zeeland. Signaaldocumenten vanuit de gemeente leiden jaarlijks tot een integrale aanpak van 25 à 30 casussen. Verder werken we nauw samen met de politie om de veiligheid en leefbaarheid in de stad te vergroten. Het Zorg- en Veiligheidshuis Baronie Breda richt zich op de aanpak van complexe problematiek.
Diverse ontwikkelingen hadden invloed op de geplande en uitgevoerde taken in 2019, waaronder:
Ongeveer twee derde van de taken voerden we uit conform het uitvoeringsprogramma. De inzet of resultaten van de overige taken zijn anders dan voorzien. Deze lichten we toe in dit jaarverslag. Daarbij springen de volgende taakvelden eruit:
Verder voerden we een aantal aanvullende taken uit, zoals toezichtzaken voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Ook zijn we gestart met het ondernemersnetwerk Veilig Ondernemen Breda.
Breda voldoet aan de kwaliteitscriteria 2.2
In 2018 en 2019 voldeed de gemeente Breda opnieuw aan alle vereiste kwaliteitsniveaus. Er waren geen personeelswisselingen met relevante invloed. We hebben daarbij de nieuwe set kwaliteitscriteria 2.2 als uitgangspunt genomen.
Voor u ligt het Jaarverslag Veiligheid en Leefomgeving 2019 (hierna: jaarverslag). In 2019 werkten we voor het eerst met een uitvoeringsprogramma Veiligheid en Leefomgeving (hierna: uitvoeringsprogramma). Hierin zijn alle activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving opgenomen in samenhang met veiligheid en vergunningen. Het Meerjarenprogramma Veiligheid 2019-2022 (hierna: MJP) bepaalt onze koers op het gebied van veiligheid, vergunningen, toezicht en handhaving. Ook op het vlak van veiligheid en leefbaarheid brengt Breda het samen!
In dit eerste jaarverslag Veiligheid & Leefomgeving zetten we de uitgevoerde taken en behaalde resultaten af tegen de voorgenomen inzet en de verwachte resultaten uit ons uitvoeringsprogramma 2019.
Het afgelopen jaar was gericht op het borgen van de activiteiten uit het uitvoeringsprogramma én het werken in lijn met het MJP. De elementen analyseren, anticiperen en activeren van de BredA-AANpak hebben we verder in onze bestaande werkprocessen geïntegreerd. Zo beklijft het informatie- en risicogestuurd werken steeds meer binnen de afdeling en de organisatie.
In 2019 hebben we als afdeling voortgang gegeven aan bestaande processen, zijn we nieuwe projecten gestart en hebben we mooie resultaten bereikt. Een mooi voorbeeld is de aanpak op het gebied van ondermijning, waarin we kunnen vaststellen dat verschillende criminele processen stabiel zijn gebleven en enkele zelfs zijn afgenomen in 2019.
Eén vorm van criminaliteit die juist is toegenomen de afgelopen jaren is cybercrime. In 2019 hebben we een plan van aanpak opgesteld voor de aanpak van cybercrime. Hierin is specifiek cyberpesten en speciale aandacht voor de doelgroep jeugd opgenomen. Een andere kant van cybercrime is fraude waarbij particulieren, bedrijven, financiële instellingen of organisaties slachtoffer zijn (horizontale fraude). Aangezien voor de stijging van horizontale fraude geen duidelijke oorzaak bekend is, maakt dit een specifieke aanpak nog moeilijk.
Met de komst van het landelijk experiment gesloten coffeeshopketen en de deelname van de gemeente Breda aan dit experiment worden de onderdelen met de gereguleerde teelt in de drugsaanpak zoals vastgesteld in de nota Herijking softdrugsbeleid wel uitvoerbaar. Breda is nauw betrokken geweest bij de uitwerking van de regelgeving.
Een ander mooie ontwikkeling in 2019 vanuit onze afdeling is het onder de paraplu van Weerbare stad door ontwikkelen van de netwerken buurtpreventie en veilig ondernemend Breda. Dit om preventie nog meer kracht bij te zetten.
Daarnaast hebben we verder ingezet op de versterking van de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven om hen weerbaarder te maken op meerdere veiligheidsthema’s.
Het project Citydeal Zorg voor Veiligheid is in 2019 succesvol afgeronde, de werkwijze wordt nu structureel doorgezet en het projectplan “Tegengaan ongewenste radicalisering en polarisatie” is geschreven en zal in 2020 verder uitgerold worden.
Op een aantal vlakken zijn onze resultaten positiever dan we bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma 2019 hadden voorzien. Een van de redenen hiervoor is de intensivering van de communicatie tussen de afdeling en de stad, onder andere via trainingen, bijeenkomsten, voorlichting en berichten op social media. Alle verdere ontwikkelingen, resultaten en voorbeelden zijn te lezen in dit verslag. We zijn trots dat we ook in 2019 een mooie bijdrage hebben kunnen leveren aan de veiligheid en leefbaarheid in de stad, voor Bredanaars én bezoekers.
1. Uitgangspunten uitvoeringsprogramma
De belangrijkste uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma zijn het meerjarenprogramma, dat onze koers bepaalt, en de opgenomen taken met bijbehorende prioritering.
Het meerjarenprogramma vormt een leidraad voor de gemeente Breda én voor al haar partners. Het is met en voor de stad Breda opgesteld en vormt daarom ook het kader voor het uitvoeringsprogramma 2019.
Het meerjarenprogramma benoemt vijf hoofdthema’s en vijf focuspunten. Deze zijn bepaald op basis van trends en ontwikkelingen, het veiligheidsbeeld en input vanuit ketenpartners.
Ieder hoofdthema bevat (flexibele) doelstellingen voor de komende vier jaar. Een koers op het gebied van veiligheid vraagt om keuzes. Het meerjarenprogramma benoemt daarom vijf focuspunten, die om extra investeringen vragen in de vorm van tijd, geld, inzet en/of denkkracht (ten opzichte van de afgelopen jaren).
Afbeelding 1: Hoofdthema’s en focuspunten
Voor het uitvoeringsprogramma waren de genoemde doelstellingen en focuspunten leidend. Ze vormden het uitgangspunt voor de inzet van onze capaciteit. Een groot deel daarvan moeten we inzetten voor reguliere activiteiten. Met het resterende deel geven we invulling aan de koers van het meerjarenprogramma en spelen we in op relevante ontwikkelingen binnen ons werkveld.
Voor 2020 zijn de doelstellingen en focuspunten van het meerjarenprogramma geëvalueerd en waar nodig herzien of aangescherpt. Deze aanpassingen komen terug in het uitvoeringsprogramma 2020.
Ook de Bredase triple-A-aanpak was een uitgangspunt voor het uitvoeringsprogramma 2019. De drie A’s staan voor:
Deze manier van werken geldt voor alle taken uit het meerjarenprogramma.
Het uitvoeringsprogramma bevat alle taken die de afdeling Veiligheid & Leefomgeving uitvoert, verdeeld over de vijf thema’s van het meerjarenprogramma. Met prioriteren hebben we de inspanning van onze taken gerelateerd aan het risico voor de kwaliteit en de veiligheid. Prioriteren helpt om:
Het uitvoeringsprogramma 2019 onderscheidt de volgende categorieën:
Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle opgenomen taken en bijbehorende prioritering.
In het belang van de stad werken we samen met onderstaande partijen:
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB)
De VRMWB organiseert verschillende taken voor de 24 deelnemende gemeenten. Een van de belangrijkste en grootste daarvan is het in stand houden van een robuuste brandweerorganisatie. Daarnaast organiseert de VRMWB de multidisciplinaire crisistaakuitvoering, de GHOR-taken (deels) en de taken voor bevolkingszorg en crisiscommunicatie (deels). De VRMWB heeft ook een belangrijke taak op het gebied van risicobeheersing en de advisering over fysieke veiligheid. Hiervoor onderhoudt zij een goede relatie met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. De afdeling Veiligheid & Leefomgeving begeleidt de cyclische producten die de gemeente moet behandelen. Daarnaast adviseert de afdeling de VRMWB over de uitvoerbaarheid van taken die de gemeentelijke organisatie raken en over taken op het vlak van multicrisisbeheersing en bevolkingszorg.
Brandweer Midden- en West-Brabant (BMWB)
De BMWB is onderdeel van de Veiligheidsregio en verzorgt de repressieve brandweertaken voor de gemeente Breda. Vanuit de verschillende kazernes in en om Breda leveren zij inzet wanneer dat nodig is. De brandweer wordt vooral ingezet voor redden en blussen, en soms voor algemene hulpverlening. Na een inzet kunnen zij de gemeente benaderen om een vervolgtraject in te zetten. De gemeente ondersteunt de brandweer ook door haar belangen mee te wegen bij aanpassingen in de infrastructuur en bij het beoordelen van de beschikbaarheid van bluswater. De brandweer is dus een belangrijke adviseur van de gemeente. Advisering vindt plaats op basis van het Basistakenpakket Brandweerzorg Risicobeheersing 2.0. De brandweer werkt daarbij met een regionale jaarplanning en niet met een gemeentelijke inzetplanning.
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)
In 2019 maakte het Gemeentelijk Uitvoeringskader (GUK) voor het eerst deel uit van het Werkprogramma van de OMWB. Het GUK beschrijft de algemene uitgangspunten en de strategieën die de OMWB hanteert bij de uitvoering van de VTH-milieutaak (vergunningverlening, toezicht en handhaving op milieugebied). Risicogericht werken en programmeren is hierbij het uitgangspunt. Naast de risicorelevante bedrijven heeft de OMWB in 2019 regionaal toezicht gehouden op lpg-tankstations, tankstations zonder lpg, garagebedrijven en afvalbeheerinrichtingen. Daarnaast hebben zij voor het tweede jaar op rij uitvoering gegeven aan het Project Intensieve Veehouderijen. Het gaat daarbij om intensief toezicht bij veehouderijen, in samenwerking met de provincie. Dit project heeft een looptijd van drie jaar. Verder heeft er een bezuiniging van € 75.000 plaatsgevonden door het ambitieniveau van het toezicht bij bedrijven te verlagen.
Alle werkzaamheden en bevindingen zijn verwoord in de Termijnrapportage Breda 2019 van de OMWB (zie Bijlage 3). Uit deze rapportage blijkt dat de OMWB de werkzaamheden conform het werkprogramma van Breda heeft uitgevoerd. Wel is het budget voor het toezicht bij bedrijven bijgesteld, omdat het aantal hercontroles onjuist was geraamd (te weinig budget). Door deze bijstelling zijn er minder bedrijven gecontroleerd dan gepland. De bedrijven die zijn komen te vervallen, zijn opgenomen in het werkprogramma voor 2020. Verder hebben er budgettair nog enkele verschuivingen plaatsgevonden die niet of nauwelijks invloed hadden op de uitvoering van de werkzaamheden. Het budget van het totale werkprogramma is vrijwel volledig besteed (98%).
De Taskforce - RIEC Brabant-Zeeland
De Taskforce - RIEC Brabant-Zeeland strijdt tegen ondermijning. Dit doet zij als overkoepelende organisatie boven de verschillende overheidsdiensten. De doelstelling is: ‘als één overheid doorpakken naar het effectief verstoren van crimineel ondernemerschap’. De aanpak richt zich op de cruciale ondersteunende activiteiten van de bovenwereld aan de onderwereld. Met het programma ‘Eén smart overheid’ richt de Taskforce zich op de samenwerking tussen verschillende overheidsorganisaties. Hierin speelt data een grote rol; deze vormt belangrijke input voor analyses. Data komt samen bij de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC’s, inmiddels onderdeel van dezelfde organisatie). De RIEC's zijn opgericht om gemeenten en andere overheden te ondersteunen bij de bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. De taken en expertise van verschillende organisaties worden geïntegreerd ingezet om maximaal effect te bereiken in de strijd tegen criminaliteit. Het gaat hierbij om de politie, het Openbaar Ministerie, gemeenten, provincies, de Belastingdienst, de FIOD, de douane, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) en de Koninklijke Marechaussee. In 2019 heeft onze afdeling bijgedragen aan de Taskforce - RIEC Brabant-Zeeland met personele en financiële middelen. Voor een optimale aanpak van een casus kan integrale samenwerking met de Taskorce-RIEC-partners een vereiste zijn. Dan maakt de gemeente een signaaldocument op en wordt in de Districtelijke Stuurploeg (DSP) besloten of de casus integraal wordt opgepakt. Dit leidt tot 25 à 30 casussen per jaar.
Het werk van onze boa’s heeft raakvlakken met dat van de politie. Hun taken op het gebied van veiligheid en leefbaarheid vullen elkaar aan. Een goede samenwerking met de politie komt de veiligheid en leefbaarheid in de stad ten goede. Daarom werken we continu aan een goede samenwerking en afstemming.
Het Zorg- en Veiligheidshuis Baronie Breda
De samenwerking binnen het Zorg- en Veiligheidshuis Baronie Breda richt zich op de aanpak van complexe problematiek. Daarbij werken de betrokken ketens intensief met elkaar samen: straf (politie en justitie), zorg (organisaties voor zorg en welzijn) en bestuur (gemeenten). Specialisten bieden ondersteuning bij casussen waarin professionals binnen de ‘eigen’ keten niet tot een duurzame en doeltreffende oplossing komen. Het afgelopen jaar is de aanpak van verward gedrag, radicalisering en extremisme versterkt. Daarnaast is de focus gelegd op gegevensdeling. In het jaarverslag van het Zorg- en Veiligheidshuis Baronie Breda is een volledige terugkoppeling te vinden over 2019.
Diverse ontwikkelingen hebben onze geplande en uitgevoerde taken in 2019 beïnvloed.
In 2019 hebben we het zaakgericht werken verbeterd en de werkprocessen geoptimaliseerd. We zijn ook gestart met een inventarisatie van de gevolgen van de Omgevingswet voor initiatieven, vergunningen, toezicht en handhaving. In 2020 werken we dit verder uit.
Begeleiding grote bouwprojecten
Bouwprojecten die vanwege hun omvang meerdere jaren duren, vragen om intensieve begeleiding. Een goed voorbeeld is het Amphia-zieken¬huis, met een bouwsom van € 225 miljoen. De nieuwbouw van het ziekenhuis is in 2019 afgerond na een bouwtijd van drie jaar. Daarna is Amphia begonnen met de verbouwing van het bestaande ziekenhuis. Verder zijn er diverse (woning)bouwprojecten vergund, gestart en in aanbouw in het stationsgebied van Breda: Crossmark Breda (voorheen: Via Breda). Tijdens de bouw controleren we het werk van de aannemer om de veiligheid en kwaliteit van het bouwwerk te waarborgen en waar nodig bij te sturen. We controleren specifiek op de constructieve veiligheid, de brandveiligheid en de gezondheid in het gebouw. Door wekelijkse bezoeken ontstaat er een continu proces van controles op de regelgeving van het Bouwbesluit en de uitvoering op de bouwplaats. De plantoetser, de constructeur, de brandweer en de bouwkundig opzichter houden over een lange termijn de focus op deze werken. Tijdens dit traject krijgen ze wekelijks vragen en opmerkingen van de bouwende partijen.
