Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent huishoudelijke ondersteuning Wmo |
Citeertitel | Beleidsregels huishoudelijke ondersteuning Wmo Gemeente Neder-Betuwe 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-04-2020 | nieuwe regeling | 05-03-2020 | Z/20/068628 |
Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2020 voor het onderdeel huishoudelijke ondersteuning.
Actuele (juridische) ontwikkelingen, ervaringen uit de praktijk en het onderzoek naar huishoudelijke ondersteuning door KPMG 1 hebben ertoe geleid dat de gemeente Neder-Betuwe beleidsregels heeft opgesteld. Deze dienen als afwegingskader voor de indicatiestelling huishoudelijke ondersteuning door medewerkers van het Kernpunt van de gemeente Neder-Betuwe. Hierbij staat maatwerk vanuit een individuele benadering voorop.
Omschrijving huishoudelijke ondersteuning
Huishoudelijke ondersteuning (HO) is het geheel of gedeeltelijk overnemen van huishoudelijke activiteiten bij zorgvragers die deze niet of niet meer zelf kunnen (regelen). De ondersteuning beperkt zich tot dat wat noodzakelijk is voor de versterking of het behoud van de zelfredzaamheid en participatie. De ondersteuning gaat niet zo ver dat er rekening gehouden kan en moet worden met alle wensen van de cliënt, wat betreft bijvoorbeeld persoonlijke voorkeuren, smaak, luxe en gewoontes.
HO kan worden ingezet als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden. De beperkingen kunnen een gevolg zijn van aandoeningen van somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aard dan wel ten gevolge van een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Ook een psychosociaal probleem kan ten grondslag liggen aan een indicatie HO.
In het onderzoek naar de mogelijke inzet van HO wordt gekeken naar wat de betrokkene zelf kan (doen/regelen) en welke ondersteuning zijn sociale netwerk kan bieden. De mate van zelfredzaamheid wordt onderzocht en gestimuleerd. Er wordt gekeken welke ondersteuning vanuit de gemeente aanvullend noodzakelijk is. Ook wordt verwacht van betrokkene dat hij binnen de eigen mogelijkheden huishoudelijke werkzaamheden blijft doen. Opruimen van de woning is hierbij een belangrijk aandachtspunt zodat het schoonmaken efficiënt kan plaatsvinden.
De gemeente Neder-Betuwe onderscheidt acht resultaatgebieden:
De gemeente Neder-Betuwe onderscheidt 8 resultaatgebieden. Deze worden hieronder omschreven.
Om het resultaat van een schoon en leefbaar huis te kunnen behalen kan (gedeeltelijke) overname van schoonmaak activiteiten nodig zijn. Onder leefbaar wordt verstaan een opgeruimde en functionele leefruimte, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.
Per huishouden worden de volgende ruimtes structureel schoongemaakt:
Overige en niet in gebruik zijnde ruimte(s) worden niet of incidenteel schoongemaakt.
Het schoonmaken of schoonhouden van buitenruimtes vallen buiten de reikwijdte van de huishoudelijke ondersteuning. Het zemen van de ramen aan de buitenkant is hier een voorbeeld van.
Het onderhoud van de tuin, het uitlaten van huisdieren en overige activiteiten maken geen onderdeel uit van de huishoudelijke ondersteuning. Dit geldt ook voor het verrichten van hand- en spandiensten zoals het ophangen van een lamp of het schoonmaken van verzamelingen.
In tabellen 1, 2 en 3 van bijlage 1 worden alle structurele en incidentele schoonmaakactiviteiten weergegeven voor een schoon en leefbaar huis. Ook de uitvoeringsfrequentie en de normtijden staan in deze tabellen in bijlage 1. De tijden zijn gebaseerd op volledige professionele overname met aandacht voor verschillende beïnvloedende factoren. Aan de hand van de persoonlijke situatie wordt bepaald wat daadwerkelijk gedaan moet worden.
2.Beschikken over schone kleding en bedden-en linnengoed
Elke inwoner moet kunnen beschikken over schone was. Hieronder wordt verstaan de normale, dagelijkse kleding, inclusief textiel zoals handdoeken en beddengoed. De was wordt gewassen en gedroogd.
In tabellen 1 en 4 van bijlage 1 worden de activiteiten bij dit resultaatgebied omschreven. Hierbij wordt ook de frequentie en normtijd van de activiteit genoemd.
