Organisatie | West Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen (Beleidsregel Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente West Betuwe 2020) |
Citeertitel | Beleidsregel Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente West Betuwe 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregels Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Geldermalsen.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2020 | nieuwe regeling | 24-03-2020 |
2 Aantreffen foutief geparkeerd voertuig
Wegslepen is een bijzondere vorm van bestuursdwang, waarvoor de wettelijke regels wat betreft bestuursdwang van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn.
De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt naast de motorvoertuigen onder meer verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen en aanhangwagens.
De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Voertuigen zijn wegsleepwaardig, indien er een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van:
Daarnaast is een voertuig wegsleepwaardig, indien er sprake is van overtreding van Artikel 5.8 van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c. van de wet, juncto artikel 2 van het (staats)besluit, juncto artikel 2 van de wegsleepregeling gemeente West Betuwe , kan in de gemeente West Betuwe van alle wegen en weggedeelten worden weggesleept. In de meeste gevallen gaat het om een van de volgende wegen of weggedeelten:
2.2 Geen Mulder-traject na wegslepen
De wetgever zet in de memorie van toelichting uiteen, dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder, kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg ‘gestraft’ is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van straffen. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging, niet het bestraffen van de bestuurder. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang wel met hoge kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Hierin kan aanleiding worden gevonden van een strafrechtelijk of bestuursrechtelijk vervolg af te zien.
Overigens is de wetgever van mening dat het niet opleggen van een Mulder-sanctie niet in alle gevallen zal opgaan. Als de parkeerovertreding zo ernstig is - als gevolg van de overtreding is bijvoorbeeld een omvangrijke schade ontstaan - kan een strafrechtelijke of bestuursrechtelijke sanctie passend zijn. Dat staat dan ter beoordeling van justitie en politie.
Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertui¬gen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn.
Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voer¬tuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (het houden van een weekmarkt op die dag bijvoorbeeld), niet noodzakelijk.
Alleen een bevoegde functionaris is bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedu¬re in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.
De berger vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten ter plaatse het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan in. Op dit formulier wordt eventuele schade aan het voertuig genoteerd. Dit document wordt ondertekend door zowel een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf) als de bevoegde functionaris. Een voorbeeld van dit proces-verbaal is als bijlage 2 bij deze uitvoeringsregeling gevoegd.
In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het Proces-verbaal van meevoeren en opslaan en gefotografeerd. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd en gefotografeerd.
Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:
Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.
De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding van de overbrenging van het voertuig, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed aan de berger. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.
De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.
De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.
De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed aan de berger. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig weggesleept en dienen de wegsleepkosten op de bewaarplaats worden betaald.
Het voertuig is/wordt weggesleept en in bewaring gesteld.
Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring. Ook zal in een aantal gevallen eerst aan andere voorwaarden moeten worden voldaan, zoals beschreven in paragraaf 5.2.
Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn verhaalbare bewaarkosten verbonden.
Het tijdstip van bewaren van een weggesleept voertuig gaat in op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.
Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaatsen. Het college bepaalt op grond van artikel 3 Wegsleepverordening gemeente West Betuwe , dat de weggesleepte voertuigen worden bewaard op het terrein van Kooiijman Laaglandseweg 37 4214 KD Vuren. Ten aanzien van voertuigen zwaarder dan 3500 kg worden deze bewaard op het terrein van firma Joh. v/d Zand, Steenweg 20, 4191 AL Waardenburg. Verder kunnen voertuigen worden bewaard op de gemeentewerf, Rijnstraat 20, Geldermalsen of Achterweg 26, Heukelum.
De bewaarder draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden terug gegeven.
Indien ter zake het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld proces-verbaal wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld.
Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder. Indien in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig dat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft onder de verantwoordelijkheid van de bewaarder.
Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten, genoemd in artikel 3.4 betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.
Buiten het betalen van de kosten, zoals hiervoor genoemd. kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven.
5.2 Teruggave weggesleept voertuig
Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. De eigenaar of houder moet aantonen dat hij rechthebbende is op het weggesleepte en in bewaring gestelde voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5).
Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn (zie paragraaf 3.5)
Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld, moet worden teruggegeven indien alle kosten zijn betaald.
De eigenaar/houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. (Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn. Indien de ‘wet Mulder’ gelijktijdig van toepassing is of er sprake is van een inbeslagname kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.)
5.4 Niet afgehaalde voertuigen
Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig.
Zodra die bekend is, stuurt het college aan de eigenaar/houder van het voertuig binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving van het besluit tot toepassen van bestuursdwang ex. paragraaf 3.1. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.
Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport zijn kosten van bewaring. De berger informeert de rechthebbende conform art 5:30 Awb over deze verplaatsing.
Ingeval een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, dan wel indien de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, kan het voertuig worden verkocht, weggegeven e.d. vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving van dit besluit van het college aan de rechthebbende. De bewaarder draagt namens het college zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig. De gemeente krijgt de opbrengst van de verkoop. Een in bewaring gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.
6.1 Inschrijven in bewaringsregister
Het college wijst de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aan die namens het college het register beheert. In het bewaringsregister worden de volgende gegevens opgenomen:
Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:
ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd evenals gegeven waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was
Indien restitutie wordt verleend:
De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft terug gegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister.
Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de directeur van het wegsleepbedrijf. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van ‘bewaarder’. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet er op toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring van voertuigen te verzekeren.
Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld door de bevoegde functionaris. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Hiervoor is een model ontwikkeld, dat als bijlage 1 is opgenomen in deze regeling.
Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is overtreden.
Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in artikel 7:1 Awb bezwaar openstaat. In het Besluit tot toepassing bestuursdwang, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.
6.5 Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan
Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Hiervoor is een model ontwikkeld, dat als bijlage 2 is opgenomen in deze regeling. Het woord proces-verbaal, heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens artikel 5:29 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is vooral voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal vooral een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, moet daarbij een afschrift van het proces-verbaal voegen.
6.6 Bezwaar- en beroepsmogelijkheid
De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casu de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 – richten aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe. Tegen het besluit op bezwaar van het college staat beroep open bij de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De vastgestelde Uitvoeringsregels Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Geldermalsen d.d. februari 2016 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treedt.