Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening Vertrouwenscommissie Midden-Drenthe 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Vertrouwenscommissie Midden-Drenthe 2020
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie Midden-Drenthe 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 61 van de Gemeentewet
  2. artikel 61a, vierde lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 61c van de Gemeentewet
  4. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-04-2020nieuwe regeling

27-02-2020

gmb-2020-110484

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Vertrouwenscommissie Midden-Drenthe 2020

 

De raad van de gemeente Midden-Drenthe;

 

gelet op de artikelen 61 , 61a. 61c en van de Gemeentewet;

 

gelet op de artikelen 12 en 15, eerste lid, sub a van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

 

overwegende dat het wenselijk is om een verordening op de vertrouwenscommissie vast te stellen die voorziet in drie taken bij aanbeveling tot benoeming of herbenoeming en voor het houden van een klankbordgesprek;

 

besluit vast te stellen de Verordening van de raad van de gemeente Midden-Drenthe 2020 inhoudende bepalingen over de vertrouwenscommissie bij de (her)benoemingsprocedure van de burgemeester en klankbordgesprekken burgemeester;

Artikel 1. Taak

  • 1.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden en

    • b.

      een klankbordgesprek of een tussengesprek te houden met de burgemeester.

Artikel 2. Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 1 lid per raadsfractie te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De plaatsvervangend raadsgriffier (raadsadviseur) vervangt de secretaris bij afwezigheid.

  • 3.

    De secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4.

    De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

  • 5.

    De raad kan bepalen dat de gemeentesecretaris ter ambtelijke ondersteuning ter vervulling van het in artikel 1a bepaalde aan de commissie wordt toegevoegd.

Artikel 4. Adviseur

  • 1.

    Bij de vervulling van de in artikel 1a genoemde taken kan een door het college voor te dragen adviseur aan de commissie worden toegevoegd.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie ter vervulling van het in artikel 1a bepaalde.

  • 3.

    Een adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie en kan zich niet laten vervangen.

Artikel 5. Geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3.

    De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 4.

    De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en de adviseur.

Artikel 6. Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 2 leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, (indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd) aan de adviseur en (indien het gesprek met hem/haar plaatsvindt) aan de burgemeester.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7. Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van "persoonlijk en geheim" op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van "persoonlijk en geheim" op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

Artikel 8. Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1.

    De Gemeentewet bepaalt in artikel 61 lid 4 dat de commissie zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koning van de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten verschaft. Elk overleg van de commissie dan wel van individuele leden met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2.

    De secretaris nodigt op verzoek van de commissie de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.

  • 3.

    Voordat de raad een aanbeveling betreffende de benoeming van de burgemeester opstelt, overlegt de commissie met de commissaris.

Artikel 9. Bijzondere bepalingen over klankbordgesprekken

  • 1.

    De commissie houdt jaarlijks minimaal één klankbordgesprek met de burgemeester over het functioneren. Indien de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maakt, houdt de commissie tussentijds een klankbordgesprek.

  • 2.

    Er wordt een verslag opgemaakt van het klankbordgesprek en het tussengesprek. Alvorens het verslag vast te stellen, krijgt de burgemeester de gelegenheid te reageren op het concept. Dit verslag wordt ter vaststelling ondertekend door alle deelnemers aan het gesprek. Raadsleden kunnen het verslag bij de griffier inzien. Het verslag wordt niet openbaar gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt toegezonden aan de commissaris van de Koning.

  • 3.

    In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt na 100-dagen het eerste klankbordgesprek plaats.

  • 4.

    De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie en op welke wijze zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester. In ieder geval wordt informatie ingewonnen bij het college, de gemeentesecretaris en de griffier. De commissie en de burgemeester stellen in onderling overleg de agenda voor het klankbordgesprek vast. De commissie en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige klankbordgesprek in te zien.

  • 5.

    Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige klankbordgesprek.

  • 6.

    In het laatste klankbordgesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeft de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

  • 7.

    Om de effectiviteit van het klankbordgesprek te vergroten wijst de commissie uit haar midden telkens minimaal 3 en maximaal 5 leden aan, die een evenwichtige vertegenwoordiging uit de raad vormen, die het feitelijke klankbordgesprek voorbereiden, voeren en het verslag vaststellen zoals aangegeven in het tweede lid. Terugkoppeling van over verslag vindt plaats naar alle leden van de commissie.

  • 8.

    De leden van de commissie die het klankbordgesprek voeren kiezen uit hun midden een gespreksleider.

