Organisatie | Meierijstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenbeleid gemeente Meierijstad |
Citeertitel | Bomenbeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | bomenbeleid |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-05-2020 | nieuwe regeling | 08-04-2020 |
De raad van de gemeente Meierijstad,
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 februari 2020;
Gelet op artikel 108 van de Gemeentewet;
Het voorgestelde bomenbeleid van Meierijstad vast te stellen. De uitvoering, vaststelling en het muteren van de Groene kaart bij het college te leggen met de meegegeven kaders.
Dit bomenbeleid is tot stand gekomen op basis van diverse beleidstukken, in overleg met diverse collega’s en met de hulp van betrokken burgers en verenigingen. Deze stakeholders leverden hun input tijdens de verschillende Boomcafés. Daarnaast leverde een klankbordgroep input en hebben we in samenwerking met hen het bomenbeleid opgesteld. Diverse dorps- en wijkraden en natuurverenigingen waren onderdeel van deze klankbordgroep.
Bomen zijn de groene steunpilaar in de openbare ruimte en dragen bij aan de leefbaarheid. Simpel gezegd, zonder bomen geen leven. Zo geven bomen onze dorpen, wegen en wijken herkenbaarheid en structuur. Ze dragen bij aan een karakteristiek landschap. Daarnaast hebben bomen ecoysteemdiensten voor de omgeving. Ze verbeteren de luchtkwaliteit, verkoelen de stad, houden water vast, zijn goed voor de biodiversiteit en gezondheid. Verder kunnen ze een bijdrage leveren in cultuurhistorie en de beleving van mensen. Kortom, bomen hebben meerdere functies. Daarom is goed beleid voor deze groene steunpilaren van belang.
We hebben 115.000 individuele bomen in beheer. Deze bomen staan in parken, langs wegen, op pleinen en op woonerven. Het grootste aandeel is eik met 38% en de totale diversiteit bestaat uit 405 boomsoorten. De uitdagingen waar we met bomen vooral mee te maken hebben zijn: klimaatverandering, de druk op de openbare ruimte, weinig boven- en ondergrondse groeiruimte, verhardingsopdruk (gevolg van voorgaande), afname van biodiversiteit en een mondige samenleving.
Met name onze Duurzaamheidsvisie spreekt over het belang van bomen in de openbare ruimte. Zo gaat Meierijstad voor natuuroases, met voldoende biodiversiteit en voldoende groen in de kernen.
Onze visie op de bomen is: ‘’Meierijstad streeft ernaar om een groene gemeente te zijn met kwalitatief goede en diverse bomen die bijdragen aan een prettige leefomgeving, duurzaamheid, biodiversiteit en een klimaatbestendige openbare ruimte. De bomen moeten veilig, gezond, mooi en betaalbaar zijn.’’
Dit betekent dus: genoeg groen, de juiste boom op de juiste plek, klimaat en toekomstbestendige bomen en groeiplaatsen en een bijdrage aan de biodiversiteit. Dit alles doen we samen met onze burgers en partners.
Onze doelstelling is: per kern 25% meer groen. Dit kan met bomen maar ook met al het andere groen, bijvoorbeeld: Tiny forests, struweel, plantsoenen, heesters en kruiden. Dit draagt bij aan een klimaat- en toekomstbestendige openbare ruimte en meer biodiversiteit. We gaan dit in samenwerking met onze omgeving doen.
Een belangrijk aspect hiervan is dat we altijd voor kwaliteit kiezen. We gaan dus niet lukraak bomen planten, maar doen dat met oog voor de omgeving en functie. De juiste boom op de juiste plek is essentieel hierin. Hier hoort ook het juiste beheer bij. Dit doen we planmatig met cyclische controles, snoeibeurten en veel andere maatregelen. Met goed beheer voorkomen en beperken we overlast zoveel als mogelijk.
De bescherming van onze bomen is geregeld in de Bomenverordening, aangevuld met het bomenbeleid en de nog op te stellen Groene kaart.
We hebben een aantal categorieën voor de bescherming:
De eerste drie categorieën worden op de Groene kaart gezet en zijn beschermd met een kapverbod en het omgevingsvergunningsstelsel. We gaan behoedzaam met de bomen om, want ze zijn belangrijk voor onze gemeente. De overige sfeerbomen hebben ook veel waarde voor de gemeente, maar worden beschermd met een afwegingskader. Ook hier zijn we zuinig op.
Er zijn diverse activiteiten die de vitaliteit van onze bomen kunnen aantasten. Dit zijn onder andere: bouwen, werken, evenementen, renoveren en ruimtelijke ontwikkelingen. We willen dat er bij de activiteiten zorgvuldig wordt omgegaan met bomen. Daarom geven we ontwikkelaars en initiatiefnemers basisprincipes en regels mee waaraan ze zich moeten houden bij hun activiteiten. Dit betreft onder andere: minimale graafafstanden, het plaatsen van materiaal en materieel en verbod op rijden onder de boomkroon. Het Handboek bomen helpt ons hierbij met een boomposter “Werken rond bomen”. Bij ruimtelijke ontwikkelingen gaan we voor het behoud van bomen. We werken hierbij volgens het principe: probeer altijd te handhaven – is dat niet mogelijk, dan verplanten – is dat niet mogelijk, dan kappen en herplanten.
We gaan voor goede en gezonde bomen. Daarom moeten we rekening houden met de juiste boom op de juiste plaats met de juiste groeiplaats. Hiervoor gaan we uit van de richtlijnen in het Handboek bomen. In het geval dat er nieuwe bomen geplant moeten worden gelden een aantal basisprincipes:
We zijn zuinig op onze bomen. We zijn een groene en duurzame gemeente en bomen dragen daar aan bij. We zien bomen niet als vervangingsproduct maar als structurele onderdelen in de openbare ruimte. We voorkomen hinder bij nieuwe aanleg, beheren onze bomen goed, maar vinden ook dat men zowel de lusten als lasten van bomen moet accepteren. Daarbij vinden we ook dat hoe waardevoller de boom is, hoe meer de aanwezigheid is gerechtvaardigd.
We beoordelen iedere overlastsituatie serieus en nemen alle aspecten mee ter overweging. We kijken altijd of de overlast oplosbaar of te beperken is binnen onze mogelijkheden. Is de overlast niet oplosbaar, gaan we in principe geen bomen kappen omwille van overlast. Tenzij de overlast disproportioneel groot is, dan wegen we de belangen af tussen het behoud en het kappen van de boom.
We beheren onze bomen goed door planmatig beheer en onderhoud. We inspecteren onze reguliere bomen 1x per 3 jaar. Dat is een gebruikelijke inspectiecyclus. Op basis van de inspectiegegevens voeren we maatregelen uit. Hiermee garanderen we de veiligheid van onze bomen.
We vervangen onze bomen wanneer ze niet meer gezond zijn, niet behouden kunnen blijven of wanneer ze niet meer veilig zijn. Afhankelijk van de hoeveelheid bomen wordt het projectmatig opgepakt.
We werken met de Leidraad beheersing Eikenprocessierups 2019 voor de bestrijding van eikenprocessierups. Deze leidraad volgt het principe: risico-inventarisatie – monitoring en registratie – bestrijding – communicatie. Ook gaan we plaagdruk verminderen zonder bestrijding. Dit doen we door eiken minder vaak toe te passen bij renovaties en inboet en door meer insectenvriendelijk bermbeheer toe te passen.
Onze inwoners mogen meepraten over onze bomen. Met name bij de bomen in hun woonstraten is participatie zeer wenselijk. Als gemeente moeten we zorgen voor het maatschappelijk belang van voldoende groen in straten en de juiste boom op de juiste plaats. We stellen randvoorwaarden aan het minimum aantal bomen in een straat en doen een voorselectie voor geschikte bomen. Ook vinden we dat participatie bij overlastaspecten afgewogen moet worden. Dit om draagvlak te vinden bij mogelijke kap/behoud.
In Mijlpalen van Meierijstad worden ambities gesteld voor de openbare ruimte. De openbare ruimte moet aangenaam, schoon, goed onderhouden, veilig en voldoende groen zijn. Bomen zijn het belangrijkste groene onderdeel van de openbare ruimte. Vandaar dat er beleid moet worden opgesteld om deze ambitie na te streven.
Bomen en structuren ontwikkelen kost tijd. Bomen ontwikkelen traag en daarom ontstaat het streefbeeld pas op een later moment. Het werken met bomen vraagt dus een vooruitziende blik. Dit bomenbeleid schetst een visie op en voor het bomenbestand op langer termijn. De looptijd van het bomenbeleid bedraagt 10 jaar en loopt van 2020 tot 2030. Binnen de looptijd van 10 jaar wordt het bomenbeleid na vijf jaar geëvalueerd en indien nodig herzien.
Het bomenbeleid betreft gemeentelijke en particuliere bomen, met de uitzondering op bossen. Voor de bossen geldt een ander beleid en andere aanpak. Het gaat dus over alle bomen in straten, plantsoenen, parken, tuinen, etc. Ook de kleinschalige landschapselementen zoals houtsingels, bosjes en losse hagen worden meegenomen.
Het bomenbeleid van Meierijstad is integraal opgesteld. Er is intern input verzameld bij de disciplines: civiel, verkeer en water. Tevens dienden reeds opgestelde visies als de duurzaamheidsvisie en Mijlpalen van Meierijstad als bouwstenen. Ook zijn elementen uit het bomenbeleid van de voormalige gemeentes in dit bomenbeleid toegepast.
Daarnaast konden de inwoners van Meierijstad hun bijdrage kunnen leveren aan het bomenbeleid tijdens de Boomcafés in Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode. Een klankbordgroep en overleg met de Bomenstichting heeft ons verder ondersteund in het opstellen van het bomenbeleid in verschillende bijeenkomsten.
Al deze input heeft bijgedragen aan het bomenbeleid dat nu voor u ligt.
De waarde en functies van bomen
De waarde en functies van bomen
Bomen zijn een vitaal onderdeel van de openbare ruimte en de leefomgeving. Ze vertegenwoordigen een groot belang voor mens, dier en leven.
Simpel gezegd, zonder bomen en andere planten is er geen leven mogelijk.
Ruimtelijke structuur en landschap
Allereerst vervullen bomen een belangrijke stedenbouwkundige rol. Ze verfraaien de openbare ruimte, geven structuur en herkenbaarheid aan wegen en wijken. Daarnaast kunnen ze bijzondere architectonische structuren versterken. Kernen ontlenen hun identiteit voornamelijk aan grote volwassen bomen. Daarnaast dragen bomen bij aan de identiteit van het landschap. De waarde van bomen wordt in stedenbouwkundige begrippen vooral vertaald naar schoonheid en functionaliteit. Ze verzachten de harde stedelijke omgeving met grillige vormen van blad, bast en vorm en zorgen voor herkenbaarheid en karakter.
Milieu, klimaat en klimaatbestendigheid (ecosysteemdiensten)
Ecosysteemdiensten zijn waarden die door een ecosysteem aan mensen worden geleverd, bijvoorbeeld klimaat, water en gezondheid. Zeker in deze tijd waarin de effecten van klimaatverandering steeds heviger worden, wordt de toegevoegde waarde van bomen steeds meer zichtbaar. Op het gebied van klimaat en milieu dragen bomen bij aan de volgende aspecten:
Bomen bieden een prettige leefomgeving voor dieren. Sommige boomsoorten trekken wel 300 tot 400 verschillende organismen en schimmels aan. Vogels, insecten en zoogdieren maken gebruik van bomen. De bomen bieden een leefplek, voedsel en rustplaats voor de diersoorten. Vooral rijbeplantingen zijn hierin waardevol omdat deze een ecologische verbinding kunnen vormen. Dit geheel maakt dat bomen een bijdrage leveren aan biodiversiteit en diverse ecosystemen.
Bomen worden beleefd en gebruikt door de omgeving. Mensen beleven de verandering van seizoenen, kleur en geur.
Daarnaast worden bomen ook op bepaalde manieren gebruikt. Bomen kunnen dienen als klimboom, voedselbos of ontmoetingsboom. Ook spelen ze een rol in educatie en opvoeding met bijvoorbeeld de boomplantdag.
De sociale leefomgeving en gezondheid is ook gebaat bij een openbare ruimte met bomen. Mensen ontmoeten elkaar liever in een groene omgeving. Ze voelen zich er gezonder, veiliger en hebben er minder stress. Kinderen recreëren graag in parken met bomen en meer groen nodigt uit tot sporten en bewegen. Bovendien verbeteren bomen en groen de luchtkwaliteit, wat bijdraagt aan een betere gezondheid.