3.Beschikken over gestreken representatieve kleding
Er wordt vanuit gegaan dat iedereen kan beschikken over strijkvrije bovenkleding. Wanneer dit in de individuele situatie niet zo is, kan er vanuit de huishoudelijke ondersteuning worden gestreken. Hierbij wordt alleen de representatieve boven kleding gestreken. Onderkleding (zoals sokken en ondergoed) en alle vormen van bad-, keuken-, en bedtextiel worden niet gestreken.
In tabellen 1 en 4 van bijlage 1 worden de activiteiten bij dit resultaatgebied omschreven. Hierbij wordt ook de frequentie en normtijd van de activiteit genoemd.
4.Beschikken over benodigde levensmiddelen
Vanuit de Wmo kan uitsluitend ondersteuning op dit resultaatgebied worden ingezet wanneer iemand niet in staat is om met eigen mogelijkheden (eigenkracht en netwerk) en met boodschappenservices te voorzien in de benodigde levensmiddelen.
In tabellen 1 en 4 van bijlage 1 worden de activiteiten bij dit resultaatgebied omschreven. Hierbij wordt ook de frequentie en normtijd van de activiteit genoemd.
5.Bereiden van een broodmaaltijd.
Het bereiden van een broodmaaltijd kan onder de huishoudelijke ondersteuning vallen wanneer iemand niet in staat is om hier op eigen kracht of met hulp van het netwerk in te voorzien. Het uitgangspunt is dat een broodmaaltijd maximaal 1x per dag wordt klaargezet. De benodigde tijd valt altijd onder maatwerk.
6.Bereiden van een warme maaltijd.
Gelet op het aanbod van (warme) kant en klaar maaltijden is ondersteuning bij dit resultaatgebied in beginsel niet noodzakelijk. Wanneer door individuele situaties de eigen kracht, voorliggende wetgeving en de maaltijdservices niet toereikend zijn, kan het bereiden van de warme maaltijd onder de huishoudelijke ondersteuning vallen. Als het nodig is wordt maximaal 1x per dag ondersteund bij het opwarmen van een maaltijd. Er is geen normtijd voor dit resultaatgebied vastgesteld, dit wordt in maatwerk toegekend.
7.Organisatie van huishoudelijke taken.
Bij dit resultaatgebied wordt de inwoner zo veel mogelijk betrokken bij en gestimuleerd tot de uitvoering van huishoudelijke taken. Het geven van instructie en het aanleren van vaardigheden hoort hier ook bij. Dit is voor een beperkte tijdsduur noodzakelijk; namelijk tot de inwoner in staat is om deze werkzaamheden zelf uit te voeren, of wanneer blijkt dat het niet haalbaar is gebleken dat de inwoner de taken zelfstandig gaat uitvoeren. Dit kan voor de maximale duur van 3 maanden worden toegekend.
Soms is het nodig dat de regie van de organisatie van de huishoudelijke taken volledig wordt overgenomen. Dan kan dit ook langdurig worden ingezet.
In tabellen 1 en 4 van bijlage 1 worden de normtijden, activiteiten en frequenties bij dit resultaatgebied omschreven. Maatwerk staat bij dit resultaatgebied voorop.
8.Zorg voor jonge kind(eren) binnen het gezin
Bij de zorg voor kinderen gaat het om de dagelijkse, gebruikelijke hulp voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren als beide ouders/verzorgers niet in staat zijn deze te leveren. Het betreft activiteiten als wassen en aankleden, hulp bij eten en/of drinken en een maaltijd voorbereiden.
De zorgbehoefte van gezonde kinderen in relatie tot het huishouden wordt hieronder weergegeven:
Het is de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers om een oplossing te regelen, op tijden dat zij beiden niet in staat zijn om voor de kinderen te zorgen. Bij uitval van één van de ouders dient de andere ouder de zorg over te nemen. Hierbij wordt verwacht dat er maximaal gezocht wordt naar eigen oplossingen: zorgverlof, mantelzorg en andere voorliggende voorzieningen.
Deze verantwoordelijkheid vervalt niet bij echtscheiding of beëindiging van de relatie. Er dient wel rekening gehouden te worden met de eventueel door de rechtbank vastgelegde afspraken.
Vanuit het sociaal team van de gemeente Neder-Betuwe kan ondersteuning worden geboden bij het zoeken naar eigen oplossingen bijvoorbeeld binnen het netwerk. Het is ook mogelijk om te onderzoeken of er door middel van Buurtgezinnen of Sociaal Medische Indicatie kinderopvang (SMI) een oplossing gevonden kan worden.
De ondersteuning vanuit de Wmo op dit resultaatgebied is aanvullend op de eigen mogelijkheden en heeft vooral een taak in het bijspringen, zodat voor het gezin ruimte ontstaat om zelf een al dan niet tijdelijke oplossing te vinden.