  • 9.

    Om de voortgang van de in de klankbordgesprekken gemaakte afspraken te toetsen kan de commissie één of meer tussengesprekken houden met de burgemeester. Hierop is lid 7 van toepassing. Dit tussengesprek richt zich alleen op de in een vorige klankbordgesprek gemaakte afspraken en de voortgang daarvan en is mede input voor het volgende klankbordgesprek.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De commissie formuleert in overleg met de burgemeester de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester en de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien over het functioneren van de burgemeester in het tweede lid bedoelde gesprek afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 11. Verslaglegging

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft

      verricht;

    • b.

      en gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie; bij benoemingen

      wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing van de

      kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd;

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

  • 2.

    En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

    • a.

      bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen;

    • b.

      bij herbenoemingen: het verslag van het gesprek met de burgemeester over het

      conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling

  • 3.

    Van elk klankbordgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt

    gemaakt.

  • 4.

    Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de raadsgriffier.

  • 5.

    Een afschrift van het verslag van het klankbordgesprek wordt toegezonden aan de burgemeester en de commissaris van de Koning.

Artikel 12. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie na eventueel overleg met de Commissaris der Koning.

Artikel 13. Tijdelijke beëindiging werkzaamheden van de commissie

  • 1.

    De commissie beëindigt haar werkzaamheden ten aanzien van de in artikel 1a genoemde taken met ingang van de dag volgende op die waarop:

    • -

      bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien;

    • -

      bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

  • 2.

    De werkzaamheden als genoemd in artikel 1b van deze verordening vallen niet onder het bepaalde in artikel 3.1.2. van het rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers.

Artikel 14. Archivering

  • 1.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming, de herbenoeming en de klankbordgesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid sub a van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

  • 3.

    De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 4.

    De raadsgriffier draagt bij klankbordgesprekken zorg voor een afdoende vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde verslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de raadsgriffier vernietigd.

Artikel 15. Ontbinding en wijziging van de samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie blijft in stand zolang zij niet door de raad wordt ontbonden.

  • 2.

    De samenstelling van de commissie kan tussentijds door de raad worden aangepast.

Artikel 16. Citeertitel en intrekking

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening vertrouwenscommissie Midden-Drenthe 2020".

Ingetrokken worden de volgende verordeningen:

  • -

    de verordening op de vertrouwenscommissie zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 mei 2014;

  • -

    de verordening op de vertrouwenscommissie zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 29 september 2016

  • -

    de verordening klankbordcommissie Midden-Drenthe 2018, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juli 2018;

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 27 februari 2020.

De griffier,

C.A.M. Bodewes

De burgemeester,

M.F.V. Damsma.

Nota van toelichting

Algemeen

Deze verordening regelt de werkzaamheden van de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt, die klankbordgesprekken en tussengesprekken met de burgemeester houdt en die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt. De drie genoemde onderwerpen horen bij elkaar. Dat wordt in deze verordening tot uitdrukking gebracht.

Wel is per taak een apart artikel dat zorgt voor een omschrijving van de rol van de vertrouwenscommissie.

 

In artikel 13 is voorzien in een omschrijving van de tijdelijke beëindiging van de taak van de commissie. Zo is het mogelijk dat de commissie blijft bestaan (per raadsperiode – behoudens tussentijdse wijzigingen benoemd) maar dat de commissie niet altijd in functie blijft. Op grond van de Rechtspositieregeling geldt voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie een vaste vergoeding per lid per maand. Deze vergoeding geldt alleen indien de commissie in functie is en ook alleen bij taken in het kader van (her)benoeming. Op deze manier kan er wel per raadsperiode een commissie worden bemenst, maar geldt de vergoeding alleen indien de commissie daadwerkelijk met die taak bezig is.

 

Artikel 1. Taak

In voorliggende verordening is gekozen voor het instellen van een vaste commissie die zowel de benoemingsprocedure, de herbenoemingsprocedure als de klankbordgesprekken en tussengesprekken (uit-)voert.