Daarnaast is bewezen dat zieke mensen met uitzicht op groen eerder genezen. Ziekenhuizen maken hier al dankbaar gebruik van.
Bomen kunnen waardevol zijn door de cultuurhistorie die ze met zich meedragen. Zo kunnen bomen onderdeel zijn van een monument.
Maar ze kunnen ook ter herinnering van een belangrijke gebeurtenis zijn geplant. De cultuurhistorische waarde van bomen kan zich ook uiten omdat ze kenmerkend zijn voor de geschiedenis van een gebied. Zo is het populierenlandschap karakteristiek vanuit cultuurhistorische en landschappelijke begrippen voor Meierijstad.
Stand van zaken in Meierijstad
In het beheersysteem hebben we 117.452 bomen geregistreerd. Dit zijn bomen van de gemeente en een aantal bomen met pootrecht. Bossen en bosjes van de gemeente staan hier nog los van. In de onderstaande tabel is het aantal bomen afgezet tegen het aantal inwoners en per km². Ter referentie zijn gemeentes uit de omgeving hierin ook meegenomen.
Ons grote buitengebied zorgt er vooral voor dat we veel bomen in beheer hebben. Van al deze bomen staan ongeveer 41.000 bomen binnen de bebouwde kom en ongeveer 76.000 bomen buiten de bebouwde kom.
In gemeente Meierijstad komen er 405 verschillende boomsoorten en variëteiten voor.
Dit zijn inheemse en uitheemse soorten. Inheemse soorten komen hier van nature voor. Ze hebben zich ontwikkeld in de lokale omstandigheden. Hierdoor zijn ze gezonder en hebben ze meer waarde voor de biodiversiteit.
Uitheemse soorten worden vooral toegepast in stedelijk gebied. Dit komt omdat deze soorten vaak beter groeien in het stedelijk gebied. Ook zijn sommige uitheemse boomsoorten beter bestand tegen het veranderende klimaat.
Eiken zijn het meest aanwezig in het landschap van Meierijstad. Deze grote, ecologisch aantrekkelijke bomen zorgen vooral in het buitengebied voor karakteristieke en robuuste lanen. Eiken kunnen erg oud worden en zijn geschikt om landschappen te versterken en te ontwikkelen. De eik is echter gevoelig voor de eikenprocessierups, een plaag die kan leiden tot gezondheidsklachten bij mensen.
De leeftijdsopbouw zegt iets over de vitaliteit en spreiding van het bomenbestand. We hebben in Meierijstad een evenwichtige opbouw. Dat wil zeggen dat er genoeg doorstroming is van 1-10 naar 11-20 enzovoort.
De kwaliteit van bomen is op twee manieren vast te stellen.
We werken hierbij conform Handboek bomen om eenduidig de kwaliteit van onze bomen te beoordelen.
In zowel conditie als onderhoudstoestand is het bomenbestand van Meierijstad goed op orde. Het merendeel van onze bomen is gezond en verkeren in goede onderhoudstoestand. Met het beheerplan kan dit nog verbeterd worden.
Naast het bomenbeleid van Meierijstad zijn er andere vormen van wetgeving die invloed hebben op bomen. Hieronder staat deze wetgeving kort uitgelegd en wordt de betrekking tot de bomen in gemeente Meierijstad beschreven.
De Wnb heeft als doel het in stand houden van het totale areaal aan bos in Nederland. Beplantingen groter dan 10 are of rijbeplantingen van meer dan 20 bomen in het buitengebied vallen onder de Wnb. Met uitzonderingen voor bomen op erven en in tuinen, wilgen en populieren.
Wanneer iemand in het buitengebied houtopstanden wil kappen, is de Provincie het bevoegd gezag. Hierbij geldt een meldings-en herplantplicht.
Burgerlijk Wetboek, art. 6.162 – zorgplicht
De zorgplicht gaat over de zorgvuldigheid waarmee de gemeente haar bomen beheerd. Het komt erop neer dat de gemeente zorg moet dragen voor haar bomen en dit op een bepaalde wijze moet organiseren. Er zijn drie vormen van zorgplicht voor bomen
Meierijstad draagt zorg voor haar bomen door planmatig boombeheer toe te passen. Dit houdt in dat de bomen cyclisch geïnspecteerd worden. Op basis van deze inspecties worden verder maatregelen als snoei uitgevoerd. Hiermee voldoet Meierijstad aan haar zorgplicht voor de bomen.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
De Wabo bepaalt dat we niet meer spreken van een ‘kapvergunning’ maar van een ‘omgevingsvergunning voor de activiteit kappen/vellen’. Een omgevingsvergunning kan door iedere boomeigenaar aangevraagd worden voor zijn of haar bomen. De gemeente weegt vervolgens de reden voor kap af en handelt vervolgens de vergunning af.
Bomenverordening gemeente Meierijstad (Bvo)
In de Bvo staan de regels omtrent het kappen van bomen. De Bvo beschrijft welke houtopstanden beschermd zijn en waarvoor dus een omgevingsvergunning voor moet worden aangevraagd bij kap. Ook staan in de Bvo regels voor herplant, instandhouding, aanvraag omgevingsvergunning, ziektebestrijding, strafbepaling, toezicht en handhaving.
Actuele uitdagingen en ontwikkelingen
Actuele uitdagingen en ontwikkelingen
In de openbare ruimte zijn altijd ontwikkelingen gaande. Het is zaak om het bomenbeleid hierop aan te passen. De meest relevante uitdagingen zijn in dit subhoofdstuk beschreven.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar het veranderende klimaat en wat voor invloed dit heeft op Nederland. Dit staat beschreven in de KNMI’14-klimaatscenario’s. Wat we nu al merken is dat we meer piekbuien en droge periodes krijgen. De verwachting is dat ons Nederlandse klimaat meer gaat lijken op het mediterrane klimaat.
Door de extremere regenbuien valt er meer water in een korte tijd. Op deze intensiteit is het rioolstelsel niet berekend en kan deze het water niet goed afvoeren. Dat kan leiden tot overstromingen.
Tegelijkertijd wordt het warmer in Nederland. Dit heeft gevolgen voor de leefbaarheid in de kernen. Met name de stenige omgeving zal de effecten van hitte meer voelen. Dit wordt het stedelijk hitte-eiland genoemd. De behoefte aan groene en koele omgevingen zal hierdoor toenemen. (KNMI, 2014) (Lammerse, 2018)
Figuur 5: Effect van groen op hitte in Veghel centrum (RIVM, 2018)
Parkeren, afval inzamelen, autorijden, fietsen, wandelen en spelen. Wat voorbeelden van functies die bovengronds in de openbare ruimte plaatsvinden. Ondergronds is het niet anders met het rioolstelsel, de gasleiding, elektriciteit en internet. Al deze functies een plek hebben in de openbare ruimte.
Het kan dan een uitdaging zijn om bomen en groen te handhaven en te zorgen voor een goede groeiplaats. Dit terwijl groen en bomen van vitaal belang zijn voor een goed leefklimaat in de straat.
Afname van onder- en bovengrondse groeiruimte
Een goede boomgroeiplaats is voorzien van voldoende ondergrondse ruimte om te wortelen en voldoende bovengrondse ruimte om te groeien. Kabels en leidingen, verhard oppervlak en bebouwing zijn dan concurrenten. Er moet in de ontwikkelfase van nieuwe en bestaande wijken ruimte gereserveerd te worden voor bomen om te groeien. Gebeurt dat niet, dan kunnen bomen niet goed groeien met alle gevolgen van dien.
Wanneer een boom niet de ruimte heeft om te groeien, zoekt hij zijn ruimte. Opdrukkende verharding is ongewenst vanuit zowel Civiel als Groen. Het betekent: extra beheerkosten om de verharding goed te leggen, een minder gezonde boom omdat wortels weggekapt moeten worden en een minder veilige openbare ruimte.
In Nederland is de omvang van de biodiversiteit afgenomen van 40% in 1900 tot 15% in 2010. Er is dus nog 15% van de oorspronkelijke Nederlandse biodiversiteit over. Het verlies aan biodiversiteit in Nederland is grotendeels veroorzaakt door landbouw, verstedelijking, areaalverlies, milieudruk en versnippering van ecosystemen. Verwacht wordt dat de druk van klimaatverandering op de Nederlandse biodiversiteit zal toenemen. Reden te meer om inheemse en diverse bomen te planten. (Verboom et al. 2010).
Actievere burger (participatie)
Burgers nemen steeds meer het initiatief. De gemeente verwacht dan ook steeds meer dat de burger eigen verantwoordelijkheid neemt. Het streven van de gemeente is om zoveel mogelijk mensen actief te laten participeren in de samenleving.
Voor bomen betekent het twee dingen. Enerzijds hebben steeds meer mensen een mening over de bomen, dit kan zowel positief als negatief zijn. Mensen kunnen de bomen in hun straat zowel plezierig als lastig ervaren. Anderzijds willen de burgers meer invloed hebben op hun leefomgeving. Dit betekent dat er bij projecten en renovaties de burger een stem moet krijgen in het ontwerpproces. Het is aan de gemeente om dit te begeleiden en te faciliteren. (VNG, 2015)
Aspecten als biodiversiteit, klimaatverandering en de roep om te vergroenen worden ook benoemd in de Europese green deal. Vanuit Europa pleit men voor het planten van 2 miljard bomen in Europa om klimaatneutraal te worden. Zo komen er voorstellen om de stedelijke omgeving verder te vergroenen en de biodiversiteit te herstellen. (European Commission, 2019)
Afgelopen jaren is er al beleid opgesteld in Meierijstad. Dit beleid biedt uitgangspunten voor het bomenbeleid om verder op te bouwen. In dit hoofdstuk wordt beknopt benoemd welke relevante beleidsuitgangspunten zijn opgesteld.
Integrale afstemming tussen Wegbeheer, groenbeheer en verkeer
Tussen de beleidsvelden wegbeheer, groenbeheer en verkeer zitten altijd uitdagingen. De twee grootste uitdagingen zijn: voldoende groeiruimte reserveren voor bomen in de ontwerpfase en de opdruk van verhardingen in de beheerfase. De oplossing ligt in het realiseren van een zogenaamd “duurzaam profiel voor de openbare ruimte”. Dit is een profiel waarin ruimte is weggelegd voor alle “bouwstenen” van de openbare ruimte. Denk daarbij aan:
Veiligheid is een ander raakvlak waarop alle disciplines gemoeid zijn. Bij ontwerp, inrichting en beheer van wegen is vooral de obstakelvrije ruimte in de berm en zichtlijnen van belang. Het CROW (kennispartner voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer) biedt een groot scala aan kennismodules. Met deze kennismodules kunnen we ontwerpkeuzes en inrichtingsprincipes maken waarmee de veiligheid van de openbare ruimte bewaard blijft.
We hebben voor het bomenbeleid twee participatieprocessen gevolgd. We werkten met een klankbordgroep en met bewonersavonden (boomcafés). Door het gehele participatieproces heen is input geleverd door diverse stakeholders. Het hele participatieproces is gedocumenteerd in het participatiedossier(bijlage).
De kern van het participatieproces is hieronder weergeven.
We hebben als Meierijstad een visie geformuleerd voor alle bomen. Deze luidt:
Meierijstad streeft ernaar om een groene gemeente te zijn met kwalitatief goede en diverse bomen die bijdragen aan een prettige leefomgeving, duurzaamheid, biodiversiteit en een klimaatbestendige openbare ruimte. De bomen moeten veilig, gezond, mooi en betaalbaar zijn. We moeten overlast beperken voor zover dat mogelijk is.
Het bomenbeleid moet bijdragen aan het groene en landelijke karakter dat hoort bij het landschap van Meierijstad. Dit moet behouden, beschermd en versterkt worden waar mogelijk. Robuuste groenstructuren, groene linten en wiggen zijn hierin van belang. We volgen hierin onze duurzaamheidsvisie en lopen vooruit op de Europese Green Deal en gaan vergroenen.
De juiste boom op de juiste plek, met de juiste groeiplaats en het juiste beheer, draagt bij aan de kwaliteit van het bomenbestand. Over kwalitatief goede bomen wordt goed nagedacht voordat ze geplant worden en hoe ze beheerd worden. Een goede voorbereiding en de juiste afweging zorgt voor betere bomen in Meierijstad. Wanneer bomen een goede kwaliteit hebben, zijn ze duurzamer en dragen ze meer bij aan een prettige leefomgeving.
