Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boxmeer

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoxmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer
CiteertitelVerordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 84 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-05-2020Nieuwe regeling

30-04-2020

gmb-2020-120887

D/19/826918

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer

Onderwerp:

Vaststelling van de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer.

 

Nummer:

7f.

 

De raad van de gemeente Boxmeer;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2020;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 12a, 12b, 12c van de Woningwet, artikel 9.1, lid 1 van de Erfgoedwet, hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Boxmeer 2018 en artikel 8.1 van de Erfgoedverordening Boxmeer 2016;

 

B E S L U I T :

 

De Verordening Monumentencommissie 2016, vastgesteld op 30 juni 2016, in te trekken;

De navolgende Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer vast te stellen;

Kennis te nemen van de toelichting op de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer.

 

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer

 

Commissie, taak en samenstelling

 

 

Artikel 1 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

 

  • 1.

    Er is een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit die het bevoegd gezag adviseert over zaken die betrekking hebben op de ruimtelijke kwaliteit in brede zin van de gemeente, alsmede de verplichte wettelijke advisering over het welstands- en monumentenbeleid die voortvloeit uit de Woningwet en Erfgoedwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Erfgoedverordening Boxmeer 2016 en de opvolgers hiervan.

  • 2.

    De commissie is een onafhankelijke commissie als bedoeld in de Woningwet en Erfgoedwet.

  • 3.

    De leden zijn onafhankelijk en onpartijdig ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 4.

    Er bestaan geen bindingen of relaties op basis waarvan adviezen over ruimtelijke kwaliteit worden beïnvloed en de taakuitoefening van de commissie als bedoeld in artikel 2 wordt zonder vooringenomenheid uitgeoefend.

  • 5.

    De leden moeten hun oordeel begrijpelijk verwoorden met respect voor de planindiener, de ontwerper of zijn opdrachtgever.

 

Artikel 2 Taak van commissie

 

  • 1.

    De commissie heeft tot taak vanuit een integrale visie over ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw, inrichting openbare ruimte, welstand, monumentenzorg, architectuur en de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden, gevraagd of indien door de voorzitter in overleg met de secretaris akkoord bevonden, ongevraagd, onafhankelijk en deskundig schriftelijk advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders:

    • a.

      Bij het toepassen van voorschriften over welstand en monumentenzorg, zoals genoemd in landelijke wetgeving, waaronder de Woningwet, Wet ruimtelijke ordening en het door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke kwaliteits-, welstands-, monumenten en erfgoedbeleid;

    • b.

      Bij de toepassing van de Erfgoedwet en zaken aangaande monumenten en aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten, waaronder de aanwijzing van gemeentelijke- en rijksmonumenten;

    • c.

      Alle andere zaken die het uiterlijk aanzicht en de stedenbouwkundige structuur betreffen, waaronder structuur- en bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen, gebiedsvisies, reconstructie- en herinrichtingsplannen, straatmeubilair, reclameaanduidingen, gevelopschriften anderszins en verzoeken om uitstallingen of terrassen.

  • 2.

    Commissieleden moeten bereid zijn zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente. Zij baseren hun oordeel over stedenbouwkundige plannen, bouwplannen of monumentenplannen uitsluitend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders bij stedenbouwkundige plannen en welstandscriteria bij bouwplannen, bij monumentenplannen, de redengevende omschrijving, waardestelling of bouwhistorisch onderzoek.

 

Artikel 3 Raadpleging deskundigen

Voor de uitoefening van haar taak kan de commissie advies van andere deskundigen inwinnen.

 

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit twee permanente leden: een voorzitter en een lid / plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De commissie is tenminste deskundig op het gebied van de architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, monumentenzorg en kennis van de lokale (bouw)historie.

  • 3.

    Op afroep kunnen plaatsvervangende leden of deskundige adviseurs met aanvullende disciplines, zoals monumenten, kunst- of cultuurhistorie, archeologie, landschapskunde, beeldende kunst, e.d. worden toegevoegd aan de commissie.

  • 4.

    Voor zover de twee permanente leden niet deskundig zijn op het gebied van monumentenzorg zal tenminste één plaatsvervangend lid deskundig zijn op het gebied van monumentenzorg conform de kwaliteitseisen van de provincie Noord- Brabant.