 

Artikel 2. Samenstelling commissie

De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de commissie en bepaalt of elke fractie in de commissie is vertegenwoordigd. In de verordening is er voor gekozen dat per fractie één raadslid in de commissie wordt benoemd. Het is aan de fractie te bepalen wie men wil afvaardigen of dat de fractievoorzitter is of een raadslid. Door de formulering “raadslid” zijn er meer mogelijkheden voor de fractie dan als expliciet wordt bepaald dat het om de fractievoorzitter moet gaan. Veelal is het voor het voeren van een goed gesprek verstandig om de samenstelling van de commissie die klankbordgesprekken met de burgemeester voert anders, beperkter, te houden dan die van de commissie die de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voorbereidt. Dit, om bij klankbordgesprekken het "tribunaaleffect" te vermijden. Het "tribunaaleffect" kan bij grotere commissies overigens ook iets worden ondervangen door woordvoerders aan te wijzen. De verordening geeft daarom de mogelijkheid om de samenstelling van de commissie van taak tot taak - benoeming, klankbordgesprek en herbenoeming - te laten variëren. Ook is een extra lid opgenomen dat namens de commissie het feitelijke klankbordgesprek gevoerd wordt door een aantal (minimaal 3 en maximaal 5) leden van de commissie.

 

Raadslidmaatschap

De commissie bestaat uit raadsleden. Dit brengt mee dat het lidmaatschap van de commissie eindigt bij beëindiging van het raadslidmaatschap. Bij tijdelijke beëindiging van het raadslidmaatschap, bijvoorbeeld bij tijdelijke vervanging wegens ziekte. Het commissielidmaatschap wordt weer hervat op het moment dat ook het raadslidmaatschap hervat wordt (van rechtswege) en de vervangingsperiode is afgelopen. Tenzij de betrokkene in de commissie inmiddels blijvend is vervangen door een ander raadslid. De vervanger van een raadslid bij tijdelijke vervanging, wordt niet zonder besluit van de raad daartoe lid van de vertrouwenscommissie.

 

Geen plaatsvervangende leden

Betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid is de basis voor het werk van deze commissies. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de commissie een "duiventil" wordt. Indien een van de leden van de commissie blijvend uitvalt, kan er wel blijvende vervanging plaatsvinden.

 

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning.

Dit artikel regelt de ambtelijke ondersteuning van de commissie via de griffier of de vervanger van de griffier als secretaris van de commissie.

Artikel 61 lid 3 van de Gemeentewet: de raad kan bepalen dat één of meer wethouders als adviseur aan de commissie worden toegevoegd.

Hiermee is expliciet omschreven dat adviseurs van de vertrouwenscommissie alleen wethouders kunnen zijn. Over deze wijziging van de Gemeentewet is veel discussie.

Formeel wordt hiermee de secretaris uitgesloten als adviseur, terwijl in veel gemeenten gebruikelijk was dat deze functionaris deelnam aan het proces, daar waar het om herbenoeming of benoeming van de burgemeester ging.

 

Om dat op te lossen is op dit moment de lijn van BZK (zie circulaire “Benoeming klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester” uit november 2017), dat zij adviseren om een artikel in de verordening op te nemen met als inhoud, dat de gemeentesecretaris ter ambtelijke ondersteuning aan de commissie kan worden toegevoegd. Deze advieslijn wordt door de Provincie Drenthe onderschreven.

 

In deze circulaire van BZK staat het volgende te lezen:

“De gemeenteraad stelt uit zijn midden een vertrouwenscommissie in. De gemeenteraad kan bepalen dat aan de vertrouwenscommissie één of meer wethouders als adviseur worden toegevoegd. Een wethouder is geen lid van de vertrouwenscommissie en heeft geen stemrecht. Voor zover ambtelijke bijstand gewenst wordt geacht, wordt de raadsgriffier daarmee belast. De gemeentesecretaris kan eventueel optreden als plaatsvervangend ambtelijk ondersteuner.”

In de voorbereiding van deze verordening is door het Seniorenconvent in Midden-Drenthe aangegeven dat zij dit staatsrechtelijk vanuit duaal oogpunt een vreemde constructie vinden omdat de griffier bij uitstek de ondersteuner is van de commissies uit de raad. Landelijk wordt de discussie over dit onderwerp echter nog gevoerd en in afwachting van de uitkomst daarvan wordt aan artikel 3 dit vijfde lid – zijnde een “kan” bepaling - toegevoegd.

 

Artikel 4. Adviseur

Zie verder de toelichting bij artikel 3 Ambtelijke ondersteuning en 9 onder Voorbereiding en informatiebronnen.

 

Artikel 5. Wettelijke geheimhoudingsplicht

Strikt genomen is het overbodig om een geheimhoudingsplicht in een verordening op te nemen en daarop bij de start van elke vergadering uitdrukkelijk te laten wijzen, als die rechtstreeks voortvloeit uit de (in dit geval: Gemeente)wet. Dat dit toch gebeurt, is omdat de praktijk uitwijst dat de geheimhoudingsplicht niet vaak genoeg kan worden benadrukt.

