Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van de directeur van de directie Verkeer en Openbare Ruimte gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de directeur van de directie Verkeer en Openbare Ruimte gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte
CiteertitelAlgemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/377469/CVDR377469_20.html
  2. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/377469/CVDR377469_21.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021artikel 3

23-12-2020

gmb-2020-354485

25-04-202001-01-2021nieuwe regeling

31-03-2020

gmb-2020-104368

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de directeur van de directie Verkeer en Openbare Ruimte gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte

Directie Verkeer & Openbare Ruimte, 31 maart 2020

 

De directeur van de directie Verkeer & Openbare Ruimte, Esseline Schieven

 

Gelet op:

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    het Burgerlijk wetboek;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam;

 

BESLUIT:

  • I.

    Op basis van artikel 11 van het Bevoegdhedenbesluit ondermandaat te verlenen aan de volgende functionarissen ten aanzien van de volgende aangelegenheden:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp.

Hoofdstuk 2 Ondermandaat algemene bevoegdheden

Artikel 2 Arbeidsrechtelijke regelingen en personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Aan afdelingshoofden en teamleiders:

    de bevoegdheden die zijn genoemd in de Tabel ondermandaat teamleiders in bijlage 5 onder B van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam, die ingevolge het Bevoegdhedenbesluit op basis van bijlagen 1 onder A, 2 onder A en 3 onder A niet aan het college, de gemeentesecretaris, de directeur Personeel en Organisatieadvies en de directeur V&OR zijn voorbehouden.

  • 2.

    Aan afdelingshoofden en teamleiders is het niet toegestaan om ondermandaat te verstrekken.

  • 3.

    Het ondermandaat ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden is slechts van toepassing op de afdeling/het team waaraan de gemandateerde leiding geeft.

Artikel 3 Aangaan privaatrechtelijke rechtshandelingen (overeenkomsten )

  • 1.

    Aan afdelingshoofden, teamleiders, teamleiders stedelijk beheer, ambtelijk opdrachtgevers in de functie van programmamanager I, de tunnelbeheerder, ambtelijke opdrachtgevers in de functie van manager J of project / programmamanager G, programmamanagers, projectmanagers en assetmanagers:

    het nemen van besluiten ten aanzien van het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen genoemd in het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder B artikel 1.

  • 2.

    De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid wordt slechts uitgeoefend met inachtneming van hetgeen daarover in het Bevoegdhedenbesluit en de Budgethoudersregeling is vermeld en binnen de instructies van de mandaatgever.

  • 3.

    De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid wordt voorts slechts uitgeoefend indien dit past binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget.

  • 4.

    Als voorwaarde voor het uitoefenen van de in dit artikel bedoelde bevoegdheid geldt dat de gemandateerde als budgethouder is aangewezen bij of krachtens de Budgethoudersregeling, waarbij de tunnelbeheerder voor wat betreft de omvang van de gemandateerde bevoegdheid met een ambtelijk opdrachtgever in de functie van programmamanager I wordt gelijkgesteld.

  • 5.

    De gemandateerde is bevoegd tot het aangaan van een financiële verplichting van maximaal €250.000,- (afdelingshoofden); €1.000.000 (afdelingshoofd assets); €50.000 (teamleiders); €250.000 (teamleiders stedelijk beheer), €1.000.000 (ambtelijke opdrachtgevers in de functie van programmanager I); €1.000.000 (de tunnelbeheerder); €500.000 (ambtelijke opdrachtgevers in de functie van manager J of project / programmamanager G ), €250.000 (programmamanagers) en €250.000 (projectmanagers), €100.000 (assetmanagers) overeenkomstig het bepaalde in de Budgethoudersregeling en Bijlage 2 bij de Budgethoudersregeling.

Artikel 4 Overige algemene bevoegdheden op grond van bijlage 1 bevoegdhedenbesluit

  • 1.

    Aan afdelingshoofden, teamleiders, ambtelijke opdrachtgevers, programmamanagers en projectmanagers:

    De bevoegdheden genoemd in het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder:

    • B

      artikelen 2, 3 en 4 (bevoegdheden Gemeentewet),

    • C

      (bevoegdheden Algemene wet bestuursrecht), .

    • E

      (bevoegdheden Wet bescherming persoonsgegevens)

    • F

      (bevoegdheden Algemene Verordening Nadeelcompensatie)

    • G

      (Archiefwet en aanverwanten).

  • 2.

    Geen ondermandaat wordt verleend aan de onder lid 1 genoemde functionarissen tot het nemen van besluiten op basis van het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder

    • D

      (Wet Openbaarheid Bestuur).

Hoofdstuk 3 RVE specifieke bevoegdheden bijlage 4 bevoegdhedenbesluit

Artikel 5  

  • 1.

    De bestuursrechtelijke bevoegdheden genoemd in het Bevoegdhedenbesluit, Bijlage 4, hoofdstuk II (Cluster Ruimte en Economie), onderdeel 4 (directeur Verkeer en Openbare Ruimte) blijven voorbehouden aan de directeur en worden niet onder gemandateerd binnen de organisatie.

 

  • II.

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Elektronisch Gemeenteblad en in werking treedt op de dag nadat het besluit is gepubliceerd.

 

  • III.

    Het eerder verleende algemene ondermandaatbesluit dd. 20 december 2018 van dit organisatieonderdeel in te trekken.

Amsterdam, 31 maart 2020

De directeur van de directie Verkeer & Openbare Ruimte,

Esseline Schieven