Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Impulsloket Nationaal Programma Groningen |
Citeertitel | Subsidieregeling Impulsloket Nationaal Programma Groningen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2023 | artikel 10 | 12-12-2023 | K57693 | ||
20-07-2023 | 21-12-2023 | artikel 1, 5, 13, toelichting | 11-07-2023 | K52686 | |
16-04-2020 | 20-07-2023 | nieuwe regeling | 31-03-2020 | K 20393 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Programmakader: het Programmakader van Nationaal Programma Groningen waarin de ambities en de randvoorwaarden van het programma zijn verwoord. Dit programmakader is vastgesteld op 19 september door het bestuur van Nationaal Programma Groningen en vervolgens door de gemeenteraden van Loppersum, Delfzijl, Appingedam, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt en Het Hogeland en door Provinciale Staten. Het Programmakader is digitaal beschikbaar via www.nationaalprogrammagroningen.nl;
Doel van deze regeling is om bij te dragen aan het verbeteren van het imago van de provincie Groningen en het verhogen van de Brede Welvaart door het stimuleren van stichtingen, verenigingen en coöperaties om bij te dragen aan de ambities van Nationaal Programma Groningen. Daarnaast is het de bedoeling van deze regeling om kleinschalige ondernemingen, die een lokale uniciteit zijn, te stimuleren een bijdrage te leveren aan met name de leefbaarheid in de lokale omgeving.
In het Provinciaal Blad worden door Gedeputeerde Staten de volgende subsidieplafonds bekend gemaakt:
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan minimaal twee van de vier ambities van Nationaal Programma Groningen: economie, werken & leren, leefbaarheid of natuur & klimaat.
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7 in aanmerking te komen dient de aanvrager te voldoen aan de volgende vereisten:
Artikel 11 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 15 Beoordelingscommissie
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 7 ter beoordeling over artikel 9 en artikel 14 voor aan de beoordelingscommissie.
Artikel 17 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Naast de verplichtingen uit 2.10 van de Procedureregeling, worden in ieder geval de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:
Artikel 19 Subsidievaststelling
Bij de aanvraag tot vaststelling als bedoeld in het tweede lid wordt een activiteitenverslag inclusief financieel verslag overlegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening is verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
Groningen, 31 maart 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Impulsloket Nationaal Programma Groningen
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
c. Verordening waarin de Europese Commissie heeft bepaald dat een aantal steunmaatregelen tot een bepaalde drempel niet beschouwd worden als staatssteun;
d. De begripsbepaling van een kleinschalige onderneming is gebaseerd op de definitie van een micro-onderneming
Met kleinschalige ondernemingen wordt gedoeld op de groep die nu bij veel regelingen buiten de boot valt vanwege de geringe omvang en/of zakelijke status. Nationaal Programma Groningen wil deze groep ook mogelijkheden te geven. Het betreft de ondernemers die met hun onderneming een bijdrage willen leveren aan de leefbaarheid in de lokale omgeving en maatschappelijke waarde willen creëren. De onderneming leidt hierbij niet noodzakelijk tot een volwaardig inkomen maar zorgt voor reuring in de omgeving. We richten ons op sociaal ondernemerschap met een accent op leefbaarheid. Bijdrage aan de andere ambities is hierbij een pre. De onderneming moet een lokale uniciteit zijn zodat er geen concurrentie kan optreden met andere ondernemingen in de lokale omgeving (zie subsidievereisten).
Energiecoöperaties zijn uitgesloten bij deze regeling omdat deze een plek krijgen in het programma Lokale Energie initiatieven. Dit programma is onderdeel van het totale programma Bewonersinitiatieven Nationaal Programma Groningen waar ook de subsidieregeling voor het Impulsloket en het Loket Leefbaarheid onderdeel van zijn.
Om de Brede Welvaart en het imago van Groningen te verbeteren, heeft Nationaal Programma Groningen ambities geformuleerd op vier gebieden die voor de regio van belang zijn: Economie, Werken en leren, Leefbaarheid, Natuur en klimaat. Deze ambities staan omschreven in het Programmakader. Hieronder worden de ambities kort toegelicht.
Nationaal Programma Groningen zet in op het versterken van de sociaaleconomische positie en het opleidingsniveau van Groningers. Bij werken en leren gaat het ook om het ontwikkelen van vaardigheden, competenties, houding en gedrag.