Het erfgoed in Breda wordt door bewoners en bezoekers zeer gewaardeerd. Het is dan ook van belang om dit te behouden en waar nodig te versterken. Daar wordt dan ook continu aan gewerkt door onderhoud, restauratie en herbestemming van rijksbeschermde stadsgezichten, rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. Deze projecten hebben wij getoetst tijdens het vooroverleg en het vergunningstraject. Daarnaast begeleiden we deze projecten uitvoerig tijdens de uitvoering op de bouwplaats.
Momenteel zijn er drie grote projecten in uitvoering, waarvoor we in 2019 een vergunning hebben verleend en/of waarvan de uitvoering in 2019 is gestart. Het gaat om:
Het uitgangspunt bij de toetsing en de begeleiding is het behoud van verschillende waarden: de cultuurhistorische, de algemeen historische, de ensemble-, de architectuurhistorische en de bouwhistorische waarden en de waarden vanuit de gebruikshistorie van de panden. Om die te behouden, zetten we in op onderhoud en restauratie, zoals bij de Heilig Hart Kerk. Verder maken we deze gebouwen toekomstbestendig, afgestemd op de aanwezige waarden. Dit bereiken we bijvoorbeeld door ze een nieuwe functie te geven, die dient als nieuwe economische drager voor de instandhouding, zoals bij De Klokkenberg. Of door verbetering van het comfort en de veiligheid, zodat het huidige gebruik op een goede manier kan worden voorgezet, zoals bij het Kasteel. Uiteindelijk is het doel dat we ons erfgoed, onze identiteit in stand houden. Dit doen we voor onze inwoners en onze bezoekers.
Vanuit het Programma Aanpak Stikstof (PAS) werkte Nederland aan maatregelen om de uitstoot van stikstof te verminderen. De Raad van State heeft op 29 mei 2019 geoordeeld dat het PAS onvoldoende is onderbouwd om vergunningen te beoordelen voor nieuwe (of bestaande) activiteiten die stikstof uitstoten. Door deze uitspraak is de gemeente Breda – veel meer dan voorheen – overgegaan tot het beoordelen van Wabo-aanvragen op het aspect stikstof. Dat betekent dat we beoordelen:
Bij deze toetsen winnen we advies in bij de OMWB.
Verstoring criminele bedrijfsprocessen
Het volledige thema ondermijning is een focuspunt in het meerjarenprogramma. Daarbij verstoren we het criminele ondernemings¬klimaat en vergroten we de weerbaarheid tegen ondermijnende criminaliteit. Bij het verstoren ligt het accent op het tegenhouden en frustreren van criminele activiteiten. Voor de gemeente ligt daar vooral een rol als deze criminele activiteiten zich manifesteren in de bovenwereld. Wat betreft de weerbaarheid maken we onderscheid tussen bestuurlijke, maatschappelijke en sociale weerbaarheid.
De gemeente zet adequate interventies in op basis van een gedegen analyse. Dit doen we integraal vanuit onze eigen taken, maar vooral ook integraal met de ketenpartners – in duo-samenwerking of binnen de Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland. Voor de optimale aanpak van een casus kan het nodig zijn om integraal samen te werken met de Taskorce-RIEC-partners. Dan maakt de gemeente een signaaldocument op en besluit de Districtelijke Stuurploeg (DSP) of de casus integraal wordt opgepakt. Dit leidt tot 25 à 30 casussen per jaar.
Bij het verstoren van criminele bedrijfsprocessen en faciliterende activiteiten is een RIEC-handhavingsknelpunt benoemd: het bedrijventerrein Neerloopweg/Heilaar. Op dit industrieterrein speelden in 2018-2019 vier RIEC-casussen waarop voorheen geen zicht was. De activiteiten van deze ondernemers vonden al langer plaats buiten het zicht van de overheid. In 2019 hebben we een begin gemaakt met de aanpak van ongeveer 100 adressen, waarop een analyse heeft plaatsgevonden. Aan de hand daarvan zijn verschillende actielijnen opgezet, die ook in 2020 een vervolg krijgen.
Aanwijzen risicobranches vergunningsplicht
De politie heeft de bestuurlijke rapportage ‘Project autoverhuur’ opgesteld. Dit gebeurde naar aanleiding van onderzoeken naar criminaliteit. Conclusie: in de autoverhuurbranche zijn ernstige misstanden aan de orde van de dag. Uit de rapportage blijkt onder meer dat er banden zijn met de zware en georganiseerde criminaliteit. Deze rapportage is voor de gemeente aanleiding om in 2020 een vergunningsplicht voor de autoverhuurbranche in te stel¬len. Onderdeel hiervan is een bestuurlijke maatregel om onder meer tegen te gaan dat gehuurde auto’s gebruikt kun¬nen worden bij ondermijnende criminaliteit. Deze maatregel helpt ons bij de aanpak hiervan.
We zetten in op preventie via de netwerken van bewoners en ondernemers. In 2019 is de bestuurlijke wens uitgesproken om de preventieve aanpak te formaliseren onder de titel ‘Aanpak Weerbare Stad’. Deze aanpak is geborgd binnen het team dat onder andere Buurtpreventie Breda en Veilig Ondernemen Breda coördineert. Naast bewoners en ondernemers vormen ook jongeren een belangrijke doelgroep. We willen hen meer en beter bereiken op het gebied van veiligheid en preventie.
Buurtpreventie Breda als schakel
Het netwerk van Buurtpreventie Breda draagt bij in de aanpak tegen ondermijning. Tijdens kennisbijeenkomsten krijgen de bewoners uitleg over ondermijning. Wat is het? Op welke signalen kunnen ze letten? En hoe kunnen ze een melding doen? Door deze doelgroep te informeren en te stimuleren om te melden, maken we van bewoners een belangrijke partner in de aanpak van ondermijnende (drugs)criminaliteit.
In 2019 hebben er meerdere gesprekken plaatsgevonden om het huidige standplaatsenbeleid te herzien. De herziening is noodzakelijk vanwege uitspraken van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het eerste concept is begin december besproken door de staf Economische Zaken. Het beleidsstuk zit nu in de laatste fase en wordt in 2020 door het college besproken.
Speelautomatenhallenverordening
Eind 2019 is een projectgroep gestart met een voorstel om de speelautomatenhallenverordening te herzien. Voor deze herziening zijn drie belangrijke redenen: de huidige verordening stamt uit 1997, er zijn recente ontwikkelingen in de rechtspraak en er liggen verzoeken om een arcadehal te vestigen binnen de gemeente Breda. De definities zijn inmiddels duidelijk en de knelpunten uit de huidige verordening zijn in kaart gebracht. In 2020 werken we de nieuwe verordening verder uit.
De belangstelling voor ligplaatsvergunningen voor roeiboten overstijgt ruimschoots het aantal ligplaatsen. Inmiddels is er een wachtlijst van meer dan 400 belangstellenden. Daardoor waren we genoodzaakt om de wachtlijst te sluiten.
Door diverse oorzaken zit er weinig beweging in de wachtlijst. Ligplaatsvergunningen worden niet of nauwelijks opgezegd of ingetrokken. De gemeente heeft beperkte mogelijkheden voor handhaving, gezien het huidige beleid en de vergunningsvoorwaarden. Ook de beperkte beschikbare juridische capaciteit speelt mee. Daarnaast hebben vergunninghouders de vergunning voor onbepaalde tijd tegen relatief lage jaarlijkse kosten. Dit moeten we herzien, omdat inmiddels duidelijk is dat het om schaarse vergunningen gaat. Deze mogen niet voor onbepaalde tijd worden afgegeven en niet automatisch verlengd worden. Daardoor moeten we het beleid en de vergunningsvoorwaarden aanpassen. Daar zijn we in 2019 mee gestart.
Het wielerevenement Vuelta a España doet in 2020 onder meer Breda aan. Dat vraagt om extra inzet van diverse partijen binnen de gemeente, waaronder onze afdeling. In 2019 vroeg dit al om inzet van de coördinator veiligheid evenementen, onze vergunningverleners en onze juridisch adviseurs. Dit geldt ook voor de reguliere vergunning-aanvragen die we jaarlijks afhandelen. De afgelopen jaren zijn deze aanvragen toegenomen in aantallen en in complexiteit. Ook het aantal ingediende zienswijzen en bezwaarschriften neemt toe.
De processen rondom evenementen zijn complex doordat er intern en extern veel partijen bij betrokken zijn. Samen met de Centrale Intake Evenementen (CIE) werken we aan een verdere verbetering van de inrichting hiervan. Zo is er een nieuw digitaal formulier voor het aanmelden van een evenement op de evenementenkalender. Dit formulier volstaat nu ook als er voor een evenement alleen een melding nodig is en geen vergunning. Voorheen waren er aparte formulieren voor aanmelding en melding.
Het aannamebeleid voor de boa’s is aangescherpt. Zo zijn zij fysiek en mentaal geschikt voor hun taken en de omgeving waarin ze deze uitvoeren. In 2019 is het verplicht geworden om een assessment te doen op mentale weerbaarheid. Daarnaast moeten boa’s de sporttest behalen. Deze sporttest is gelijk aan die van de politie.
In 2019 is onze inzet op kwetsbare wijken nog intensiever geworden. We hebben de boa’s extra ingezet en de samenwerking met ketenpartners in deze wijken verder geoptimaliseerd. We treden gezamenlijk op om problemen in deze wijken integraal aan te pakken.
In 2019 hebben de boa’s een mobiel handhavingskantoor in gebruik genomen. Deze keet is ingericht als werkplek en kan overal neergezet worden. Hij draagt bij aan de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de boa’s. Dit kantoor is onder andere intensief ingezet tijdens het jaarlijkse donkere dagen offensief.
Sinds eind 2019 hebben de boa’s twee dienstmotoren. Deze worden gebruikt door boa’s die hiervoor zijn opgeleid. Met de motor zijn ze wendbaarder en hebben ze makkelijker toegang tot bepaalde plaatsen en routes die niet geschikt zijn voor auto’s. Dat is vooral handig in het buitengebied, bij calamiteiten en tijdens evenementen.
In 2017 trad de Wet aanpak woonoverlast in werking. Deze wet wijzigt de Gemeentewet en geeft burgemeesters de mogelijkheid om specifieke gedragsaanwijzingen te geven aan overlastgevers. Gemeenten krijgen hiermee meer wettelijke mogelijkheden om woonoverlast aan te pakken. De wet kan alleen worden toegepast bij ernstige en herhaaldelijke hinder, die redelijkerwijs niet op een andere geschikte manier kan worden tegengegaan. Hiervoor is altijd een sterke motivering nodig.
In 2019 heeft de burgemeester in zeven gevallen van overlast waarschuwingsbrieven verstuurd. Deze waarschuwing was blijkbaar in de meeste gevallen afdoende; in slechts twee gevallen was uiteindelijk een gedragsaanwijzing nodig. In het proces naar een gedragsaanwijzing zoeken we uitdrukkelijk de samenwerking op met andere betrokkenen, zoals de politie, de woningbouwvereniging en de zorgverlening.
De Wet aanpak woonoverlast kan duidelijk helpen bij het oplossen van ernstige herhaaldelijke overlastsituaties. Toch krijgen we ook veel vragen vanuit de samenleving om deze bevoegdheid in te zetten in overlastsituaties waarbij andere, minder ingrijpende mogelijkheden nog niet zijn ingezet of de dossiervorming (nog) onvoldoende is. Dit toont aan dat er behoefte is aan meer duidelijkheid: welke stappen moeten vooraf worden genomen en wat is er nodig om tot goede dossiervorming te komen? Hiervoor stellen we beleidsregels op.
In 2019 hebben onze handhavingsjuristen deze taak uitgevoerd. In 2020 wordt dit overgedragen aan het sociaal domein. De taak hoort daar thuis en de benodigde expertise is er aanwezig.
Traditionele criminaliteit versus digitale criminaliteit
De afgelopen jaren is de traditionele criminaliteit sterk afgenomen (inbraken, overvallen, straatroven). In 2019 is deze afname gestagneerd en zijn de cijfers vergelijkbaar met 2018. Bij specifieke delicten, zoals auto-inbraken, zagen we in 2019 wel een stijging. Daarom hebben we daar actief op ingezet met kennisbijeenkomsten en extra surveillance. Voor digitale criminaliteit geldt dat er een significante toename is. Cybercrime blijft dan ook een focuspunt voor 2020.
In 2019 hebben we veel energie gestoken in het thema digitale veiligheid. Het meest succesvolle project was ‘Digitale Buurtambassadeurs’. In samenwerking met de politie en Avans Hogeschool hebben we een groep van 34 bewoners opgeleid tot ambassadeurs van digitale veiligheid. Het doel is om kennis en kunde over digitale veiligheid te verspreiden in de stad. Het opleidingstraject is vormgegeven en de ambassadeurs zijn in vijf weken opgeleid. Zij zetten zich op verschillende creatieve manieren in om de stad digitaal veiliger te maken. Ze zijn standaard aanwezig bij de start van nieuwe buurtpreventiegroepen, met een informatiekraam voor nieuwe bewoners. Ook zijn er in de buurt vier bijeenkomsten over cybercrime georganiseerd (Bavel, Ulvenhout, IJpelaar en Teteringen). Twee bijeenkomsten volgen later (Effen-Rith en Princenhage). Verder waren ze betrokken bij het Cybercongres in het NAC-stadion, bij de workshop Digitale Veiligheid in Breepark en bij het vormgeven van de pilot Sexting & Jongeren op het Newman College. Het is duidelijk dat de vraag naar kennis groot is en dat we met deze aanpak aansluiten op een behoefte vanuit de stad. In 2020 zetten we deze aanpak daarom voort en breiden we deze verder uit, met financiële ondersteuning vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Buurtpreventie Breda blijft groeien
In 2019 heeft Buurtpreventie haar 100e groep mogen starten. Daarmee is het netwerk uitgebreid tot ongeveer 4700 betrokken ‘buurtpreventen’ met een dekking over bijna de hele stad. Het aantal buurtpreventiegroepen blijft groeien. Dit geeft aan dat bewoners nog altijd interesse en behoefte hebben. Zolang bewoners zich blijven melden, worden er op een gestructureerde manier nieuwe groepen opgezet.
