Burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf;
overwegende dat het gewenst is incidentele activiteiten met een voor de gemeente Ooststellingwerf aantoonbaar maatschappelijk en/of sociaal en/of leefbaarheidsrendement te stimuleren en daarvoor middelen zijn vrijgemaakt in de begroting 2018-2021;
gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2018
besluiten
vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling Het Fonds 2018-2021
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
ASVO 2018: de Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2018;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf.
Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het college kan ter bevordering van de leefbaarheid in de gemeente Ooststellingwerf subsidie verstrekken voor:
- a.
kleine maatschappelijke initiatieven, inclusief evenementen;
- b.
grote maatschappelijke initiatieven, niet zijnde een evenement;
die bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen en/of fysieke en/of sociale leefbaarheid in de gemeente Ooststellingwerf.
Artikel 3. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen en stichtingen gevestigd in de gemeente Ooststellingwerf.
Artikel 4. Openstelling en subsidieplafond
- 1.
Het college stelt per jaar een openstellingsbesluit vast.
- 2.
Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en een subsidieplafond voor kleine initiatieven en een subsidieplafond voor grote initiatieven.
- 3.
Het college kan in het openstellingsbesluit nadere regels stellen met betrekking tot:
- a.
de subsidiabele activiteiten;
- b.
het indienen van een aanvraag;
- c.
de kring van subsidieontvangers;
- d.
- e.
de hoogte of berekeningswijze van de subsidie; en
- f.
- 4.
Het college vraagt ten behoeve van de openstelling advies aan de in artikel 9 bedoelde adviescommissie.
Artikel 5. Aanvraag
- 1.
Een aanvraag dient te zijn ontvangen binnen de in het openstellingsbesluit vastgestelde aanvraagperiode.
- 2.
De aanvraag wordt ingediend met het door het college vastgestelde aanvraagformulier.
- 3.
Per subsidieronde wordt door de initiatiefnemers maximaal één aanvraag ingediend.
Artikel 6. Voor subsidie in aanmerking komende komsten
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden
- 2.
Kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór die indiening van de aanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking
- 3.
Kosten die verband houden met de reguliere werkzaamheden van de subsidieontvanger komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 7. Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de ASVO 2018 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;
- b.
de activiteit gericht is op particuliere of ondernemingswinst;
- c.
de activiteit gelijk of vergelijkbaar is met activiteiten waarvoor het college ook op grond van een andere subsidieregeling subsidie zou kunnen verstrekken;
- d.
bij zich herhalende activiteiten reeds twee keer een gemeentelijke subsidie is verstrekt;
- e.
het aannemelijk is dat de activiteit leidt tot investeringen die ongedekte toekomstige lasten voor onderhoud of instandhouding voor de gemeente tot gevolg hebben;
- f.
de activiteit geheel of grotendeels bestaat uit het organiseren van een (dorps- of buurt)feest, borrel of barbecue of daarmee gelijk te stellen activiteit;
- g.
de activiteit geheel of grotendeels bestaat uit het schrijven of uitgeven van een boek;
- h.
de activiteit geheel of grotendeels bestaat uit het ontwerpen, vervaardigen of plaatsen van een standbeeld of gedenkplaat;
- i.
de activiteit geheel of grotendeels bestaat uit het verkrijgen van een onroerende zaak;
- j.
de activiteit geheel of grotendeels bestaat uit regulier beheer en onderhoud van gemeente-eigendommen dan wel publiek domein;
- k.
de activiteit geen aantoonbaar maatschappelijk en/of sociaal en/of leefbaarheidsrendement heeft;
- l.
de aanvraag niet voorzien is van een deugdelijke en haalbare begroting.
Artikel 8. Verdeelsystematiek
- 1.
Alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van de ASVO 2018 of deze regeling, worden door het college gerangschikt op een prioriteitenlijst.
- 2.
Kleine initiatieven en grote initiatieven worden in een aparte prioriteitenlijst gerangschikt. Kleine initiatieven concurreren dus niet met grote initiatieven.
- 3.
De voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen worden zodanig gerangschikt dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate die naar het oordeel van het college meer voldoet aan de criteria:
- a.
de mate waarin de activiteit gericht is op verbetering van de sociale leefbaarheid van een buurt of dorp en de verbondenheid tussen mensen in hun woonomgeving (sociale samenhang);
- b.
de mate waarin er draagvlak voor de activiteit bestaat in het betrokken gebied (draagvlak);
- c.
de mate waarin de activiteit leidt tot een voortdurende situatie of een voortdurende activiteit (continuïteit);
- d.
de mate waarin de activiteit samenwerking bewerkstelligt in de uitvoering van het project (samenwerking);
- e.
de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan kansen voor mensen die een minder kansrijke positie in de samenleving hebben (empowerment);
- f.
de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan natuur en milieu (ecology);
- g.
de mate waarin de activiteit vernieuwend is voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft (innovatie);
- h.
de mate waarin er vrijwillige eigen inzet wordt gepleegd voor de activiteit;
- i.
de mate waarin gebruik wordt gemaakt van andere financieringsbronnen (cofinanciering);
- j.
de mate waarin de kosten in verhouding staan tot het verwachte maatschappelijke en/of sociale en/of leefbaarheidsrendement.
- 4.
Ten behoeve van de rangschikking worden per criterium:
- a.
0 punten toegekend indien niet wordt voldaan aan het criterium;
- b.
1 punt toegekend indien in zeer beperkte mate wordt voldaan aan het criterium;
- c.
2 punten toegekend indien in beperkte mate wordt voldaan aan het criterium;
- d.
3 punten toegekend indien in ruime mate wordt voldaan aan het criterium;
- e.
4 punten toegekend indien in zeer ruime mate wordt voldaan het criterium.
- 5.
De aanvragen die na rangschikking minder dan 9 punten en niet ten minste bij één criterium minimaal 3 punten toegekend krijgen komen niet voor subsidie in aanmerking.
- 6.
Het college verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van de rangschikking.
- 7.
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die even hoog zijn gerangschikt, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld op basis van onderling resultaat op criteria a en wanneer nodig daarna op criteria g.
- 8.
Als onderlinge vergelijking zoals bedoeld in lid 8 van dit artikel geen uitsluitsel geeft wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Artikel 9. Adviescommissie
- 1.
Het college stelt een adviescommissie in die in elk geval tot taak heeft te adviseren over de in artikel 8 genoemde rangschikking van aanvragen.
- 2.
Het college stelt voor de adviescommissie een reglement vast.
Artikel 10. Subsidiehoogte
- 1.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 10.000 voor kleine maatschappelijke initiatieven als bedoeld in artikel 2, onder a.
- 2.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 25.000 voor grote maatschappelijke initiatieven als bedoeld in artikel 2, onder b.
- 3.
De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten.
Artikel 11. Subsidievaststelling
- 1.
Subsidievaststelling voor kleine maatschappelijke initiatieven vindt conform artikel 13 lid 1 van de ASVO 2018 plaats bij de subsidieverlening.
- 2.
Subsidievaststelling voor grote maatschappelijke initiatieven vindt plaats na aanvraag door subsidieontvanger.
- 3.
Als subsidieontvanger niet voor de termijn als bedoeld in artikel 14 van de ASVO 2018 een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend nodigt het college subsidieontvanger uit om een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.
- 4.
De uitnodiging genoemd in lid 3 van dit artikel wordt gedaan uiterlijk twee maanden voor het einde van de termijn als bedoeld in artikel 12 onder c.
Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd de voorwaarden en verplichtingen in artikel 11 van de ASVO 2018, worden de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:
de subsidieontvanger levert ten behoeve van een gemeentelijke website beeldmateriaal, geluidsmateriaal of een presentatie voorzien van een korte verantwoording in het daarvoor vastgestelde format waaruit blijkt dat de activiteit is uitgevoerd;
- a.
activiteiten voor kleine maatschappelijke initiatieven worden binnen twaalf maanden na subsidieverstrekking afgerond;
- b.
activiteiten voor grote maatschappelijke initiatieven worden binnen 24 maanden na subsidieverstrekking afgerond;
- c.
de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteit is afgerond door middel van in de verstrekkingsbeschikking aangegeven bewijsmiddelen;
- d.
na een daartoe strekkend gemotiveerd en schriftelijk verzoek kan de termijn genoemd in onderdeel b eenmalig voor de duur van ten hoogste 3 maanden en onderdeel c eenmalig voor de duur van ten hoogste 6 maanden worden verlengd;
- e.
bij een subsidie van minimaal € 10.000 dient de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag in, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening is verricht en aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;
- f.
de subsidieontvanger is verplicht bij het verrichten van de activiteiten aan te geven dat het project mede tot stand is gekomen door een financiële bijdrage van de gemeente Ooststellingwerf.
Artikel 13. Slotbepalingen
- 1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Gemeenteblad.
- 2.
De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Het Fonds 2018-2021
- 3.
Voorafgaand aan een volgende tender kan door het college worden geëvalueerd of beleidsdoelen worden behaald. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft kan het college de regeling ten behoeve van de volgende tender wijzigen.
Artikel 14. Overgangsrecht
Deze regeling vervalt op 31 december 2021 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd of verstrekt.