Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pijnacker-Nootdorp

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de locatie van huisvuilinzamelpunten (Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker- Nootdorp 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePijnacker-Nootdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de locatie van huisvuilinzamelpunten (Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker- Nootdorp 2020)
CiteertitelBeleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker-Nootdorp 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1.1 van de Wet milieubeheer
  2. artikel 10.21 van de Wet milieubeheer
  3. artikel 10.23 van de Wet milieubeheer
  4. artikel 10.24 van de Wet milieubeheer
  5. artikel 10.25 van de Wet milieubeheer
  6. artikel 10.26 van de Wet milieubeheer
  7. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Pijnacker-Nootdorp/609733/CVDR609733_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-2020nieuwe regeling

31-03-2020

gmb-2020-98929

1039153

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de locatie van huisvuilinzamelpunten (Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker- Nootdorp 2020)

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het advies van de afdeling Wijkzaken d.d. 24 maart 2020;

 

gelet op:

  • de artikelen 1, 10.21, 10.23, 10.24, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer;

  • het raadsbesluit van 17 december 2015, Grip op Grondstoffen (15INT05103);

  • de Afvalstoffenverordening 2018 Pijnacker-Nootdorp.

     

besluit:

de navolgende ‘Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker-Nootdorp 2020’ vast te stellen:

Artikel 1 - Algemene bepalingen

  • 1.

    Een inzamellocatie kan zowel een locatie voor minicontainers (aan te duiden als clusterplaats) als een locatie voor verzamelcontainers betreffen.

  • 2.

    Bij het bepalen van een geschikte locatie voor de inzameling van huisvuil:

    • a.

      worden aspecten vanuit ecologie, bodemkwaliteit en archeologie in ogenschouw genomen, zodanig dat geen kosten gemaakt hoeven te worden ten aanzien van maatregelen aangaande deze aspecten;

    • b.

      moet deze voldoen aan de in deze beleidsregels genoemde criteria.

  • 3.

    Indien op een locatie een boom gekapt moet worden, of groenvoorziening verwijderd moet worden, dan moet dit verloren groen in de directe omgeving gecompenseerd kunnen worden.

  • 4.

    Indien voor een locatie een parkeerplaats opgeheven moet worden en de geldende parkeernorm daardoor niet meer behaald wordt, dan moet deze verloren parkeerplaats in de directe omgeving gecompenseerd kunnen worden.

  • 5.

    Een locatie kan meer dan 1 inzamelvoorziening omvatten.

  • 6.

    Om optimaal binnen de beschikbare openbare ruimte ingepast te kunnen worden, worden inzamelvoorzieningen binnen een reikwijdte van 4 meter vanaf het aangegeven centrum van de locaties geplaatst.

  • 7.

    Indien door gewijzigd inzicht en/of wijziging van de fysieke omgeving van een locatie, er argumenten zijn om een locatie te herzien, dan kan alleen sprake zijn van verplaatsing indien:

    • a.

      er voldoende zwaarwegende belangen zijn voor verplaatsing;

    • b.

      de locatiecriteria ook in stand blijven op de nieuwe locatie;

    • c.

      de kosten van verwijderen, herplaatsen en aanpassen van de openbare ruimte niet meer bedragen dan € 6.000,00 per locatie.

  • 8.

    Het college kan beargumenteerd:

    • a.

      afwijken van deze beleidsregels;

    • b.

      aanvullende criteria stellen.

Artikel 2 - Inpassing van een inzamellocatie in de openbare ruimte

  • 1.

    De locatie bevindt zich:

    • a.

      in de openbare ruimte, op gemeentegrond;

    • b.

      op een verhard oppervlak;

    • c.

      op hoogste punt in de bestrating;

    • d.

      langs de openbare weg, zodanig dat doorgaand verkeer tijdens het inzamelen niet ernstig wordt belemmerd.

  • 2.

    De locatie bevindt zich niet:

    • a.

      direct onder een raam of balkon van een woonhuis;

    • b.

      voor een inrit, carport of garage;

    • c.

      op een laad- en losplaats;

    • d.

      in een parkeervak;

    • e.

      in een gebied met het predicaat “beschermd stadsgezicht”;

    • f.

      op een zodanige plek dat hinder vanwege geur, insecten en geluid optreedt;

    • g.

      achter geparkeerde auto’s;

    • h.

      naast een OV-halteplaats;

    • i.

      in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld.

  • 3.

    De locatie is zodanig gesitueerd en ingericht dat er:

    • a.

      vanuit de directe omgeving (ook ’s avond) voldoende zicht is op het gebruik;

    • b.

      geen belemmering is in het zicht op verkeersborden, bewegwijzering, verkeerslichten, etc.;

    • c.

      voldoende afstand is tot blusleidingen (brandkranen en/of afsluiters);

    • d.

      geen beplanting/gazon over de locatie kan groeien;

    • e.

      bij het legen van de container geen onherstelbare schade ontstaat aan bomen (kroon en wortels) in een volwassen stadium;

    • f.

      voorkomen wordt dat “groensnippers” overblijven (voor groenvakken gelden minimale afmetingen);

    • g.

      geen combinatie met een parkeerplaats optreedt;

    • h.

      aan de straatzijde van de locatie een parkeerverbod kan worden ingesteld over een lengte van ten minste 15 m;

    • i.

      geen bumper van een naast geparkeerd voertuig over de locatie kan steken;

    • j.

      eenvoudig beheer en reiniging van de openbare ruimte mogelijk blijft;

    • k.

      een goede bereikbaarheid is voor bewoners, ook voor rolstoelgebruikers en gebruikers zo weinig mogelijk een drukke weg behoeven over te steken;