Gezonde bomen dragen bij aan een prettige leefomgeving. Ze floreren, hebben diverse functies en verschillende waarden in de omgeving waar ze staan. Hierbij horen ook de overlastaspecten. De waarden van de bomen kunnen ook ervaren worden als overlast. We beperken de overlast met ons beheer waar mogelijk maar sommige vormen van overlast moeten ook geaccepteerd worden. Ook moet er goed worden gecommuniceerd over de vormen van overlast en waarom sommige vormen van overlast nou eenmaal bij een boom horen.
Klimaat- toekomstbestendig en biodivers:
Met weloverwogen soortkeuzes, diversiteit en investeringen in de groeiplaats moet het bomenbestand van Meierijstad meer klimaat- en toekomstbestendig worden en meer bijdragen aan biodiversiteit. We behouden bomen als het kan en vernieuwen als het moet. Ons bomenbestand wordt meer divers en onze toekomstbomen zijn beter opgewassen tegen veranderingen.
We willen onze burgers betrekken bij keuzes in de openbare ruimte. Dit geldt ook voor bomen. Wanneer renovaties of nieuwe projecten opgestart worden, betrekken we de omgeving. Ze kunnen pijnpunten, wensen en aandachtspunten aangeven waarmee we rekening moet houden. De bewoners hebben daarbij een adviserende rol. Tegelijkertijd moet de gemeente ook op haar eigen expertise en kennis vertrouwen om tot een juiste inrichting te komen. Hierbij dienen alle belangen, wensen en eisen afgewogen te worden.
We gaan per kern voor 25% meer groen. Per kern kijken we hoe en waar we kunnen vergroenen. Dit doen we door meer bomen aan te planten. Maar we kijken ook naar andere mogelijkheden tot vergroening zoals: tiny forests, verhardingen vervangen door gras, kruiden, plantsoenen en heesters.
Ook zetten we in op meer herplanten dan dat er gekapt wordt. We gaan voor een herplant van 1,5 boom per gekapte boom of een gelijkwaardige compensatie. Deze compensatie kan in zowel bomen als bossen, struweel, heesters en ander groen plaatsvinden. Maar altijd met de nadruk op kwaliteit boven kwantiteit.
We gaan voor kwaliteit boven kwantiteit. Dit betekent dat we niet lukraak bomen planten maar dat we weloverwogen keuzes maken met vergroenen. We zorgen dat de juiste boom op de juiste plek, met de juiste groeiplaats komt waardoor deze duurzaam kan uitgroeien. We conformeren ons hiervoor aan de richtlijnen uit het Handboek bomen.
We geven ons planmatig boombeheer en onderhoud verder gestalte. Hiermee zorgen we ervoor dat onze bomen veilig zijn en voorkomen en beperken we overlast waar mogelijk. Verder kunnen we met een jaarlijks communicatieplan de waarde van bomen meer uitdragen en duidelijkheid geven over ons beheer. Daarnaast proberen we bij nieuwe projecten overlast te voorkomen door bomen een goede inrichting te geven op een goede plek. Dit alles zorgt voor een prettige leefomgeving voor onze burgers.
Klimaat- toekomstbestendig en biodivers:
We gaan voor meer diversiteit in ons bomenbestand. Dit betekent meer verschillende boomsoorten in heel Meierijstad. Maar we gaan ook meerdere boomsoorten in één rij planten om monoculturen te doorbreken. Daarnaast zoeken we naar klimaat- en toekomstbomen voor onze openbare ruimte en proberen we bij inrichtingen altijd rekening te houden met de biodiversiteit. Naast een diversiteit aan bomen gaan we ook voor een diverser bestand van heesters en andere planten zodat er meer variatie ontstaat. Dit doen we met besdragende en bloeiende heesters en kruidenrijke bermen die goed zijn voor vogels en insecten.
Dit alles doen we samen met onze burgers. Als we per wijk, buurt of kern gaan zoeken naar mogelijkheden tot vergroening doen we dit in overleg met onze burgers. Ook bij nieuwe inrichtingen en renovaties gaan we in goed overleg met onze burgers. De gemeente houdt hierbij wel de rol van deskundige als het gaat om bomen en groen.
Als Meierijstad willen we een groene en boomrijke gemeente zijn. Dit wil zeggen dat we bomen behouden en beschermen als ze toekomstbestendig zijn, ontwikkelen als ze potentie hebben en verjongen als bomen geen toekomst meer hebben. Om bomen te beschermen, moet er een beeld worden gevormd over hoe waardevol ze zijn en waarom ze zo waardevol zijn. Daarom hebben we onze bomen gecategoriseerd. Vervolgens hebben we een beschermingsregime voor de bomen opgesteld, zodat bomen niet nodeloos gekapt worden.
Door de bomen in te delen in categorieën worden ze gewaardeerd. Hoe waardevoller de boom, des te zuiniger zijn we erop en des te meer bescherming deze verdiend. We hanteren in Meierijstad vier boomcategorieën:
Zoals eerder benoemd vertegenwoordigen bomen veel waarde en hoe ouder ze worden, hoe waardevoller ze zijn.
Door de jaren heen hebben we geïnvesteerd om bomen te laten uitgroeien. Dit doen we omdat bomen belangrijk zijn voor het groene karakter, een fijne leefomgeving en ze veel waarde vertegenwoordigen. Dit betekent dat we ze moeten beschermen tegen beschadigingen en voortijdige kap. Hoe belangrijker we de boom vinden, hoe meer bescherming ze verdient.
Bomen van de burgers van Meierijstad
We verwachten dat onze burgers zelf ook de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen bomen. Daarom willen we ons niet onnodig bemoeien met hun bomen. Alleen de particuliere bomen die waardevol zijn voor het karakter van Meierijstad, zeldzaam zijn, beeldbepalend zijn of bomen met grote milieu- en/of natuurwaarde vallen onder het kapverbod in de Bomenverordening Gemeente Meierijstad.
De Groene kaart van Meierijstad vormt de basis van de bescherming van de houtopstanden. Op deze kaart gaan we alle houtopstanden visualiseren die beschermd worden door de gemeente. Er staan dus monumentale houtopstanden, waardevolle houtopstanden, hoofdstructuren en wijkstructuren op.
Bomenverordening gemeente Meierijstad
De Groene kaart werkt samen met de reeds vastgestelde Bomenverordening gemeente Meierijstad. Dit houdt in dat wanneer iets op de Groene kaart staat, het een beschermde houtopstand is. Dan moet er een omgevingsvergunning worden aangevraagd en toegekend om te mogen kappen.
Monumentale houtopstanden zijn de meeste bijzondere bomen in Meierijstad. Dit komt omdat ze zo markant, beeldbepalend of bijzonder zijn dat ze worden herkend. Vaak dragen deze bomen een verhaal met zich mee. Ze onderscheiden zich van andere bomen door hun hogere leeftijd, karakter, zeldzaamheid of omvang. Dit zijn zowel gemeentelijke als particuliere bomen.
Figuur 8: Monumentale boom Meierijstad (Willems)
Monumentale houtopstanden worden aangewezen vanwege hun beeldbepalendheid, cultuurhistorisch belang of zeldzaamheid. De uitwerking van de criteria is te vinden in bijlage 1: Criteria voor Groene kaart.
Behouden staat voorop bij deze bomen. Zolang het verantwoordt en veilig is, willen we deze bomen in stand houden.
Dit betekent dat de bomen beschermd moeten worden. Dat gebeurt door middel van een kapverbod en omgevingsvergunning. Hiervoor geldt een nee-tenzij principe. Dit betekent dat een omgevingsvergunning voor kap eigenlijk altijd geweigerd wordt, tenzij er een zwaarwegend maatschappelijk belang speelt of een direct gevaar voor de omgeving is ontstaan.
Dit moet de eigenaar aantoonbaar maken bij de omgevingsvergunning. Met een deskundig onderzoek moet worden bewezen dat alle alternatieven om de boom te behouden zijn onderzocht en afgewogen en dat de boom simpelweg niet meer gehandhaafd kan blijven.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor kappen kan een herplant of compensatie opgelegd worden. Dit gebeurt om de verloren gegane groene waarde te compenseren. Er wordt herplant opgelegd als de locatie voldoende ruimte biedt om de herplant uit te laten groeien tot een volwassen exemplaar.
De herplant moet zoveel mogelijk in relatie zijn met de waarde en grootte van de gekapte boom. Uiteindelijk moet de herplant leiden tot een vergelijkbare groene waarde. De financiële last voor een burger moet daarmee wel in verhouding zijn. Indien een monumentale boom gekapt moet worden en er een herplantverplichting geldt, geven wij de volgende aspecten van herplant mee:
Bij illegale kap wordt als sanctie een zwaardere herplant opgelegd. Dit moet een herplant zijn van een boom met de minimale handelsmaat van 60 cm.
Waardevolle houtopstanden zijn overwegend solitaire houtopstanden die veel waarde vertegenwoordigen voor de omgeving waarin ze staan. Dit zijn waardes op het gebied van cultuurhistorie, dendrologie, natuur, karakter en de mate van beeldbepalendheid. Ze kunnen zowel van particulieren als gemeenten zijn en het zijn bomen die de potentie hebben om door te groeien tot monumentale houtopstanden.
Het uitgangspunt van deze houtopstanden is behouden en beschermen en zo lang mogelijk laten groeien. De waardevolle houtopstanden worden net als de monumentale bomen beschermd door een kapverbod en omgevingsvergunning. Alleen bij een zwaarwegend algemeen of individueel belang of veiligheidsoverweging kan een omgevingsvergunning verleend worden. Dit zal de aanvrager van de omgevingsvergunning aantoonbaar moeten maken. De alternatieven om de boom te behouden moeten zijn onderzocht en afgewogen. Alleen dan is het mogelijk om een omgevingsvergunning te verlenen.
Net als bij monumentale houtopstanden moeten waardevolle houtopstanden gecompenseerd worden voor de groene waarde die verloren gaat bij het kappen van de boom. De herplant moet zoveel mogelijk in relatie zijn met de waarde en grootte van de gekapte boom. Uiteindelijk zal de herplant moeten leiden tot een vergelijkbare groene waarde. De financiële last voor een burger moet daarmee wel in verhouding zijn. Indien een waardevolle boom gekapt moet worden en er een herplantverplichting geldt, geven we de volgende aspecten van herplant mee:
Bij illegale kap wordt als sanctie een zwaardere herplant opgelegd. Dit moet een herplant zijn van een boom met de minimale handelsmaat van 60 cm.
De hoofdstructuren zijn de lanen, rijen of groepen met bomen, bossen, landschapselementen, die een robuust groen netwerk vormen. Deze structuren zijn Meierijstad-breed de meest belangrijke structuren. Het is een netwerk dat groen met elkaar verbindt en de gemeente een grootse groene uitstraling geven. Denk hierbij aan onze beekdalen, bossen, bomen langs hoofdwegen, parken, pleinen, sportvelden en begraafplaatsen.
We willen onze structuren zo lang mogelijk behouden. Hierdoor vervullen ze optimaal hun functie en bieden ze het langst ecosysteemdiensten. We moeten deze bomen dus beschermen, behouden en versterken waar mogelijk. Daarmee dragen ze optimaal bij aan het groene netwerk en het landschap van Meierijstad.
De wijkstructuren zijn de bomen en groen op kern en wijkniveau die een groen netwerk vormen. Denk hierbij aan bomen langs wijkontsluitingswegen, pleintjes, parkjes en groene bufferzones in wijken en buurten. Deze structuren vormen een verbinding binnen een kern of wijk.
Ook deze structuren willen we tot volledige wasdom laten komen zodat ze een bijdrage leveren aan een groen en duurzaam karakter binnen kernen, wijken en buurten. Deze structuren moeten beschermd, behouden en verstevigd worden om het groene karakter hierin te behouden.
De bomen binnen hoofd- en wijkstructuren worden beschermd door een kapverbod en omgevingsvergunning. Alleen bij een algemeen maatschappelijk belang of een zwaarwegend individueel belang kan een omgevingsvergunning toegestaan worden. Dit belang moet door de aanvrager worden aangetoond. De alternatieven om de boom te behouden moeten zijn onderzocht en afgewogen.
