Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijzondere begraafplaatsen op eigen grond |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 40 van de Wet op de lijkbezorging
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2020 | nieuwe regeling | 25-03-2020 | 1589053 |
Op grond van artikel 40, eerste lid van Wet op de lijkbezorging wijst de gemeenteraad de grond aan voor het aanleggen of uitbreiden van een bijzondere begraafplaats. Recent heeft de gemeente Venlo een aanvraag ontvangen tot het aanleggen van een begraafplaats op eigen grond. De gemeenteraad heeft het wenselijk geacht om beleid vast te stellen dat kan dienen als toetsingskader voor verzoeken van particulieren om een bijzondere begraafplaats op eigen grond aan te leggen. Daarmee is voor een ieder duidelijk onder welke voorwaarden een dergelijk bijzondere begraafplaats kan worden aangewezen.
Daarbij dient overigens wel opgemerkt te worden dat ook de aanwijzing als bijzondere begraafplaats ook planologisch geregeld dient te worden en voor de daadwerkelijke ingebruikname van de begraafplaats burgemeester en wethouders nog toestemming moeten verlenen.
De aanvrager heeft een aantoonbare binding met de grond en een toekomstige binding. De aanvrager zal moeten aantonen op welke wijze hij binding heeft met de grond. Toekomstige binding is van belang voor de grafrust. Binnen 10 jaar na de begrafenis mag een graf niet worden geruimd. Voor deze wettelijke grafrusttermijn is van belang dat de aanvrager of zijn nabestaanden binding in de toekomst heeft met de aan te wijzen grond. Daarom moet ingeschat worden in hoeverre de grond in bezit van de aanvrager of zijn nabestaanden blijft om op deze manier de grafrust van 10 jaar te waarborgen. Bij de toewijzing van een verzoek of aanvraag moet daarom worden aangegeven dat bij een eventuele verkoop van de grond binnen 10 jaar na de begrafenis de bijzondere begraafplaats wordt opgeheven en een herbegrafenis noodzakelijk is.
Visuele afscherming en afstand.
Vanaf een openbare weg of openbaar toegankelijk perceel mogen omwonenden geen hinder ondervinden van een graf op eigen grond. De minimale afstand tot openbare weg, erfgrens met derden, woning, gebouw met woonbestemming of een als woonruimte in gebruik zijnde gebouw moet minimaal 30 meter bedragen. De locatie dient voor het zicht vanaf een openbare weg of een openbaar toegankelijk perceel, visueel afgeschermd te worden met behulp van een natuurlijke, fysieke afscheiding van een geadviseerde hoogte van minimaal 1,80 die in het landschap inpasbaar is.