    • l.

      voor voetgangers en rolstoelgebruikers steeds ongehinderd gebruik mogelijk is van doorlooproutes op het trottoir;

    • m.

      bij het inzamelen een veilige mogelijkheid is tot stoppen en werken;

    • n.

      op de weg een vlak (maximaal 3% helling naar enige zijde) en recht wegdek is over een lengte van 20 m;

    • o.

      naar de locatie voor het inzamelvoertuig een eenvoudige route beschikbaar is zonder manoeuvres achteruit, met:

      • i.

        een draaicirkel van minimaal 25 meter;

      • ii.

        een bochtstraal van minimaal 9,5 m (over de bumper van het voertuig);

      • iii.

        een breedte van minimaal 3,05 m (over de spiegels);

      • iv.

        een lengte van minimaal 11 m;

      • v.

        een vrije doorrijhoogte van minimaal 4 meter;

      • vi.

        een belading van 30 ton, verdeeld over 3 assen.

Artikel 3 - Inpassing van een clusterplaats in de openbare ruimte

  • 1.

    Een clusterplaats is een locatie voor het nabij meerdere woningen aanbieden van woonadres-gebonden minicontainers;

  • 2.

    De clusterplaats bevindt zich niet binnen een afstand van 2 meter tot de gevel van een woning;

  • 3.

    De clusterplaats bevindt zich binnen een afstand van circa 75 meter tot de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

  • 4.

    De clusterplaats is zodanig bemeten dat er voldoende ruimte voor het opstellen van de minicontainers, rekening houdend met:

    • a.

      een vloeroppervlak per minicontainer van 0,75 m diepte en 0,6 m breedte;

    • b.

      maximaal 2 containers achter elkaar (in de diepte);

    • c.

      maximaal 10 containers naast elkaar (in de breedte);

    • d.

      minimaal 3 containers naast elkaar (in de breedte).

  • 5.

    De clusterplaats moet beschikken over een af-/oprit (of een voldoende verlaging van de trottoirband) naar de weg toe, over een lengte van ten minste 2,5 m.

  • 6.

    De verharding van en naar de clusterplaats is niet zodanig dat het rollen van de containerwielen wordt bemoeilijkt of verhinderd.

Artikel 4 - Inpassing van een verzamelcontainer in de openbare ruimte

  • 1.

    Een verzamelcontainer is een inzamelvoorziening bestemd voor meerdere huishoudens.

  • 2.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van restafval bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 250 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 80 woonhuisaansluitingen.

  • 3.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van oud-papier en -karton bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 250 woonhuisaansluitingen.

  • 4.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van verpakkingsmateriaal bestaande uit plastic, metaal en drankkarton bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 75 woonhuisaansluitingen.

  • 5.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van restanten groente, fruit, fijn tuinafval en etenswaren bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 100 woonhuisaansluitingen.

  • 6.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van verpakkingsglas bevindt zich:

    • a.

      op een logische plek in de wijk;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 500 woonhuisaansluitingen.

  • 7.

    De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van textiel:

    • a.

      bevindt zich op een logische plek in de wijk;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 900 woonhuisaansluitingen.

  • 8.

    De locatie voor een verzamelcontainer is zodanig gesitueerd dat er:

    • a.

      aan de straatzijde van de locatie voldoende parkeergelegenheid is voor het brengen van de afvalstoffen/grondstoffen;

    • b.

      minimaal 90 centimeter vrije ruimte is aan de inworpzijde(n), met de inwerpopening naar de trottoirzijde gericht;

    • c.

      bij een locatie voor verpakkingsglas:

      • i.

        voldoende afstand is tot fietspaden;

      • ii.

        minimaal 20 m afstand is tot een door het college aangewezen speelplek of honden uitrenterrein;

    • d.

      eenvoudig gebruik, beheer en onderhoud aan de container en de openbare ruimte kan plaatsvinden zonder dat er schade aan de omgeving ontstaat;

    • e.

      rekening gehouden is met het vloeroppervlak van de verzamelcontainer;

    • f.

      een ontgravingsmogelijkheid is van 3,00 meter diepte;

    • g.

      rondom een vrije ruimte is van:

      • i.

        minimaal 2 meter in het horizontale vlak tot bovengrondse objecten ;

      • ii.

        minimaal 1 meter in het horizontale vlak tot een parkeerplaats;

      • iii.

        minimaal 1 meter vrije ruimte is tot de gevel van een woning

      • iv.

        minimaal 8 meter in het verticale vlak;

      • v.

        minimaal 1 meter afstand tot ondergrondse infrastructuur;

      • vi.

        minimaal 2 meter afstand in geval van een asbestcementleiding (waarbij deze leiding bij aanleg, beheer en onderhoud drukloos moet kunnen zijn);

      • vii.

        minimaal 1 meter afstand tot een fietspad/-strook;

      • viii.

        minimaal 1 tegel vrije ruimte rondom de betonput (c.q. tot de achterzijde van een trottoirband), ook tussen 2 putten op dezelfde locatie;

      • ix.

        minimaal 2 tegels vrije ruimte tussen de achterzijde trottoirband en de betonput bij haaks parkeren;

      • x.

        maximaal 3 meter afstand tussen de voorkant trottoirband en de betonput (i.v.m. hijsafstand);

    • h.

      minimaal 5,5 meter vrije ruimte op het verharde wegdek voor het zowel links als rechts afstempelen.

Artikel 5 - Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker-Nootdorp 2020’ en treedt in werking de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van 31 maart 2020.

het college van Pijnacker-Nootdorp,

drs. J.P.R. Woudstra

secretaris

mw. F. Ravestein

burgemeester