Hoofd- en wijkstructuren hebben een hoge beschermingsstatus binnen Meierijstad. Ze vormen immers het karakter en vertegenwoordigen zeer hoge groene waarde voor onze gemeente. Bij de afweging voor het kappen van bomen in een hoofdstructuur wordt echter wel getoetst aan het behoud van de structuur en niet van een enkele boom in de structuur.
Bomen binnen belangrijke structuren moeten altijd gecompenseerd worden. Dit met het doel om de verloren gegane groenwaarde te compenseren en om de structuur in stand te houden.
Compensatie betekent dat de groene waarde hersteld of geborgd wordt. Dit moet altijd het uitgangspunt zijn. Hoe dat in een structuur opgelost wordt, is maatwerk. Een belangrijk punt hierbij is de juiste boom, op de juiste plaats, met de juiste voorzieningen. Compenseren om te compenseren is niet de juiste gedachtegang. Er moet effectief en op de juiste plaatsen gecompenseerd worden om structuren te herstellen of in stand te houden.
We gaan bij compensatie voor meer herplanten dan dat er gekapt is. Dit om vergroening in gang te zetten. We gaan daarbij per gekapte boom voor 1,5 boom herplant, of het equivalent daarvan in ander groen.
Alle bomen die niet onder monumentale, waardevolle, hoofdstructuur of wijkstructuur vallen, zijn de overige sfeerbomen. Dit zijn veelal bomen die op straatniveau sfeer en groene waarde brengen. Ze hebben op een ander schaalniveau waarde dan de bovenstaande bomen. En hoewel deze bomen een minder hoge status hebben, zijn de bomen nog steeds waardevol. Vooral voor de beleving van burgers op straatniveau zijn deze bomen van belang.
Deze bomen hebben een doel en een functie op de plek waar ze geplant zijn. Naar verloop van tijd worden bomen steeds waardevoller (hoe groter en ouder bomen worden, hoe waardevoller ze zijn). Daarnaast is er jaren geïnvesteerd in de bomen in aanleg en onderhoud. Het past niet binnen de duurzame ambities van de gemeente om bomen vroegtijdig te kappen. Daarom is het uitgangspunt voor deze bomen ook behoud en behoedzaamheid.
Echter kan het zo zijn dat een boom zijn functie niet meer vervult, ernstige overlast veroorzaakt, niet meer aan de eisen voldoet of niet meer past in een gewijzigde situatie. In deze gevallen wordt er een afweging gemaakt tussen behoud en verwijderen met een afwegingskader. Dit afwegingskader draagt bij aan een objectieve benadering van kapverzoeken. Tevens zorgt het ook dat bomen beschermd worden om kaalslag te voorkomen.
Indien de plek geschikt is, wordt een boom herplant. Het is de taak van de gemeente om te zorgen dat de groene waarde niet verdwijnt uit woonstraten. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om voor groen te zorgen in straten. Niet alleen ter verfraaiing maar ook voor groene verbindingen, nestelgelegenheden, verkoeling en waterbuffering.
Dit zijn alle overige bomen waarvan een particulier eigenaar is. Deze bomen zijn veelal geplant met de reden de tuin te verfraaien en er zijn diverse redenen waarom een particulier de bomen weer wil verwijderen of handhaven. We gaan ervan uit dat de particulier een verantwoordelijkheidsgevoel heeft voor de bomen in zijn/haar tuin. Deze bomen betekenen iets voor de wijk of buurt waarin ze staan. Ze zorgen voor waarde en beleving. Dit gevoel en de verantwoordelijkheid voor deze bomen ligt bij de particulier. Deze bomen staan namelijk niet op de Groene kaart, maar zijn nog steeds waardevol op wijkniveau. Een particulier draagt de zorg voor deze boom. We kunnen als gemeente geen regelgeving op deze bomen uitoefenen maar adviseren de particulier graag over zijn/haar bomen om ze zo lang mogelijk te handhaven. Dit zijn bijvoorbeeld keukentafelgesprekken die we kunnen voeren om het belang van de boom te benadrukken en wat hij nou doet voor zijn omgeving. Op deze manier hopen we eraan bij te dragen dat deze bomen behouden blijven.
Als men in het buitengebied bomen wil kappen, kan de Wnb van toepassing zijn. De Wnb geldt bij:
De Provincie is het bevoegd gezag bij de Wnb. De initiatiefnemer doet een kapmelding bij de Provincie en er geldt een herplantverplichting voor de gekapte bomen. Hiermee houdt de Provincie het totale areaal bos en groen in Noord-Brabant in stand.
Het belangrijkste verschil tussen de Wet natuurbescherming en de Bomenverordening is dat de Provincie alleen toetst op de instandhouding van het huidige areaal. Ze toetsen niet kwalitatief op de aanwezige beplantingen. De gemeentelijke bomenverordening doet dit wel.
Bomen kunnen tevens beschermd zijn binnen de huidige bestemmingsplannen. In deze bestemmingsplannen kunnen specifiek bomen genoemd zijn als ‘Waardevolle elementen’. Het zijn bomen die de gemeente waardevol acht en daarom de status van gemeentelijk monument hebben gekregen.
De bomen zijn beschermd met een beschermingszone ter grootte van de boomkroon. Binnen deze boomkroon is het verboden om zonder een aanlegvergunning werkzaamheden en werken uit te voeren die de bomen kunnen beschadigen en daarmee hun levensduur kunnen beperken.
Daarnaast worden bossen en landschapselementen ook beschermd door een bos, natuur of groen bestemming.
In de gemeente zijn altijd activiteiten gaande. Glasvezel, nieuwe huizen, evenementen, renovaties, etc..
Het zijn activiteiten die negatief kunnen uitpakken voor bomen. Bomen stellen bepaalde eisen aan hun omgeving en met de activiteiten is het mogelijk dat deze eisen worden aangetast.
Daarom is het noodzakelijk om beschermingsregels op te stellen voor het bouwen en werken rondom bomen. Hiervoor is het allereerst belangrijk te weten wat een boom nodig heeft om te leven en te groeien, Vervolgens wordt gekeken hoe de bovengenoemde activiteiten risico’s vormen voor bomen. Als laatste worden er kaders gegeven om deze risico’s in te perken.
Een boom is een levend wezen. Onder- en bovengronds spelen er verschillende natuurlijke processen waardoor een boom kan groeien, bloeien en zich kan blijven ontwikkelen. Voor het proces van groei en ontwikkeling heeft een boom een aantal basisbehoeften. Deze behoeften zijn: voldoende ruimte, volume, lucht, voeding, water en mogelijkheid om te wortelen.
Wanneer een (of meerdere) van deze basisbehoeften wegvalt of afneemt, kan de vitaliteit van de boom verminderen, of de boom zelfs afsterven. Dit kan komen doordat er ontwikkelingen zich bovengronds afspelen.
Er zijn diverse activiteiten in en nabij de openbare ruimte die van negatieve invloed kunnen zijn op bomen. We hebben het dan over: verdichting, graafschade, stamschade, verdroging, vernatting, schadelijke stoffen en illegale snoei.
Het is voor de gemeente zaak om daar duidelijke richtlijnen voor mee te geven aan de organisator, initiatiefnemer of bouwer. Dit zorgt voor meer duidelijkheid bij degene die de activiteit organiseert, zodat deze er ook rekening mee kan houden. We bedoelen dan met name bouwactiviteiten, graafactiviteiten, evenementen, maar het kan ook van toepassing zijn op andere activiteiten.
Regels van werken en bouwen rondom bomen
Regels van werken en bouwen rondom bomen
Er zijn dus een aantal risico’s voor bomen bij verschillende activiteiten. De activiteiten zijn voornamelijk: bouwen, evenementen, renovaties en aanlegactiviteiten in de openbare ruimte. De risico’s zijn:
Bij activiteiten als deze is het noodzakelijk om aandacht te besteden aan de bescherming van de bomen en daar tevens toezicht op te houden. De bovengenoemde activiteiten mogen geen schade aanrichten aan de wortels, wortelzone of de boom zelf. Daarmee worden de groeiomstandigheden van de boom namelijk sterk aangetast.
Zowel bij de vergunningverlening als de handhaving moet er aandacht aan de bomen besteed te worden.
Een aantal basisprincipes zijn:
Binnen de gemeente zijn deze basisprincipes wel bekend. Het voornaamste is het onder de aandacht brengen van deze regels bij evenementenorganisaties, aannemers en projectontwikkelaars wanneer ze iets initiëren in de openbare ruimte of in de buurt van bomen. Dit zodat ze hier rekening mee kunnen houden. Veel van deze schades zijn te voorkomen door kennis bij bovengenoemde partijen bij te brengen.
Bomen hebben bij sloop-, aanleg-, en bouwprojecten vaak specifieke bescherming nodig. Denk aan het afzetten van de kroonprojectie en het leggen van rijplaten. Bij grotere bouw- en aanlegprojecten moet er daarom een boombeschermingsplan opgesteld worden en dit moet voor aanvang van de werkzaamheden worden beoordeeld en goedgekeurd door de bomendeskundige van de gemeente. Tijdens de werkzaamheden moet het gemonitord worden door een gecertificeerd toezichthouder.
Bij kleinschaligere projecten en evenementen moet er bij vergunningverlening informatie en uitleg meegestuurd worden over het werken rondom en met bomen.
Als gemeente Meierijstad hebben we ons geconformeerd aan het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen. Hierin worden de regels voor het beschermen van bomen uitvoerig beschreven in Hoofdstuk 2 Werken rond bomen.
Tevens heeft het Norminstituut Bomen een poster ter beschikking gesteld waarop de bescherming van bomen samenvattend wordt beschreven. Deze poster sturen we bij evenementen en bouwvergunningen mee, om de initiatiefnemer te informeren over hoe om te gaan met bomen in het projectgebied. De poster is te vinden in bijlage 2: beschermingsmaatregelen voor bouw of aanleg bij bomen.
Tevens moet er volgens de richtlijnen van de poster en de richtlijnen uit het Handboek Bomen toezicht en handhaving uitgevoerd worden. Dit om de bomen een optimale bescherming te bieden bij bouw, evenement en andere activiteiten.
Bomen bij ruimtelijke ontwikkelingen
Bomen bij ruimtelijke ontwikkelingen
Ruimtelijke ontwikkelingen vormen een risico voor volwassen en gezonde bomen binnen het betreffende plangebied. De bestaande groene kwaliteit en natuurwaarden moeten opboksen tegen de harde belangen zoals inbreidingsdoelstellingen voor de woningbouw, economische belangen en claims op de ruimte. Daarom is extra aandacht vereist om bestaande bomen goed in beeld te brengen en indien mogelijk in te passen door deze op te nemen in het ontwerp.
Ons uitgangspunt om hiertoe te komen is een driepuntensysteem. Dit driepuntensysteem draagt eraan bij dat we zorgvuldig omgaan met bestaande bomen en enkel kappen wanneer daar echt aanleiding toe is. Bestaande bomen hebben namelijk al veel meer waarde dan nieuw te planten bomen. We gaan dus zo behoedzaam als mogelijk om met onze bestaande bomen. Dit driepuntensysteem staat voor:
Bij alle inrichtingen gaan we er dus vanuit dat vanuit deze drie punten gewerkt wordt.
We willen dat bomen gehandhaafd en ingepast worden in de inrichting wanneer ze veilig zijn, voldoen aan het streefbeeld en de investering voor handhaving in verhouding staat tot de levensverwachting van de boom.
Wanneer handhaving niet mogelijk is, is de tweede stap verplanten. Dit heeft de tweede voorkeur maar alleen als:
Stap 3 is kappen en herplanten. Dit wordt alleen gedaan als de eerste twee opties goed zijn overwogen. Waar mogelijk wordt de boom gecompenseerd door herplant van een nieuwe boom. Dit geldt voor alle bomen, dus niet alleen de bomen die beschermd worden met een kapverbod en omgevingsvergunning.
We gaan onderzoeken of het mogelijk is dat wanneer herplant op locatie niet mogelijk is, de groenwaarde gecompenseerd wordt met een financiële bijdrage in het gemeentelijk groenfonds.
Wanneer bij ruimtelijke ontwikkelingen volgens dit driepuntensysteem wordt gewerkt kunnen de reeds aanwezige bomen gespaard worden en heeft de ontwikkelaar direct een verbeterd streefbeeld. Er is namelijk al direct volwassen en robuust groen aanwezig binnen zijn plan. Dit heeft ook een meerwaarde voor de toekomstige bewoners of gebruikers.
