Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Ruimtelijke structuur Spoorzone |
Citeertitel | Beleidsregel Ruimtelijke structuur Spoorzone |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Dit is een nieuwe regeling.
artikel 139 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2020 | nieuwe regeling | 06-04-2020 | Raadsbesluit 2020_967 |
In het door de gemeenteraad op 25 maart 2019 vastgestelde 'Koersdocument Spoorzone Tilburg' wordt in hoofdstuk 5 het kader in hoofdlijnen voor de verdere ontwikkeling van de ruimtelijke structuur in de Spoorzone weergegeven. In hoofdstuk 9 worden de hoofdlijnen verder uitgewerkt naar uitgangspunten voor de ontwikkeling van de deelgebieden in de Spoorzone.
Het bestemmingsplan Spoorzone 2019 dient als juridisch kader voor te verlenen omgevingsvergunningen voor uit te voeren deelprojecten op basis van het Koersdocument. Dit bestemmingsplan is opgesteld in de vorm van een bestemmingsplan verbrede reikwijdte. Het bestemmingsplan verbrede reikwijdte Spoorzone 2019 bevat open normen die uitgewerkt worden in beleidsregels. De open norm "een goede ruimtelijke structuur" is uitgewerkt in deze beleidsregel Ruimtelijke structuur Spoorzone. Deze beleidsregel is een vertaling van hoofdstuk 5 en 9 van het Koersdocument.
Aanvullend op het bestemmingsplan met planregels zullen met de beleidsregel nadere voorwaarden voor het verkrijgen van vergunningen voor het bouwen en gebruik worden vastgesteld.
Een belangrijk deel van de eisen die gesteld kunnen worden aan een goede ruimtelijke structuur zijn al verankerd in het bestemmingsplan, de beleidsregels Parkeren, Externe Veiligheid en Evenementen en overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving op gebied van Milieu en gezondheid.
Op enkele aspecten waar dit niet zo is, geeft de beleidsregel Ruimtelijke structuur Spoorzone een specifieker kader (bijvoorbeeld randvoorwaarden ten aanzien van klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen en bezonning.
Als toetsingskader voor de ruimtelijke uitwerking van het plan zullen door de gemeenteraad de navolgende beleidsregels worden vastgesteld:
De beleidsregel 'Ruimtelijke structuur Spoorzone' geeft algemene beoordelingscriteria en het globale kader vanuit gebiedsbreed perspectief. Deze algemene beleidsregel geldt als vertrekmoment en toetsingskader voor de nader op te stellen beleidsregels ruimtelijke structuur, deelgebied. Daarnaast legt de beleidsregel uitgangspunten voor de verdere inrichting van de deelgebieden buiten de afzonderlijk benoemde deelgebieden vast.
De hoofdstukken 5 en 9 van het Koersdocument vormt de basis voor deze beleidsregel.
Vóór vaststelling van de 'Beleidsregels Ruimtelijke structuur, deelgebied' zullen conform het bepaalde in het Bestemmingsplan Spoorzone 2019 het ingestelde Kwaliteitsteam en de per deelgebied in te stellen planteams om advies worden gevraagd door de gemeenteraad. Het Planteam heeft een gekwalificeerd adviesrecht richting Kwaliteitsteam en gemeenteraad. Dat wil zeggen dat als de gemeenteraad van het advies van het Planteam af wil wijken de raad dit dient te motiveren. Het is ook mogelijk voor een deel van een deelgebied locatiespecifieke beleidsregels vast te stellen.
Het gaat hierbij om navolgende deelgebieden:
Inhoud van de beleidsregel 'Ruimtelijke structuur Spoorzone'
Stedenbouwkundige uitgangspunten
De nieuwe bebouwing draagt bij aan het versterken van de transversale structuur van de werkplaats: Langs de langere oost-west lijnen, voortkomende uit de bestaande logistieke structuur en de railontsluiting van de werkplaats, voegen de nieuwe volumes zich naar deze oost-west richting (dit betreft onder andere -de Theresiazone en het parkeergebouw Zwijsen). De overige volumes versterken de noord-zuid richting al aanwezig in de voormalige functionele structuur van de Werkplaats (noord-zuid bewegende rolbanen) en een aantal belangrijke gebouwen (Lochal, Koepelhal, kern vm. Gebouw 70 ).
