Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlem

Verordening garanties voor totaalfinanciering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening garanties voor totaalfinanciering
CiteertitelVerordening garanties voor totaalfinanciering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpgarantie, monument, renovatie, restauratie, Stichting Nationaal Restauratiefonds, subsidie, totaalfinanciering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-201001-01-1995nieuwe regeling

21-12-1994

Stadskrant, 23-12-2010

309/1994

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening garanties voor totaalfinanciering

 

 

Verordening garanties voor Totaalfinanciering

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    panden: als monument of anderszins door de overheid beschermde panden of voor woningverbetering in aanmerking komende panden, die onderwerp vormen van de tussen de gemeente en de Stichting Nationaal Restauratiefonds gesloten samenwerkingsovereenkomst;

  • b.

    eigenaren: degenen die in de bovengenoemde samenwerkingsovereenkomst als zodanig benoemd zijn;

  • c.

    Totaalfiannciering: de door de Stichting Nationaal Restauratiefonds aan een eigenaar te verstrekken geldlening, voor de financiering van de restauratie, respectievelijk de renovatie en van het eventuele onderhoud en de aankoop van een pand gelegen in de gemeente Haarlem; dit laatste voor zover dit niet onder de regeling "deelneming in garanties woninggebonden subsidies" of het waarborgfonds eigen woningen valt en het verband houdt met de restauratie respectievelijk de renovatie van het pand;

  • d.

    subsidie: de op grond van enige regeling door het Rijk, de provincie of de gemeente voor de restauratie, de renovatie, het onderhoud en/of de aankoop van een pand toegekende geldelijke steun;

  • e.

    verlies: verlies dat voor de gemeente voortvloeit uit de door haar afgegeven garantie, voor zover terug te voeren op:

    • -

      verschil tussen bruto-opbrengst en restant lening;

    • -

      rente wegens te late betaling van rente en aflossing ten gevolge waarvan de gemeente op haar verplichtingen uit hoofde van de garantie wordt aangesproken;

    • -

      kosten die er toe strekken om executoriale verkoop van de woning mogelijk te maken en die niet de afkoop van vorderingen aan derden of een boedelbijdrage betreffen. Deze kosten worden slechts erkend voor zover het de volgende zaken betreft: deurwaarders-exploit, veilingbiljetten, advertenties, makelaarscourtage, kadastraal onderzoek;

    • -

      de kosten van het in openbare registers doorhalen van de akte van hypothecaire geldlening en

    • -

      de gerechtskosten voor zover rechtstreeks veroorzaakt door uitwinning.

Artikel 2 Garantie

Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten rente en aflossing te garanderen van een totaalfinanciering die een meerderjarige bij de Stichting Nationaal Restauratiefonds zal afsluiten.

Artikel 3 Algemene en bijzondere voorwaarden

Een garantie als bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt voor maximaal het bedrag van de Totaalfinanciering. De in de Totaalfinanciering begrepen (voor)gefinancierde subsidies zijn ook onder de garantie begrepen, tenzij deze daarvan uitdrukkelijk zijn uitgezonderd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Stichting Nationaal Restauratiefonds.

Artikel 4
  • 1.

    De looptijd van de Totaalfinanciering zal maximaal 35 jaar bedragen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders bedingt een rente-opslag waarvan de opbrengst (al dan niet in de vorm van disagio) wordt gestort in een risicofonds op naam van de gemeente gesteld, maar dat door het Restauratiefonds onder nadere voorwaarden wordt beheerd.

Artikel 5

Een garantie als bedoeld in artikel 2 wordt in ieder geval niet verstrekt als:

  • a.

    het inkomen van de aanvrager naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet toereikend wordt geacht om de financiële last als gevolg van de Totaalfinanciering en andere door hem afgesloten financieringsovereenkomsten op te kunnen brengen;

  • b.

    het getoonde betalingsgedrag van de aanvrager met betrekking tot financieringsovereenkomsten, afbetalingsovereenkomsten, huurovereenkomsten en dergelijke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders daartoe aanleiding geeft.

Artikel 6
  • 1.

    De garantie als bedoeld in artikel 2 wordt verder verstrekt onder de voorwaarden en bepalingen, die in de bij deze regeling behorende bijlage I zijn vermeld.

  • 2.

    Daarnaast kan het college van burgemeester en wethouders bijzondere voorwaarden verbinden aan het verstrekken van een garantie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 7
  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders, of nader aan te wijzen functionarissen, zijn belast met de uitvoering van deze regeling.

  • 2.

    De aanvraag om gemeentegarantie wordt ingediend door tussenkomst van het Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Verordening garanties voor Totaalfinancieringen (verstrekt door de Stichting Nationaal Restauratiefonds).

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Regeling garanties bij woningverbetering (vastgesteld bij raadsbesluit 59/1988 d.d. 24 februari 1988) ingetrokken.

  • 4.

    Voor garanties die zijn verstrekt op grond van de onder het 3e lid genoemde verordening blijven de oorspronkelijke voorwaarden en bepalingen onverminderd van kracht.

Bijlage I  

Voorwaarden en bepalingen als bedoeld in artikel 6 van de verordening garanties voor Totaalfinancieringen verstrekt door de Stichting Nationaal Restauratiefonds

Het verlenen van de in artikel 2 genoemde garanties gebeurt onder de volgende voorwaarden en bepalingen.

  • 1.

    De garantie wordt verstrekt in de vorm van borgtocht.

  • 2.