Het proces bestaat uit vier stappen waarin de ontwikkelaar inzicht verkrijgt in het aanwezige groen, hoe hiermee om moet worden gegaan, hoe dit zich vertaalt naar de verkaveling en naar een inrichtingsplan.
Stap 1: Programma van eisen voor bomen en groen
Als eerste wint de projectontwikkelaar alle relevante informatie in vanuit het bomenbeleid, de Groene kaart en het landschapsontwikkelingsplan. Daarnaast inventariseert een groendeskundige al het groen in het plangebied waaruit blijkt:
Stap 2: Visie op het gebied en groene inpassingen (inpasbaarheidsonderzoek)
Dit is de verdiepende uitwerking van het programma van eisen voor bomen/groen. Hierin beschrijft de planontwikkelaar:
Dit is het checkmoment waarbij de planontwikkelaar samen met de gemeente de afweging maakt welk waardevol groen ingepast wordt, welk waardevol groen wellicht ingepast kan worden en welk groen niet voldoet aan het streefbeeld en gerooid moet worden. Op basis van dit overleg wordt een minimumeis van kwalitatief groen en bomen afgesproken.
Er wordt aan de hand van bovenstaande gegevens een verkavelingsplan opgesteld door de planontwikkelaar. Met het verkavelingsplan wordt zichtbaar hoe er met het bestaande en toekomstige groen wordt omgegaan. Maar ook hoe de ruimte is verdeeld voor verkeer, water, verlichting, wegen en groen. Het verkavelingsplan wordt getoetst aan de volgende punten:
Wanneer een van deze vragen met nee wordt beantwoordt is een bomeneffectenanalyse (BEA) nodig. Met een BEA wordt door een onafhankelijke boomdeskundige onderzocht of de bomen duurzaam ingepast kunnen worden in de ontwikkeling en wat de alternatieven zijn.
Met de uitkomsten van de BEA moet de gemeente een afweging te maken voor de bomen:
Op basis hiervan kunnen we het plan aanpassen om bomen te behouden. We maken hierbij een afweging tussen de ruimtelijke ontwikkeling, de financiële kant, de haalbaarheid maar ook of de toekomstige situatie leidt tot een duurzame en aantrekkelijke leefomgeving.
In deze fase is het vooral van belang om te kijken naar de aspecten: kroondiameter in de eindfase, afstanden tot de gevels, minimale grootte van de plantlocatie en de groeiplaats.
Het inrichtingsplan moet altijd in overleg met of door een groendeskundige worden opgesteld. De gemeente en ontwikkelaar is gebaat bij een goed en gedetailleerd inrichtingsplan. Het inrichtingsplan wordt op basis van onze basisprincipes opgesteld. Uiteindelijk wordt het getoetst door een groendeskundige van de gemeente. Wat de basisprincipes van de gemeente zijn, is te lezen in het volgende hoofdstuk: Inrichting van bomen.
We gaan voor kwalitatief goede en gezonde bomen die bijdragen aan onze duurzame ambities. Om dit te bereiken moeten we rekening houden met: de juiste boom op de juiste plek, met de juiste groeiplaats en het juiste beheer.
De voordelen hiervan zijn gezondere bomen die beter functioneren, minder overlast, relatief lagere beheerkosten en mooiere en gezondere bomen.
Verder gaan we voor bomen die de potentie hebben om monumentaal te worden. Dit zijn bomen die op bijzondere plekken staan. Zoeklocaties hiervoor zijn het bestaand erfgoed. Dit kan versterkt worden met in potentie monumentale bomen met goede groeivoorzieningen.
Om dit voor elkaar te krijgen moet er in de voorbereidings- en ontwerpfase al rekening worden gehouden met bomen.
Of de openbare ruimte nu voor het eerst wordt aangelegd of gereconstrueerd wordt, er moet altijd een plan gemaakt te worden waarin bomen en hun inrichting worden uitgelicht. In dit plan voor de bomen staan:
Om tot een goed doordachte inrichting te komen hebben we als gemeente een stappenplan gemaakt waarmee ontwerpers en werkvoorbereiders dienen te werken. Het stappenplan daagt de tekenaar uit tot meer weloverwogen keuzes in inrichting zonder dat het de creativiteit van de tekenaar inperkt.
Het stappenplan is ter verduidelijking verder uitgewerkt in een stroomschema met output, wat ontwerpers en werkvoorbereiders kunnen toepassen om tot goed doordachte boomontwerpen te komen. Dit stroomschema wordt weergeven in bijlage 3: inrichting van bomen.
Het uitgangspunt is altijd om een goede groeisituatie te creëren voor de boom en dat deze zo duurzaam mogelijk beheert kan worden. Dit betekent:
De uitgangspunten van inrichting zijn verder uitgewerkt in bijlage 3: inrichting van bomen.
Naast de meerwaarde die bomen leveren, kan het zijn dat mensen bomen als een negatief gegeven ervaren. Ze zien dan de lasten van een boom en niet de lusten. Gemeente Meierijstad krijgt in dat geval meldingen binnen over bomen die de leefomgeving aantasten en daarom gekapt zouden moeten worden.
Deze klachten worden serieus genomen en we dienen als gemeente te onderzoeken of het mogelijk is om de overlast weg te nemen of deze te verminderen. De maatregel die we nemen hangt af van de mate van overlast, de waarde en betekenis van de boom en de locatie. Het is vaak een afweging tussen het individuele belang en het algemeen belang. Hierin kan de uitkomst zijn dat we niets doen, de boom kappen, of kiezen uit een scala aan maatregelen die tussen deze twee uitersten in zitten.
De gemeentelijke visie op overlast en hinder door bomen is als volgt:
Gemeente Meierijstad is een groene gemeente en heeft de ambitie om alleen maar groener te worden. Dit blijkt onder meer uit de duurzaamheidsvisie van Meierijstad. Bomen dragen daar voor een groot gedeelte aan bij. Tevens kost het veel tijd om een volwassen boom te ontwikkelen.
Om deze redenen zijn we behoedzaam en terughoudend met het kappen van bomen. Bomen zijn geen product dat zomaar vervangen kan worden. Het kost veel geld om bomen te kappen en te vervangen en de ecosysteemdiensten van volwassen bomen zijn veel groter dan die van jonge bomen.
We voorkomen hinder bij nieuwe projecten
Bij nieuwe projecten kunnen we als gemeente veel hinder voorkomen. Dit doen we door de bomen zo ver als dat mogelijk is van de erfafscheiding en verhardingen te zetten. Tevens letten we bij de inrichting op de boomgrootte in relatie tot de omgeving(juist boom op de juiste plek). Ook letten we op voor de boomsoorten die veelvuldig materiaal laten vallen of gevoelig zijn voor plaagdieren. Hierbij wordt altijd de afweging gemaakt of de boom geschikt is in zijn omgeving.
We onderhouden onze bomen goed
Planmatig onderhoud draagt eraan bij dat hinder zo veel als mogelijk voorkomen wordt. We controleren onze bomen regelmatig, snoeien ze indien nodig, houden eikenprocessierups in toom en herstellen verhardingsopdruk. Daarmee zorgen we dat de openbare ruimte veilig blijft en hinder zo veel mogelijk voorkomen wordt.
Men moet zowel de lusten als de lasten van bomen te accepteren
Bomen hebben een aantal natuurlijke verschijnselen die simpelweg geen reden zijn om bomen te kappen of te snoeien, hoe vervelend ze ook ervaren kunnen worden. We hebben het dan over natuurlijke verschijnselen als: blad- en vruchtval, bloesem en stuifmeel dat als rommel wordt ervaren. Dit zijn natuurlijke elementen die iedere boom in meer of mindere mate heeft. Aanwonenden zullen de lusten en lasten van gemeentelijke bomen moeten dragen wil de gemeente voldoende groen hebben. Het betreft een stukje acceptatie. Het rooien van bomen vanwege deze redenen is niet acceptabel. Dit zou met precedentwerking kunnen leiden tot kaalslag in de gemeente.
Hoe hoger de waarde van de boom, hoe meer de aanwezigheid is gerechtvaardigd
Gemeentelijke bomen dienen het maatschappelijk belang. Ze leveren ecosysteemdiensten voor de hele gemeenschap. Bomen in de openbare ruimte zorgen voor een groene aankleding, structurering, groen karakter en ecosysteemdiensten. Ze worden door Meierijstad als zeer belangrijk geacht.
We hebben in Meierijstad boomcategorieën, namelijk: monumentaal, waardevol, hoofdgroenstructuur, wijkstructuur en overige sfeerbomen. Hoe hoger de status van de boom, des te meer bescherming de gemeente de boom geeft. We vinden dat monumentale en waardevolle bomen en hoofd- en wijkgroenstructuren op een hoog schaalniveau van belang zijn voor veel inwoners en bezoekers van Meierijstad. Dit maakt het gerechtvaardigd dat de boom er staat, ook als in individuele aanwonende vindt dat hij er hinder van ondervindt. We zijn meer behoedzaam en terughoudend bij het nemen van maatregelen bij deze bomen. Maar dat neemt niet weg dat onze overige sfeerbomen ook behoedzaam behandeld worden.
Hoe handelen bij klachten uit de omgeving
Hoe handelen bij klachten uit de omgeving
We nemen de klachten van onze burgers serieus en beoordelen alle klachten deskundig. We beseffen en erkennen dat burgers overlast kunnen ervaren van onze bomen en onderzoeken de mogelijkheden om dit op te lossen.
Wanneer er overlast wordt ervaren wordt de locatie en situatie beoordeeld. We kijken of we de overlast op kunnen lossen, of kunnen beperken. Er zijn twee opties mogelijk:
De overlast is oplosbaar of te beperken binnen onze mogelijkheden
Oplosbare overlast is overlast die we binnen onze reguliere beheeringrepen kunnen verhelpen of verminderen, bijvoorbeeld het snoeien van overhangende takken en het bestrijden van eikenprocessierups. Ook kan het verwijderen/vervangen van bomen een manier zijn om de overlast op te lossen. Dit is mogelijk bij situaties waar:
We hebben het over niet oplosbare overlast wanneer er een impasse ontstaat tussen het algemeen belang van het behouden van de boom en de burger die overlast ervaart. Dit zijn situaties waarin de gemeente de bomen beoordeeld als waardevol en met een goede levensverwachting en die dus niet verwijderd zullen worden vanwege overlast. We hebben dan goede redenen om dat te doen. Toch zal dit voor een burger kunnen overkomen als onacceptabel. We kunnen als gemeente dan de overlast niet oplossen en de burger dient een verzoek in tot kap. We hanteren daarvoor het nee-tenzij principe.
In principe gaan we geen bomen kappen omwille van overlast
Bomen worden met doel geplant en er wordt doelgericht in geïnvesteerd. Bomen hebben functies als verfraaiing, weggeleiding of karakterisering van de wijk. Daarnaast zijn ze met hun ecosysteemdiensten van steeds groter belang voor het veranderende klimaat. Een boom geeft veelal meer overlast als hij ouder wordt. Juist dan hebben we er veel in geïnvesteerd en juist dan begint de boom juist zijn waarde te vervullen.
Overlast is een subjectief begrip. De een vindt een boom vervelend vanwege zijn schaduwwerking op het huis, terwijl de ander blij is met de verkoelende werking in hete zomers. De een waardeert bloesem, blad en vruchten als beleving van de seizoenen, de ander ziet rommel. Juist omdat dit subjectief is, kunnen wij als gemeente dit niet zien als een reden om bomen te kappen. We zijn er als gemeente om het algemeen belang te dienen.
Indien we meegaan in de subjectieve vormen van overlast en bomen daarvoor gaan kappen, doen we aan:
Bomen zijn van maatschappelijk belang. Wij vinden het redelijk dat burgers zowel de lusten als lasten van bomen dienen te accepteren.
We maken in de beoordeling van de overlast onderscheid tussen de verschillende boom categorieën. We vinden dat monumentale en waardevolle bomen en hoofd- en wijkstructuren van een dermate groot belang zijn dat een individu daar meer overlast van moet accepteren dan van een overige sfeerboom. Dat neemt niet weg dat we de overige sfeerbomen ook van groot belang achten.
Disproportioneel grote overlast is een reden voor nadere overweging
We weten dat bomen grote overlast kunnen geven. Dat kan dusdanig zijn dat burgers sterk worden beperkt in hun leefgenot en dus ook in de kwaliteit van de leefomgeving.