4. Uitgevoerd conform het uitvoeringsprogramma
De afdeling Veiligheid & Leefomgeving heeft meer taken dan alleen toezicht en handhaving. Denk aan: veiligheid, vergunningverlening, buurtpreventie en data-analyse. Het uitvoeringsprogramma 2019 bevatte voor het eerst een integrale programmering, waarbij de taken verdeeld waren over de vijf thema’s. Per taak zijn de geplande inzet en de verwachte resultaten opgenomen. Bijlage 1 zet de geplande inzet en de verwachte resultaten af tegen de werkelijk uitgevoerde taken en de behaalde resultaten.
De volgende taken hebben we uitgevoerd conform het uitvoeringsprogramma 2019:
Deze taken worden verder niet besproken in dit jaarverslag. We geven een toelichting op de taken die anders zijn uitgevoerd dan vermeld in het uitvoeringsprogramma 2019.
5. Uitgevoerd anders dan het uitvoeringsprogramma
Bij de uitvoering van 24 taken zijn we afgeweken van het uitvoeringsprogramma 2019. Dit hoofdstuk geeft een toelichting op onze inzet en resultaten.
In 2019 ontvingen we iets minder aanvragen voor een omgevingsvergunning dan geraamd. Ook de legesopbrengst is iets minder dan de 5 miljoen euro die we begroot hadden. We hebben daar in 2019 op ingespeeld door minder capaciteit in te huren voor de vergunningverlening.
Exploitatievergunningen risicobranche / risicogebied
Dit project is in de tweede helft van 2019 gestart, de uitvoering vindt in 2020 plaats. In 2019 hebben onze vergunningverleners dus nog geen zaken behandeld binnen deze taak.
In 2019 legden we meer gebiedsverboden op dan geraamd. Dat kwam door de ongeregeldheden die eind 2018 plaatsvonden rond een wedstrijd tussen NAC en Willem II.
Taxi’s in Breda hebben sinds september 2019 een vergunning nodig. In 2019 werden er minder vergunningen aangevraagd dan verwacht: ongeveer 150 in plaats van 250. Sommige taxibedrijven kiezen ervoor om zich niet meer te richten op de opstapmarkt in Breda, omdat ze voornamelijk werken op de oproepmarkt. Vanaf september hebben we toezicht uitgevoerd, in 2020 starten we met handhaven.
In 2019 is de Foodhall in de Reigerstraat geopend. Daarin exploiteren 19 verschillende ondernemers hun foodstand. Al deze ondernemers hebben in 2019 een eigen exploitatievergunning aan moeten vragen. Daardoor is het aantal exploitatievergunningen hoger dan in voorgaande jaren.
De boa’s hebben wat meer uren ingezet dan geraamd. Dit was specifieke inzet naar aanleiding van meldingen, vergunningsaanvragen of handhavingsverzoeken. Handhavings¬zaken waren er juist minder dan geraamd ivm weinig constateringen.
De boa’s hebben wat minder meldingen over afval ontvangen dan geraamd. Daardoor was er op meldingen minder inzet nodig.
Er zijn veel minder handhavingszaken uitgevoerd dan geraamd. Dit is het gevolg van het project ‘Aanpak verrommeling binnenstad’ dat we in 2018 hebben uitgevoerd. De meeste ondernemers hebben hun uitstallingen op de juiste manier geplaatst of verwijderd. Daardoor voldoen zij aan de voorschriften in de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda.
Naast de geraamde inzet hebben we ook capaciteit ingezet voor het afhandelen van 486 meldingen.
De boa’s zijn veel minder ingezet op het water dan geraamd. Dit had onder andere te maken met onderbezetting en andere prioriteiten.
De inzet van onze boa’s bij de Galderse Meren was in 2019 anders geregeld. Waar in 2018 scenario’s waren afgestemd met vaste inzet, waren de boa’s er in 2019 meer op afroep en afhankelijk van de sfeer. Primair liepen er mensen rond van Scorpions Beveiliging. De inzet van de boa’s is meegenomen in de wijkinzet.
De boa’s hebben minder acties gehouden in het buitengebied. Wel is daar reguliere wijkinzet geweest. Ook hebben de boa’s de hotspots langere tijd in de gaten gehouden. Deze inzet is meegenomen in de wijkinzet.
Het aantal verkeersbesluiten is flink toegenomen. Dit komt door de toename van het aantal parkeerplaatsen dat is gereserveerd voor elektrische auto’s. Deze auto’s moeten opladen bij een oplaadpaal, waarbij de parkeerplaats moet worden gereserveerd via een verkeersbesluit.
De boa’s hebben wat minder meldingen ontvangen dan geraamd. Daardoor was minder inzet nodig op meldingen.
De boa’s hebben wat minder meldingen ontvangen dan geraamd. Daardoor was minder inzet nodig op meldingen.
Er zijn minder standaard controles uitgevoerd dan geraamd. Wel hebben we actie ondernomen op alle 56 meldingen.
Fietsen in het voetgangersgebied
In het eerste deel van 2019 zijn de boa’s niet ingezet vanwege andere prioriteiten. Vanaf het derde kwartaal is deze taak wel uitgevoerd.
Wet aanpak woonoverlast - uitvoering
We hebben meer handhavingszaken behandeld dan geraamd. Het uitvoeringsprogramma bevatte een te lage inschatting. Dit is te verklaren door een gebrek aan cijfers van de afgelopen jaren. Deze taak lag in 2019 voor het eerst bij onze afdeling.
Wet aanpak woonoverlast - ontwikkeling aanpak
Deze taak werken we in 2020 verder uit.
We hebben meer handhavingszaken behandeld dan geraamd. Het uitvoeringsprogramma bevatte een te lage inschatting doordat deze taak in 2019 voor het eerst bij onze afdeling lag. We hadden geen cijfers van de afgelopen jaren.
(Illegale) prostitutie en seksuele uitbuiting - ontwikkeling aanpak
Onze handhavingsjuristen hebben hiervoor geen capaciteit ingezet. Vanwege druk op de capaciteit zijn beleidszaken blijven liggen. Wel heeft de afdeling een beleidsadviseur ingehuurd om met dit onderwerp aan de slag te gaan. In 2020 pakken we dit onderwerp verder op.
Controle schenken aan minderjarigen
We hebben minder handhavingszaken behandeld dan geraamd. In 2019 waren er minder constateringen.
Overmatig alcohol- en drugsgebruik - ontwikkeling aanpak
Deze taak konden we niet oppakken door druk op de capaciteit en andere prioriteiten. Wel hebben we de reguliere taken uitgevoerd, bijvoorbeeld op grond van de Opiumwet. Ook zijn we gestart met de voorbereiding op de pilot ‘Experiment gesloten coffeeshopketen’ .
Inbraken – kick-offs, bijeenkomsten en acties
Bij de kick-offs, bijeenkomsten en acties was minder inzet van de boa’s nodig dan verwacht.
Digitaal Opkopers Register (DOR)
Door onderbezetting is voor dit onderwerp weinig uren ingezet. In 2020 wordt dit verder opgepakt.
6. Uitgevoerd aanvullend op het uitvoeringsprogramma
In 2019 voerden we diverse taken uit die niet waren voorzien in het uitvoeringsprogramma. Hieronder lichten we de taken toe die we aanvullend hebben uitgevoerd.
Voor het behandelen van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) hadden we geen capaciteit gereserveerd. Deze taak vroeg echter wel degelijk inzet van onze juridisch medewerkers. In 2019 hebben we 27 Wob-verzoeken ontvangen, waarvan er 20 betrekking hadden op handhavingszaken en 7 op Wabo-zaken. Eén Wob-verzoek was zo groot en complex dat we twee juridisch medewerkers, twee Bibob-medewerkers en drie administratief medewerkers moesten inzetten. Het behandelen van Wob-verzoeken drukt op onze capaciteit. De gemeente zoekt naar een manier om Wob-verzoeken centraal af te handelen, met hulp van de vakafdelingen. In 2020 krijgt dit verder vorm.
Toezichtzaken Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)
Er was geen capaciteit gereserveerd voor het uitvoeren van toezichtzaken gerelateerd aan de BAG. Begin 2019 zijn er toch acht toezichtzaken uitgevoerd. Daarna ontstond druk op de capaciteit en zijn deze toezichtzaken blijven liggen. Ze kregen geen prioriteit omdat ze niet waren opgenomen in het uitvoeringsprogramma. We streven ernaar om in 2020 een inhaalslag te maken.
Sinds eind 2019 is fiscale handhaving weer een taak van onze afdeling. Deze verschuiving draagt bij aan een logische bundeling van handhavingstaken. De werkwijze is eind 2019 veranderd met de komst van de scanauto.
Vanaf 2019 hebben de boa’s op vrijdag én zaterdag een structurele nachtdienst. De aanleiding hiervoor is de vraag vanuit de stad, de behoefte aan toezicht en handhaving op de taxistandplaats en de algemene overlast die mensen in deze nachten ervaren.
Experiment gesloten coffeeshopketen
In 2019 is deze pilot verder vormgegeven als project. In 2020 gaan we verder met de voorbereidingen en vanaf 2021 vindt de uitvoering plaats.
Start pilot ‘buurtpreventen’ betrekken bij vuurwerkoverlast
Eind 2019 is een pilot gedraaid met het betrekken van ‘buurtpreventen’ bij het melden van vuurwerkoverlast. Zo kreeg een selectie van ‘buurtpreventen’ een nummer waarmee ze direct overlast konden melden bij de BOA’s. Hoewel er niet veel gemeld is, zijn de betrokken ‘buurtpreventen’ wel enthousiast over de pilot.
In 2019 zijn we gestart met het nieuwe ondernemersnetwerk Veilig Ondernemen Breda. (Het Keurmerk Veilig Ondernemen is losgelaten.) Er is een regiegroep opgericht met daarin de politie, ondernemers en de gemeente. Deze regiegroep draagt bij aan korte lijnen tussen deze partijen. Zo geven we gezamenlijk sturing aan de aanpak van de veiligheid en de leefbaarheid in de Bredase winkelgebieden. Kernbegrippen zijn participatie, bewustwording en kennisdeling.
7. Kwaliteit VTH Omgevingsrecht Breda 2019
Volgens de Wet vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn we verplicht om het kwaliteitsniveau van de uitvoering vast te leggen in een verordening. De gemeente Breda heeft dit geborgd in de verordening Kwaliteit VTH Omgevingsrecht Breda 2017. Deze is gebaseerd op de Brabantbrede Verordening Kwaliteit VTH Omgevingsrecht. De verordening bevat diverse eisen waaraan de gemeente minimaal moet voldoen ten aanzien van capaciteit, kennis, ervaring en opleidingsniveau. De gemeente meet zich jaarlijks aan het gestelde kwaliteitsniveau. Hiermee geven we invulling aan onze horizontale verantwoordingsplicht.
In 2018 en 2019 bleek dat we opnieuw voldeden aan de eisen: er waren geen personeelswisselingen met relevante invloed. In 2019 hebben we ons gemeten aan de kwaliteitscriteria 2.2.
Bijlage 1: Uitgevoerde inzet en resultaten in cijfers
Bijlage 3: Termijnrapportage Breda 2019 van de OMWB
T3 Rapportage (jan t/m dec 2019)
De 25 gemeenten en het provinciaal bestuur van Noord-Brabant zijn gezamenlijk zowel eigenaar als opdrachtgever van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.
Jaarlijks wordt in gezamenlijk overleg tussen de (individuele) opdrachtgevers en de dienst een werkprogramma opgesteld. In dit werkprogramma staat wat de Omgevingsdienst voor iedere opdrachtgever aan taken en werkzaamheden verricht.
Het werkprogramma 2019 is door uw college eind 2018 dan wel begin 2019, na een zorgvuldige procedure van overleg en afstemming, op- en vastgesteld.
Drie maal per jaar stellen wij als dienst een Termijnrapportage op. Daarin verantwoorden wij ons over onze inzet, in termen van producten en diensten en ook van besteding van door u beschikbaar gestelde geldmiddelen.
Hierbij ontvangt u de derde Termijnrapportage over 2019.
Deze rapportage heeft betrekking op de periode van januari tot en met december 2019.
In deze rapportage wordt gekeken naar de stand van zaken op budget en realisatie van programma’s. Op onderdelen is in de uitvoering van werkzaamheden soms sprake van onderbesteding, op andere onderdelen van overschrijding.
Uw gemeente heeft, evenals alle andere deelnemers, een ‘eigen’ accountmanager van de OMWB. Deze accountmanager zal met u de Termijnrapportage doornemen en de adviezen vanuit de OMWB toelichten.
Wij hopen en vertrouwen dat u onze verantwoording over deze periode van het jaar op prijs stelt. Ook dat het u een goed inzicht geeft in zowel onze gemotiveerde inzet voor uw gemeente als de besteding van de beschikbare budgetten en realisatie van het afgestemde werkprogramma.
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
In de hoofdstukken drie, vier en vijf wordt per programma per taakveld de realisatie in budget, producten en inhoud gerapporteerd. Op basis van de totale realisatie, samenhang in het programma, ervaringscijfers en het afwegingskader bij een tekort aan capaciteit zoals vastgesteld is in het Dagelijks Bestuur op 12 juni jl. geven wij een samenvatting van de realisatie 2019 in relatie tot het ingebrachte budget.
Het budget van het totale werkprogramma 2019 is nagenoeg in zijn geheel besteed (98%).
Het budget voor programma 1 is met 97,5% nagenoeg in zijn geheel besteed.
Er is bij vergunningverlening grijs (Wabo) in 2019 sprake van een over uitputting ten opzichte van het in het werkprogramma beschikbaar gestelde budget 108%.
Belangrijkste oorzaak ligt bij de behandeling van meldingen activiteitenbesluit. Het aantal afgehandelde meldingen was vergelijkbaar met 2018. Wel is aan dit product circa 400 uur meer besteed dan het voorgaande jaar. Dit heeft met name te maken met het aantal meldingen waarbij ook maatwerkvoorschriften dienden te worden opgelegd en de inhaalslag die is gemaakt.
In het oorspronkelijke toezichtprogramma 2019 zijn 211 bedrijven en 215 controles geprogrammeerd. Het gehele toezichtprogramma 2019 is nagenoeg afgerond. Het budget is voor 85% besteed.
In 2019 zijn er in totaal 133 hercontroles afgehandeld waarvan 44 uit het programmajaar 2017/2018. Dit verklaard te overschrijding van het budget met 217%. Naleefgedrag, het gemiddelde, spontane, naleefgedrag van zowel de basis- als ook de niet-basistaak inrichtingen binnen de gehele regio van de OMWB is 44%. Het spontane naleefgerag van de bedrijven binnen de gemeente Breda ligt met 51% boven dit OMWB-gemiddelde.
