Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang participatiewet 2020, gemeente Nissewaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang participatiewet 2020, gemeente Nissewaard
CiteertitelBeleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang participatiewet 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1.6, eerste lid, van de Wet kinderopvang

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-04-2020nieuwe regeling

17-03-2020

gmb-2020-87270

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang participatiewet 2020, gemeente Nissewaard

Het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard

gelet op artikel 1.6 eerste lid onderdelen c en e van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen besluit vast te stellen de beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van Nissewaard;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • c.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • d.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt;

  • e.

    ouder: een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • f.

    tegemoetkoming: een aanspraak op financiële middelen voor de kosten van kinderopvang.

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op:

  • a.

    de ouder die een uitkering heeft in het kader van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Algemene nabestaandenwet, en gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in art. 7 lid 1 a van de Participatiewet die de noodzaak tot kinderopvang met zich brengt.

  • b.

    De ouder die in het berekeningsjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, scholing of een opleiding volgen en met toepassing van artikel 16 of artikel 18, eerste en vierde lid, van de Participatiewet algemene bijstand ontvangen of kunnen ontvangen.

  • c.

    De ouder die een inkomen uit arbeid heeft aangevuld met een uitkering in het kader van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Algemene nabestaandenwet.

Artikel 3 Ingangsdatum

  • 1.

    De tegemoetkoming voor kosten van kinderopvang wordt verleend tot de eerste dag van één kalendermaand vóór de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 4 Omvang van de kinderopvang

  • 1.

    Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verleent het college de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en/ of scholing en zorg.

Artikel 5 Periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt telkens verleend voor de (resterende) periode van een kalenderjaar, voor zover de opvang noodzakelijk wordt geacht.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college verleent een tegemoetkoming aan een ouder van 3% voor per kind van de maximale uurprijs als genoemd in artikel 4 van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college een tegemoetkoming verlenen dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 7 Bevoorschotting van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

Artikel 8 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder verstrekt binnen zes weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2.

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 9 Afrekening

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 10 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2.

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing van beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking per 1 april 2020

  • 2.

    Ouders die vóór 1 april 2020 reeds een tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang ontvingen, ontvangen deze tot maximaal zes maanden na de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

  • 3.

    De Beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang (2016) worden gelijktijdig ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels inzake tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang participatiewet 2020.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 17 maart 2020

De secretaris,

M.L.M. Weerts

De burgemeester,

F. van Oosten