In deze gevallen gaan we de mate van overlast afwegen tegen de waarde die de boom heeft als deze behouden blijft. We willen hier eenduidig mee omgaan en bij alle gevallen dezelfde afweging maken. Daarom beoordelen we de bomen op vaste onderdelen. Wanneer de overlast opweegt tegen de waarde van de boom is er een disproportioneel grote overlast. Dan volgt een nadere afweging. We beoordelen onze bomen op de volgende aspecten:
Wanneer niet duidelijk is of een oplossing draagvlak heeft in de omgeving kan worden gekozen om de mening van omwonenden te peilen met een enquête of informatiebijeenkomst.
Het kappen van bomen moet niet leiden tot een precedentwerking voor de rest van onze bomen. Iedere situatie is uniek en wordt apart behandeld. Als na uitvoerige beoordeling is besloten om in een bepaalde situatie bomen te kappen, betekent dit niet dat elke volgende klacht dezelfde uitkomst zal hebben. Iedere situatie wordt apart afgewogen, beoordeeld en behandeld.
Transparant waarderingsmodel overlast en boomwaarde
We willen transparant en objectief kunnen afwegen wanneer overlast zwaarder weegt dan de boomwaarde. Hiervoor gaan we een waarderingsmodel overlast en boomwaarde opstellen. Hiermee kan in de toekomst een duidelijke afweging worden gemaakt tussen behoud en kap.
Dit waarderingsmodel gaan we ontwikkelen op basis van het model van gemeente Oss. Dit waarderingsmodel is transparant en duidelijk en goed toe te passen op de situaties in Meierijstad.
In gemeente Meierijstad gelden voor het boombeheer twee belangrijke uitgangspunten: veiligheid en esthetiek. De veiligheid van bomen moet altijd geborgd zijn. Hiervoor hanteren we planmatig boombeheer. De esthetiek van bomen is de verschijningsvorm en de netheid. Dit uitgangspunt is van minder groot belang dan veiligheid maar is vooral van belang voor de netheidsbeleving van de burgers.
Het beheren van bomen is een cyclisch proces waarin controleren en het uitvoeren van maatregelen de basis is.
Iedere boomeigenaar heeft zorgplicht voor haar bomen. Het houdt in dat de eigenaar van een boom de noodzakelijke zorg voor de boom moet uitvoeren. Hiermee bedoelen we vooral inspecteren en snoeien. In Meierijstad hebben we ervoor gekozen om planmatig beheer en onderhoud op onze bomen uit te voeren.
De basis van planmatig beheer en onderhoud is regelmatig inspecteren en op basis daarvan maatregelen uitvoeren. We hanteren hiervoor de cyclus van drie jaar, waarin we onze bomen minimaal 1 x per 3 jaar inspecteren.
Op basis van deze inspectie voeren we maatregelen uit. Dat kan snoei zijn, maar ook vellen, nader onderzoeken of een verhoogde zorgplicht hanteren. Het kan ook zijn dat er geen vervolgmaatregelen nodig zijn, dan is de boom in orde en wordt hij na drie jaar opnieuw gecontroleerd. Het programma van Planmatig beheer en onderhoud ziet er als volgt uit:
Op deze manier komen we in ieder geval een keer per drie jaar bij onze bomen en kunnen we op basis van deze inspectie maatregelen uitzetten om de veiligheid verder te garanderen. Indien er een verhoogd risico uit de inspectie blijkt, kan het zijn dat we direct maatregelen moeten nemen, deze worden dan in hetzelfde jaar uitgevoerd. De maatregelen zijn bijvoorbeeld onderhoudssnoei, nader onderzoek of begeleidingssnoei. Bij risico- of attentiebomen wordt een ander regime gehanteerd afhankelijk van de veiligheidsoverwegingen. Dit is per boom verschillend.
We gaan bomen vervangen wanneer ze niet meer gezond zijn, niet te behouden zijn of niet meer veilig zijn. Er zijn vier scenario’s mogelijk waarin de organisatie en financiering van elkaar verschillen.
individuele bomen uit boominspectie (kaplijst)
We doen 1 x per 3 jaar een inspectie in een bepaald gebied. Uit deze inspectie kan blijken dat een individuele boom in een straat niet langer gezond en/of veilig is en dat instandhouding niet langer verantwoord is. De overige bomen in de straat zijn dat nog wel. De boom wordt op de kaplijst gezet.
In dit geval wordt de desbetreffende boom gekapt en vervangen indien mogelijk. De beoordeling hiervoor ligt bij een groendeskundige van de gemeente. De kap en mogelijke herplant wordt in deze situatie betaald vanuit het reguliere beheerbudget voor groenvoorzieningen. In deze situatie worden losse bomen vervangen vanuit veiligheids- en gezondheidsoptiek.
meerdere bomen uit boominspectie (groene klussenlijst)
Uit de boominspectie kan ook blijken dat (bijna) alle bomen in een straat niet langer gezond en/of veilig zijn en dat de instandhouding van deze bomen niet langer verantwoord is. Als het een beperkt aantal bomen zijn met relatief lage kosten worden deze bomen op de groene klussenlijst gezet.
In dit geval worden de desbetreffende bomen gekapt en vervangen indien dat mogelijk is. De organisatie hiervan ligt bij een werkvoorbereider. Het budget wordt beschikbaar gesteld uit het reguliere beheerbudget voor groenvoorzieningen.
meerdere bomen uit boominspectie (project)
Wanneer uit de inspectie blijkt dat (bijna) alle bomen in een straat niet langer gezond en/of veilig zijn en instandhouding niet langer verantwoord is, kan er een project van gemaakt worden. Dit gebeurt wanneer het over een groter aantal bomen gaat met relatief hoge kosten. De organisatie ligt in dit geval bij een projectleider en er wordt budget voor aangevraagd in de kadernota om het project uit te voeren. Hierbij wordt samen met de wegbeheerder en de rioolbeheerder gekeken of het project integraal moet worden opgepakt. In dat geval worden naast de bomen ook de weg en/of riool vervangen. In deze situatie zijn we initiatiefnemer van het project.
weg- en/of rioolvervangingen zijn aanleiding om bomen te vervangen (project)
Uit de boominspecties blijkt dat bomen nog gezond en veilig zijn. Maar vanuit de weg- of rioolinspectie kan er noodzaak bestaan om een project op te starten. Vanuit groen en bomen wordt dan eerst de afweging gemaakt: kunnen de bomen duurzaam gehandhaafd blijven tijdens dit project?
De organisatie ligt in dit geval bij een projectleider en er wordt budget voor aangevraagd in de kadernota om het project uit te voeren. In deze situatie zijn we stakeholder in het project.
Ook droogteschade komt uit de boominspecties. Hierbij wordt jaarlijks de droogteschade inzichtelijk gemaakt en gebundeld in groenrenovaties, projecten of kleine vervangingen. De vervanging gebeurt met meer droogteresistente soorten.
Het basisprincipe van beheer in de openbare ruimte is dat deze schoon, heel en veilig moet zijn. Vallende bladeren en vruchten in natte periodes en opgedrukte tegels kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. Dit is met name bij mensen die slecht ter been of slechtziend zijn. We proberen ons beheer zo efficiënt en optimaal mogelijk uit te voeren. Dat wil zeggen dat we blad en vruchten zo snel en efficiënt mogelijk proberen te ruimen wanneer ze gevallen zijn. Dit om de veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen. Echter, kunnen we met een grondgebied als dat van Meierijstad niet overal tegelijkertijd zijn als blad valt en is enige overlast te verwachten. Waar we blad kunnen laten liggen, laten we het liggen. Dit zorgt voor een humuslaag die bijdraagt aan een gezond bodemleven en meer voeding voor de bomen.
Zeker onder monumentale bomen is het waardevol om het blad te laten liggen om de groeiplaats te verbeteren. Dit kan mogelijk in combinatie met de groeiplaats afzetten, leiden tot een meer duurzame inrichting. De ondergrond van de boom wordt met rust gelaten en er ontstaat een natuurlijke balans.
We voorkomen opdrukkende tegels zoveel mogelijk door goede groeiplaatsen in te richten en de juiste soorten te kiezen. In bestaande situaties houden we de overlast van opdrukkende tegels beheersbaar met kleinschalige herstelwerkzaamheden. Daarnaast kijken we of we de opdruk niet op een andere manier weg kunnen nemen. Dit is meer gedetailleerd omschreven in bijlage 4: standpunten en oplossingsrichtingen bij veelvoorkomende overlastmeldingen.
Naast veiligheid is esthetiek een belangrijk onderdeel. Dit is in feite de verschijningsvorm van de boom en hoe de burger deze waarneemt.
Beheer aan de esthetische kant van een boom is geen risicobeheersing maar verfraaiing en netheidsbeheer van de openbare ruimte. We hebben het hoofdzakelijk over de volgende aspecten:
Deze aspecten zijn afhankelijk van de boomsoort, omgeving waarin ze staan, wensen van bewoners en mogelijke ecologische effecten. Zo kan het zijn dat een bolcatalpa in een woonstraat ieder jaar geknot moet worden en een rij leilinden ieder jaar geschoren wordt. Maar we kunnen er ook voor kiezen om leilinden iedere drie jaar te knotten en knotwilgen in het buitengebied iedere 5 jaar te knotten.
Deze maatregelen hebben invloed op netheidsbeheer en zijn daarom onderdeel van de IBOR. In de Integrale Gebiedsbeheerplannen die voortvloeien uit de IBOR zal een afweging per dorp of wijk worden gemaakt over deze bomen en het esthetische beheer ervan..
Ziektes en plagen in bomen zijn een natuurlijk verschijnsel. Dat bomen aangetast kunnen raken is altijd een risico maar hangt af van de agressiviteit van de plaag, vitaliteit van de boom en omgevingsfactoren als aanwezigheid van huizen en slechte groeiplaatsen.
Ziektes en plagen kunnen leiden tot gevaar vanwege een verminderde conditie. Ze kunnen een ontsierend effect hebben en ze kunnen leiden tot overlast, zoals bijvoorbeeld de eikenprocessierups.
Onder het mom van ‘voorkomen is beter dan genezen’ is preventie beter dan bestrijding. Preventie is gericht op de groeiplaats en diversiteit.
Een groeiplaats moet zo optimaal mogelijk ingericht worden. Deze optimale groeiplaats is al beschreven in het hoofdstuk “Bouwen en werken rondom bomen”. De gedachte hierachter is: wanneer een boom gezond en vitaal is, is deze beter in staat om zich te verweren tegen ziekten en plagen.
Bij diversiteit gaat het over twee aspecten.
Beheersing van ziekten en plagen
Om ziektes en plagen in toom te houden, voeren we hier waar mogelijk en noodzakelijk beheer op uit. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt per ziekte of plaag beschreven wat de risico’ zijn, welke symptomen erbij horen, of bestrijding mogelijk is en hoe dat wordt uitgevoerd.
De eikenprocessierups (EPR) is een bekende en beruchte plaag in Nederland. De EPR veroorzaakt gezondheidsklachten wanneer men met de brandharen in contact komt. Vanwege deze gezondheidsklachten wordt de EPR sinds 1991 in Nederland bestreden. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt het bestrijdingsplan van Meierijstad verder uitgewerkt.
Een plaag als de EPR is geen constant gegeven. Plagen zijn in meer of mindere mate per jaar aanwezig. Zo waren de zomer van 2018 en 2019 erg intensief te noemen waar de voorafgaande jaren veel rustiger waren. De verwachtingen zijn dat de plaag de aankomende jaren nog zal aanhouden. Ook is aangegeven dat de EPR een gegeven feit is, waar we in Nederland mee zullen moeten leren leven. Het is een illusie om te denken dat de plaag compleet uitgeroeid kan worden.
Omdat de EPR-problematiek verschilt per jaar vergt het meer maatwerk en moeten we het bestrijdingsplan ieder jaar aanpassen op de verkregen informatie van de voorgaande jaren. Dit bestrijdingsplan geeft richting aan de prioritering, uitvoering, communicatie en het aspect biodiversiteit. De basis voor deze bestrijdingsplannen zijn de Leidraad Beheersing Eikenprocessierups
Het bestrijden van een plaag begint met het in kaart brengen van de risico’s. Deze inventarisatie betreft een aantal ‘sub stappen’.
Op basis van de eerste drie stappen is een risicoprofiel op te stellen voor de prioritering van bestrijding.