Er werd een over uitputting verwacht, deze is echter beperkt (105%) gebleven. Deze is veroorzaakt omdat ook de tijd besteding voor opmaak PV’s asbest op deze deelopdracht is geboekt.
Er is 83 % van dit budget verbruikt. Deze zaken zijn vraag gestuurd en niet door ons te beïnvloeden.
De realisatie ligt op 80%. Het vermoeden is dat de klachtenafhandeling in 2020 weer op hetzelfde niveau ligt als in 2018. Er zijn dit jaar minder uren aan uw gemeente doorbelast. Dit kwam met name doordat een deel van de klachten zijn afgewerkt door medewerkers die nog in het inwerktraject zaten. Deze uren zijn niet allemaal naar uw gemeente doorbelast.
De over uitputting (120%) is met name veroorzaakt op het deelbudget ‘administratief toezicht asbestsloop’ en het deelbudget ‘sloopmelding asbest’. Dit is onder andere te verklaren doordat er meer sloopmeldingen zijn ontvangen dan geprognosticeerd. Voortvloeiend uit de sloopmeldingen zijn er ook meer startmeldingen ontvangen.
De onder uitputting van het budget is te verklaren doordat er tot de maand juni 2019 geen repressieve zaken zijn behandeld. Ook de tijdbesteding tbv opmaak PV’s ( asbest) op deelopdracht repressieve handhaving geeft een vertekend beeld.
Het door de gemeente Breda begrootte budget 2019 was iets hoger dan opgenomen in
LPF2. De uitputting van het budget is uitgekomen op 87%
De definitieve realisatie van het budget is lager vanwege het geringe aantal sanering die in 2019 zijn gestart.
De voorbereiding van de ketenprojecten heeft in 2019 lang op zich laten wachten waardoor de uitvoering pas in de tweede helft van het jaar heeft kunnen plaatsvinden. Dit heeft tot een lagere uitputting geleid.
Toezicht energiebesparingsplicht
In augustus is gestart met het toezicht op de uitvoering van de informatieplicht en de energiebesparingsplicht voor zover het hiervoor opgenomen budget toereikend was.
In 2019 zijn in de gemeente bij 26 bedrijven energiecontroles uitgevoerd. 10 van deze 26 controles zijn uitgevoerd als onderdeel van het ‘Klimaatrouteproject’ en zijn gefinancierd uit P2. Het P1 budget ‘Energie’ is voor 99% uitgeput. Er is in 2019 niet handhavend opgetreden.
Door de intensivering van het toezicht wordt verwacht dat het aantal handhavingszaken in 2020 zal toenemen.
Het budget van programma 2 is voor 99% besteed.
Het budget voor vergunningverlening bodem en (grond)water is onderschreden (92%). Dit is te verklaren doordat er minder meldingen gesloten bodemenergiesystemen (Gbes) zijn ontvangen en afgehandeld.
Het budget bleek niet toereikend om het gehele toezichtprogramma voor niet-basistaak bedrijven uit te voeren. Hierop is het programma aangepast. In 2019 zijn er uiteindelijk in totaal 71 controles stilgelegd. De budgetuitputting is uitgekomen op 108%.
Voor deze deelopdracht was geen budget gereserveerd. De projecten die op dit taakveld zijn geboekt betreffen allemaal Wbb werkzaamheden. Het advies is om deze als een geheel te zien met de uitputting op het taakveld NIG bodem Wbb waardoor de uitputting daarvan niet uitkomt op 45% maar op 76% realisatie.
Budget was bestemd voor toezicht op gesloten bodemenergiesystemen. De uitputting zat in T2 op 49%. In T3 is daarom extra ingezet op het nagaan van de startmeldingen en uitvoeren van toezicht op alle locaties die zijn gestart. Uiteindelijk is niet het gehele budget gerealiseerd (81%).
Dit budget was bestemd voor de opdracht Bruidsschat Omgevingswet. Dit budget is voor ca 41% verbruikt.
De gemeente Breda heeft haar RO budget in 2019 tussentijds bijgesteld en is daardoor uitgekomen op een besteding van circa 97%. In het najaar zijn relatief veel adviezen uitgebracht op het gebied van stikstofdepositie, naar aanleiding van de uitspraak van de PASuitspraak op 29 mei 2019. Op dit onderwerp wordt ook kennis en ervaringen gedeeld.
Door de gemeente Breda is opdracht gegeven om voor haar de bodemtaken bij aanvragen om omgevingsvergunning het aspect bouwen af te handelen. De uitputting van het budget (68%)loopt ver achter op de verwachting. Aangezien weinig inzicht is in de aantallen te verwachten aanvragen (o.a. afhankelijk van economie), is hier moeilijk op te sturen.
De uitputting van het budget liep bij T1 licht voor op de verwachting. In de rest van het jaar zijn 27 nieuwe adviesopdrachten door de gemeente verstrekt, waardoor het budget ruim is overschreden (148%). De overschrijding wordt naast de grotere hoeveelheid opdrachten, met name veroorzaakt door metingen.
De uitputting van het budget loopt ver achter (16%) op de verwachting. Er zijn door de gemeente nauwelijks opdrachten gegeven (alleen opstellen geurbeleid).
De gemeente Breda heeft in het werkprogramma € 2.200 opgenomen. In het regionaal uitvoeringsprogramma IOV2019 is € 19.000 gereserveerd (VRZ-IOV en CVRZ-IOV). Voor PROIOV en VOD-IOV is € 14.341 begroot. Het totale EV-budget voor de gemeente Breda is daarmee € 35.541. Van het gemeentelijk budget is €2.700 besteed. Er is een kleine overschrijding geconstateerd.
In 2019 heeft de OMWB 43 EED-rapporten voor de gemeente beoordeeld.
De gemeente heeft in 2019 geen opdracht verstrekt voor het uitvoeren van werkzaamheden in relatie tot gezondheid. De OMWB heeft in 2019 wel invulling gegeven aan het bronhouderschap natte koeltorens. Dit betreft het vastleggen van natte koeltorens in de Atlas Leefomgeving.
3.1 Vergunningverlening (grijs)(basis)
Halverwege 2019 vernietigt de Raad van State de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Dit heeft direct impact voor het indienen en de behandeling van vergunningaanvragen (Wabo en Wet Natuurbescherming). Ook bij de OMWB zijn de gevolgen zichtbaar:
Voor de vergunningverlening heeft e.a. directe gevolgen. Hoewel er geen grote teruggang van aanvragen zichtbaar is en aanvragen wel voor een deel kunnen worden beoordeeld en het milieudeel van de vergunning kan worden voorbereid, is besluitvorming in veel gevallen echter niet mogelijk. Daarbij kost de beoordeling van aanvragen in veel gevallen extra tijd (toetsing gewijzigde regelgeving t.g.v. de PAS-uitspraak, wijziging Aerius-berekeningen e.d.);
Verwerking meldingen activiteitenbesluit
De afgelopen jaren was er sprake van een achterstand in de beoordeling en verwerking van meldingen. Voor een deel te verklaren door een tekort aan capaciteit door openstaande – moeilijk vervulbare - vacatures en door een grote hoeveelheid regulier vergunningenwerk, met een hogere prioriteit. In 2019 zijn vacatures ingevuld en is een start gemaakt met een traineegroep die door ons zelf wordt opgeleid tot vergunningverlener. Daardoor ontstond mede de mogelijkheid om een inhaalslag in de meldingen te maken.
Onderstaand een weergave van de inhaalslag rond de meldingen zoals we die in 2019 hebben uitgevoerd. Van het totaal aantal afgehandelde meldingen (1.423 stuks) waren er 926 nieuwe (uit 2019) en bijna 500 vanuit de voorgaande jaren (vooral 2018).
Toelichting gemeente specifiek
Er is bij vergunningverlening grijs (Wabo) in 2019 sprake van een over uitputting ten opzichte van het in het werkprogramma beschikbaar gestelde budget.
Belangrijkste oorzaak ligt bij de behandeling van meldingen activiteitenbesluit. Het aantal afgehandelde meldingen was vergelijkbaar met 2018. Wel is aan dit product circa 400 uur meer besteed dan het voorgaande jaar. Dit heeft met name te maken met het aantal meldingen waarbij ook maatwerkvoorschriften dienden te worden opgelegd en de inhaalslag die is gemaakt, waardoor de voorraad meldingen aan het eind van het jaar met 26 is geslonken ten opzichte van eind 2018 .
In het oorspronkelijke toezichtprogramma 2019 zijn 211 bedrijven en 215 controles geprogrammeerd. Het gehele toezichtprogramma 2019 is nagenoeg afgerond. In 2019 zijn er in totaal 253 controles (inclusief ad hoc) afgehandeld waarvan 73 controles van het programmajaar 2018 die begin 2019 zijn afgehandeld. Verder staan er nog 8 controles open waarvan er 6 in 2019 zijn bezocht maar nog worden uitgewerkt en afgehandeld in januari 2020. Twee controles zijn niet uitgevoerd.
In T1 is het budgetprobleem voor de hercontroles in relatie tot de reguliere controles gesignaleerd en is geadviseerd om een deel van de integrale controles tijdelijk stil te leggen. Op 4 juli 2019 zijn in overleg met de gemeente uiteindelijk 42 type B2 controles stilgelegd. Gedurende het jaar zijn er daar nog 5 bijgekomen wat uiteindelijk resulteert in 47 stilgelegde controles.
In overleg met de gemeente is besloten om in het werkprogramma voor toezicht niet te gaan schuiven met budgetten maar toezicht grijs budgetmatig te beoordelen door toezicht basis, hercontrole basis en toezicht niet-basis als een geheel te zien. Voor deze drie taakvelden opgeteld is er uiteindelijk sprake van een zeer lichte overschrijding van het toezichtbudget met zo’n 2%.
Naast de uitgezette ad-hoc controles en opdrachten voor basistaken zijn er 8 ongewone voorvallen afgehandeld waarvan twee uit 2018. Verder zijn er in totaal 10 plannen, onderzoeken of rapporten in behandeling genomen waarvan er 7 zijn afgehandeld en 3 die doorlopen in 2020. Met name de bedrijven LTG Technology/Re-Teck en Veluvine hebben de nodige inzet gevraagd.
3.2.2 Aantallen (243 controles excl. ad hoc)
Risico Relevante Bedrijven (RRB)
De OMWB en de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant hebben enkele jaren geleden de handen ineen geslagen en zijn een project begonnen om inzicht te krijgen in bedrijven die net onder de Brzo grens blijven. De hierbij gehanteerde term Brzo+ bedrijven of net-niet Brzo bedrijven is vervangen door Risico Relevante Bedrijven (RRB). Voor deze categorie van bedrijven is mede als gevolg van incidenten bestuurlijke aandacht ontstaan.
RRB hebben opslag van gevaarlijke stoffen of zijn vanwege omvang of aard risicorelevant en hebben daardoor risico’s voor de leefomgeving maar vallen niet onder de systematiek en de wetgeving van het Brzo. Dergelijke bedrijven zijn dan ook niet verplicht tot het opstellen van een veiligheidsbeheerssysteem en daarmee vervalt de verplichting tot het identificeren van risico’s en gevaren.
Per 1 mei 2019 is binnen de branche RRB begonnen met het gebruik van Digitale Checklisten (DC). Het doel van het gebruik van digitale checklists is om bevindingen en informatie uit controles uniform vast te leggen. De informatie uit deze controles kunnen daarna (eenvoudig) worden ontsloten en geanalyseerd. Naar verwachting zal deze analyse inzicht geven in het naleefgedrag van de vooraf vastgestelde onderwerpen. Vervolgens kan gerichte informatie worden verstrekt en betere sturing plaatsvinden.
In de DC’s is onderscheid gemaakt in integraal toezicht, onaangekondigd toezicht en interventie toezicht. De DC’s zijn nog in ontwikkeling en worden periodiek geëvalueerd. Tijdens de integrale controles is onder andere aandacht besteed aan de onderwerpen: ageing, ongewoon voorvallen, blussysteem en product- en bluswater opvang. Tijdens onaangekondigde bezoeken is aan de hand van de DC aandacht besteed aan de stoffenlijst, bedrijfsnoodplan en opslag van gevaarlijke stoffen. Deze gegevens zijn verwerkt en een eerste analyse is uitgevoerd. Een compleet beeld is echter nog niet voorhanden omdat het project doorloopt tot 1 juni 2020. Ondanks dat er nog geen volledig beeld is zijn de volgende zaken opgevallen: het is interessant om het thema ageing verder uit te diepen, in een aantal gevallen was het UPD niet actueel en de vergunning is in een aantal gevallen niet actueel.
Na 1 juni 2020 wordt een volledige analyse uitgevoerd met betrekking tot de resultaten binnen de gemeentelijke Risico Relevante Bedrijven. Voor 2021 worden nieuwe onderwerpen bepaald, deze worden in 2020 voorbereid zodat per 1 januari kan worden aangevangen. Voor de provinciale Brzo, RIE4 en RRB is per 1 januari jl. gestart met de thema’s: ongewone voorvallen (op systeem niveau), lucht emissies (stookinstallaties, diffuse emissies en automatische meetsystemen) en brandveiligheid (UPD’s in de uitvoering). Met deze thema’s wordt momenteel ervaring opgedaan zodat deze, indien relevant voor de gemeentelijke RRB kunnen worden toegepast.
Onderstaand is op hoofdlijnen aangegeven wat de resultaten zijn tot en met 31 december 2019.
Integrale controle (48 checklisten ingevuld):
Onaangekondigd (31 checklisten ingevuld):
Binnen de gemeente Breda zijn er in totaal 10 controles gerealiseerd. Hiervan zijn 8 bezoeken aangekondigd (integraal) en 2 bezoeken onaangekondigd uitgevoerd.
Het was nog niet mogelijk voor deze T3 rapportage een volledige analyse te maken. Dit zal gebeuren op het moment dat het project is afgerond (1 juni as).
Toelichting begrip ageing: in de digitale checklist is de volgende vraag opgenomen: is het interessant om aeging als thema te controleren. De vraag over dit onderwerp is dan ook inventariserend gesteld met als doel te peilen of aeging verder moet worden uitgewerkt als thema voor 2021. Dit zal gezien de hoge respons waarschijnlijk het geval zijn. Dit betekent dat met de ervaringen van onze Brzo collega’s dit onderwerp wordt voorbereidt en een aantal verdiepingsvragen worden opgesteld. Hiervoor geldt dat in tegenstelling tot brzo bedrijven, het wettelijk kader ontbreekt. Dat neemt niet weg dat bedrijven hiervan bewust moeten zijn, dit als onderdeel van het maatschappelijk verantwoord ondernemen.