  • 5.

    Voor de permanente leden wordt een plaatsvervanger aangewezen.

  • 6.

    De leden dienen bekend te zijn met de lokale situatie met betrekking tot de relevante vakdisciplines en deskundigheden; danwel dienen zich de lokale situatie snel eigen te kunnen maken.

  • 7.

    Leden van het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad en medewerkers in dienst van de gemeente kunnen niet tot lid van de commissie worden voorgedragen.

 

Artikel 5 Benoeming en ontslag

  • 1.

    De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor de periode van 3 jaar.

  • 3.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Aftredende permanente leden zijn onmiddellijk, doch voor maximaal 1 periode herbenoembaar.

  • 5.

    Permanente leden die gedurende twee achtereenvolgende periodes (geheel of gedeeltelijk) zitting hebben gehad, kunnen voor een periode van 2 jaar niet voor benoeming in aanmerking komen.

  • 6.

    Wanneer een lid naar het oordeel van de commissie zijn of haar taken niet behoorlijk vervult, dan kunnen burgemeester en wethouders deze persoon ontslaan als lid van de commissie.

  • 7.

    In een in de commissie opengevallen plaats wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

 

Artikel 6 Integriteit

  • 1.

    Aan de beraadslaging over en het uitbrengen van een advies mogen de commissieleden niet deelnemen indien zij in enige hoedanigheid direct of indirect persoonlijk en / of zakelijk bij het ontwerp zijn betrokken.

  • 2.

    Een commissielid mag geen opdracht aanvaarden tot het aanpassen, verbeteren of anderszins wijzigen van een plan of tot het maken van een nieuw plan behorende bij een in de commissie behandelde of in behandeling zijnde ontwerp.

 

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college van burgemeester en wethouders voor de adviezen van die gemeente aangewezen ambtenaar. De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    De secretaris bereidt de vergaderingen van de commissie voor in overleg met de voorzitter.

  • 4.

    De secretaris zorgt voor het organisatorisch en administratief functioneren van de commissie, roept de leden, adviseurs en andere belanghebbenden op tot het bijwonen van de vergaderingen is in het bijzonder verantwoordelijk voor de notulering en verslaglegging van de commissievergaderingen en planbeoordeling.

 

Artikel 8 Vooroverleg

  • 1.

    Ter voorbereiding van een bouwinitiatief kan de opdrachtgever of een namens hem gemachtigde ontwerper, vragen om vooroverleg met de commissie om zich voorafgaand aan een bouw- of monumentenaanvraag, in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van de van belang zijne toetsingscriteria, de beoordelingswijze of beoordelingsruimte.

  • 2.

    Het vooroverleg vindt in principe maximaal twee keer plaats.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de opdrachtgever, zijn ontwerper en de secretaris wanneer voor de laatste maal vooroverleg heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 9 Advisering

  • 1.

    Het commissieadvies geeft aan of een ontwerp zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of te verwachten ontwikkelingen al dan niet in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Dit wordt alleen beoordeeld aan de hand van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria.

  • 2.

    Het welstands- en / of monumentenadvies wordt schriftelijk uitgebracht en bij een negatief advies met redenen omkleed.

  • 3.

    De adviezen van de commissie worden zo spoedig mogelijk en onverkort ter kennis gebracht aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan gemotiveerd afwijken van een advies van de commissie. Van het voornemen stellen zij de commissie in kennis. Het college is bevoegd zaken van minder gewicht te mandateren conform het mandaatbesluit van de gemeente Boxmeer.

  • 5.

    Het welstands- en / of monumentenadvies kan worden gecombineerd met suggesties voor beleid of de procedurele gang van zaken die naar de mening van de commissie in acht genomen moet worden. De suggesties zijn vrijblijvend en staan los van de conclusies van het welstands- en / of monumentenadvies.

  • 6.

    Het welstands- en / of monumentenadvies wordt niet zodanig geformuleerd dat de indiener of ontwerper zich in eer of goede naam aangetast kan voelen.

  • 7.