In tabel 1 van bijlage 1 worden een aantal activiteiten binnen dit resultaatgebied omschreven. Maatwerk staat bij dit resultaatgebied voorop.
Voordat wordt overgegaan op de inzet van HO zal allereerst gekeken worden naar de mogelijkheden en vaardigheden van iemand zelf om het huishouden op eigen kracht te organiseren en uit te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan het aanschaffen van algemeen gebruikelijke voorzieningen zoals huishoudelijke hulpmiddelen, strijkvrije kleding, een strijkservice, een maaltijdservice of kant en klare maaltijden, gebruik maken van de boodschappen service, de wasmachine op een verhoger plaatsen of het inzetten van vormen van opvang zoals kinderopvang of buitenschoolse opvang.
Ook naar de aanwezigheid en mogelijkheden van een droger en vaatwasmachine wordt onderzoek gedaan. Als deze aanwezig (zullen) zijn, is het gebruik hiervan voorliggend op de inzet van HO.
In het onderzoek naar de mogelijke inzet van HO wordt gekeken naar wat de betrokkene zelf kan en welke ondersteuning zijn sociale netwerk kan bieden. Het sociaal netwerk bestaat bijvoorbeeld uit vrienden, kennissen, niet inwonende familieleden of buren. Er wordt besproken of het sociaal netwerk, op basis van vrijwilligheid of wederkerigheid, ondersteuning kan bieden op het gebied van het huishouden. Voorbeelden hiervan zijn grootouders die de kinderen opvangen, vrienden die maaltijden verzorgen of buren die de boodschappen meebrengen of het afval wegbrengen. De mate van zelfredzaamheid wordt onderzocht en gestimuleerd. Er wordt gekeken welke ondersteuning vanuit de gemeente aanvullend noodzakelijk is.
Gebruikelijke hulp en leefeenheid
Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse hulp die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid gemeenschappelijk een woning bewonen en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van het huishouden.
Gebruikelijke hulp is ook alleen aan de orde als er een leefeenheid is die gemeenschappelijk een woning bewoont. Onder een leefeenheid wordt verstaan “alle bewoners die een gemeenschappelijke woning bewonen met als doel een duurzaam huishouden te voeren”. Soms komt het voor dat er door middel van een aanbouw of een extra (mantelzorg)woning op het terrein een samengestelde leefeenheid ontstaat. Om te kunnen bepalen of er sprake is van 1 leefeenheid wordt naar de volgende factoren gekeken:
Een combinatie van deze factoren kan bepalen of er sprake is van een leefeenheid. Als in het onderzoek wordt vastgesteld dat er sprake is van een leefeenheid en er dus sprake is van huisgenoten, moet wel de draagkracht en draaglast van deze huisgenoten worden meegenomen in het onderzoek.
Er zijn uitzonderingen mogelijk op het uitgangspunt van gebruikelijke hulp, al dan niet tijdelijk. Te denken valt aan situaties waarin:
Als gebruikelijke hulp geleverd wordt door (fulltime) werkenden, wordt met het werk en daarmee samenhangende drukte ten aanzien van huishoudelijke taken geen rekening gehouden. Stofzuigen of de badkamer schoonmaken kan in vrije tijd verricht worden door werkenden in het kader van gebruikelijke hulp. Deze gebruikelijke hulp gaat voor op andere hobbymatige vrijetijdsbestedingen.
Het principe van gebruikelijke hulp heeft een verplichtend karakter en hierbij wordt geen onderscheidgemaakt op basis van sekse, religie, cultuur, gezinssamenstelling, de wijze van inkomensverwerving, drukke werkzaamheden, lange werkweken of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden.
Omvang van de woning (kamerverhuur)
In de normering van de tijdsinvestering per resultaatgebied is rekening gehouden met het type woningen in de gemeente Neder-Betuwe. Eventuele tekorten in tijd door het wonen in een grote woning worden in principe niet gecompenseerd in de HO. Het wordt van betrokkene verwacht dat de eventuele consequentie van het wonen in een grote woning op eigen kracht wordt opgelost.
Als er sprake is van kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden gerekend. Van huurders mag niet verwacht worden dat zij de huishoudelijke taken overnemen; er is bijvoorbeeld geen sprake van familiebanden. Er moet wel een huurovereenkomst aanwezig zijn. Als mensen zelfstandig samenwonen op een adres en gemeenschappelijke ruimten delen, wordt verondersteld dat het aandeel in het schoonmaken van die ruimtes bij uitval van een van de leden, wordt overgenomen door de andere leden van de leefeenheid.