De vierde stap bij de risico-inventarisatie is de inschatting van de plaagdruk. Daarmee kunnen we namelijk meer gericht sturen op de preventieve en curatieve bestrijding. Dit doen we sinds dit jaar met feromoonvallen. Met deze vallen worden de vlinders van de EPR afgevangen en daarmee wordt een inschatting gemaakt van de plaagdruk in het gebied.
Stap 2 Monitoring en registratie
We monitoren de EPR met de volgende bronnen:
Met al deze gegevens hebben we een goed beeld over de bestrijding van afgelopen jaar. We weten wat er goed ging, wat is minder goed ging, waar de hotspots zitten en waar we extra aandacht aan moeten besteden. Op basis hiervan kunnen we een bestrijdingsplan opstellen.
Omdat de EPR een gezondheidsrisico met zich meebrengt, bestrijden we ze in veel gevallen. Er kan bij bestrijding gekozen worden voor preventieve bestrijding en curatieve bestrijding. Bij preventieve bestrijding wordt de EPR al bestreden voordat er brandharen zijn, bij curatieve bestrijding gebeurt dit als de brandharen aanwezig zijn. De EPR zit hierbij in verschillende stadia. Aan beide bestrijdingsmaatregelen kleven voor- en nadelen. Preventieve bestrijding is bijvoorbeeld slecht voor de ecologische balans in de bomen, maar zeer kosteneffectief. Curatieve bestrijding kan altijd toegepast worden maar is zeer arbeidsintensief en vele malen duurder. We stellen met de bovenstaande informatie jaarlijks het beheerplan op. Met het opstellen van het beheerplan evalueren we tevens de bestrijding van het jaar daarvoor. Dit is volgens de beheercyclus plan-do-check-act.
Interne en externe communicatie
Een belangrijk onderdeel van de EPR-problematiek is de communicatie. We willen dat zowel intern als extern duidelijk is wat we nu precies doen en waarom. Het beheerplan is hierin leidend.
De voordelen van goede communicatie zijn:
We communiceren op verschillende tijdstippen over verschillende aspecten in diverse media. Dit wordt opgenomen in het communicatieplan. Meer daarover in het hoofdstuk: ‘’Communicatie rondom bomen’.’
Verminderen plaagdruk zonder bestrijding
Zonder actief te bestrijden gaan we nog twee maatregelen gefaseerd uitvoeren om de plaagdruk te verlagen.
Het verminderen van het aantal eiken
In Meierijstad is meer dan 35% eik. Dat komt neer op meer dan 40.000 individueel geregistreerde eiken (exclusief bos, bosplantsoen en landschapssingels). De aanwezigheid van vele eiken in Meierijstad is logisch te verklaren. Het is een landschapseigen boomsoort die vanuit het verleden altijd al aanwezig was in het Brabantse landschap. De boom is ecologisch erg waardevol en heeft een tal van ecosysteemdiensten.
We gaan daarom ook geen actieve omvormingen doen. Dat wil zeggen dat we niet actief gezonde en grote eiken gaan omzagen om de plaagdruk te verminderen. We kiezen in Meierijstad voor een passieve omvorming om het percentage eiken geleidelijk te verlagen. Dit betekent dat de eiken die zijn omgewaaid, dood zijn gegaan of weg moeten vanwege ongezondheid of renovaties niet zomaar worden vervangen door nieuwe eiken. We gaan goed kijken naar de locatie en beslissen op basis daarvan welke boomsoort terug moet komen. Hiermee vergroten we de diversiteit van ons bomenbestand.
Het stimuleren van natuurlijke vijanden
We gaan betere condities scheppen voor de natuurlijke vijanden van de EPR. Voorbeelden hiervan zijn: sluipwesp, diverse soorten kevers, vliegen, larven en wantsen, koolmees, roodborst, winterkoning, boomklever, pimpelmees.
Dit gaan we doen met een extensiever maaibeleid voor onze bermen en sloten. Dit doen we grotendeels in het buitengebied.
Langs zandwegen gaan we veel minder maaien zodat er struweel in de berm groeit. Hierin vinden de vogels nestelgelegenheid en voedsel.
We gaan onze bermen in het buitengebied meer insectenvriendelijk en extensiever beheren. Dit zorgt voor meer bloemen en een natuurlijke situatie waarin meer insecten en natuurlijke vijanden zitten. Dit gaan we doen zonder dat het de verkeers- en waterveiligheid aantast.
Wanneer onze bermen gerenoveerd of afgeroofd moeten worden gaan we kijken of we de berm met een kruidenmengsel in kunnen zaaien waardoor de natuurlijke vijanden van de EPR extra gestimuleerd worden.
We vinden het als Meierijstad belangrijk dat burgers kunnen meepraten en meebeslissen over hun openbare ruimte en dus ook over bomen. Daarom betrekken we onze burgers bij keuzes over gemeentelijke bomen.
De mate van zeggenschap over onze bomen is afhankelijk van het belang dat we hechten aan onze bomen. We willen zelf de grip houden op de monumentale en waardevolle bomen en de belangrijke structuren. Daar heeft de burger minder zeggenschap in. Bij de overige sfeerbomen, zoals de bomen in woonstraten heeft de burger meer zeggenschap. Het aanwijzen van locaties voor waardevolle bomen in de toekomst is bijvoorbeeld iets wat uitstekend samen met burgers kan. Maar bijvoorbeeld beslissen over het rooien van bomen ligt bij de gemeente. Zie hieronder de participatieladder met betrekking tot bomen.
Participatie bij nieuwe aanplant
We willen dat burgers betrokken worden bij de planvorming in de openbare ruimte. Dit zorgt voor meer draagvlak en het voorkomen van hinder in de toekomst. Wanneer nieuwbouwprojecten of renovaties met bomen plaats gaan vinden willen we dat de bewoners van de directe omgeving mee kunnen denken over de inrichting.
Er wordt in dit soort projecten gewerkt met randvoorwaarden vanuit de gemeente. Hiermee wordt voorkomen dat er helemaal geen bomen in de straat komen, of dat we de verkeerde boom op de verkeerde plek krijgen. We geven als gemeente dus sturing aan dit soort projecten door een minimumeis neer te leggen en een sortimentskeuze voor te leggen. De gemeente heeft de maatschappelijke verantwoordelijkheid om voor groen in de straat te zorgen en heeft de kennis in huis om de juiste bomen te kiezen. Burgerparticipatie mag dan ook niet leiden tot een verkeerde inrichting in de openbare ruimte wat leidt tot problemen in de toekomst.
De minimumeis is afhankelijk per project. De ene locatie biedt nou eenmaal meer mogelijkheden dan de andere locatie. Ditzelfde geldt voor het voorleggen van een sortimentskeuze. Dit wordt door Meierijstad aan de voorkant afgewogen en toelicht bij het participatiemoment / bewonersavond. Zo kunnen we garanderen dat we de burger betrekken in hun openbare ruimte, maar ook voldoende groen met de juiste bomen houden.
We vinden dat niet alleen bij nieuwe inrichtingen participatie toegepast moet worden maar ook bij overlastaspecten. Het kan namelijk zo zijn dat een individuele burger overlast ervaart maar de buren dat niet zo ervaren. Dit kan leiden tot tegenstrijdigheden. Indien uit de afweging blijkt dat de boom mogelijk gekapt kan worden, moet er participatie plaatsvinden met de omgeving. Als daaruit blijkt dat het merendeel van de omgeving tegen de beoogde kap is, is dat een argument om de boom te behouden.
Het uitgangspunt hierbij is dat het dialoog gevoerd kan worden over bomen door de omgeving. Dit draagt eraan bij dat de kap van een bepaalde boom maatschappelijk meer gedragen is. De vorm van deze participatie is afhankelijk van de situatie. Het kan zijn dat dit in een omgevingsdialoog gebeurt, maar ook dat er een enquête of handtekeningenactie moet worden opgezet.
Om de daadkracht van dit nieuwe beleid aan te tonen, zijn er een aantal aspecten die verder uitgewerkt of uitgevoerd dienen te worden.
Om goed inzicht te verkrijgen in de hoofd- en wijkgroenstructuren en monumentale en waardevolle houopstanden gaan we een Groene kaart opstellen. Deze Groene kaart zal samen met het bomenbeleid en Bomenverordening het beschermingsregime vormen voor onze bomen. Dat wat op de Groene kaart staat, heeft een kapverbod en daar zal dus een omgevingsvergunning voor moeten worden aangevraagd.
De Groene kaart is reeds in uitvoering. Stakeholders hebben in boomcafés houtopstanden aangedragen die ze het beschermen waard vinden. We gaan deze houtopstanden inventariseren en beoordelen of ze op de Groene kaart kunnen. De voormalige gemeentes hadden al hoofdgroen- en wijkgroenstructuren, monumentale bomen en waardevolle bomen op kaart gezet. Deze structuren en houtopstanden gaan we beoordelen met de nieuwe criteria en op de kaart zetten als ze voldoen aan de eisen. Zo krijgen we een volledige en geactualiseerd kaart. De Groene kaart wordt in de loop van 2020 vastgesteld door het college na de inventarisatie, toetsing en inspraakprocedure.
Kosten: €64.000 (reeds toegekend in de programmabegroting onder ‘nieuwe bestedingen 2019-2022)
We willen onze kernen vergroenen waar mogelijk, met kwaliteit boven kwantiteit. Deze vergroening gaat verder dan alleen bomen. We willen al het groen, dus ook besdragende heesters, struweel, bossen, tiny forests, bloemrijke graslanden en plantsoenen in deze plannen meenemen.
Voor de vergroening moet eerst nog een projectplan geschreven te worden om de haalbaarheid te onderzoeken en de kaders te bepalen. Tevens moet er nog een goede meetmethode gevonden worden om de vergroening goed te meten. De basis hiervoor is de hoeveelheid vierkante meters groen en het aantal bomen per kern bij elkaar op te tellen. Maar we zijn nog een aanvullende methodiek aan het onderzoeken om de boomkronen goed in beeld te brengen. Als we het kroonoppervlak per kern kunnen meten, kunnen we een goede nulmeting uitvoeren en ook de resultaten over de jaren meten. Dit moet verder onderzocht worden. Voor deze vergroening zijn de kernwaarden: met oog op meer groen, biodiversiteit, klimaatverandering en kwaliteit voor kwantiteit.
Groenpercentage in nieuwe ontwikkelingen
We merken steeds meer dat het klimaat aan het veranderen is. Na (onder andere) twee hete zomers met extreme temperaturen en grote droogte worden de effecten steeds meer zichtbaar. We kunnen deze effecten verzachten en ons ertegen beschermen met meer vergroening. Ook in de Duurzaamheidsvisie Meierijstad is dat een uitgangspunt. Vergroenen wil zeggen dat er meer open grond is om water te laten infiltreren, er meer bomen en struiken geplant moeten worden om de lucht te zuiveren en de temperatuur in stedelijke omgeving te temperen.
Een minimum percentage groen in ruimtelijke ontwikkelingen is zeer wenselijk.
We gebruiken de komende jaren om in overleg met duurzaamheid, stedenbouw, ruimtelijke ontwikkeling en economie een groenpercentage in nieuwe ontwikkelingen te bewerkstelligen. Het doel is om robuust groen met voldoende kwaliteit in nieuwe ontwikkelingen te krijgen. De omgevingsvisie vormt een opening om het gesprek te voeren. In deze hoedanigheid zijn de eerste gesprekken reeds gevoerd.
Een vuistregel hiervoor kan zijn: 60% wonen, 20% verkeer en 20% groen en spelen.
We hebben als gemeente vaak te maken met ‘erfenissen uit het verleden’. Dit zijn bomen die in het verleden zijn aangeplant waar we dat nu niet meer zouden doen. Het gevolg is dat deze bomen tot wasdom zijn gekomen. Onze burgers ervaren ernstige overlast en wij maken als gemeente hoge structurele kosten om schade te herstellen. Denk hierbij aan het herstellen van verhardingen en rioolaansluitingen in woonstraten waar zeer grote bomen staan. Ons voorstel is om een renovatiebudget in het leven te roepen om deze erfenissen uit het verleden daadkrachtig op te lossen. Dit zijn de bomen waarbij we na heldere afweging (zie hoofdstuk Overlast en hinder bij bomen) moeten concluderen dat andere mogelijkheden als vrij zetten van bomen, snoeien en groeiplaatsverbetering geen of te weinig effect hebben.