De rapportage voor ITv beperkt zich in deze T3 tot het kwantitatieve deel, verder worden in het oog springende afwijkingen (t.o.v. Brabants gemiddelde) behandeld. In het ITv-portal staat nu alle data t/m september 2019. De complete rapportage over 2019 volgt medio februari waar alle deelnemers dan toegang tot hebben.
Verder kan vermeld worden dat 2020 door de projectgroep ITv gebruikt wordt om het totaal aan gegevens over de gelopen 3 jaar te analyseren. Wat kan men stellen na 3 jaar aan data verzamelen? Welke trends zien wij? Wat zijn de trends en is er veel verschil per gebied? Wat is de oorzaak hiervan?
En hoe te interveniëren? Waar de prioriteit op zetten?
Dit alles zal na 2020 duidelijk moeten worden.
Binnen de gemeente Breda zijn er in totaal 35 controles gerealiseerd.
Wat opvalt binnen Breda is het naleefgedrag van overtreders afgezet tegen het Brabants gemiddelde, namelijk 58,7 % overtredingen t.o.v. een gemiddelde van 48,8 %.
Waar dit aan ligt zal beter inzichtelijk moeten worden als de gemeenten zelf wordt geanalyseerd binnen welke categorie de meeste overtredingen worden gepleegd (het houden van dieren, opslag van propaan, opslag van diesel etc.).
In het kader van informatie- en risico gestuurd werken is in 2019 de helft van alle LPG-tankstations van Midden- en West-Brabant gecontroleerd. De 2e helft is in 2020 geprogrammeerd. Het doel van het project is de risico’s van LPG-tankstations inzichtelijk te maken en om een programmatische en risicogerichte aanpak voor deze branche te ontwikkelen. De hierbij verkregen informatie over de branche wordt gebruikt om toezicht efficiënter, effectiever en risicogerichter uit te voeren.
Volgens dit programma zijn er voor 2019 in totaal 52 integrale controles gepland. Hiervan zijn 49 controles uitgevoerd, 3 zijn er in overleg stilgelegd of uitgesteld tot 2020. In de diagrammen hierboven zijn de bevindingen te zien van deze uitgevoerde controles en de daarbij horende hercontroles gezien over de gehele regio. Onderstaande grafiek geeft aan op welke gebieden de meeste overtredingen worden gemaakt. Binnen de gemeente Breda zijn dit jaar zeven lpg-tankstations gecontroleerd. Tijdens zes controles zijn er overtredingen geconstateerd. Eén inrichting is daarbij direct overgedragen naar Repressieve Handhaving, bij één inrichting was direct alles akkoord en bij vijf inrichtingen zijn hercontroles nodig. Vier hercontroles hebben inmiddels plaatsgevonden en bij drie inrichtingen waren alle eerder geconstateerde overtredingen hersteld. Bij één inrichting waren de overtredingen nog niet hersteld, waardoor een tweede hercontrole nodig is. Één hercontrole volgt 2020.
Bij de meeste bedrijven zijn één of meerdere overtredingen geconstateerd (in totaal 226 overtredingen). Het naleefgedrag ligt hiermee slechts op 12%. Meerdere bedrijven zijn direct overgedragen naar repressieve handhaving. Bij de reeds uitgevoerde hercontroles is in circa 30% van de gevallen nog steeds één of meerdere overtredingen geconstateerd.
Er blijkt dus dat er een erg laag spontaan naleefgedrag is onder de LPG tankstations. Dit duidt het belang aan van voortzetting van het toezicht in 2020, waarbij nu de mogelijkheden onderzocht worden om alternatieve instrumenten uit de VTH instrumentenmix in te zetten.
Afval be- en verwerkende bedrijven
In de afgelopen twee jaar heeft de OMWB door de opzet van verschillende projecten kennis opgedaan van Ketentoezicht (KT).
Hierbij zijn we gestart met opbouw van informatie binnen verschillende branches. De (landelijke- en regionale) speerpunten en het Gemeenschappelijk Uitvoeringskader (GUK) hebben bepaald met welke onderwerpen we gestart zijn.
Een van die branches is de afvalbranche in de breedste zin van het woord, zoals bijvoorbeeld autodemontagebedrijven, bedrijven met grondstromen (incl. asbest), milieustraten, metaal bewerkende bedrijven etc. is
In 2019 zijn er circa 100 van deze bedrijven door de OMWB gecontroleerd. Volgens de ingevulde digitale checklisten (waar gedurende het jaar mee gestart is) ligt het naleefgedrag rond de 50%. Binnen de gemeente Breda zijn er dit jaar 13 controles uitgevoerd.
Onderstaande highlights hebben we hiermee in beeld gebracht:
Door de steeds verder afnemende prijs voor oud papier, onder andere als gevolg van strenger innamebeleid in China, komt wellicht de verwerking van oud papier in de knel. Oud papier levert vrijwel niks meer op en de afvoer naar het buitenland stokt steeds meer. Dit kan bij bedrijven in de sector gaan zorgen voor grotere voorraad aan oud papier in opslag. Dit zorgt voor risico’s op brand en overschrijden vergunde normen. Zo kan ook de opslag van e-waste risico’s op brand met zich meebrengen.
Hetzelfde geldt in wat mindere mate voor kunststof. Dat is nu nog geen probleem gebleken, omdat andere Aziatische landen dan China en India deze stroom nog accepteren. Als deze landen ook gaan weigeren kan er zomaar weer een afzetprobleem ontstaan.
Afgelopen jaar hebben we gezien dat de afvoer van brandbaar (bedrijfs)afval naar verbranders erg kwetsbaar is. Als gevolg van de tijdelijke sluiting van de verbrander in Amsterdam ontstond er in heel Nederland een probleem met de afzet van brandbaar afval. Deze situatie laat zien hoe kwetsbaar deze verwerking is en hoe snel er een probleem kan ontstaan. Het is niet ondenkbaar dat soortgelijke problemen zich in de toekomst weer voordoen.
De trends die we voor de nabije toekomst zien richten zich nog steeds op de afvalbranche, waar met name op dit moment gezien wordt dat de inzameling en afzet van (oud)papier een risico vormt, maar ook e-waste en co-vergisting. Op de geijkte risico’s binnen de afvalbranche, zoals asbest en grondstromen, zal er bij een aantal bedrijven in 2020 diepgaand administratief toezicht (DAT) gedaan worden.
Per 1 januari 2018 is het in de branche glastuinbouw (ook de bedrijven met een glasopstand van minder dan 2.500 m2) niet toegestaan om ongezuiverd drainwater (substraatteelt), drainagewater (grondteelt) en/of filterspoelwater te lozen op oppervlaktewater, riolering en/of bodem. De controles op de ‘zuiveringsplicht’ (van gewasbeschermingsmiddelen) in de glastuinbouw zijn ook 2019 weer gezamenlijk met het Waterschap Brabantse Delta uitgevoerd. De overige Waterschappen hebben op een andere wijze inbreng geleverd.
In totaal zijn er in 2019 circa 130 controles uitgevoerd, waarvan er bij 111 een digitale checklist is ingevuld. Op deze checklisten is de huidige analyse gebaseerd. Binnen de gemeente Breda is dit jaar één controle uitgevoerd. De controles zijn uitgevoerd binnen het hiervoor in het werkprogramma
beschikbaar gestelde budget. De zuiveringsplicht glastuinbouw kan op verschillende manieren worden ingevuld.
Een glastuinbouwbedrijf kan aantoonbaar een nul-lozer zijn (volledig hergebruik drain- en/of filterspoelwater), een zuiveringsvoorziening hebben of mobiel (laten) zuiveren. Niet alle overtredingen hebben betrekking op de zuiveringsplicht, maar deze water gerelateerde zaken zijn wel meegenomen tijdens de controle.
Naast het controleren op voorschriften, is er tijdens deze controles gefocust op het opbouwen van een informatiepositie. Deze informatiepositie zorgt ervoor dat er binnen deze branche de komende jaren op een effectievere en efficiëntere manier toezicht kan worden ingericht op bepaalde thema’s / onderwerpen. Een ontwikkeling is dat er vanaf 2027 een nagenoeg nul-emissie gaat gelden. Er mogen dan ook geen meststoffen meer worden geloosd.
Verder kan deze informatie goed worden ingezet komende jaren met oog op de omgevingswet. Zo verbruiken glastuinbouw bedrijven vaak veel energie waardoor het voor ruimtelijke ordening nuttig kan zijn om na te gaan welke, en wat voor soort, bedrijven er gevestigd zijn in de buurt van glastuinbouw bedrijven in verband met restwarmte. Hierbij is het wel van belang om te weten om wat voor ‘soort’ glastuinbouwbedrijven het gaat.
Het controleren van de voorschriften heeft in 2019 geleid tot het constateren van een naleefgedrag rond de 70%. Bij circa 30 bedrijven is één of meer overtreding(en) geconstateerd. De meeste kleine overtredingen konden ter plaatse of binnen een korte termijn worden verholpen. Voor grotere bedrijfsaanpassingen moesten bedrijven een plan van aanpak overleggen. Dit gebruikt de OMWB vervolgens om te bepalen wanneer deze qua tijd, beschikbare financiële middelen en zonder in te grijpen in de bedrijfsvoering binnen een nader -met de ondernemer- af te spreken termijn kunnen worden uitgevoerd. De hercontroles vanuit 2019 zullen dan ook in 2020 nog doorlopen. Een bijzondere combinatie betreft de boomteeltbedrijven, die naast glasopstanden ook permanente teelt ondersteunende voorzieningen (TOV) en containervelden hebben. Zij moesten het meest van alle bedrijven aanpassingen doen op bedrijfsniveau om de lozing vanuit de glasopstanden te scheiden van de containerteelt.
Het vervolg voor 2020 bestaat uit een voortzetting van de gezamenlijke controles (met het Waterschap Brabantse Delta) bij de glastuinbouwbedrijven binnen de gemeenten die deze in hun werkprogramma hebben opgenomen.
Breda heeft in het werkprogramma €36.860 begroot voor hercontroles bij basistaak bedrijven. Dit was conform de MWB-norm gebaseerd op een inbreng van €128.883 aan regulier toezicht. Echter heeft Breda €272.782 budget voor ‘Toezicht basistaken’ ingebracht. Het budget hercontroles is niet in dezelfde verhouding verhoogd als het budget toezicht basistaken. Er is niet met budget geschoven maar de posten ‘toezicht basis’, ‘hercontrole’ basis en ‘toezicht niet-basis’ als een geheel beoordeeld.
In 2019 zijn er in totaal 133 hercontroles afgehandeld waarvan 44 uit het programmajaar 2017/2018. In totaal staan er eind 2019 20 hercontroles open, in planning of uitvoering die overlopen naar 2020 waarvan er al wel 6 zijn bezocht. Verder zijn er in overleg met de gemeente 2 hercontroles stilgelegd. De OMWB stuurt er op dat de hercontroles binnen 2 weken na het verstrijken van de hersteltermijn worden uitgevoerd.
Het gemiddelde, spontane, naleefgedrag van zowel de basis- als ook de niet-basistaak inrichtingen binnen de gehele regio van de OMWB is 44%. Het spontane naleefgerag van de bedrijven binnen de gemeente Breda ligt met 51% boven dit OMWB-gemiddelde.
Er is een over uitputting geconstateerd. Deze is mede veroorzaakt omdat er werkzaamheden zijn verricht ( opmaken PV’s voor asbestzaken) die op deze deelopdracht zijn geboekt Dit heeft zorggedragen voor een beperkte overschrijding. Na verrekening (zie ook NIG Asbest repressief) komt de uitputting uiteindelijk uit op 96%.
Er zijn 148 zaken in behandeling. Ook voor uw gemeente is dat veel. Doordat de Landelijke Handhavingsstrategie gevolgd wordt, zijn de aantallen zaken niet te beïnvloeden.
Daarnaast zijn er een aantal zaken die extra tijd vragen. In totaal zijn er 7 strafrechtelijke zaken in behandeling, waarvan met name de 2 asbest gerelateerde zaken veel tijd vragen (The Makers Holding en de sanering op de Ambachtenlaan 9).
De strafrechtzaken tegen Buurtschap Vuchtschoot en Jumbo Distributiecentrum hebben voor een strafzaak een meer dan gemiddelde inzet gevraagd. De bestuursrechtelijke handhaving bij de Dierenbegraafplaats, crematorium Viviana en de Hornbach kosten meer tijd dan gemiddeld. Deze zaken zijn bij u bekend.
Er is 82,9% van dit budget verbruikt. Deze zaken zijn vraag gestuurd en niet door ons te beïnvloeden.
3.6 Klachten en bedrijfsmeldingen
De realisatie ligt op 80,2%. Het vermoeden is dat de klachtenafhandeling in 2020 weer op hetzelfde niveau ligt als in 2018. Er zijn dit jaar minder uren aan uw gemeente doorbelast. Dit kwam met name doordat een deel van de klachten zijn afgewerkt door medewerkers die nog in het inwerktraject zaten. Deze uren zijn niet allemaal naar uw gemeente doorbelast.
De T3 rapportage geeft een overzicht van klachten en meldingen die een relatie hebben met uw gemeente. Zo kan de klacht ervaren zijn in uw gemeente of de (vermoedelijke) veroorzaker in uw gemeente liggen. Klachten die (vermoedelijk) zijn veroorzaakt door provinciale bedrijven, zijn niet in de overzichten meegenomen. Hiervan vindt u aan het einde van deze rapportage een kort overzicht.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten bedrijfsmeldingen, namelijk reguliere bedrijfsmeldingen en ongewone voorvallen. Hieronder vindt u het overzicht met het aantal reguliere bedrijfsmeldingen en/of ongewone voorvallen gemeld door bedrijven in uw gemeente:
Het totaal van klachten is een combinatie van twee categorieën. De eerste categorie klachten omvat alle klachten waarbij de (vermoedelijke) veroorzaker in uw gemeente is gelegen. Dit kunnen dus ook klachten zijn die buiten uw gemeenten zijn ervaren, maar zijn veroorzaakt door een bedrijf in uw gemeente.
De tweede categorie klachten betreft de klachten waarbij er door de klager geen (vermoedelijke) veroorzaker is genoemd, maar de klacht is ervaren in uw gemeente. Dit betekent dat de klager niet per se woonachtig in uw gemeente hoeft te zijn, maar dat deze zich in uw gemeente bevond toen de klacht werd ervaren.
Deze twee categorieën zijn gecombineerd, wat leidt tot het volgende totaaloverzicht:
Let op: Bij het indienen van een klacht kunnen meerdere zintuiglijke waarnemingen (categorieën) door de klager benoemd zijn. Hierdoor kan het vermelde totaal (unieke klachten/telefoontjes) afwijken van de sommatie van de genoemde klachtcategorieën (Bv: het stinkt en ik krijg er hoofdpijn van).
