Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sluis

Verordening inburgering Sluis

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inburgering Sluis
CiteertitelVerordening inburgering Sluis
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpInburgering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering, art. 8
  2. Wet inburgering, art. 9, lid 5
  3. Wet inburgering, art. 23, lid 3
  4. Wet inburgering, art. 35
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2007Nieuwe regeling

26-04-2007

Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 9 mei 2007.

Inburgering

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inburgering Sluis
Verordening inburgering Sluis

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet inburgering

  • b.

    het college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sluis;

  • c.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Sluis;

  • d.

    trajectplan: een met de belanghebbende overeengekomen, dan wel door het college aan hem opgelegd geheel van activiteiten gericht op het inburgeren dan wel het verkrijgen van betaalde arbeid dan wel het participeren en integreren in de Nederlandse maatschappij;

  • e.

    inburgeringsvoorziening: een voorziening bedoeld in artikel 19 van de wet.

  • f.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt, voor zover niet anders bepaald hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering (WI) en de daarop berustende regelingen .

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

 

1. Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria:

  • a.

    het ontbreken van economische zelfstandigheid;

  • b.

    het ontbreken van actieve deelname aan informele verbanden, vrijwilligerswerk en sport in combinatie met het niet spreken van de Nederlandse taal en het hebben van een opvoedingstaak.

2. Afgeleid uit deze criteria wordt aan de volgende groepen inburgeringsplichtigen prioriteit gegeven bij het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen:

  • a.

    uitkeringsgerechtigden;

  • b.

    niet uitkeringsgerechtigden met een opvoedingstaak.

Artikel 4 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college roept de inburgeringsplichtigen genoemd in artikel 3 schriftelijk op voor het doen van een aanbod voor een inburgeringsvoorziening.

  • 2.

    in onderling overleg word(t)(en) de inburgeringsvoorziening(en) bepaald en schriftelijk vastgelegd in een trajectplan.

  • 3.

    Het trajectplan wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 4.

    In het aanbod worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening zijn verbonden.

  • 5.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 10 werkdagen, door middel van het ondertekenen van het trajectplan, het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 6.

    Het college legt de voorziening vast door middel van een beschikking.

  • 7.

    Indien de inburgeringsplichtige het in het vijfde lid genoemde aanbod weigert zal hij zich zelfstandig moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen;

  • 8.

    Indien er sprake is van zelfstandige voorbereiding op het inburgeringsexamen legt het college dit vast in een handhavingsbeschikking.

Artikel 5 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening

    aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke

    omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige;

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. De voorzieningen uit de Reïntegratieverordening WWB kunnen ook voor deze trajecten worden ingezet.

  • 3.

    Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      trajectbegeleiding, stage;

    • b.

      reiskosten, kinderopvang, scholing, kosten van leermiddelen;

    • c.

      overige kosten

Artikel 6 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening(en) en het trajectplan;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

  • e.

    in geval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Artikel 7 De inning van de eigen bijdrage

Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 8 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan het overeengekomen trajectplan;

  • b.

    het nakomen van het overeengekomen trajectplan en de daarin opgenomen afspraken;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

    • 1.

      De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 750 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

    • 2.

      De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

       

Artikel 11 Beleid

Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien on-

    verkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Inburgering”

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt direct na publicatie in werking en werkt terug tot 1 januari 2007.