 

Artikel 6. Termijn van aankondiging/uitnodiging

Indien spoed niet is geboden, ligt een ruimere termijn voor uitnodiging, bijvoorbeeld twee weken, voor de hand.

 

Artikel 7. Contactpersoon

Het eerste lid van deze bepaling doet vanzelfsprekend niets af aan de geheimhoudingsplicht. De geheimhouding dient zeer strikt in acht te worden genomen. Sommige raadsgriffiers kiezen ervoor niets per post en per e-mail te versturen, maar alles te laten lopen via terinzagelegging en, in het algemeen, zo min mogelijk op papier te zetten.

 

Artikel 9 en 10 Klankbordgesprekken

Het belang van klankbordgesprekken staat buiten kijf. Het burgemeestersambt ontwikkelt zich steeds meer tot een politieke functie en de burgemeester ligt steeds vaker onder vuur. Aanbevelingen tot niet-herbenoeming brengen grote bestuurlijke en persoonlijke schade mee die koste wat kost moet worden voorkomen. Dit pleit voor een cultuur waarin regelmatige onderlinge reflectie op het functioneren van burgemeester en gemeenteraad culmineert in formele klankbordgesprekken. Mocht na een aantal jaren blijken dat de samenwerking ondanks pogingen daartoe toch niet naar wens functioneert dan kan tijdig worden gesproken over de toekomst en kan de commissaris van de Koning tijdig worden ingeseind.

 

Frequentie

In de praktijk is het verstandig om regelmatig reflectiemoment te hebben om te communiceren over het functioneren. Ook als het goed gaat, mag daar natuurlijk bij stil worden gestaan.

Het advies – dat ook in de provincie Drenthe gebruikelijk is - is klankbordgesprekken daarom periodiek, in elk geval jaarlijks, te laten plaatsvinden, maar het absolute minimum is tweejaarlijks. In deze verordening is gekozen voor een jaarlijks gesprek. Uit de ervaringen sinds 2018 met klankbordgesprekken is gebleken dat een frequentie van drie keer per jaar te hoog is en geen toegevoegde waarde heeft. Wel is het van belang de gemaakte afspraken goed te monitoren en daar wordt in voorzien door middel van een tussengesprek.

 

Voorbereiding en informatiebronnen

Een klankbordgesprek wordt gestart op initiatief van de raadsgriffier. De raadsgriffier vormt een spilfunctie in het proces. Aan het klankbordgesprek zijn geen vormvereisten verbonden. Het kan plaatsvinden met een delegatie uit de gemeenteraad, mits dat een goede afspiegeling is van de raad. Een goed klankbordgesprek valt of staat met een goede voorbereiding. De burgemeester opereert niet in een vacuüm. De gesprekken kunnen bijvoorbeeld worden voorbereid in, en de resultaten daaruit teruggekoppeld via, het presidium. In de verordening is voor de terugkoppeling gekozen via terinzagelegging voor de hele gemeenteraad. In de voorbereiding kan worden gesproken met een of meer leden van het college, een samenwerkingspartner op het gebied van OOV, de gemeentesecretaris en de raadsgriffier. Van al deze gesprekken worden verslagen opgemaakt. Die verslagen vormen de basis voor het gesprek. Het verdient aanbeveling de kring van geraadpleegde personen niet groter te maken dan hier aangegeven. Ook behoort het organiseren van bijvoorbeeld een “360 graden feedback” tot de mogelijkheden. Op de uitkomst hiervan wordt het gesprek dan gebaseerd. De burgemeester bepaalt of het rapport (van bijvoorbeeld de 360 graden feedback) met de commissie wordt gedeeld.

Over de informatiebronnen die de klankbordcommissie raadpleegt vindt vooraf overleg plaats met de burgemeester. De burgemeester mag bepaalde bronnen niet te accepteren ter voorbereiding op het gesprek.