De zorgverzekeringswet (Zvw) kan voorliggend zijn als behandeling of medicatie kan leiden tot verbeteringen van functioneren of handelen. In het geval de leden van de huishouding overbelast dreigen te raken door de combinatie van werk en verzorging van de zieke partner/huisgenoot, gaat het aanvragen van persoonlijke verzorging via de Zvw voor op het bieden van HO op grond van de Wmo.
Het opnemen van ouderschapsverlof of zorgverlof of het gebruik maken van buitenschoolse opvang kan ook een voorliggende oplossing zijn.
Vanuit de aanvullende verzekering van de Zvw kan soms ook aanspraak gemaakt worden op kortdurende HO. Wanneer hier aanspraak op gemaakt kan worden, gaat dit voor op de inzet van HO vanuit de Wmo.
De Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wmo zijn elkaar uitsluitende systemen. Wanneer iemand een indicatie kan hebben of kunnen krijgen voor zorg vanuit de Wlz er geen zorg vanuit de Wmo kan worden ingezet.
Algemeen gebruikelijke voorzieningen
Een algemeen gebruikelijke voorziening is een voorziening waarover iemand gezien zijn individuele situatie, ook zonder zijn handicap of beperking, zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen worden als algemeen gebruikelijk beschouwd.
Een dienst, hulpmiddel of andere maatregel wordt als algemeen gebruikelijk aangemerkt als deze:
Er wordt vanuit gegaan dat volwassen en huisgenoten een bijdrage leveren aan het huishouden. Dit houdt in dat er zowel van volwassen als jonge huisgenoten een bijdrage wordt verwacht. Bij gebruikelijke hulp wordt rekening gehouden met de leeftijd en belastbaarheid van de huisgenoot.
Kinderen tot en met 17 jaar kunnen ongeacht school, studie of werk (bijbaan) helpen met lichte huishoudelijke werkzaamheden. Bijvoorbeeld: opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een boodschap doen en kleding in de wasmand doen. Daarnaast kunnen zij hun eigen kamer op orde houden (rommel opruimen, stofzuigen en bed verschonen).
Van jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar wordt verwacht een eenpersoonshuishouden te kunnen voeren. Taken die bij een eenpersoonshuishouden horen zijn: schoonhouden van sanitaire ruimte, keuken en een kamer, de was doen, boodschappen doen, maaltijd verzorgen en afwassen en opruimen. Indien nodig kan ook de opvang en/of verzorging van jongere gezinsleden tot hun taken behoren.
Wanneer een indicatie betrekking heeft op meerdere personen in een leefeenheid en iemand van de leefeenheid komt te overlijden dan mag de hulp 6 weken worden doorgeleverd op naam van de partner. Binnen 4 weken is er contact met het Kernpunt om te overleggen of en in welke vorm het voortzetten van de HO noodzakelijk is.
Wanneer een cliënt tijdelijk opgenomen is in een instelling of het ziekenhuis en weer naar huis gaat, kan een verkort onderzoek plaatsvinden om vast te stellen of de indicatie HO ongewijzigd kan voortduren of moet worden aangepast. Veelal zal na signalen van de thuishulpen een beoordeling gemaakt kunnen worden of extra onderzoek nodig is.
Als sprake is van een opname in een instelling of ziekenhuis, terwijl er sprake is van een achterblijvende partner die eveneens HO nodig heeft, zal de indicatie worden voortgezet, totdat erop naam van de partner een nieuwe indicatie HO is afgegeven.
Bij wijzigingen in de persoonlijke of gezinssituatie zal de Kernpuntmedewerker beoordelen of dit gevolgen heeft voor de HO, bijvoorbeeld omdat er meer of minder gebruikelijke zorg kan worden geleverd. Indien nodig wordt het besluit voor de HO aangepast.
Wijzigt het volume van de toegekende ondersteuning ten nadele van de cliënt, dan wordt een redelijke periode aangehouden voor de ingangsdatum van de nieuwe toegekende ondersteuning.
Als een cliënt wordt opgenomen in een instelling of zorg thuis krijgt op grond van de Wet langdurige zorg, wordt de indicatie HO 1 dag na de start van de Wlz indicatie beëindigd.
Bij een verhuizing naar buiten de gemeente stopt de indicatie HO op de dag van de verhuizing. Bij een verhuizing binnen de gemeente blijft de indicatie gehandhaafd.
Wanneer er sprake is van een situatie waarin verwacht wordt dat er langdurig HO wordt ingezet is de maximale indicatieduur 5 jaar. Hiervan is sprake wanneer er door de aard van de beperkingen geen of weinig verbetering in functioneren wordt verwacht.
