Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de verlening van mandaat aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020 (Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de verlening van mandaat aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020 (Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020)
CiteertitelBesluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-2020nieuwe regeling

02-06-2020

prb-2020-3391

K21433

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de verlening van mandaat aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020 (Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 2 juni 2020, nr. A.12, afdeling OM, dossiernummer K21433 het volgende besluit hebben genomen:

 

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen van 2 juni 2020, houdende de verlening van mandaat aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020 (Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020)

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat het IPO op 9 januari 2020 heeft besloten tot het inrichten van een compensatieregeling drugsdumpingen voor het overgangsjaar 2020;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 2 juni 2020 de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020 hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten om redenen van doelmatigheid de bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende de verstrekking van subsidie op grond van voornoemde subsidieregeling wensen te mandateren aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant;

 

Gezien de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en de voornoemde algemeen directeur voor het aannemen van het mandaat, bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

algemeen directeur: algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Groningen;

subsidieregeling: Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2020.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen aan de algemeen directeur mandaat tot het namens hen nemen van besluiten betreffende de verstrekking van subsidie op grond van de subsidieregeling.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, in acht genomen het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Awb, ziet tevens op de bevoegdheid tot:

    • a.

      het verstrekken van informatie over de werking van de subsidieregeling;

    • b.

      het in behandeling nemen en beoordelen van aanvragen;

    • c.

      het verstrekken van subsidie in de vorm van een geldbedrag tot het maximum van het subsidieplafond;

    • d.

      het nemen van besluiten tot weigeren van subsidie of het intrekken of wijzigen van subsidievaststellingsbeschikkingen;

    • e.

      het toepassen van artikel 4:5 van de Awb;

    • f.

      het opvragen van overige gegevens, indien de subsidieaanvraag daartoe aanleiding geeft;

    • g.

      het aan de subsidieverstrekking verbinden van verplichtingen als bedoeld in de artikelen 4:37, 4:38 en 4:39 van de Awb;

    • h.

      het betalen van subsidiebedragen;

    • i.

      het opschorten van de verplichting tot betaling van subsidiebedragen uit het subsidieplafond;

    • j.

      het terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen;

    • k.

      het nemen van overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen, waaronder begrepen besluiten tot het afzien van terugvordering;

    • l.

      het ondertekenen van namens Gedeputeerde Staten genomen beschikkingen en overige correspondentie;

    • m.

      het vormen van archiefdossiers waarbij goed te reconstrueren is op welke overwegingen de besluitvorming heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste en tweede lid, ziet in ieder geval niet op het beslissen op bezwaarschriften en het behandelen van beroepschriften als bedoeld in artikel 6:4 van de Awb, die gericht zijn tegen de subsidieverstrekking.

  • 4.

    De algemeen directeur kan ter uitoefening van een krachtens het eerste en tweede lid aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende programmamanagers, die op hun beurt het ondermandaat kunnen overdragen aan projectleiders binnen hun programma.

Artikel 3 Ondertekening

De algemeen directeur brengt in de door hem te nemen besluiten tot uitdrukking dat sprake is van een in mandaat namens Gedeputeerde Staten genomen besluit en van een door de provincie Groningen beschikbaar gestelde subsidie.

Artikel 4 Rechtsmiddelenverwijzing

Onder de besluiten, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, wordt de volgende rechtsmiddelenverwijzing opgenomen:

 

Bezwaar

Als u het niet eens bent met dit besluit bestaat de mogelijkheid om binnen zes weken na verzenddatum van deze brief een bezwaarschrift in te dienen. Meer informatie daarover vindt u in de digitale brochure ‘Bezwaar maken tegen een besluit’ die u kunt vinden op de website van de provincie Groningen. Als u overweegt een bezwaarschrift in te dienen, zouden wij het op prijs stellen als u eerst contact met ons opneemt. Wellicht kunnen uw bezwaren door een toelichting van ons worden weggenomen.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. U kunt daarvoor een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Meer informatie over het vragen van een voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.

Artikel 5 Instructies

De algemeen directeur neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Awb in acht.

Artikel 6 Informatieplicht

  • 1.

    De algemeen directeur stelt Gedeputeerde Staten tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door hen gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat de desbetreffende provincie aansprakelijk wordt gesteld.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten voorzien de algemeen directeur van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.

Artikel 7 Verantwoording

De algemeen directeur verschaft desgevraagd alle informatie aan Gedeputeerde Staten terzake van de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Artikel 8 Toepasselijke wet- en regelgeving

De algemeen directeur neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden het ter zake geldende recht in acht, in het bijzonder de Awb, de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 en de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.

Artikel 9 Registratie en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt aan de Provincie Noord-Brabant gezonden.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 4 juni 2020.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant inzake de Subsidieregeling opruiming drugsafval Groningen 2020.

Groningen, 2 juni 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.