    De garantie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de overeenkomst van geldlening is aangegaan bij notariële akte, waarbij uitsluitend tot meerdere zekerheid van hetgeen de kredietgever uit hoofde van de overeenkomst van geldlening van de schuldenaar te vorderen heeft, een hypotheek is gevestigd op het pand ten behoeve waarvan de lening is verstrekt;

    • b.

      de overeenkomst van geldlening is afgesloten voor een bepaald aantal jaren (maximaal 35) en door de kredietgever niet opzegbaar is, behoudens ter zake gebruikelijke bedingen omtrent opeisbaarheid;

    • c.

      bij de overeenkomst van geldlening met hypotheekstelling is bepaald dat de schuldenaar, zonder verbeurte van een boete in welke vorm ook, in ieder geval bevoegd is in een jaar extra aflossingen te doen tot een bedrag van 10% van het overeengekomen bedrag van de geldlening;

    • d.

      in de desbetreffende overeenkomst een clausule is opgenomen, inhoudende dat de schuldenaar zorgdraagt dat het pand tijdens de duur van de lening naar herbouwwaarde tegen brandschade is en blijft verzekerd;

    • e.

      de geldnemer door de geldgever gehouden wordt tot het betalen van minimaal de rente en aflossing, zoals vastgelegd in het schema van betaling van rente en aflossing zoals dat bij het aangaan van de lening aan belang-hebbende is overgelegd.

  • 3.

    De garantie wordt bovendien verstrekt onder voorwaarde, dat bij de overeenkomst van geldlening geen voorwaarden en bepalingen zijn opgenomen, die in strijd zijn dan wel tekort doen aan het bepaalde onder 2.

  • 4.

    De kredietgever verplicht de schuldenaar de verschuldigde bedragen wegens rente, c.q. rente en aflossing maandelijks te betalen.

  • 5.

    Een inzake de Totaalfinanciering verschuldigd rentepercentage zal ten minste voor een periode van 5/10 jaren worden gefixeerd.

  • 6.

    a. De kredietgever verleent pas uitstel van betaling dan wel verlaging van de verschuldigde maandtermijnen van het aan hem verschuldigde als hierover van de gemeente voorafgaand toestemming is verkregen, tenzij het onder b bepaalde van toepassing is. Eventueel door de schuldenaar verrichte extra aflossingen kunnen na ontvangst door het NRF niet meer door geldnemer worden teruggevorderd en niet door de kredietgever worden beschouwd als vooruitbetaling van toekomstige termijnen van rente en aflossing;

    • b.

      de zelfstandige bevoegdheid van de kredietgever, om na extra aflossing door de schuldenaar de verschuldigde maandtermijnen te verlagen blijft bestaan.

 7. Ingeval de schuldenaar met de betaling van de termijnen van rente en/of aflossing in gebreke is gebleven, zal de kredietgever:

  • a.

    de gemeente schriftelijk in kennis stellen van een ontstane achterstand binnen 3 maanden na vervaldatum van de maandelijkse nota; een en ander onder vermelding van de al genomen stappen tot invordering;

  • b.

    iedere nieuwe niet-betaling schriftelijk aan de gemeente melden;

  • c.

    elk binnengekomen bedrag ter vermindering van de achterstand in de betaling van rente en/of aflossing onverwijld schriftelijk aan de gemeente melden.

    • 8.

      a. Als de schuldenaar in de tijdige betaling van rente en/of aflossing in gebreke blijft, zal de kredietgever pas tot executie (als bedoeld in artikel 3:268 lid 1 of lid 2 BW) van het pand overgaan, als voorafgaand schriftelijke toestemming van de gemeente is verkregen.

  • b.

    Is executie nodig om andere redenen dan niet tijdige betaling van het verschuldigde, dan zal de kredietgever de gemeente onmiddelijk op de hoogte stellen.

    • 9.

      a. De kredietgever kan de gemeente pas tot nakoming uit hoofde van borgtocht aanspreken, nadat het pand - als daarop een hypotheek ten behoeve van de kredietgever is gevestigd - is uitgewonnen.

  • b.

    Betaling van rente en aflossing van de geldlening door inbetalinggeving van enige zaak door de schuldenaar bevrijdt de gemeente van haar verplichting, tenzij hetgeen in betaling is gegeven door een derde bij de kredietgever wordt uitgewonnen vanwege redenen die bij de schuldenaar liggen.

    • 10.

      De kredietgever zal jaarlijks vóór 1 maart aan de gemeente opgave doen van het bedrag dat door de schuldenaar uit hoofde van de door de gemeente gegarandeerde geldlening nog is verschuldigd.

    • 11.

      De garantie heeft gedurende de looptijd van de geldlening betrekking op de vordering van de kredietgever uit hoofde van de overeenkomst van geldlening op de datum, waarop de koper ingeval van executie als bedoeld in artikel 3:268 lid 1 of lid 2 BW (dan wel executie-vervangende onderhandse verkoop) de koopsom voor het desbetreffende pand betaalt. Voornoemde vordering is inclusief rente, kosten e.d., maar exclusief eventuele tussen de kredietgever en de gemeente uitgezonderde voorgefinancierde subsidiebedragen.

    • 12.

      Als de gemeentegarantie wordt aangesproken, worden onder de vordering, als bedoeld in artikel 12, niet gerekend boeten of vergoedingen wegens vervroegde aflossing of opeising van de lening. Bij de bepaling van de boete wegens te late betaling zal maximaal de wettelijke rente in rekening worden gebracht.

    • 13.

      Als de gemeentegarantie wordt aangesproken, moet de kredietgever aan de gemeente een termijn van twee maanden gunnen om tot uitbetaling over te gaan, voordat wettelijke rente in rekening wordt gebracht. De termijn van twee maanden gaat in na ontvangst van de afrekening met bijbehorende stukken en goedkeuring hiervan door de gemeente. De gemeente zal uiterlijk binnen één maand na ontvangst van de stukken de bedoelde goedkeuring verlenen.