 

Verslag

Het verslag kan bondig en beknopt zijn, ook puntsgewijs. Wel is het van belang dat het verslag een goed beeld geeft van het gesprek en de gemaakte afspraken, zodat degenen die het volgende klankbordgesprek voeren alsmede de commissaris van de Koning zich een goed beeld daarvan kunnen vormen. Daarom is het van belang ook de sfeer te schetsen, waarin het gesprek plaatsvond. De raadsleden die niet hebben deelgenomen aan de klankbordgesprekken moeten op enig moment kennis kunnen nemen van het verslag omdat het immers een aanloop is naar besluitvorming over een aanbeveling tot herbenoeming, en het gesprek over de herbenoeming plaatsvindt tussen de commissaris en raad als geheel en niet slechts de leden van de raad die de klankbordgesprekken hebben gevoerd. Wat in het klankbordgesprek gewisseld wordt , behoort tussen de raad en de burgemeester te blijven. Dat maakt dat van dat gesprek gemaakt wordt niet openbaar wordt gemaakt (vlg. artikel 61 c van de Gemeentewet).

 

Het is van belang in en buiten het gesprek kritiek te organiseren en ook daadwerkelijk te geven. Zelfs als dat niet in de traditie ligt. De praktijk leert dat te laat - of niet - gegeven kritiek tot grote problemen kan leiden in de onderlinge samenwerking en - uiteindelijk - bij de herbenoemingsprocedure. Het is de taak van de raadsgriffier om hem/haar bekende kritiek op het functioneren van de burgemeester en/of de gemeenteraad zichtbaar en bespreekbaar te maken.

 

De commissaris van de Koning

Het is te adviseren om bij serieuze kritiek op het functioneren dit vroegtijdig met de commissaris van de Koning te bespreken.

 

Artikel 10. Problematische herbenoeming

Mocht een door de burgemeester gewenste herbenoeming op obstakels stuiten, raadpleeg dan zeer tijdig de kabinetschef van de commissaris van de Koning. Deze heeft ervaring met de mogelijkheden en onmogelijkheden in een dergelijke situatie en hij of zij legt zo nodig contact met het ministerie van BZK. De praktijk leert dat de bestuurlijke schade, die een aanbeveling tot niet-herbenoeming voor alle betrokkenen met zich meebrengt, vaak kan worden beperkt. De communicatie daarover kan dus niet wachten tot het moment waarop de formele procedure rond herbenoeming start.

 

Artikel 11. Voorbeeldopbouw van het verslag van bevindingen

Hier volgt een voorbeeld van de mogelijke opbouw van het verslag van bevindingen. Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de commissie, nu de gemeenteraad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Zie ook de toelichting bij de paragrafen V en XI van de circulaire onder De verhouding gemeenteraad-vertrouwenscommissie, respectievelijk de verhouding gemeenteraad tot de raadscommissie, die de aanbeveling voorbereidt.

Hierin een aantal aspecten voor het verslag. Nogmaals wordt opgemerkt dat het verslag geheim is en dat bijvoorbeeld over wel of geen unanimiteit NIET naar buiten toe wordt gecommuniceerd.

 

Bij benoeming

  • 1.

    Proces: In een inleiding wordt vermeld hoe de vacature is ontstaan. Er wordt informatie gegeven over de samenstelling van de vertrouwenscommissie en (belangrijke eisen uit) de profielschets en hoe die te lezen is in het licht van het in de profielschetsvergadering verhandelde. Na informatie over de openstelling van de vacature en procedurele informatie over de ontvangst van de selectie van kandidaten van de commissaris van de Koning kan het onderdeel "Proces" worden afgesloten met procedurele informatie over de opzet van de selectiegesprekken en eventuele assessments. Dit hoofdstuk bevat dus uitsluitend procedurele informatie.

  • 2.

    Bevindingen: In het verslag wordt chronologisch de inhoud en het verloop van alle beraadslagingen in, en gesprekken door, de commissie verwerkt. De bevindingen met betrekking tot de afzonderlijke kandidaten kunnen desgewenst geanonimiseerd worden gepresenteerd.

  • 3.

    De kandidaten worden dan bijvoorbeeld aangeduid door letters. De namen van de kandidaten die op de conceptaanbeveling staan, worden vanzelfsprekend wel genoemd. Zij worden uitgebreider besproken. Afgesloten wordt met een advies over welke twee kandidaten in welke volgorde op de aanbeveling zouden moeten staan. Deze conclusie wordt onderbouwd en aangegeven wordt of de commissie unaniem is in dit voorstel. Indien kandidaten zich gedurende de procedure terugtrekken, wordt de reden daarvan vermeld in het verslag.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

 

Bij herbenoeming

Sommige herbenoemingsprocedures lopen vlekkeloos. Soms gaat het moeilijker. Als stelregel geldt dat het hele verloop van de procedure zowel procedureel als inhoudelijk in het verslag van bevindingen zijn weerslag krijgt. De opbouw van het verslag van bevindingen kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:

  • 1.