    De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van lid 4, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan één of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bekend mag worden verondersteld. In geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

  •  

Artikel 10 Ruimtelijke kwaliteitsplannen

Burgemeester en wethouders kunnen alle plannen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit, zoals stedenbouwkundige plannen, plannen voor de (her)inrichting van de openbare ruimte en ontwerpbestemmingsplannen, alsmede ontwerpen van beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, voor advies aan de commissie voorleggen.

 

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie zetelt in beginsel in Boxmeer en vergadert zo dikwijls als het college van burgemeester en wethouders dit nodig vinden.

  • 2.

    De commissie vergadert en besluit in het openbaar. De commissie kan in beslotenheid, al dan niet met de ontwerper en/of opdrachtgever, over de plannen spreken in gevallen genoemd in artikel 10, eerste lid van de Wet Openbaarheid van Bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 3.

    De data van de openbare vergadering van de commissie worden tijdig bekend gemaakt in het lokale huis-aan-huis blad, de gemeentelijke website en eventuele andere media. Twee dagen voor de openbare vergadering wordt de agenda gepubliceerd op de website van de gemeente. De goedgekeurde notulen worden direct na de eerstvolgende openbare vergadering ook op de website van de gemeente geplaatst.

  • 4.

    Monumentenplannen of verzoeken over toekenning van een monumentale status aan panden of objecten anderszins, worden niet behandeld als een commissielid dat de vakdiscipline monumentenzorg, restauratietechniek of bouw- of architectuurhistorie vertegenwoordigt, niet ter vergadering aanwezig is.

  • 5.

    Belangstellenden kunnen de openbare vergadering bijwonen. Belangstellenden kunnen niet deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 6.

    Als een planindiener en/of ontwerper bij het indienen van het plan heeft aangegeven gebruik te willen maken van de geboden optie het plan toe te lichten, wordt hij of zij door de secretaris uitgenodigd voor de vergadering waarin het plan wordt behandeld.

  • 7.

    Ook als de commissie een nadere toelichting wil, wordt de planindiener of ontwerper door de secretaris uitgenodigd een toelichting te geven op het in de vergadering te behandelen plan.

 

Artikel 12 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie doet ieder jaar verslag aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van haar werkzaamheden over het voorafgaande jaar.

  • 2.

    In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde

    • a.

      Op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;

    • b.

      De werkwijze van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit;

    • c.

      Op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • d.

      De aard van de beoordeelde plannen;

    • e.

      De bijzondere projecten.

  • 3.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen over het te voeren ruimtelijke kwaliteitsbeleid.

 

 

 

Artikel 13 Vergoeding

  • 1.

    De leden van de commissie ontvangen een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding.

  • 2.

    Het toegevoegde lid voor erfgoedzorg en door de commissie uitgenodigde deskundigen ontvangen per bijgewoonde vergadering een door het college vast te stellen vergoeding.

 

Artikel 14 Huishoudelijk reglement

Het college van burgemeester en wethouders kan een huishoudelijk reglement vaststellen, waarin de gang van zaken voor, tijdens en na, alsmede een ordelijk verloop van de vergaderingen, nader wordt geregeld.

 

Tweede beoordeling en klachtenregeling

 

 

Artikel 15 Tweede beoordeling

Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor extern deskundigenadvies of een tweede beoordeling (second opinion) aan te vragen over een ingediend verzoek om een omgevingsvergunning (bouw en monumentenzorg).

 

Artikel 16 Klachtenregeling

Indieners van een aan de commissie ter beoordeling voorgelegd plan die zich niet kunnen verenigen met de werkwijze of het functioneren van de commissie kunnen hierover een klacht indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De bepalingen van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Slot- en overgangsbepalingen

 

 

Artikel 17 Slotbepalingen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter in overleg met de secretaris, nadat de commissie is gehoord. In zwaarwegende gevallen beslist het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 18 Citeertitel en overgangsbepalingen

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Boxmeer.

  • 2.

    Aanvragen om advies op het gebied van erfgoedzorg ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld op basis van de Verordening Monumentencommissie 2016.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Boxmeer in zijn openbare vergadering van 30 april 2020.

De raad voornoemd,

 

de griffier,

de voorzitter,

 

 

 

mr. K.H.W. Groenewoud-de Best

K.W.T. van Soest