*Indien een melder, naast de bedrijfsmatige overlast, aangeeft gezondheidsklachten (veelal hoofdpijn, misselijk, slapeloosheid) te ondervinden, wordt dat geregistreerd en wordt de melder doorgaans door de klachtenintake erop geattendeerd dat zij mbt hun gezondheidsklachten terecht kunnen bij de huisarts of GGD. Bij ernstige gezondheidsklachten zal de klachtenmedewerker de situatie opschalen.
Top (vermoedelijke) veroorzakers van klachten in de gemeente Breda
Hieronder vindt u een overzicht van de bedrijven in uw gemeente waarover de OMWB de meeste klachten en/of meldingen heeft ontvangen:
Korte inhoudelijke toelichting:
Bobbi’s Bar, Gasthuispoort 1 Breda
Dit bedrijf is eind 2018 geopend. Boven het bedrijf zijn woningen gelegen waarvan de bewoners geluid- en geuroverlast ondervinden. Er loopt een handhavingtraject, daarnaast zijn de omwonenden nog in gesprek met de exploitant.
Dierenbegraafplaats en -Crematorium Viviana, Vianendreef 97 Prinsenbeek
Betreft meldingen aangaande geuroverlast. Er loopt al geruime tijd een handhavingstraject. Er loopt een beroepsprocedure tegen het handhavingsbesluit. Meldingen worden ter registratie aangenomen.
All Pure Nederland BV, Valkenierslaan 43 Breda
Betreft installatiegeluid. Er loopt een procedure voor het aanvragen van een omgevingsvergunning onderdeel Bouwen bij de Gemeente Breda In afwachting van de behandeling daarvan is er vanuit de OMWB geen inzet.
Café t Hoekske, Dijkplein 53 Breda
Er loopt een handhavingstraject aangaande overlast door muziekgeluid. De oplegde dwangsom is hier bijna “volgelopen”. Er dient na een laatste verbeuring mogelijk te worden overgegaan tot het toepassen van Bestuursdwang.
In het overzicht hieronder vindt u het aantal vanuit uw gemeente ingediende meldingen en de klachten die in uw gemeente zijn ervaren en waarvan de (vermoedelijke) veroorzaker een provinciaal bedrijf is.
Regionale situatie klachten en meldingen
Daaruit blijkt dat de meeste klachten (ca. 54% van alle gemeentelijke klachten) geuit worden over de categorie “Ik hoor…”. Specifiek zijn de subcategorieën “industrie-, horeca- en evenementengeluid” goed voor 68% van het totaal aantal geluidklachten.
Ca. 29% van alle klachten betreffen geurklachten. Ongeveer 1 op de 3 geurklachten is gerelateerd aan agrarische activiteiten.
Ca. 27% van de “Ik zie…” klachten gaan over afval/ verontreiniging.
Bovenstaande is ter indicatie en vergelijk met de aantallen klachten en meldingen uit uw eigen gemeente.
3.7 Niet inrichting gebonden taken (NIG)
Het budget dat voor de uitvoering van de basistaak asbest ter beschikking staat is onderverdeeld in de volgende deelproducten:
Het budget voor de behandeling van repressieve handhavingzaken is separaat opgenomen in het werkprogramma.
In deze rapportage wordt gerapporteerd over de totale financiële uitputting van het werkprogramma asbest. Als de uitputting trager of sneller gaat dan geprognosticeerd dan wordt aangegeven welk deelproduct daar de oorzaak van is.
Hierbij wordt nadrukkelijk opgemerkt dat vooral gestuurd wordt op de realisatie van het totaalbudget. Als bijvoorbeeld meer asbest sloopmeldingen worden afgehandeld dan geprognosticeerd en dit kan zorgen voor een overschrijding van het totaalbudget dan wordt getemperd op een ander deelproduct.
Het deelproduct ‘ketenaanpak asbest’ is nieuw in het werkprogramma asbest. Op grond van de vastgestelde werkwijze asbest brengt elke gemeente naar ratio een gelijk deel in.
De ketenaanpak asbest richt zich op het achterhalen en het aanpakken of voorkomen van illegaliteit in de asbestketen. Dit wordt projectmatig uitgevoerd en het criterium hierbij is dat elke gemeente er (in)direct baat bij moet hebben. Er wordt daarom gekeken naar grensoverschrijdende fenomenen en naar bedrijven die in een groot deel van onze regio actief zijn.
De volgende 9 projecten zijn uitgevoerd:
In de loop van het eerste kwartaal 2020 wordt er gecommuniceerd over de resultaten van de projecten.
Het deelproduct ‘adviestaken asbest’ is ook nieuw in het werkprogramma asbest. Voorheen werden advies/verzoektaken gefinancierd in programma 2.
Elke gemeente heeft dus een budget ter beschikking dat vrij inzetbaar is voor allerlei asbestgerelateerde zaken zoals het onderzoeken van klachten en meldingen die bij de gemeente binnenkomen, de nazorg op asbestincidenten en het inspecteren van verweerde asbestdaken.
Trend in het aantal asbestsloopmeldingen
In 2019 zijn in totaal binnen de OMWB-regio 4090 asbestsloopmeldingen door ons afgehandeld. Dit is een kleine stijging ten opzichte van 2018 waarin 3985 asbestsloopmeldingen zijn afgehandeld. Na verwerping van het aangekondigde asbestdakenverbod door de Eerste Kamer heeft de Staatssecretaris in oktober 2019 kenbaar gemaakt dat een verbod er definitief niet komt.
Wel is een pakket aan stimuleringsmaatregelen aangekondigd. Wij verwachten daarom voor 2020 en de jaren daarna géén afname van het totaalaantal saneringen maar eerder een stabiel niveau of een kleine stijging ten opzichte van 2018 en 2019.
De over uitputting is met name op het deelbudget ‘administratief toezicht asbestsloop’ en het deelbudget ‘sloopmelding asbest’. Dit is onder andere te verklaren doordat er meer sloopmeldingen zijn ontvangen dan geprognosticeerd. Voortvloeiend uit de sloopmeldingen zijn er ook meer startmeldingen ontvangen. Derhalve is ervoor gekozen om te temporiseren op de toezichten op locatie en het uitvoeren van administratief toezicht.
De onder uitputting is te verklaren doordat er tot juni geen repressieve zaken zijn behandeld. Afgelopen jaar is wel voor € 15.113 besteed aan opstellen PV voor asbestzaken. Tijdbesteding PV’s is echter geboekt op deelopdracht repressieve handhaving budget. Wanneer dit verrekend wordt met deelopdracht asbest repressief komt de uitputting 2019 op 65%. Er is namelijk geen apart product voor opmaak PV’ asbest.
Als de €15.113 mee rekent met budget asbest repressief komt de realisatie van €15.113 + € 768 > €15.881 (65% uitputting).
Vervolgens verrekenen €15.113 met de realisatie van de deelopdracht repressieve handhaving. Realisatie, dus €178.476 - €15.113 -> €163.363 (96%).
In totaal zijn er 67 meldingen beoordeeld en afgehandeld en zijn er 33 controles uitgevoerd waarvan er 1 nog moet worden afgehandeld. De uiteindelijk ingediende meldingen zijn qua aantal iets hoger dan vooraf ingeschat (63).
Het door de gemeente Breda begrootte budget 2019 was iets hoger dan opgenomen in LPF2.
In 2019 heeft er in totaal 5 keer een vrijeveld controle plaatsgevonden.
Het aantal uitgevoerde toezichtbezoeken is iets achter gebleven. De voornaamste oorzaak hiervoor is de PFAS problematiek. Alle meldingen zijn wel overeenkomstig LPF2 beoordeeld en afgehandeld. 3.7.4 Bodem Wbb
De onderstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd:
De definitieve realisatie van het budget is een stuk lager vanwege het geringe aantal sanering die in 2019 zijn gestart. Het budget voor toezicht WBB is voor 2020 dan ook naar beneden bijgesteld.
3.7.5 Ketengericht milieu toezicht
Binnen het programma Collectieve taken worden de ketenprojecten voorbereid. De uitvoering van de ketenprojecten (basistaak) wordt gefinancierd vanuit programma 1. In 2019 is de focus binnen de keten gelegd op de volgende onderdelen:
De voorbereiding van de ketenprojecten heeft in 2019 lang op zich laten wachten waardoor de uitvoering pas in de tweede helft van het jaar heeft kunnen plaatsvinden.
Binnen het ketenproject Covergisting is afgelopen jaar de samenwerking gezocht met NVWA en de politie om gezamenlijk op te trekken tegen illegale afvalstromen binnen de co-vergistingsketen. Tevens heeft de OMWB 16 aantal opslaglocaties bezocht waarvan bij 5 locaties het te vergisten product of vergist product (digistaat) is bemonsterd en momenteel wordt geanalyseerd. Het fenomeen is nog niet bevestig en het project zal in 2020 afhankelijk van de analyses een vervolg krijgen.
Outline project Bodem- en bouwstoffenketen 2019
Het project Bodem- en bouwstofketen 2019 was gericht op de freeriders of windhappers. Dit zijn bedrijven die ‘onder de radar’ willen blijven, uit het zicht van het bevoegd gezag.
Ketenacties bij kleine loonwerkers, hoveniers zonder BRL 9335 en eigen (onvergunde?) grondopslag
Ketenacties bij intermediairs die niet melden (of onjuist) bij het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen
Ketenacties bij intermediairs die niet melden (of onjuist) bij het Meldpunt bodemkwaliteit (windhappers Bbk)
De bedrijven zijn erop geattendeerd dat de overtredingen ongedaan moeten worden gemaakt. 2 bedrijven zijn doorgegeven aan Toezicht grijs voor vervolgonderzoek. Van 1 bedrijf wordt een bodemsignaal ingediend bij ILT en dit wordt verder met ILT besproken.
Voor het mobiel breken van puin dient er een melding te worden verricht. Op basis van de beschikbare data kan inmiddels het aantal meldingen op jaarbasis binnen de OMBW regio worden geprognotiseerd op 100 stuks. Door middel van het informeren van de branche is de kwaliteit van de meldingen verbeterd en kan inmiddels een inschatting worden gemaakt op de benodigde tijd om een melding te beoordelen. Tevens zijn in 2019 met een steekproef de locatie van de puinbreker gecontroleerd. Het inschatten van het te breken / gebroken volume blijkt lastig waardoor er binnen de keten fraude op de loer ligt. Tijdens de controle bleek verder dat de locatie niet altijd in de juiste staat zijn achtergelaten. Tevens is van een aantal puinstromen de definitieve toepassingslocatie gecontroleerd en tevens bemonsterd. Bij de toepassingslocaties zijn geen bijzonderheden waargenomen, zo ook niet bij de monstername. Dit jaar zal naast het beoordelen van de meldingen met name de focus worden gelegd op het volume voor, tijdens en na de puinbreekactiviteiten met elkaar worden vergeleken om te beoordelen of er “zijstromen” worden gebroken.
Het ketenproject Drugsdumpingen is niet opgepakt. Dit is reeds in de T2 rapportage aangegeven en heeft o.a. te maken dat er nog geen concrete afspraken zijn gemaakt over de inzet van het “interventieteam drugs”.
In het verleden werd plastic als secundaire grondstof vervoerd naar China. China heeft in 2018 de invoer van dergelijk plastic verboden. Dit kan leiden tot problemen van de afzet van plastic in Nederland. Om de impact van het verbod te kunnen controleren zijn er bij een aantal bedrijven (10 kunststofbedrijven en 6 distributie bedrijven) flitscontroles uitgevoerd. Op basis van deze controles en het onderzoek van de data in LMA is geconstateerd dat de impact van het verbod verwaarloosbaar is. Dit jaar zal uitsluitend de vinger aan de pols worden gehouden. Inmiddels is het bekend dat ook de grenzen van India gesloten zijn voor de export van kunststof. Door een vinger aan de pols te houden kunnen we indien nodig snel schakelen.
Forensisch onderzoek en analyses:
Om de ketenprojecten uit te voeren is er een gedegen onderzoek nodig naar de afvalstromen en de opbouw van de verschillende “BV’s”. Deze informatie wordt voorafgaand aan het project opgehaald en geanalyseerd en vormt mede de basis van de wijze van toezicht. Tevens worden hier de IGW sprints gehouden en worden de digitale checklisten aangepast en de data uit deze checklisten geanalyseerd om conclusie te verbinden aan de toezichtsresultaten. Komend jaar zullen we gaan starten met strategische- en tactische analyses. Hier vloeit een “Top X” uit voort waardoor we onze toezichtstaak nog gerichter uit kunnen voeren.
De gemeente heeft budget opgenomen in P1 voor het uitvoeren van energietoezicht op basis van de nieuwe Informatieplicht Energiebesparing. Via het Gemeentefonds hebben alle gemeenten in december 2018 een eenmalige bijdrage ontvangen voor de implementatie van deze nieuwe regelgeving. De informatieplicht verplicht bedrijven met een bepaald energieverbruik om voor 1 juli 2019 en daarna elke 4 jaar via het eLoket van RVO te rapporteren over getroffen energiebesparende maatregelen. Het bevoegd gezag moet er op toezien dat bedrijven tijdig voldoen aan de informatieplicht en gebruikt de ingediende informatie vervolgens voor het prioriteren, programmeren en uitvoeren van het informatie gestuurd toezicht op de energiebesparingsplicht. De gemeente heeft de OMWB gemandateerd om de door de bedrijven ingediende gegevens uit het eLoket op te halen en deze gegevens zijn inmiddels voor de OMWB toegankelijk.
Bij het opstellen van het werkprogramma 2019 is afgesproken dat een deel van het ingebrachte budget zou worden ingezet voor noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voor de informatieplicht zoals het informeren van bedrijven en gemeenten, het regelen van de benodigde mandateringen, organiseren capaciteit, opstellen werkinstructies, ophalen, beoordelen en rubriceren van data uit eLoket, het monitoren van de compliance en het prioriteren en programmeren van het toezicht. Hiervoor is 40% van het ingebrachte budget ingezet (met een maximum van € 6.000 per gemeente). Deze kosten zijn in het laatste kwartaal van 2019 met de budgetten verrekend en zijn verwerkt in de realisatiecijfers.
In opdracht van de OMWB heeft het Datalab Brabantse omgevingsdiensten met redelijke nauwkeurigheid in beeld gebracht welke bedrijven nog niet hebben voldaan aan de informatieplicht. Volgens dit overzicht hadden in deze gemeente 1.435 bedrijven moeten voldoen aan de informatieplicht. Eind 2019 hebben 871 bedrijven (61%) nog niet voldaan.
Deze bedrijven zullen in 2020 gericht worden aangeschreven en zo nodig zal handhavend worden opgetreden. Het percentage bedrijven dat nog niet heeft voldaan loopt per gemeente uiteen van 58% tot 79%. Gemiddeld heeft 67% van de bedrijven in de regio nog niet voldaan.