De noord-zuid georiënteerde nieuwe bouwvolumes op de hoeken van de Wagenstraat en de Atelierstraat in de Theresiazone kragen uit over de bestaande rooilijn en corresponderen met de overkraging aan de andere zijde van de Burgemeester Brokxlaan. Daarmee leggen ze het accent op de verschillende ruimtelijke sequenties die een belangrijk effect hebben op de verblijfskwaliteit en transformeren de Burgemeester Brokxlaan tot (gevoelsmatige) geïntegreerde stadstraat.
Het openbaar gebied draagt bij aan een klimaat adaptieve en gezonde stad door gerichte inzet van (biodivers) groen/stadsnatuur en maatregelen op het gebied van waterhuishouding. Bij elk deelplan of ontwerp openbare ruimte dient te worden gemotiveerd op welke wijze rekening is gehouden met perioden van hevige neerslag, hitte en droogte en het vergroten van de sponswerking van het watersysteem. Hiervoor kunnen ook gebouwgebonden maatregelen worden ingezet.
Aansluitend aan de spoorlijn, binnen de Locomotiefboulevard, dient een ecologische zone van minimaal 10 meter breed gerealiseerd te worden. In deze zone wordt een zonbeschenen kruidenrijke vegetatie ontwikkeld op schrale bodem, die als leefgebied en verbindingszone fungeert voor kleine grondgebonden diersoorten en voor vliegende insecten zoals dagvlinders en wilde bijen. Parkeervoorzieningen (parkeergarages) en gebouwen die worden gerealiseerd in de genoemde ecologische zone kunnen onderdeel zijn van de ecologische zone.
Begane grond invullingen van de bestaande gebouwen leveren een bijdrage aan de kwaliteit en leefbaarheid/beleving van de openbare ruimte tussen de gebouwen. Streef naar hogere verdiepingshoogten en zoveel mogelijk open gevels om flexibiliteit en interactie tussen openbaar gebied en gebouw mogelijk te maken.
Naast de formelere oost-west routes op Burgemeester Brokxlaan en Locomotiefboulevard zullen er bij de nadere stedenbouwkundige invulling informelere routes tussen de verschillende openbare ruimtes worden gecreëerd ter versterking van de samenhang in het gebied vanuit principes ontmoeten en samenwerken en gebaseerd op de ooit aanwezige informele dwaalstructuur in het oude Werkplaatscomplex.
De nieuwe openbare ruimten tussen de te realiseren bouwvolumes zullen elk een eigen karakter hebben om daarmee bij te dragen aan een divers verblijfs- en woonklimaat in de Spoorzone. Naast ruimten voor ontmoeting en vermaak zullen ook rustigere openbare ruimtes gecreëerd worden als geluidsluwe buitenruimte voor de vaak hoog geluid belaste woningen.
Serene architectuur: De flexibiliteit van de structuur vertalen in de gevel en voorkomen dat dit een letterlijke weergave van de functie of het programma is, zodat de gevel moet veranderen bij functiewijziging. De nieuwe volumes hebben een serene architectuur aansluitend bij het bestaande erfgoed. Dit wil uiteraard niet zeggen dat de gevel niet verfijnd is, de gevel heeft reliëf, terrassen, groen en kwaliteiten voor wonen en werken.
Lichttoetreding: bij bepalen afstand tussen gebouwen en hoogtebepaling zorg dragen voor een goede daglichttoetreding/bezonning, waarbij de Haagse bezonningsnorm, conform het bepaalde in de Handreiking Hoogbouwbeleid als toetsingskader zal gelden zowel wat betreft de nieuwbouw als ten opzichte van de bestaande woningen in de omgeving.
Bij iedere ontwikkeling met nieuwbouw wordt een advies van een ter zake kundige ecoloog opgenomen voor het realiseren van natuurinclusieve gebouwen. In dit advies wordt ingegaan op de kansen voor natuurinclusief bouwen en op welke wijze deze kansen geïntegreerd worden in de nieuwbouw. Als leidraad voor voorzieningen geldt het volgende: