Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Startersleningen Provincie Limburg |
Citeertitel | Verordening Startersleningen Provincie Limburg |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2028.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2023 | artikel 4, 13, 16 | 03-11-2023 | |||
10-05-2022 | 24-11-2023 | artikel 9, 10 | 26-04-2022 | DOS-00028123 | |
20-04-2021 | 10-05-2022 | Art 9 en 10 | 09-04-2021 | PB 029-2021 | |
16-04-2020 | 20-04-2021 | Nieuwe regeling | 03-04-2020 | PB 024-2020 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Combinatielening: een extra lening, die naast een hypothecaire lening mag worden afgesloten, waaruit tot een maximum van 50% van de waarde van de gefinancierde woning de aflossing op de hypothecaire lening mag worden betaald. Deze Combinatielening wordt samen met de Starterslening aangeboden en blijft in dit geval beperkt tot maximaal het bedrag van de Starterslening.
Starter: de persoon, die alleen of samen met zijn of haar partner voor de eerste maal een eigen woning koopt of verkrijgt. Bij twee aanvragers ten aanzien van eenzelfde woning gelden deze gezamenlijk als aanvrager en dienen zij beide te voldoen aan de hiervoor gestelde eis niet eerder een woning te hebben gekocht of verkregen. Onder verkrijgen wordt onder meer begrepen: verkrijging door huwelijksvermogensrecht of geregistreerd partnerschap, verkrijging krachtens erfrecht, schenking, recht van gebruik en bewoning, verkrijging van een woning in economische zin of anderszins.
Hoofdstuk 2 Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg
De bevoegdheid om aanvragen voor startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg af te handelen en reeds verstrekte startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg in te trekken, wordt door Gedeputeerde Staten van Limburg overgedragen aan het college.
Artikel 4 Looptijd van de Verordening en provinciale budget ten behoeve van het fonds
Indien het provinciale Budget ten behoeve van het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg eerder is uitgeput, zullen geen trekkingsrechten meer worden toegekend totdat het budget mogelijk is aangevuld met vrijvallende middelen, terugontvangen aflossing of een nieuwe kredietfaciliteit. Dit laatste is ter besluitvorming aan Provinciale Staten.
Artikel 5 Hoogte van de bijdrage deelnemende gemeente
De omvang van de trekkingsrechten per deelnemende gemeente in het Stimuleringsfonds startersregeling Provincie Limburg is gemaximeerd op de behoefte zoals de gemeente die aangeeft in haar verzoek om toekenning van trekkingsrechten. Gedeputeerde Staten van Limburg beslissen over de hoogte van de provinciale bijdrage.
Gedeputeerde Staten van Limburg kunnen besluiten tot een herijking van de aan deelnemende gemeenten toegekende trekkingsrechten in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg indien blijkt dat een deelnemende gemeenten onjuist, niet of slechts gedeeltelijk gebruik maakt van de aan haar toegekende trekkingsrechten in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg. Herijking betekent zowel het terugtrekken van trekkingsrechten als het bij behoefte opnieuw toekennen van deze middelen aan andere deelnemende gemeenten.
Artikel 6 Aanspraak op de bijdrage
Alle Limburgse gemeenten kunnen een deelnemingsovereenkomst met SVn sluiten, een gemeentelijke verordening met betrekking tot startersleningen vaststellen en een gemeentelijke bijdrage voor de gemeentelijke “startersregeling” ter beschikking stellen en op de Gemeenterekening Starterslening bij SVn storten. Op basis hiervan kunnen zij door middel van een gemotiveerd verzoek aan Gedeputeerde Staten van Limburg provinciale trekkingsrechten aanvragen. Dit kan op ieder gewenst moment geschieden. Gemeenten die voor het eerst trekkingsrechten bij Gedeputeerde Staten van Limburg aanvragen dienen de gemeentelijke verordening startersregeling en de deelnemingsovereenkomst met SVn te overleggen.
Mocht naar het oordeel van Gedeputeerde Staten van Limburg na de wijziging zoals bedoeld in het vierde lid, van dit artikel, niet meer worden voldaan aan de bepalingen van hoofdstuk 2, 3 en 4 van deze verordening, dan kunnen Gedeputeerde Staten van Limburg de nog niet in leningen omgezette trekkingsrechten van deze deelnemende gemeente terugtrekken.
Een starterslening wordt verstrekt voor de aankoop van een bestaande koopwoning, de aankoop van een huurwoning die (bijvoorbeeld door een woningcorporatie) voor verkoop wordt aangeboden of de aankoop van een nieuwbouwwoning, allen binnen de grenzen van de provincie Limburg en bestemd voor permanente bewoning.
Artikel 9 Hoogte van de starterslening
De hoogte van een starterslening bedraagt maximaal 20% van de koop(/-aanneem)som van een woning met een maximum van € 56.000,- per starterslening. Gedeputeerde Staten kunnen de hoogte van de starterslening in de Verordening Startersleningen Provincie Limburg wijzigen.
Artikel 10 Koop(/-aanneem)som van de woning
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op aanvragen voor startersleningen ten behoeve van de aankoop van een woning zoals omschreven in artikel 8 met een koop(/-aanneem)som tot maximaal € 280.000,-. Gedeputeerde Staten kunnen de hoogte van de koop/-aanneemsom in de Verordening Startersleningen Provincie Limburg wijzigen.
In de voorwaarden die de deelnemende gemeenten op lokaal niveau aan de inzet van de starterslening stellen, kunnen, rekening houdende met de situatie en omstandigheden binnen de lokale woningmarkt, nadere eisen worden gesteld ten aanzien van de betrokken woningen en doelgroep. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in deze provinciale verordening.
Hoofdstuk 4 Uitvoeringsbepalingen
Artikel 13 Aanvraag en besluit
Het college toetst of de aanvraag voor een starterslening voldoet aan de criteria en voorwaarden zoals verwoord in haar gemeentelijke verordening zoals bedoeld in artikel 6, derde en vierde lid. Indien de aanvraag voldoet aan de criteria en voorwaarden van de gemeentelijke verordening, volgt er een toekenning en kan de aanvrager een Starterslening aanvragen bij SVn. Indien de aanvraag niet voldoet, dan wel het budget niet toereikend is, wordt de aanvraag afgewezen. De toewijzing voor een Starterslening vormt het startpunt voor een autonome financiële toetsing door SVn.
Voor besluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de ‘Verordening Startersleningen Provincie Limburg’ blijft de ‘Verordening Impulsplan Starters: een eigen thuis! Provincie Limburg 2016’ waaronder de betreffende besluiten zijn genomen van toepassing, ook voor de volgende stappen in het leningstraject.
Voor aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van de ‘Verordening Startersleningen Provincie Limburg’ en waarover bij inwerkingtreding nog niet is beslist, is de ‘Verordening Impulsplan Starters: een eigen thuis! Provincie Limburg 2016’ van toepassing, tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de ‘Verordening Startersleningen Provincie Limburg’, ook voor de volgende stappen in het leningstraject.