We willen met dit renovatiebudget een aantal doelen bewerkstelligen:
Daarom stellen we voor dat het bestuur een bomenrenovatiebudget beschikbaar stelt zodat we ieder jaar een aantal probleemgevallen kunnen aanpakken. De afweging zal integraal gemaakt worden tussen de verschillende vakdisciplines Groen, water, wegen en verkeer. Maar ook op basis van advies en input van onze buurtadviseurs.
Boomrenovaties kosten gemiddeld genomen €500 tot €2500 per boom, afhankelijk van de locatie (verharding / open grond), boomsoort en bijkomende werkzaamheden.
Kosten: €100.000 jaarlijks. Dat betekent dat we 40 tot 200 bomen per jaar kunnen aanpakken. Bij de kadernota 2021 kan het onderdeel “Renovatiebudget” worden ingebracht en integraal worden afgewogen. Indien de raad het budget beschikbaar stelt, kan ook dit onderdeel worden uitgevoerd.
Transparant waarderingsmodel overlast en boomwaarde
We willen transparant en objectief kunnen afwegen wanneer overlast zwaarder weegt dan de boomwaarde. Hiervoor gaan we een waarderingsmodel overlast en boomwaarde opstellen. Hiermee kan in de toekomst een duidelijke afweging worden gemaakt tussen behoud en kap.
Dit waarderingsmodel gaan we ontwikkelen op basis van het model van gemeente Oss. Dit waarderingsmodel is transparant en duidelijk en goed toe te passen op de situaties in Meierijstad.
Instandhouding monumentale houtopstanden van particulieren
Monumentale houtopstanden zijn bomen die een grote waarde vertegenwoordigen in de gemeente. Het zijn bomen met allure, een visitekaartje voor Meierijstad, bomen met een verhaal.
Monumentale houtopstanden in eigendom van de gemeente worden regelmatig gecontroleerd en gesnoeid waar nodig.
Voor particulieren is het vaak lastiger om hun monumentale houtopstanden te onderhouden. Ze lopen snel tegen hoge kosten aan of de houtopstanden raken in achterstallige onderhoudsstaat.
Figuur 10: Monumentale bomen in Erp (Willems)
In Meierijstad vinden we het behoud en de gezondheid van deze monumentale houtopstanden zeer belangrijk. Wanneer een boom op de Groene kaart wordt aangemerkt als monumentale houtopstand wordt deze beschermd met een monumentale status. Er moet dan een zeer groot maatschappelijk belang of goede veiligheidsoverweging zijn om de boom te verwijderen.
We willen het beheer van een monumentale houtopstand voor de burger versimpelen en de organisatie hiervan uit handen nemen.
Ons voorstel is om een regeling te treffen met particulieren dat we de inspecties en snoeimaatregelen op ons nemen voor een eigen bijdrage die naar alle redelijkheid is voor de particulier. De voordelen hiervan zijn:
Kosten: Nader te bepalen. Het is nog niet bekend hoeveel monumentale houtopstanden van particulieren er op de Groene kaart komen.
Langs verschillende wegen in met name het buitengebied staan in de berm bomen met pootrecht. Pootrecht (voorpoot en overpoot) is in de 15e eeuw ontstaan, toen de toenmalige hertog van Brabant aan grondeigenaren, vaak arme boeren, het recht gaf om in de wegberm houtgewassen aan te planten in zogenaamde pootstroken.
De populier is een bekende soort die gebruikt werd voor pootrecht. Dit kwam omdat de populier een snel groeiende boom is, die een goede houtkwaliteit heeft. Dit leverde het dynamische populierenlandschap op.
Figuur 11: Populierenlaan in Meierijstad (Willems)
De laatste jaren is de opbrengst van het hout, afkomstig van populieren drastisch verminderd. Hierdoor is de aanplant van jonge populieren in de bermen door derden met pootrecht afgenomen. De populieren verdwijnen hiermee op plekken uit het landschap en daarmee dreigt ook het kenmerkende populierenlandschap in Meierijstad verloren te gaan.
Pootrechten zijn perceelsgebonden wat betekent dat de eigenaar van het aanliggende perceel het pootrecht heeft. Dit recht gaat automatisch over op de nieuwe eigenaar, wat in het verleden wel eens betekende dat pootrecht niet goed werd vastgelegd. Dit levert nog wel eens onduidelijkheden op over eigenaarschap, rechten en plichten en aansprakelijkheden bij de bomen. Dit kan leiden tot problemen bij wegonderhoud, verkeersveiligheid, kabels en leidingen en onderhoud.
In Meierijstad hebben we goed in beeld waar het pootrecht zich bevindt. Dit is allemaal weergeven op een kaart.
We respecteren als gemeente het pootrecht dat onze burgers hebben. Als men geen gebruik meer maakt het pootrecht, kunnen we de eigenaar aanschrijven met de vraag of hij bomen wil gaan planten. Is de eigenaar dat niet van plan, kunnen we dat zelf uitvoeren in onze berm. Dit moet dan wel goed vastgelegd worden.
We hebben als gemeente Meierijstad een passief beleid als het gaat om de afkoop van het pootrecht. We nemen het pootrecht over als mensen het aan ons aanbieden. We gaan hier echter niet voor betalen zoals dat voorheen wel gebeurde behalve als het gaat om zeer waardevolle houtopstanden die we zeer graag willen behouden. Wel nemen we de kosten voor het overschrijven op ons. Op deze manier ontzorgen we burgers die van hun pootrecht af willen zonder grote financiële kosten.
We merken echter dat het bij wegrenovaties wenselijk kan zijn, om direct te kijken of pootrecht overgekocht kan worden. zodat de weg, inclusief wegbermen en bomen in één keer een goede renovatie krijgen. Dit is echter afhankelijk van: boomsoort, kwaliteit bomen, leeftijd, standplaats, type wegrenovatie en kabels en leidingen. Bij deze projecten is het afkopen van pootrecht maatwerk en moet het altijd worden afgestemd met een groenbeleidsmedewerker of beheerder. In deze gevallen kan een actief afkoopbeleid gehanteerd worden. Maar dit is afhankelijk van de situatie.
I-tree is een programma dat ontwikkeld is in de Verenigde Staten. Het maakt de baten van bomen meer inzichtelijk. Dit kan het doen door deze baten door rekenen in de monetaire waarde (geld). Maar het kan ook gebruikt worden om de effecten van de bomen op de omgeving meetbaar te maken.
Tegenwoordig is er een versie beschikbaar waarin Nederlandse kengetallen worden gebruikt. In verschillende Nederlandse gemeentes zijn al pilots en onderzoeken gedaan om I-tree geschikt te maken voor de Nederlandse situatie.
Met I-tree kunnen we als gemeente:
We gaan de komende jaren experimenteren met I-tree om meer inzicht te krijgen in de waarde van ons bomenbestand.
Als start kunnen we bijvoorbeeld enkele straten doorrekenen met het programma en inzicht krijgen in de waarde nu en in de toekomst. Maar ook kunnen we onderzoeken welke baten extra vergroening in bepaalde kernen zal brengen.
Communicatie is een belangrijk punt rondom bomen en het beheren van de openbare ruimte. Met goede communicatie over bomen, boombeheer, projecten en de waarde van bomen kunnen we als gemeente veel winnen en verbeteren. Wanneer de communicatie verbeterd wordt, ontstaat er meer begrip en draagvlak voor de gemaakte keuzes. Ook biedt het uitstekende mogelijkheden om te laten zien waar we allemaal mee bezig zijn als gemeente.
Hoe we de komende jaren omgaan met de communicatie rondom bomen en beheer:
We stellen jaarlijks een communicatieplan op waarin we beschrijven hoe en wanneer we moeten communiceren. Dit gaat met name over elementen als: overlast, beheer, onderhoud en projecten.
Voorbeelden hiervan zijn: het inspectie- en snoeiprogramma voor dat jaar, bestrijdingsprogramma eikenprocessierups, waar en waarom bomen gerooid worden, wanneer de veegrondes plaatsvinden, wanneer de bladkorven komen en waar projecten opgestart gaan worden.
Persoonlijk contact met motivatie en argumentatie over de gemaakte keuzes
Gericht op specifieke locaties waarvan we weten dat meer overlast wordt ervaren gaan we aanwonenden nog beter informeren over de gemaakte keuzes. In deze gesprekken is het noodzakelijk dat we een duidelijke argumentatie hebben, goed motiveren en duidelijk zijn in de afweging. Het is in deze specifieke situatie van belang om voor een persoonlijke benadering te kiezen.
Deze gesprekken houden we als gemeente al veelvoudig. Echter, is het signaal afgegeven dat men daar toch nog meer behoefte aan heeft. Daarom wordt dit signaal opgenomen in het bomenbeleid en gaan we er als gemeente extra op inzetten.
Behandelproces bij klachten en meldingen
Bij een gemeente van deze grootte is een vast aanspreekpunt voor klachten en meldingen onmogelijk. Daarom werken we bij klachten en meldingen volgens een behandelproces. Dat betekent dat bepaalde meldingen direct worden opgepakt door onze eigen dienst en sommige meldingen opgepakt worden door de backoffice. Dat is afhankelijk van de melding.
De waarde en voordelen van bomen meer uitdragen
Dit gaan we doen met meer positieve berichten over bomen. We dragen hiermee de meerwaarde van bomen meer uit en zorgen daarmee voor meer bewustwording. Een aantal voorbeelden van deze goed-nieuws berichten zijn:
Beleidskeuzes inzichtelijker maken
Voor onze bewoners is het nog niet altijd duidelijk welke richting Meierijstad opgaat met het beleid. Daarom stellen we een infographic op, die in één pagina het bomenbeleid uitlegt en welke keuzes er worden gemaakt. Deze wordt op onze website gezet zodat onze inwoners en ondernemers deze snel kunnen raadplegen als ze vragen hebben over bomen.
Checklist voor omgevingsvergunning voor het kappen van een boom
Checklist voor omgevingsvergunning voor het kappen van een boom
Wanneer een burger een boom op zijn/haar perceel gekapt wil hebben is het soms nog onduidelijk of ze een omgevingsvergunning daarvoor moeten aanvragen. Om dit te verduidelijken willen we een checklist op de website van Meierijstad zetten waarmee burgers makkelijk en snel kunnen zien of ze dit moeten doen. Dit doen we bij de vaststelling van de Groene kaart.
Second opinion bij zware overlast
Second opinion bij zware overlast
We gaan onderzoeken of het mogelijk en haalbaar is om een vorm van second opinion in het leven te roepen. Bij zware en lastige gevallen, waarbij de leefbaarheid van de burger sterk onder druk staat kan dan onderzocht worden hoeveel last dat nu precies is.
Een aanleiding hiervoor kan zijn als mensen beweren te kampen met psychische problemen vanwege onze bomen. Dit is voor ons reden om dit te laten onderzoeken door een onafhankelijk iemand.
De haalbaarheid en uiteindelijke vorm van deze second opinion is nog niet bekend. We gaan als gemeente eerst onderzoeken wat hierin mogelijk is.
CROW. (sd). CROW Kennisbank. Opgehaald van http://kennisbank.crow.nl/
Erich, F. (sd). Tree roots under a pavement.
European Commission. (2019). The European Green Deal. Brussel.
Kenniscentrum Eikenprocessierups. (2019). Leidraad beheersing EPR. Ministerie van LNV.
KNMI. (2014). KNMI'14-klimaatscenario's. Opgehaald van Klimaatscenarios: http://www.klimaatscenarios.nl/scenarios_samengevat/index.html
Lammerse, V. (2018). Klimaatverandering in Nederland: Wat merken we er hier eigenlijk van? Scientias, 1.
Lemmers. (sd). Basisbehoeften van bomen.
Schwartz, E., & Reijtenbach, A. (2019). Bomenwerk. Alphen aan de Rijn: Johan Schot.
Smulders, C. (2018). Vragen bomenbeleid. (J. Willems, Interviewer)
Van Weert, H. (sd). Bijzonde bomen in Rooi, de Beuk. MooiRooikrant.
VHG, Stadswerk. (2019). Scoren met bomen! .
VNG. (2015). Overzicht trends en ontwikkelingen.
Wageningen University & Research. (2018). Zeven redenen om te investeren in een groene stad. Opgehaald van Wageningen University & Research: https://www.wur.nl/nl/show-longread/Zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groene-stad.htm
Wit de, V., & Nooteboom, A. (2018). Bomenbeleid Verkeer interview. (J. Willems, Interviewer)