Organisatie | Noardeast-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels gebruikelijke hulp, bovengebruikelijke hulp en sociaal netwerk gemeente Noardeast-Fryslân 2020 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | toelichting |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2020 | nieuwe regeling | 03-03-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân;
Gelezen het voorstel aan het college van 3 maart 2020;
Gelet op het bepaalde in artikel 11 lid 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Noardeast-Fryslân 2020;
Nadere regels gebruikelijke hulp, bovengebruikelijke hulp en sociaal netwerk gemeente Noardeast-Fryslân 2020
Onder gebruikelijke hulp van ouder(s) aan een jeugdige als bedoeld in de Verordening jeugdhulp wordt in beginsel verstaan hetgeen vóór 2015 in de CIZ-indicatiewijzer (AWBZ) en in het handboek Indicatiestelling jeugd-ggz daaromtrent was opgenomen, zoals dit in de bij dit besluit behorende bijlage is opgenomen.
Artikel 2 bovengebruikelijke hulp
Bij de beoordeling in hoeverre de hulpvraag van een jeugdige de gebruikelijke hulp van de ouder(s) overstijgt kan ten behoeve van een onderzoek daarnaar van de ouder(s) worden gevraagd om medewerking daaraan te verlenen. De ouder(s) zijn verplicht aan zo’n verzoek te voldoen, om zodoende, tenzij het op een andere manier kan worden vastgesteld, het recht op een individuele voorziening te kunnen vaststellen.
Indien geoordeeld wordt dat de hulpvraag van een jeugdige de gebruikelijke hulp van de ouder(s) overstijgt kan ter zake van een beslissing over toekenning van een individuele voorziening rekening worden gehouden met de mogelijkheid van hulp vanuit het sociaal netwerk van de jeugdige of zijn ouder(s).
Dokkum, 3 maart 2020
Het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân
De secretaris, de burgemeester,
H.J.C.M. Verbunt MBA mr. J.G. Kramer
De uitgangspunten voor hulp/zorg van ouders voor kinderen zijn hieronder weergegeven:
hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig;
ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;
zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen.
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer);
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;
ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers;
hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;
hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;
zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week;
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);
hebben toezicht nodig en nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging;
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
zijn overdag zindelijk, en 's nachts merendeels ook; ontvangen zonodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;
hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan;
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;
kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;
kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden;
kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;
hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;
hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;
hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bv. huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);
hebben tot 18 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.