Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) |
Citeertitel | Verordening Subsidie VVE-TPO Gemeente Maastricht 2020 e.v. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2024 | bijlage 1 | 19-12-2023 | |||
01-01-2023 | 04-01-2024 | bijlage 1 | 13-12-2022 | ||
01-01-2022 | 01-01-2023 | bijlage 1 | 21-12-2021 | ||
03-07-2021 | 24-08-2020 | 01-01-2022 | artikel 1.1, 4.2, 4.3, 4.4 | 22-06-2021 | 2021-14914 |
01-08-2020 | 03-07-2021 | nieuwe regeling | 10-03-2020 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT
Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 14-01-2020; korr.no. 2020-01009 inzake Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO),
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 en 3 van de Algemene Subsidieverordening Maastricht, Wet Primair Onderwijs afdeling 10 onderwijsachterstandenbeleid (artikel 165 t/m 168a),
vast te stellen de bijzondere subsidieverordening Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)
Deze Verordening heeft tot doel het bieden van financiële ondersteuning voor gecertificeerde voorschoolse voorzieningen kinderopvang en scholen primair onderwijs, zodat zij kinderen met (taal)achterstand naadloos tussen hun 2,5e en 13e jaar kunnen ondersteunen en begeleiden als hun eigen middelen daar niet toereikend voor zijn.
In dit hoofdstuk van deze Verordening wordt verstaan onder:
Gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang, gevestigd in Maastricht, die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Maastricht van toepassing zijnde VVE-keuringseisen voldoet, zoals die zijn vastgesteld bij de Verordening Kindgebonden Subsidie Voorschoolse Educatie Gemeente Maastricht 2020 e.v..
Achterstandsscore: Het Centraal bureau voor de statistiek berekent jaarlijks de achterstandsscore van elke basisschool op basis van de onderwijsscores van de leerlingen die op de teldatum zijn ingeschreven op een basisschool conform de bepalingen m.b.t. de achterstandsscore basisscholen, zoals opgenomen in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO;
Impulsmiddelen: het bedrag waarvoor de school bekostigd wordt ten behoeve van onderwijsachterstandenbestrijding in impulsgebieden. Met impulsgebied wordt een postcodegebied bedoeld waar zich een combinatie voordoet van hoge werkloosheid en lage inkomens. (Zie ook artikel 28a van het Besluit bekostiging WPO);
Integraal Kindcentrum: Een IKC (Integraal en Inclusief Kindcentrum) is een voorziening voor kinderen van 0 tot 13 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, te spelen, te ontwikkelen en anderen te ontmoeten. Het IKC biedt zo thuis nabij mogelijk opvang en onderwijs met voldoende ondersteuning vanuit jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk. Via intensieve interprofessionele samenwerking wordt een geïntegreerd dienstenpakket geboden op het gebied van: educatie, opvang, ontwikkeling, zorg, welzijn en vrije tijd.
Knooppunt: Aansluiting met ouders en kind(eren) vindt plaats via interprofessionele teams op de locatie van de school/het kindcentrum. In de zogenoemde knooppunten worden diverse zaken aan elkaar ‘geknoopt’: de levensloop van het kind tot dan toe, de vragen en soms al thuis ingezette zorg wordt verbonden met de vragen en mogelijkheden van de schoolse situatie. Zowel de overleggen als het samenwerken in de praktijk leidt ertoe dat ouders en school elkaar beter weten te vinden en dezelfde taal leren spreken. Zonder ouders (en kind(eren)), géén knooppunt. Hierbij is de school/het kindcentrum zowel “vind- als werkplaats” en dus de fysieke plek waar professionals elkaar (lokaal) ontmoeten en (samen)werken.
Middelen voor leerlingen die korter dan 3 jaar in Nederland zijn: rijksmiddelen die in het schooljaar van aanvraag worden ontvangen voor nieuwkomers (rijksmiddelen t.b.v. eerste keer bekostiging nieuwkomers en rijksmiddelen t.b.v. onderwijs aan asielzoekers en statushouders en overige vreemdelingen);
Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO): het geheel van activiteiten binnen het basisonderwijs gericht op het beperken dan wel inhalen van de achterstand voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, die bedoeld worden in artikel 165 van de Wet op het Primair Onderwijs , alsmede de specifieke taalactiviteiten voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, die korter dan 3 jaar in Nederland zijn;
Tekortfinanciering: Eerst dienen de eigen middelen voorschool en/of eigen middelen onderwijs ingezet te worden. Pas op moment dat deze middelen niet toereikend zijn kan er subsidie verstrekt worden op voorwaarde dat deze middelen zijn ingezet ten behoeve van hetzelfde doel als waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
Voorschoolse educatie: het geheel van activiteiten dat wordt ingezet om peuters met een risico op (taal)achterstand dan wel peuters met een feitelijke achterstand een zodanig aanbod te bieden dat de (taal)achterstand wordt voorkomen dan wel beperkt of opgeheven. De activiteiten kunnen gericht zijn op de peuter zelf, op de ouder(s)/verzorger(s) van de peuters, op de kwaliteit en tijd van de pedagogisch medewerker en op de kwaliteit van het aanbod, de kwaliteitszorg en de zorg op de locatie, alsmede op de doorgaande lijn met de basisschool;
Vroegschoolse educatie: het geheel van activiteiten dat wordt ingezet om kleuters in de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs met een risico op (taal) achterstand dan wel kleuters met een feitelijke achterstand een zodanig aanbod te bieden dat de (taal)achterstand wordt voorkomen dan wel beperkt of opgeheven. De activiteiten kunnen gericht zijn op de kleuter zelf, op de ouder(s)/verzorger(s) van de kleuters, op de kwaliteit en tijd van de beroepskracht en op de kwaliteit van het aanbod, de kwaliteitszorg en de zorg op de locatie, alsmede op de doorgaande lijn met de gecertificeerde voorschoolse voorziening;
Artikel 1.2 DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK
Deze Verordening heeft tot doel het bieden van financiële ondersteuning voor gecertificeerde voor-schoolse voorzieningen en scholen primair onderwijs, zodat zij kinderen met (taal)achterstand naadloos tussen hun 2,5e en 13e jaar kunnen ondersteunen en begeleiden als hun eigen middelen daar niet toereikend voor zijn.
De subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) is bedoeld om taalactiviteiten en extra ondersteuning te faciliteren die met de Rijksmiddelen niet- of niet volledig kunnen worden bekostigd. Het gaat specifiek om activiteiten voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, waarbij er een discrepantie is tussen taal- en andere leerprestaties (ontwikkeling) als indicatie voor onbenut leerpotentieel.
Artikel 2.1 Subsidieaanvrager locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie
Voor de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie komen de besturen van de gecertificeerde voorschoolse voorzieningen in aanmerking.
Artikel 2.2 Aanvraag en verlening locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie
In afwijking van het gestelde onder lid 1 en 2 kunnen gecertificeerde voorschoolse voorzieningen, die in het verleden nog geen subsidie hebben ontvangen voor voorschoolse educatie, eenmalig de subsidieaanvraag indienen op een ander moment. De subsidie wordt dan verstrekt naar rato van het aantal maanden in het kalenderjaar waarvoor wordt aangevraagd, vanaf de datum waarop het College de aanvraag heeft ontvangen;
Artikel 2.3 Aanvraag en vaststelling locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie
De subsidieaanvrager locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie verantwoordt jaarlijks voor 1 april de in het voorafgaande kalenderjaar ontvangen locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie via een rapportage en financiële verantwoording, die dient ter definitieve vaststelling van de subsidie.
Ten behoeve van het wel of niet indienen van een accountantsverklaring dienen alle subsidies die in het kader van VVE aan een gecertificeerde voorschoolse voorziening worden verstrekt bij elkaar opgeteld te worden. Het gaat dan in ieder geval over de Kindgebonden Subsidie Voorschoolse Educatie en de locatiegebondensubsidie voorschoolse educatie. Indien bij vaststelling blijkt dat het totaal van de subsidies boven de € 50.000,00 komt is een accountantsverklaring verplicht.
Artikel 2.4 Subsidiehoogte locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie
De maximumhoogte van de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie is in de bij deze Verordening behorende “Tarieventabel VVE 2020 e.v.” opgenomen.
De subsidieaanvrager kan aanspraak maken op deze subsidie op het moment dat de opslag kindgebonden subsidie voorschoolse educatie niet toereikend is om de activiteiten zoals genoemd in artikel 2.2 lid 4 van deze Verordening uit te voeren.
Artikel 3.2 Aanvraag en verlening subsidie vroegschoolse educatie
In afwijking van het gestelde onder het eerste lid kunnen schoolbesturen, die in het verleden nog geen subsidie hebben ontvangen voor vroegschoolse educatie eenmalig de subsidieaanvraag indienen op een ander moment. De subsidie wordt dan verstrekt naar rato van het aantal maanden in het kalenderjaar waarvoor wordt aangevraagd, vanaf de datum waarop het College de aanvraag heeft ontvangen.
Artikel 3.3 Aanvraag tot vaststelling subsidie vroegschoolse educatie
Met betrekking tot de rechtmatige besteding van de middelen aandachtsfunctionaris geldt dat de middelen zijn ingezet voor extra uren bovenop de standaardformatie van de aandachtsfunctionaris in de periode januari-december van het jaar van aanvragen. Dit wordt aangetoond door middel van de volgende situaties:
Artikel 3.4 Subsidiehoogte subsidie vroegschoolse educatie
De maximumhoogte van de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie is geregeld in de bij deze Verordening behorende bijlage “tarieventabel VVE 2020 e.v.”.
Artikel 4.3 Aanvraag en verlening subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)
De subsidieaanvrager toont aan dat voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, zoals gesteld in dit artikel onder het 5e lid. Bij de financiële componenten wordt een raming gemaakt voor het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan. Bij afrekening wordt op basis van feitelijke Rijksmiddelen die in het schooljaar zijn verkregen afgerekend.
De subsidieaanvrager toont aan dat alle specifieke middelen ten behoeve van leerlingen die korter dan 3 jaar in Nederland zijn die de deelnemende school/scholen ontvangt/ontvangen in het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan, zijn besteed aan deze specifieke doelgroep, dan wel aan VVE en eventueel activiteiten zoals genoemd in artikel 165 WPO.
Uit de definitie van de doelgroep blijkt dat er bij de geselecteerde doelgroepkinderen sprake is van een discrepantie tussen taal- en andere leerprestaties (ontwikkeling) als indicatie voor onbenut leerpotentieel. De wijze waarop deze discrepantie wordt vastgesteld, wordt overgelaten aan de school dan wel het schoolbestuur, op voorwaarde dat deze controleerbaar is door zowel onderwijsinspectie als een accountant.
Artikel 4.4 Aanvraag en vaststelling subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)
Een verzoek tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk 1 april na afloop van het schooljaar ingediend. Voor de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022 geldt hierop een uitzondering. Het verzoek tot vaststelling van de subsidie voor schooljaar 2020-2021 wort uiterlijk 1 april 2022 ingediend. Het verzoek tot vaststelling van de subsidie voor het schooljaar 2021-2022 wordt uiterlijk 1 april 2023 ingediend.
Bijlage 1: Tarieventabel VVE 2024