Doel is een leefbaar en toekomstbestendig Groningen. Enerzijds gaat dit om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving: veilig wonen en leven, nu en in de toekomst. Dit is een belangrijk onderdeel van werken aan Brede Welvaart in de regio, omdat juist dit aspect door de gevolgen van de gaswinning fundamenteel is aangetast. Anderzijds bepalen ook gezondheid, geluk en welbevinden van de Groningers de leefbaarheid. Uitgangspunt is dat investeringen in wonen, werken en fysieke leefomgeving zorgen voor een hogere leefbaarheid.
De derde ambitie ligt op het gebied van Natuur en klimaat. We zetten ons in voor een aantrekkelijke leefomgeving, energietransitie en klimaatbestendigheid, op natuurbehoud en circulaire landbouw: een rijk landschap en een rijke natuur zijn van belang om perspectief voor Groningen en een goed vestigingsklimaat te bereiken.
Ons doel is toekomstbestendige economische groei, voor de provincie als geheel en voor iedere gemeente afzonderlijk. Daarnaast gaan we de economische structuur duurzaam versterken door te werken aan een ideaal vestigingsklimaat en kansrijke sectoren, waarin Groningen koploper blijft of wordt. Uitgangspunt is dat investeringen in kansrijke sectoren, innovatie, internationalisering en vestiging zorgen voor toename van de toegevoegde waarde.
Deze subsidievereisten zijn gebaseerd op de randvoorwaarden zoals deze zijn geformuleerd in het Programmakader:
Draagvlak: een groot deel van de gemeenschap draagt het project. Vraag gestuurde aanvragen hebben draagvlak. Met vraag gestuurd wordt bedoeld dat van buiten de aanvragende partijen een vraag bestaat voor de in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten. Dit blijkt uit financieringsbronnen, deelnemende partners, en de betrokkenheid van vrijwilligers.
Lokale Uniciteit: de mate waarin de activiteit vernieuwend is voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft. Uniciteit heeft betrekking op de vraag of het project uniek is voor het gebied. Innovatief en specifiek voor de regio zijn mogelijke onderdelen van uniciteit. Dit is met name het geval wanneer de aanvraag een onderwerp aansnijdt dat nog niet eerder is gesubsidieerd door een overheid voor de lokale omgeving. Bovendien blijkt uniciteit ten opzichte van andere projecten.
Toekomstbestendigheid: de mate waarin de activiteit leidt tot een voortdurende situatie of een voortdurende activiteit. Ook uitgelegd als herhalend en duurzaam. Indicatoren hiervoor zijn de volgende aspecten: meerjarige exploitatie met dekking, financiële onderbouwing, afspraken over beheer, onderhoud en eigendom.
Voor kleinschalige ondernemingen worden alleen out-of-pocket investeringsuitgaven vergoed. Onder out-of-pocket investeringsuitgaven vallen onder meer de volgende zaken:
Vanuit deze regeling wordt maximaal 50% van de subsidiabele kosten vergoed. Kosten van vrijwilligersuren zijn, in het geval van stichtingen, verenigingen en coöperaties, onderdeel van deze kosten (tegen 23 euro per uur). Maar de subsidie voor een activiteit die vrijwilligersuren bevat, mag aan het einde van het project niet hoger zijn dan de totale subsidiabele kosten exclusief de vrijwilligersuren.
Vrijwilligersuren worden dus niet uitbetaald maar wegen wel mee in de totale projectkosten. De reden dat voor deze constructie wordt gekozen is dat de bijdrage vanuit deze subsidieregeling op deze manier hoger is. Zo wordt beoogd een eigen bijdrage aan een activiteit te stimuleren
In de Procedureregeling artikel 1.5 lid 1 sub d staat aangegeven dat kosten die niet in redelijke verhouding staan tot het doel, niet subsidiabel zijn. Alleen kosten die noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het doel van de subsidie komen daarom voor subsidie in aanmerking (zie artikel 10). In dit kader wordt gekeken naar effectieve, doelmatige, rechtmatige en marktconforme besteding van de middelen. Door middel van offertes kan de aanvrager hier in de verantwoording blijk van geven.