Bijlage 1: Normering Huishoudelijke Ondersteuning (HO) Neder-Betuwe
Deze Normering Huishoudelijke Ondersteuning Neder-Betuwe is opgesteld na onderzoek door KPMG. Dit onderzoek vond plaats in 2018. Tijdens dit onderzoek is door KPMG voortgebouwd op eerdere onderbouwingen en inzichten die KPMG heeft opgedaan bij andere gemeenten. Door een expertgroep met afvaardiging van de aanbieders, cliëntenraden en consulenten is de regionale kennis ingebracht. Aan deze expertgroep is de kennis vanuit professionals uit de schoonmaakbranche toegevoegd. De regionale context is nadrukkelijk onderzocht en vergeleken met de aanwezige data uit onderzoeken bij andere gemeenten.
Door dit onderzoek zijn de 8 resultaatgebieden opgesteld en is in kaart gebracht welke activiteiten de huishoudelijke ondersteuning kunnen omvatten. Daarbij zijn de benodigde frequentie en gemiddelde tijdsbesteding vastgesteld. In het onderzoek is gewerkt met gemiddelde tijden. Deze gemiddelde tijden worden in Neder-Betuwe acceptabel gevonden. Het uitgangspunt in de praktijk blijft het bieden van maatwerk, afgestemd op de individuele situatie van de cliënt.
De normtijden genoemd in tabel 1 worden per jaar weergegeven uitgaande van volledige professionele overname. Een aantal taken zullen dagelijks moeten plaatsvinden, andere wekelijks of met een andere frequentie. De verschillende frequenties van de verschillende activiteiten zijn verwerkt in deze jaarlijkse normtijden. De frequentie per activiteit wordt in een aparte tabellen 2, 3 en 4 weergegeven.
In het onderzoek is uitgegaan van een gemiddelde situatie. Echter kunnen bepaalde factoren met betrekking tot het huis of het huishouden ervoor zorgen dat in individuele gevallen juist minder of meer tijd nodig is. Een aantal van deze factoren zijn persoonlijke keuzes van de inwoner en hoeven niet automatisch te leiden tot extra tijd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de noodzaak van het hebben van huisdieren of de aanwezigheid van veel (kleine) spullen in de woning (zoals pluche knuffels en beeldjes). Deze factoren spelen in principe geen rol bij het meer of minder toekennen van uren. Wanneer dit niet zo is, kan er in individuele situaties als maatwerk meer ondersteuning worden ingezet. In tabel 5 zijn enkele beïnvloedende factoren weergegeven die kunnen leiden tot de inzet van extra ondersteuning. Dit kan alleen met een goede onderbouwing en wordt zonodig ondersteund met een medische verklaring van een onafhankelijke arts.
In sommige situaties kan het voorkomen dat het niet noodzakelijk is om de volledige ondersteuning op één of meer resultaatgebieden toe te kennen. In overleg met de cliënt kan worden overeengekomen dat een gedeelte van de huishoudelijke werkzaamheden bijvoorbeeld zelf of met hulp van het netwerk kan worden uitgevoerd. In deze situaties kan worden afgeweken van het normenkader en minder uren worden toegekend.
Zorg in Natura en Persoonsgebonden budget
De normering is voor zowel zorg in natura als voor het vaststellen van het persoonsgebonden budget de onderbouwing van het beleid voor HO. Op deze wijze kan de gemeente duidelijk maken op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultatengebieden binnen de HO.
De normering dient als leidraad voor het gesprek met de cliënt door de kernpuntmedewerker. Hiermee wordt in beeld gebracht wat de benodigde activiteiten zijn door inzet van HO.
Tabel 1. Normtijden per resultaatgebied
Tabel 2. Frequenties per basisactiviteit Schoon en leefbaar huis
Keukenblok (buitenzijde) inclusief tegelwand, kookplaat, spoelbak, koelkast en eventuele tafel. | ||
Badkamer schoonmaken (sanitaire elementen, vloer en prullenbak legen) Inclusief stofzuigen en dweilen | ||
Tabel 3. Frequenties per incidentele activiteit binnen het resultaat Schoon en leefbaar huis.
1De hele deur en deurpost nat afnemen
2Niet alleen de horizontale vlakken maar ook de voor- en zijkant, of bijvoorbeeld leren bank afnemen
3Onder het reinigen van gordijnen wordt verstaan het nat dan wel droog reinigen van gordijnen/vitrage
Tabel 4. Frequenties en activiteiten binnen de overige resultaatgebieden