Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp gemeente Eemnes 2019 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp gemeente Eemnes 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage Toelichting |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-05-2020 | Nieuwe regeling | 27-05-2019 |
De raad van de gemeente Eemnes;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 april 2019;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1., vierde lid, van de Jeugdwet en de artikelen 147 en 156 van de Gemeentewet;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en algemene voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
Verordening Jeugdhulp Gemeente Eemnes 2019
Alle begrippen die in deze Nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).
onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
ondersteuning beroepsmatig verleend door een persoon:
of - ondersteuning niet-beroepsmatig verleend door een persoon die: de opleidings- en beroepskwalificaties heeft om de betreffende hulp en zorg beroepsmatig te mogen verlenen die deel uitmaakt van het sociale netwerk van de jeugdige en/of ouder(s), en die deze hulp en zorg niet verleent als gebruikelijke hulp;
Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp
Artikel 2.3 Informatie over persoonsgebonden budget
Wanneer een individuele voorziening aan de orde is, informeert het college de jeugdige en/of zijn ouders tijdens het onderzoek volledig, objectief en in voor hem begrijpelijke bewoordingen welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet en wat de gevolgen van die keuze zijn.
Hoofdstuk 3 Toegang tot jeugdhulp
Voorafgaand aan het (intake) gesprek informeert het college de jeugdige en/of ouder(s) over de mogelijkheid om gebruik te maken van kosteloze cliëntondersteuning en een onafhankelijke vertrouwenspersoon en stelt het college de jeugdige en/of ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet op te stellen. Als de jeugdige en/of ouder(s) daarom vragen, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Het college vraagt aan de jeugdige en/of ouder(s) toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken en indien noodzakelijk voor het onderzoek voor het inwinnen en delen van informatie bij/met andere instanties, zoals de huisarts of de onderwijsinstelling. Hiertoe wordt een toestemmingsformulier beschikbaar gesteld. Afhankelijk van de leeftijd van de jeugdige wordt er om toestemming voor de hulpverlening gevraagd aan de ouder(s) of de jeugdige zelf, conform artikel 7.3.4 van de Jeugdwet. Het college kan persoonsgegevens van de jeugdige en/of ouder(s) verwerken zonder daartoe de toestemming te hebben verkregen, wanneer daarmee tegemoet gekomen wordt aan een spoedeisend belang van de jeugdige en/of ouder(s) of een wettelijke plicht.
Artikel 3.6 Inhoud beschikking
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget (PGB)
Artikel 4.2 Afwegingsfactoren persoonsgebonden budget
Het college verstrekt een persoonsgebonden budget in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de Jeugdwet indien:
de jeugdige en/of ouder(s) naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp in staat zijn de aan het persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren, en;
Artikel 4.3 Berekening hoogte persoonsgebonden budget
Wanneer de jeugdige en/of ouder(s) met het persoonsgebonden budget niet professionele ondersteuning verwerft, wordt de hoogte van het persoonlijk budget bepaald aan de hand van het geldend minimum uurloon voor 23 jaar en ouder, maar kan nooit hoger zijn dan maximaal 50% van de hoogte van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.
Wanneer de jeugdige en/of ouder(s) zorg en ondersteuning vanuit sociale en morele overwegingen ontvangen en vanuit een individuele voorziening betaald wordt vanuit het persoonsgebonden budget, wordt dit niet aangemerkt als een arbeidsrelatie waarop het wettelijke minimumloon van toepassing is. In deze gevallen kan de jeugdige en/of ouder(s) met het persoonsgebonden budget een symbolisch tegemoetkoming van maximaal €141 per maand uit laten betalen aan personen die informele hulp vanuit de sociale relatie met de budgethouder verlenen. Er wordt gewerkt op basis van de modelverklaring van de SVB.
De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op de tarieven die voor individuele voorzieningen in natura zijn verschuldigd aan de gecontracteerde jeugdhulpaanbieders en de hoogte van het minimumloon 23 jaar en ouder. Deze gegevens worden vermeld in een jaarlijks te actualiseren tarievenoverzicht PGB, dat wordt verstrekt aan de zorgadministratie ten behoeve van de door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) te verrichten betalingen.
Artikel 4.4 Afwegingsfactoren inzet sociaal netwerk
Artikel 4.5 Voorwaarden bij verstrekking persoonsgebonden budget
Indien de jeugdige en/of ouder(s) de voorziening als een persoonsgebonden budget verstrekt krijgen, gelden de volgende voorwaarden:
indien de jeugdige en/of ouder(s) zorg inkopen bij derden, zijn zij verplicht een zorgovereenkomst af te sluiten met deze zorgverlener(s) conform de op hun situatie van toepassing zijnde modelovereenkomst van de Sociale verzekeringsbank, behalve in het geval gebruik wordt gemaakt van een symbolische vergoeding krachtens artikel 4.3 lid 5.
Hoofdstuk 5 Kwaliteit en Veiligheid
Artikel 5.1 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Hoofdstuk 6 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering en controle
Artikel 6.1 Opschorting en beëindiging
Onverminderd artikel 8.1.4 van de Jeugdwet kan het college een toegekende aanspraak op een individuele voorziening dan wel (uitbetaling van) een persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk beëindigen, dan wel de inzet (levering) daarvan tijdelijk geheel of gedeeltelijk (laten) opschorten indien:
Artikel 6.2 Herziening of intrekking
Onverminderd artikel 8.1.2 van de Jeugdwet doen een jeugdige en/of zijn ouder(s) aan het college desgevraagd of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot een herziening of intrekking van de beslissing als bedoeld in de artikelen 2.3 of 8.1.1 van de Jeugdwet.
Het college kan een besluit als bedoeld in het eerste lid herzien of intrekken indien blijkt dat de jeugdige niet of onvoldoende heeft voldaan aan de verplichtingen genoemd in de wet of die bij of krachtens deze verordening van toepassing zijn waaronder inbegrepen het niet nakomen van de verplichtingen die rechtstreeks voortvloeien uit een dienstverleningsovereenkomst.
Artikel 6.3 Terugvordering en verrekenen
Artikel 6.4 Fraudepreventie en controle
Het college zet in op fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college jeugdigen en ouders informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening (in natura of in de vorm van een PGB) zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Voor de afhandeling van klachten van cliënten en/of hun ouders die betrekking hebben op gedragingen jegens hen van het college of van personen die namens haar meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening behandelen, hanteert het college de Klachtenregeling Eemnes c.q. kunnen klachten worden gemeld bij de Regionale Klachtencommissie Jeugd Eemland.
Onverminderd artikel 4.2.1 van de Jeugdwet stellen aanbieders met wie de gemeente een contract heeft gesloten of aan wie subsidie is verleend, een effectieve en laagdrempelige regeling vast voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen jegens een cliënt en de uitvoering/ levering van de voorziening.
Artikel 7.2 Betrekken van inwoners bij het beleid
Het college stelt inwoners vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 7.3. Toepassing Subsidieverordening Amersfoort
Voor de subsidies in het kader van de Jeugdwet -betrekking hebbend op de voorheen landelijk en provinciaal gefinancierde jeugdzorg- die namens de gemeente Eemnes door de gastheergemeente Amersfoort worden verleend, is de vigerende Algemene subsidieverordening van de gemeente Amersfoort van toepassing.
Het college kan de bepalingen in deze verordening in bijzondere gevallen, ten gunste van de inwoner, buiten toepassing laten of daarvan afwijken. Voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan –tenzij anders aangegeven- jaarlijks per 1 januari de bedragen, opgenomen in deze verordening of daarop berustende nadere regels, verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek en de NEA-index.