Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bonaire

EILANDSVERORDENING van de 22 okt. 1981 regelende de heffing en inning van een vergoeding voor het gebruik van de accommodaties en de faciliteiten op de Flamingo Luchthaven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBonaire
OrganisatietypeCaribisch openbaar lichaam
Officiële naam regelingEILANDSVERORDENING van de 22 okt. 1981 regelende de heffing en inning van een vergoeding voor het gebruik van de accommodaties en de faciliteiten op de Flamingo Luchthaven
CiteertitelVerordening Vergoedingen Passagiersaccommodatie Luchthaven 1981
Vastgesteld doorEilandsraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpverkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) dan wel het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.

Deze verordening vervangt de Verordening Vergoedingen Passagiersaccomodatie Luchthaven.

Artikel 2, tweede lid, van de oorspronkelijke regeling is - in afwijking van de andere artikelen - in werking getreden met ingang van 15-2-1985. Dat tijdstip is vastgesteld bij eilandsbesluit van …-…-……… (A.B. 1985, no. 5).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 20-12-2001 (A.B. 2002, no. 6) is vastgesteld bij eilandsbesluit van 26-2-2002 (A.B. 2002, no. 9).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 17-12-2003 (A.B. 2003, no. 6; wijziging art. 1, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10) is niet bekend.

Ingevolge artikel 3 van de Eilandsverordening verzelfstandiging luchthaven Bonaire (A.B. 2003, no. 5) berust de uitvoering van deze regeling nu bij de luchthavenexploitant.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-200810-10-2010art. 2

22-12-2008

A.B. 2008, no. 33

onbekend
01-01-200731-12-2008art. 2, 3, 4

18-12-2006

A.B. 2006, no. 23

onbekend
01-03-200201-01-2007art. 2, 3, 4

20-12-2001

A.B. 2002, no. 6

onbekend
01-01-200001-03-2002art. 2

29-12-1999

A.B. 1999, no. 19

onbekend
01-01-198801-01-2000art. 2

30-11-1987

A.B. 1987, no. 17

onbekend
15-02-198501-01-1988art. 2, 4

04-02-1985

A.B. 1985, no. 4

onbekend
01-11-198115-02-1985Nieuwe regeling

22-10-1981

A.B. 1981, no. 25

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

EILANDSVERORDENING van de 22 okt. 1981 regelende de heffing en inning van een vergoeding voor het gebruik van de accommodaties en de faciliteiten op de Flamingo Luchthaven

 

 

Artikel 1

Ten bate van de luchthavenexploitant wordt als bijdrage in de kosten van accommodaties en faciliteiten op de Flamingo Luchthaven een vergoeding geheven van vertrekkende reizigers;

Artikel 2
  • 1.

    De vergoeding bedraagt NAf. 63,10, equivalent van US$ 35,- voor vertrekkende reizigers met een andere bestemming dan Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt NAf. 15,50- voor vertrekkende reizigers met bestemming Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba,

  • 3.

    De vergoeding, vermeld in het tweede lid, bedraagt NAf. 10,50 voor vertrekkende reizigers die, ingezetene zijn van Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba en die de leeftijd van 13 jaar nog niet hebben bereikt, of de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) hebben bereikt.

Artikel 3
  • 1.

    Onder bestemming wordt verstaan, die blijkende uit het plaatsbewijs, de general declaration of enig ander document.

  • 2.

    In geval er sprake is van meerdere bestemmingen blijkende uit verschillende plaatsbewijzen, waaronder tenminste een andere bestemming dan Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba, dan wordt die andere bestemming dan Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba aangemerkt als bestemming.

  • 3.

    In gevallen niet voorzien bij het eerste en tweede lid, beslist de directie van de luchthavenexploitant.

Artikel 4

Vrijgesteld van de betaling van vergoeding zijn:

  • a.

    leden van de Nederlandse Koninklijke familie en hun gevolg, alsmede buitenlandse staatshoofden, hun gezin en hun gevolg,

  • b.

    houders van een diplomatiek paspoort,

  • c.

    transitopassagiers, waaronder wordt verstaan zij die op doorreis zijnde de voor die passagiers bestemde ruimte op de Luchthaven niet verlaten, tenzij uit een, verklaring van de Vreemdelingendienst blijkt dat de transitopassagier deze ruimte dient te verlaten uitsluitend met als doel, het inchecken bij een der op de luchthaven opererende afhandelingsmaatschappijen;

  • d.

    personen beneden de leeftijd van 2 jaar,

  • e.

    personen, aan wie op grond van de landsverordening toelating en uitzetting (P. B. 1966 no. 17) toelating is geweigerd,

  • f.

    Vertrekkende reizigers met een andere bestemming dan Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba, die kunnen aantonen dat zij op dezelfde dag reeds een soortgelijke vergoeding betaald hebben bij vertrek van een van de luchthavens van Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba of Aruba.

Artikel 5
  • 1.

    De vergoeding wordt geheven door of namens de luchthavenexploitant.

  • 2.

    Ten bewijze dat de vergoeding is voldaan, wordt een betalingsbewijs afgegeven.

  • 3.

    De luchthavenexploitant zal de inning niet door een ander laten plaatsvinden zonder voorafgaande toestemming hiertoe van het bestuurscollege te hebben verkregen. Aan de te verlenen toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 6

De reiziger die onder overlegging van het betalingsbewijs of het plaatsbewijs kan aantonen dat ten onrechte van hem de vergoeding werd geïnd, heeft recht op restitutie van de ten onrechte door hem betaalde vergoeding.

Artikel 7

Indien blijkt dat ten onrechte geen vergoeding werd geïnd, is de luchthavenexploitant bevoegd het niet geïnde bedrag alsnog op de reiziger te verhalen. De luchthavenexploitant mag hiervoor de extra gemaakte kosten doorberekenen aan de reiziger.

Artikel 8

Uiterlijk de 15e van elke maand verstrekt de luchthavenexploitant het bestuurscollege een overzicht waaruit de aantallen vertrekkende passagiers en de van hen geïnde vergoedingen in de voorafgaande maand blijkt.

Artikel 9

Na overleg met de luchthavenexploitant, kunnen bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 10

[vervallen]

Artikel 11
  • 1.

    Deze eilandsverordening, kan worden aangehaald als "Verordening Vergoedingen Passagiersaccommodatie Luchthaven 1981".

  • 2.

    Zij treedt met uitzondering van artikel 2, lid 2 in werking met ingang van 1 november 1981.

    Artikel 2 lid 2 treedt in werking met ingang van een door het Bestuurscollege nader vast te stellen datum.

  • 3.

    Met ingang van 1 november 1981 vervalt de "Verordening Vergoedingen Passagiersaccomodatie Luchthaven" zoals vastgesteld bij eilandsverordening van 23 december 1975 (A.B. 1975 no. 30)