    Proces: Na een inleiding volgt procedurele informatie over de samenstelling van de raadscommissie, die de aanbeveling heeft voorbereid en over de klankbordgesprekken (frequentie, gesprekspartners) die gedurende de ambtstermijn met de burgemeester zijn gehouden.

  • 2.

    Dan volgt chronologisch inhoudelijke informatie over de werkzaamheden van de commissie en over de inhoud van de met informanten en de burgemeester gevoerde gesprekken. Ook de aard en inhoud van eventuele tussentijdse contacten met de commissaris van de Koning wordt vermeld.

  • 3.

    Bevindingen: In het verslag wordt kort de inhoud en het verloop van alle beraadslagingen in, en gesprekken door, de commissie verwerkt. Bevindingen met betrekking tot het functioneren van de burgemeester kunnen bijvoorbeeld worden geordend naar criteria uit de profielschets en afspraken uit klankbordgesprekken. Afgesloten wordt met een conclusie.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

 

Verslag bij klankbordgesprekken

Het verslag bevat de feitelijke gegevens van tijd, plaats en rol van de aanwezigen bij het gesprek. Het verslag geeft een duidelijk en feitelijk beeld van het besprokene. Het kan bondig en beknopt, ook puntsgewijs. Wel is van belang dat het verslag een goed beeld geeft van het gesprek en de gemaakte afspraken, zodat de overige raadsleden bij inzage, de commissie die het volgende klankbordgesprek voert en de commissaris van de Koning zich een goed beeld daarvan kunnen vormen.

Een tussengesprek richt zich alleen op de voortgang van de in het klankbordoverleg gemaakte afspraken. Een tussengesprek kent daarom een korte voorbereiding en alleen hierover wordt ook een kort verslag gemaakt. Dat dient als input voor het volgende klankbordgesprek.

 

Artikel 14. Digitale bestanden in de benoemings- en herbenoemingsprocedure

De Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 maken geen onderscheid naar de vorm van bescheiden en zijn dus zowel op papieren als op digitale bescheiden van toepassing. Ingeval er sprake is van digitale bestanden en bij de door de gemeente aangewezen archiefbewaarplaats de mogelijkheid bestaat tot digitale opslag dienen de daarvoor geldende regels te worden gevolgd en moet op overeenkomstige wijze de geheimhouding van de betrokken bescheiden worden gegarandeerd.

 

Artikelen 13 en 15. (Tijdelijke) ontbinding van de commissie

De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming. In geval de commissie een permanente status heeft, kan de samenstelling tussentijds worden aangepast, bijvoorbeeld indien het wenselijk wordt geacht de klankbordgesprekken in een kleinere kring te voeren.

 

In artikel 13 van de verordening wordt erin voorzien dat de werkzaamheden van de commissie op bepaalde vaste moment beëindigd worden. Daardoor loopt de vergoeding van de leden op grond van het rechtspositiebesluit alleen gedurende de periode dat de commissie feitelijk actief is. Dat geldt – na overleg met het seniorenconvent op 20 januari 2020 – alleen als sprake is van werkzaamheden voor benoeming of herbenoeming van de burgemeester. De werkzaamheden van (een deel van) de commissie voor het voeren van een klankbordgesprek of tussengesprek vallen buiten de werkzaamheden die voor vergoeding op grond van het rechtspositiebesluit in aanmerking komen. Dat sluit aan bij het in het rechtspositiebesluit bepaalde.

In artikel 3.1.2. van het rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers wordt in de eerste twee leden het volgende bepaalt:

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van de vertrouwenscommissie, bedoeld in artikel 61, derde lid, van de Gemeentewet, dan wel de rekenkamerfunctie uitoefent, bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet, wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie of de duur van de uitoefening van de rekenkamerfunctie per jaar ten laste van de gemeente een toelage verleend van € 124,85 (peil datum 2020) per maand.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

Door de expliciete verwijzing in dit besluit naar de taken op grond van artikel 61 derde lid Gemeentewet ( benoemingsprocedure) ligt het voor de hand dat alleen de werkzaamheden van de commissie in het kader van benoeming en herbenoeming van de burgemeester voor de extra vergoeding in aanmerking komen. Voor de volledigheid is in het tweede lid van artikel 13 van deze verordening opgenomen, dat de beëindiging betrekking heeft op benoeming en herbenoeming (genoemd in artikel 1a als taken van de commissie)