Toezicht energiebesparingsplicht
In augustus is gestart met het toezicht op de uitvoering van de informatieplicht en de energiebesparingsplicht voor zover het hiervoor opgenomen budget toereikend was.
In 2019 zijn in de gemeente bij 26 bedrijven energiecontroles uitgevoerd. 10 van deze 26 controles zijn uitgevoerd als onderdeel van het ‘Klimaatrouteproject’ en zijn gefinancierd uit P2. Het P1 budget ‘Energie’ is voor 99% uitgeput.
Er is in 2019 niet handhavend opgetreden. Door de intensivering van het toezicht wordt verwacht dat het aantal handhavingszaken in 2020 zal toenemen.
4.1 Vergunningverlening (niet basis)
4.1.1 Bodem/grondwater en water
Het budget voor vergunningverlening bodem en (grond)water is onderschreden. Dit is te verklaren doordat minder meldingen gesloten bodemenergiesystemen (Gbes) zijn ontvangen en afgehandeld. Het aantal behandelde bodemaanvragen komt grotendeels overeen met 2018. Er zijn iets meer beschikkingen saneringsplannen en BUS-meldingen afgerond. Daar staan minder evaluaties plan van aanpak en beoordelingen plannen van aanpak tegenover.
In het toezichtprogramma zijn 164 controles voor niet basistaak bedrijven geprogrammeerd. Het gehele budget is begin van het jaar volledig volgepland waarbij geen rekening is gehouden met eventuele hercontroles, ad hoc opdrachten en overlopende werkzaamheden van 2018.
In 2019 zijn in totaal de volgende opdrachten afgehandeld:
In mei is gesignaleerd dat het budget ontoereikend is om het gehele toezichtprogramma voor nietbasistaak bedrijven uit te voeren. Dit is met de gemeente besproken in het accountoverleg van mei 2019. Op 23 mei is met de gemeente besproken om 66 bedrijven B1 stil te leggen. In 2019 zijn er uiteindelijk in totaal 71 controles stilgelegd. Er staan nog 2 controles open maar die zijn wel in 2019 bezocht. Verder staan er nog 6 hercontroles open waarvan er 3 zijn bezocht. Deze zaken lopen over naar 2020.
Voor zover bekend zijn er in totaal 87 vuurwerkverkooppunten in het werkgebied van de OMWB actief. In 2019 zijn slechts 58 locaties bezocht en gecontroleerd op naleving van de artikelen uit het Vuurwerkbesluit. De controles in 2019 bestonden uit een voorcontrole en diverse controles tijdens de verkoopdagen. In 2018 is gestart met administratieve voorcontroles bij de verkooppunten waar geen veranderingen zijn geweest of waar de voorgaande jaren geen overtredingen zijn geconstateerd. Gezien de positieve ervaringen van deze administratieve voorcontroles is in 2019 deze aanpak voortgezet.
Bij de (fysieke) voorcontroles ligt de nadruk op de constructie van de bewaarplaatsen van vuurwerk en het aanwezig hebben van de benodigde documenten van (jaarlijkse) inspecties. Er zijn dit jaar 7 fysieke voorcontroles uitgevoerd waarbij gebruik is gemaakt van digitale checklisten. Bij 2 van de 7 digitale checklisten waren overtredingen geconstateerd. Deze zijn direct of later tijdens een hercontrole verholpen. Alle verkooppunten kregen groen licht voor de verkoop van vuurwerk.
Tijdens de verkoopdagen wordt voornamelijk gecontroleerd het gebruik van de aanwezige voorzieningen. Denk hierbij aan gesloten houden van deuren, stapelhoogte en de opslag in de verkoopruimte. Tijdens de verkoopdagen worden de verkooppunten meerdere keren gecontroleerd, waarbij tijdens eerste verkoopcontrole een digitale checklist is ingevuld.
Slechts bij 9 verkooppunten zijn overtredingen geconstateerd. Dit betekent een spontaan naleefgedrag van 84% bij de gecontroleerde verkooppunten. In 2018 was het naleefgedrag 87,5% (ten opzichte van 68% in 2017). De daling van het spontane naleefgedrag is niet te wijten aan meer overtredingen, maar doordat niet alle verkooppunten dit jaar zijn gecontroleerd. Hierdoor geeft het naleefgedrag een vertekend beeld. Van de 58 gecontroleerde verkooppunten zijn de volgende constateringen gedaan:
De meest voorkomende overtredingen zijn te herleiden naar het gebruik van de (buffer)bewaarplaatsen tijdens de verkoopdagen en dan vooral met betrekking tot openstaande deuren.
Op zondagen mag geen vuurwerk worden verkocht (de daadwerkelijke overdracht aan de consument). Dit is vastgelegd in het Vuurwerkbesluit. Op zondag 29 december is steekproefsgewijs een aantal verkooppunten gecontroleerd. Er zijn geen overtredingen van verkoop op deze dag geconstateerd.
In het verkoopjaar 2020 willen we weer op dezelfde voet verder gaan. Voorafgaand zal er een uitvraag gedaan worden bij alle gemeenten of de lijst met verkooppunten nog up-to-date is. We gaan verkooppunten beter informeren over de stand van zaken van uitgegeven waarschuwingen of een lopende last onder dwangsom en zijn we voornemens om te gaan werken met een speerpunt. Mogelijk gaan we inzetten op intensievere controle van de afstand van opgeslagen vuurwerk tot de muur (meest voorkomende constatering met een waarschuwing in 2019).
Natuurlijk houden we de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot vuurwerk(verkoop) nauwlettend in de gaten.
Aantal bekende verkooppunten: 13
Aantal voorcontroles verkooppunten: 2 fysieke voorcontroles uitgevoerd
(één verkooppunt bleek te zijn gesloopt; Esserstraat 65)
Aantal gecontroleerde verkooppunten tijdens de verkoopperiode: 1 verkooppunt gecontroleerd.
Bij 1 van de 2 gecontroleerde verkooppunten is 1 waarschuwing gegeven. Naleefgedrag : onbekend in verband met geen totaalbeeld.
Het controleren van de voorschriften heeft geleid tot een naleefgedrag van 53%. Uit de 130 ingevulde digitale checklisten blijkt dat op 27 adressen het bedrijf niet meer actief is en op 17 adressen het bedrijf actief is onder een andere naam. Illegale bedrijven nemen toe bij een hoge doorloop, doordat het op bedrijfsniveau lastig is zicht te houden op deze ontwikkelingen. Dankzij (digitaal) toezicht is het mogelijk een zo representatief mogelijk beeld te krijgen van de overkoepelende branche, waardoor er nagedacht kan worden over interventie strategieën om deze illegale bedrijven in beeld te krijgen. Binnen de gemeente Breda zijn er dit jaar 39 controles uitgevoerd.
Veruit de meest gemaakte overtreding is het niet uitvoeren van (bodembedreigende) activiteiten boven een bodembeschermende voorziening. Dit blijkt geen regionaal, maar een landelijk probleem te zijn binnen de branche. Aan de hand van de VTH-instrumentenmix wordt er nagedacht op welke manier hier volgend jaar het beste op kan worden ingezet. Denk hierbij aan informerende flyers of het uitvoeren van aspectcontroles. Hierbij kan tevens geleerd worden van andere omgevingsdiensten en zal er gekeken worden welke interventie strategieën er eerder al zijn onderzocht.
Daarnaast is er afgelopen jaar onderzoek verricht naar de mogelijke verschillen tussen erkende en niet-erkende dealers. Samengevat, er worden bij erkende dealers minder overtredingen geconstateerd dan bij niet-erkende dealers, maar de geconstateerde overtredingen zijn zwaarder. Hierdoor zal overwogen worden om bij erkende dealers een andere interventiestrategie te gebruiken, waarbij voornamelijk moet worden ingezet op de achterliggende reden waardoor ze zwaardere overtredingen maken. Indien dit komt door onwetendheid kan een informatie gestuurde aanpak wellicht oplossing bieden. Echter als erkende dealers met name bewuste overtreders zijn, kan het nodig zijn in het vervolg zwaardere sancties aan (bepaalde) overtredingen te hangen.
Ten slotte zijn bovenstaande resultaten voornamelijk gebaseerd op toezicht binnen de gemeentes in West-Brabant. Dit kan zorgen voor een vertekend beeld. Om een representatief beeld te ontwikkelen, is het wenselijk ook beeld te krijgen van de bedrijven in Midden-Brabant. Onderzoek van andere omgevingsdiensten laat zien dat gemiddeld slechts 50% van het totaal aantal garagebedrijven in beeld is bij het bevoegd gezag. Dit zou betekenen dat er in de regio Midden- en West-Brabant nog zo’n 1230 onbekende garagebedrijven zitten. De OMWB is in 2020 een pilot gestart om een methodiek te ontwikkelen om deze onbekende garagebedrijven in beeld te krijgen.
Uit onze cijfers blijkt dat bij de branche “Tankstations zonder LPG” met het controleren van 22 bedrijven een naleefgedrag van 55 % is behaald. De meest voorkomende overtredingen binnen de branche waren het niet laten uitvoeren van de jaarlijkse controle van de vloeistofdichte voorziening en het niet tijdig laten keuren van de vloeistofdichte voorziening. Binnen de gemeente Breda zijn er 3 controles uitgevoerd bij tankstations zonder LPG.
Tankstations zonder LPG worden periodiek (gemiddeld 1x per 2 jaar) gecontroleerd vanwege de veiligheidsrisico’s van tankstations welke dichtbij gevoelige objecten liggen. De meeste voorschriften waar tijdens een milieucontrole op is gecontroleerd zijn keuringen, toetsen en controles van installaties of voorzieningen door externe bedrijven. Hierdoor bestaat de milieucontrole vaak uit het bestuderen van rapporten en verslagen in het (digitale) installatieboek. Dit heeft geleid tot het onderzoeken van een efficiëntere manier om tankstations zonder LPG te controleren. In 2019 is er onderzocht of administratief toezicht hiervoor uitkomst kan bieden. De fysieke controlepunten bij tankstations, zoals het aanwezig zijn van aanrijdbeveiliging, instructie-stickers op de afleverzuil of de lengte van de afleverslang, zijn vaak in orde bij een regelmatige controle van het tankstation. Alleen het controleren van het (digitale logboek) van tankstations zou een tijdswinst opleveren en behoudt men controle op de belangrijkste veiligheidspunten van de milieuvoorschriften.
Omdat het administratief controleren van tankstations zonder LPG bovenstaande resultaten heeft opgeleverd, is de insteek om deze manier van toezicht door te zetten in 2020. Komend jaar zal er worden gekeken welke tankstations de afgelopen 4 jaar nog zijn gecontroleerd. Indien bij deze tankstations geen overtredingen zijn geconstateerd, geen wijzigingen of verbouwingen zijn doorgevoerd, komen deze tankstations in aanmerking voor een administratieve milieucontrole.
De projecten die op dit taakveld zijn geboekt betreffen allemaal Wbb werkzaamheden. Het advies is om deze als een geheel te zien met de uitputting op het taakveld NIG bodem Wbb waardoor de uitputting daarvan niet uitkomt op 45% maar op 76% realisatie.
Budget was bestemd voor toezicht op gesloten bodemenergiesystemen. De uitputting zat in T2 op 49%. In T3 is daarom extra ingezet op het nagaan van de startmeldingen en uitvoeren van toezicht op alle locaties die zijn gestart. Uiteindelijk is niet het gehele budget gerealiseerd.
Dit budget was bestemd voor de opdracht Bruidsschat Omgevingswet. Dit budget is voor ca 40% verbruikt.
Regionale situatie RO-advisering
Ruimtelijke ordening (RO) betreft advisering in geval van afwijken van het vigerende bestemmingsplan. Het gaat om opstellen milieuparagrafen, toetsen bestemmingsplan, advies bij bezwaarprocedures en uitvoeren van milieuonderzoek t.a.v ruimtelijke ordening.
In januari 2020 bestaat het team bij de OMWB uit twee ervaren RO-adviseurs. In het voorjaar van 2020 zal een derde RO-adviseur worden aangetrokken, omdat het aantal RO-vragen toeneemt. In 2020 is een toename van ruim € 110.000 werkprogramma begroot ten opzichte van 2019 (37% toename). Nieuwe trends zijn een toename van het aantal vragen op het gebied van stikstofdepositie, adviezen over specifieke onderwerpen zoals zonneparken en arbeidsmigranten en het participeren in trajecten rondom omgevingsvisie en omgevingsplannen. De RO-adviseurs zijn nauw betrokken bij de projecten rondom de Omgevingswet, omdat deze wet vanuit planvorming is ingericht en een integrale benadering van de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk is. Adviseren in RO vraagt om integraliteit.
Onze RO-adviseurs hebben onderling afspraken gemaakt, zodat iedere gemeente één vast RO-aanspreekpunt heeft. Dit werkt efficiënt en leidt tot gebiedskennis bij de betreffende RO-adviseur. Bij diverse gemeentes is deze RO-adviseur ook regelmatig in huis, waardoor de lijnen met de RO-ambtenaren en Team vergunningen in deze gemeenten kort zijn.
De omzet voor ruimtelijke ordening (RO) zal naar verwachting stijgen in 2020. Vrijwel alle gemeentes hebben in 2020 een hoger werkprogramma opgenomen voor de RO-adviestaken dan in 2019.
De gemeente Breda heeft haar RO budget in 2019 tussentijds gewijzigd en is daardoor uitgekomen op een besteding van circa 97%. In het najaar zijn relatief veel adviezen uitgebracht op het gebied van stikstofdepositie, naar aanleiding van de uitspraak van de PAS-uitspraak op 29 mei 2019. Op dit onderwerp wordt ook kennis en ervaringen gedeeld.
Door de gemeente is opdracht gegeven om voor haar de bodemtaken bij aanvragen om omgevingsvergunning aspect bouwen af te handelen. De uitputting van het budget loopt ver achter op de verwachting. Aangezien weinig inzicht is in de aantallen te verwachten aanvragen (o.a. afhankelijk van economie), is hier moeilijk op te sturen.
Hiervoor zijn dit jaar geen opdrachten/verzoeken ontvangen.
De uitputting van het budget liep bij T1 licht voor op de verwachting. In de rest van het jaar zijn 27 nieuwe adviesopdrachten door de gemeente aangeleverd, waardoor het budget inmiddels ruim is overschreden. De overschrijding wordt naast de grotere hoeveelheid opdrachten, met name veroorzaakt door metingen bij een poppodium, evenementen en een supermarkt. Ook is door de gemeente gevraagd haar te ondersteunen bij het opstellen van een evenementenbeleid. Aangezien geluidopdrachten een divers karakter hebben en vaak een enkele opdracht al veel budget kan verbruiken, is hier moeilijk op te sturen.
