Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer |
Citeertitel | Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2020 | Nieuwe regeling | 30-04-2020 | D/19/826918 |
Vaststelling van de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer.
De raad van de gemeente Boxmeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2020;
gelet op het bepaalde in de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 12a, 12b, 12c van de Woningwet, artikel 9.1, lid 1 van de Erfgoedwet, hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Boxmeer 2018 en artikel 8.1 van de Erfgoedverordening Boxmeer 2016;
De Verordening Monumentencommissie 2016, vastgesteld op 30 juni 2016, in te trekken;
De navolgende Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer vast te stellen;
Kennis te nemen van de toelichting op de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer.
Commissie, taak en samenstelling
Artikel 1 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
Er is een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit die het bevoegd gezag adviseert over zaken die betrekking hebben op de ruimtelijke kwaliteit in brede zin van de gemeente, alsmede de verplichte wettelijke advisering over het welstands- en monumentenbeleid die voortvloeit uit de Woningwet en Erfgoedwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Erfgoedverordening Boxmeer 2016 en de opvolgers hiervan.
De commissie heeft tot taak vanuit een integrale visie over ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw, inrichting openbare ruimte, welstand, monumentenzorg, architectuur en de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden, gevraagd of indien door de voorzitter in overleg met de secretaris akkoord bevonden, ongevraagd, onafhankelijk en deskundig schriftelijk advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders:
Alle andere zaken die het uiterlijk aanzicht en de stedenbouwkundige structuur betreffen, waaronder structuur- en bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen, gebiedsvisies, reconstructie- en herinrichtingsplannen, straatmeubilair, reclameaanduidingen, gevelopschriften anderszins en verzoeken om uitstallingen of terrassen.
Commissieleden moeten bereid zijn zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente. Zij baseren hun oordeel over stedenbouwkundige plannen, bouwplannen of monumentenplannen uitsluitend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders bij stedenbouwkundige plannen en welstandscriteria bij bouwplannen, bij monumentenplannen, de redengevende omschrijving, waardestelling of bouwhistorisch onderzoek.
Artikel 3 Raadpleging deskundigen
Voor de uitoefening van haar taak kan de commissie advies van andere deskundigen inwinnen.
Artikel 7 Ambtelijk secretaris
De secretaris zorgt voor het organisatorisch en administratief functioneren van de commissie, roept de leden, adviseurs en andere belanghebbenden op tot het bijwonen van de vergaderingen is in het bijzonder verantwoordelijk voor de notulering en verslaglegging van de commissievergaderingen en planbeoordeling.
Ter voorbereiding van een bouwinitiatief kan de opdrachtgever of een namens hem gemachtigde ontwerper, vragen om vooroverleg met de commissie om zich voorafgaand aan een bouw- of monumentenaanvraag, in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van de van belang zijne toetsingscriteria, de beoordelingswijze of beoordelingsruimte.
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van lid 4, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan één of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bekend mag worden verondersteld. In geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Artikel 10 Ruimtelijke kwaliteitsplannen
Burgemeester en wethouders kunnen alle plannen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit, zoals stedenbouwkundige plannen, plannen voor de (her)inrichting van de openbare ruimte en ontwerpbestemmingsplannen, alsmede ontwerpen van beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, voor advies aan de commissie voorleggen.
De commissie vergadert en besluit in het openbaar. De commissie kan in beslotenheid, al dan niet met de ontwerper en/of opdrachtgever, over de plannen spreken in gevallen genoemd in artikel 10, eerste lid van de Wet Openbaarheid van Bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
De data van de openbare vergadering van de commissie worden tijdig bekend gemaakt in het lokale huis-aan-huis blad, de gemeentelijke website en eventuele andere media. Twee dagen voor de openbare vergadering wordt de agenda gepubliceerd op de website van de gemeente. De goedgekeurde notulen worden direct na de eerstvolgende openbare vergadering ook op de website van de gemeente geplaatst.
Tweede beoordeling en klachtenregeling
Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor extern deskundigenadvies of een tweede beoordeling (second opinion) aan te vragen over een ingediend verzoek om een omgevingsvergunning (bouw en monumentenzorg).
Indieners van een aan de commissie ter beoordeling voorgelegd plan die zich niet kunnen verenigen met de werkwijze of het functioneren van de commissie kunnen hierover een klacht indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De bepalingen van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter in overleg met de secretaris, nadat de commissie is gehoord. In zwaarwegende gevallen beslist het college van burgemeester en wethouders.