De uitputting van het budget loopt ver achter op de verwachting. Er zijn door de gemeente nauwelijks opdrachten gegeven (alleen opstellen geurbeleid). Aangezien luchtopdrachten een divers karakter hebben en vaak een enkele opdracht al veel budget kan verbruiken, is hier moeilijk op te sturen.
Voor de uitvoering en kennisopbouw van externe veiligheidstaken en -advisering bij VTH, ruimtelijke planvorming en transport stelt het Rijk financiële middelen beschikbaar via het zogenaamde Programma Impuls Omgevingsveiligheid (IOV). De provincie keert die middelen uit aan de OMWB. De OMWB heeft daartoe in 2019 een regionaal uitvoeringsprogramma IOV2019 opgesteld. De gemeente kan binnen dit programma zelf verzoektaken EV (VRZ-IOV) aanvragen bij de OMWB. Verder wordt binnen het programma door de OMWB een aantal collectieve verzoektaken uitgevoerd (CVRZ-IOV), een aantal projecten (PRO-IOV) en zijn er middelen gereserveerd ter versterking van de taakuitvoering door de OMWB (VOD-IOV: kennisopbouw en -beheer, communicatie en borging/monitoring) in het belang van de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente Breda heeft voor EV-taakuitvoering € 2.200 opgenomen in het werkprogramma WP2 advies externe veiligheid.
Binnen het IOV-programma zijn voor de gemeente Breda de volgende werkzaamheden gestart (CVRZ-IOV): kwaliteitsverbetering RRGS, check op externe veiligheid (APK), inventarisatie aandachtsgebieden en standaard verantwoording gemeenten (SVGR). De gemeente heeft binnen het IOV-programma verzoektaken (VRZ-IOV) opdracht verleend voor ‘advisering EV algemeen’ en ‘berekeningen spoorzone’, ‘RBM Noordelijke rondweg-Havenkwartier’, ‘Verplaatsing LPG-tankstation Trumpi’ en “Verantwoording GR Scott Breda”. Binnen het WP is één opdracht verleend te weten ‘advies voor ontheffing route gevaarlijke stoffen Benegas B.V’. De uitvoering van PRO-IOV en VODIOV wordt op jaarbasis gerapporteerd gelijk met de T3-rapportage.
De gemeente Breda heeft voor ‘advies externe veiligheid’ in WP2-2019 € 2.200 opgenomen. In het regionaal uitvoeringsprogramma IOV2019 is € 19.000 gereserveerd (VRZ-IOV en CVRZ-IOV). Voor PRO-IOV en VOD-IOV is € 14.341 begroot. Het totale EV-budget voor de gemeente Breda is daarmee € 35.541.
In onderstaande tabel is de uitputting per onderdeel opgenomen. In onderstaande grafiek is de gesommeerde uitputting van het IOV-budget weergegeven (blauwe lijn) t.o.v. de gesommeerde lineaire uitputting (groene lijn). Voor de gemeente Breda zijn EV-werkzaamheden verricht binnen het IOVprogramma, zoals hierboven beschreven. Binnen het WP2-2019 is één opdracht verleend. Hierdoor verloopt de totale besteding aan EV-middelen boven de lineaire besteding (122% i.p.v. 100%). Deze overschrijding heeft niet geleidt tot een overschrijding van de totaal begrote middelen van het IOVprogramma.
In eerste instantie leek het erop dat na 2019 het IOV-programma zou worden beëindigd. Dit hing af van de resultaten van het landelijk financieel lastenonderzoek dat plaats heeft gevonden. Dit ‘advies structurele financiering’ onder leiding van Van Belzen onderzoekt de omvang van de bestuurlijke lasten met betrekking tot de taakuitvoering externe veiligheid. Daarbij zal eveneens bekeken worden hoe deze taken en activiteiten gefinancierd kunnen worden en bij welke partij het eigenaarschap ligt. Het bestuurlijk Omgevingsberaad (BOb) heeft op 30 oktober 2019 besloten voor 1 jaar een verlengd IOV-programma op te stellen. Dit betekend dat voor bepaalde activiteiten gebruik gemaakt kan worden van deze middelen. In het nog op te stellen Regionale uitvoeringsprogramma 2020 zal hier meer inhoud worden gegeven over de uitvoerende projecten in 2020.
Verder zal de gemeente zich voor moeten bereiden op de Modernisering van het Omgevingsveiligheidsbeleid, zoals dit opgenomen is in de Omgevingswet. Gemeenten en de Provincie zullen de aandachtsgebieden van risicovolle activiteiten in beeld moeten brengen en opnemen in de omgevingsplannen. Geadviseerd wordt alvast na te gaan wat de consequenties hiervan zullen zijn en hoe de ambities t.a.v. omgevingsveiligheid in de omgevingsvisie kunnen worden vastgelegd.
Budget is bedoeld voor het beoordelen van energierapportages (€ 25.000) en voor begeleiding en toezicht bij de Green Deal Zorg en het klimaatrouteproject. (€ 30.000).
Van de in totaal opgenomen € 55.000 is 82% besteed.
De bestedingen zijn als volgt verdeeld over de producten:
Per 1 juli 2019 zijn de taken ‘beoordelen van EED-rapportages en de handhaving hierop’ verschoven van gemeenten en provincie naar de minister van EZK. De minister heeft deze taak gedelegeerd naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit betekent dat gemeenten en provincie (en daarmee de omgevingsdiensten) sinds 1 juli 2019 niet langer bevoegd zijn tot het beoordelen van EED-rapporten. Op grond van de geldende overgangsregeling zijn alle EED rapporten die de OMWB voor 1 juli 2019 heeft ontvangen beoordeeld. Dit betekent dat er met ingang van 1 oktober 2019 geen kosten meer gemaakt zullen worden op dit taakveld.
In 2019 heeft de OMWB 43 EED-rapporten voor de gemeente beoordeeld.
Regionaal heeft de OMWB in de periode 2016 tot 1 juli 2019 ruim 800 EED-rapporten beoordeeld waarvan 232 in 2019.
In de tweede helft van 2019 heeft de OMWB een overzicht gemaakt van de maatregelen die in deze ruim 800 rapporten zijn opgenomen en het hiermee te realiseren (theoretische) besparingspotentieel. Dit overzicht zal in 2020 worden geanalyseerd waardoor een beeld ontstaat van de haalbaarheid en effectiviteit van diverse energiebesparende maatregelen per bedrijfstak. Deze gegevens worden vervolgens meegewogen bij het prioriteren van energietoezicht.
De gemeente heeft in 2019 geen opdracht verstrekt voor het uitvoeren van werkzaamheden in relatie tot gezondheid. De OMWB heeft in 2019 wel invulling gegeven aan het bronhouderschap natte koeltorens. Dit betreft het vastleggen van natte koeltorens in de Atlas Leefomgeving. Vanwege de beperkte omvang van deze werkzaamheden per gemeente en het regionale belang om hierover data op te bouwen is eind 2019 besloten de inzet ten laste te brengen van het taakveld ‘Databeheer natte koeltorens’ in het programma collectieve taken.
4.3.10 Ondersteuning opdrachtgever
Realisatie is afkomstig van backoffice werkzaamheden, ambtelijke ondersteuning geluid en (evaluatie) jaarwisseling.
Omdat er in het werkprogramma geen budget was opgenomen voor ondersteuning opdrachtgever heeft hierover afstemming plaatsgevonden. Door de gemeente is aangegeven dat zij de taakvelden ondersteuning opdrachtgever en milieukartering en gegevensbeheer als één post beschouwen.
Het bijwerken van de informatiesystemen van de gemeente en het beheer van RRGS valt onder de post gegevensbeheer.
4.3.11 Informatieverstrekking en gegevens beheer
Verstrekken bodeminformatie aan derden (79%)
Het verstrekken van bodeminformatie is voor 2019 niet als aparte post opgenomen in de overzichten. Als we de uitputting over 2018 en de aangegeven verwachting voor 2019 bekijken, werd bij de T2 al een onderschrijding van dit deelbudget verwacht. Aangezien weinig inzicht is in de aantallen te verwachten aanvragen om bodeminformatie (o.a. afhankelijk van economie), is hier moeilijk op te sturen.
Door de gemeente is buiten het werkprogramma om budget opgenomen voor invoer van bodemrapporten in het bodeminformatiesysteem (squit iBis). In 2019 is de gemeente overgegaan naar het bodeminformatiesysteem van de OMWB. Vanaf begin 2020 is dit gerealiseerd.
Gemeenten en provincie zijn het bevoegde gezag voor invoer van risicovolle inrichtingen in het register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS) ten behoeve van publicatie op de Risicokaart. Voor de provincie en de gemeenten wordt deze taak uitgevoerd door de omgevingsdienst. Deze taak valt echter niet onder de basistaken maar is wel een verlengstuk hiervan. In 2019 is voor iedere gemeente hiervoor een budget opgenomen in het werkprogramma.
Het doel hiervan is het actueel houden van de risicokaart met betrekking tot risicovolle inrichtingen voor de provincie en alle gemeenten.
Het totale budget was € 18.242. Het uiteindelijke bestede budget is € 11.596.
Voor 2019 is ervoor gekozen de 5 jaarlijkse actualisatie van RRGS-inrichtingen onder het RRGSbeheer uit te voeren. Aangezien dit een tijdrovende actie vergt en de laatste periode van 2019 het budget ging overschrijden is binnen de OMWB ervoor gekozen om dit aspect volledig over te zetten naar RRGS Kwaliteit (onder het IOV). Om deze reden zijn de totaal bestede middelen nu ruim onder totale middelen uitgekomen.
Vorig jaar is besloten om vorm te geven aan een proactief beheer van het bedrijvenbestand IB 2.0. Dit betekent een beheer van de basistaak+-bedrijven voor alle deelnemers en van de niet basistaak+-bedrijven alleen op verzoek.
De bestanden van de gemeentes met hun inrichtingen zijn verwerkt en gevalideerd in ons huidige systeem. We hebben mutaties in het bestand bijgehouden die uit onze VTHA activiteiten naar voren kwamen. Daarnaast is er veel tijd geïnvesteerd in de transitie naar het nieuwe VTH systeem. Deze transitie biedt de OMWB o.a. de kans om het beheerproces te verbeteren en te optimaliseren. Dit leidt er toe dat proactief beheer van het bedrijvenbestand in de nabije toekomst vergemakkelijkt wordt.
We hebben nog niet gemigreerd naar het nieuwe systeem ivm vertraging live gang Squit. En dus ook nog niet de gegevens verrijkt en gekoppeld met de zaken in ons zaaksysteem. Vandaar dat de beheer kosten lager uitvallen voor 2019. In 2020 zullen we deze activiteiten wel uit kunnen voeren.
Doordat het beheer van de niet basistaak+-bedrijven niet volledig is uitgevoerd zoals vooraf afgestemd, wordt dit in mindering gebracht op de vooraf begrootte kosten voor 2019. Voor uw gemeente bedragen de kosten voor 2019 € 4.507.
Jaarlijks voert de OMWB het Programma Collectieve taken uit. Het programma van 2019 heeft een omvang van 1,4 miljoen euro. Het is een bestuurlijk vastgesteld programma dat een efficiënte, effectieve en kwalitatief hoogwaardige uitvoering van de taken van de OMWB ondersteunt. Een programma dat nadrukkelijk aansluit op de andere twee programma’s, namelijk de basistaken en de verzoektaken, zodat de OMWB de goede dingen doet én die dingen goed doet. Door in te spelen op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van VTH, zoals bijvoorbeeld de Omgevingswet en risicogericht werken.
Het programma is tot stand gekomen in goed overleg met een ambtelijke werkgroep van de deelnemers en vervolgens via het AO, DB en uiteindelijk AB vastgesteld. In 2018 is de OMWB gestart met het op een projectmatige wijze aanpakken van het programma. Het programma en de projectmatige aanpak hebben in 2019 duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Projecten worden niet alleen binnen het gestelde budget uitgevoerd ook is er een duidelijke verbetering zichtbaar van de geboekte resultaten. Hoewel we zeker nog zaken kunnen verbeteren heeft de professionalisering van projectmanagement een positieve bijdrage geleverd aan de uitvoering van het programma. Een verantwoording van het programma wordt u separaat aangeboden in heet eerste kwartaal van 2020. Hierbij toch even de highlights van het programma:
Dit jaar (2020) zal extra zorg worden besteed aan het implementeren en borgen van de resultaten zodat de big-8 cyclus ook standaard aandacht krijgt bij de uitvoering van het programma.
In het programma is tevens geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen die helaas wel te kosten zijn gegaan van de uitvoering van een aantal onderwerpen. De nieuwe energiewetgeving, de asbestdakendiscussie, stikstofproblematiek en de normering van PFAS als zeer zorgwekkende stof hebben afgelopen jaar een zondige impact gehad op de leefomgeving dat dit ten kosten is gegaan van de inventarisatie van de leefomgeving. Tijdens de ambtelijke overleggen zijn met name deze “hot topics“ uit het programma besproken. Het ambtelijk overleg heeft dit als zeer prettig ervaren en het is dan ook de bedoeling om dit in de toekomst te intensiveren. Naast de terugkoppeling in het ambtelijk overleg worden de meerjarenprogrammering van de keten en branches besproken in een klankbordgroep waarbij ook eigenaren van de OMWB zijn aangesloten. Voor een aantal onderwerpen is het resultaat nog niet bereikt. Deze onderwerpen hebben veelal een geplande doorloop dit volgend jaar.
Geconcludeerd kan worden dat projectmatig werken heeft bijgedragen aan het verbeteren van de behaalde resultaten. Communicatie richting de eigenaren en het implementeren en borgen van de resultaten is verbeterd maar mag meer aandacht krijgen. Er wordt geanticipeerd op nieuwe ontwikkelen die helaas wel zorgen voor het downsizen van andere onderwerpen. En nogmaals een specifieke verantwoording van het programma zal u separaat worden aangeboden in het eerste kwartaal van 2020. In deze verantwoording wordt tevens dieper ingegaan op de resultaten uit de ketentoezichtprojecten.
Binnen het programma Collectieve taken worden de ketenprojecten voorbereid. De uitvoering van de ketenprojecten (basistaak) wordt gefinancierd vanuit programma. De focus is binnen de keten gelegd op de volgende onderdelen:
De voorbereiding van de ketenprojecten heeft in 2019 lang op zich laten wachten waardoor de uitvoering pas in de tweede helft van het jaar heeft kunnen plaatsvinden. Uiteindelijk is het beschikbare ketenbudget, overeenkomstig prognose T2, voor 92% uitgeput.