Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2020
CiteertitelVerordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. artikel 8 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-07-2023artikel 3

06-07-2023

gmb-2023-317379

2056-2023
01-04-202020-07-2023Nieuwe regeling

19-03-2020

gmb-2020-84190

11087-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2020

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 4 februari 2020;

 

gelet op de Gemeentewet, en;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

besluit :

  • I.

    Vaststellen van de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2020.

  • II.

    In te trekken van de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015.

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

  • b.

    peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • c.

    referteperiode: periode van 12 maanden voorafgaand aan de peildatum voor de gehuwden met tot hun last komende kinderen en de alleenstaande ouder met tot zijn/haar last komende kinderen en een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum voor de alleenstaande en gehuwden zonder tot hun last komende kinderen;

  • d.

    Toepasselijke bijstandsnorm: De norm zoals bedoeld in artikel 21 van de Participatiewet.

Artikel 2. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

  • 1.

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het percentage verhoogd, gedurende maximaal 24 maanden, naar 130% van de toepasselijke bijstandsnorm indien een persoon, met een eerder vastgesteld recht op de individuele inkomenstoeslag, werk heeft aanvaard waardoor het recht op bijstand is beëindigd.

Artikel 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    De individuele inkomenstoeslag wordt gebaseerd op de bijstandsnorm per 1 januari van het betreffende kalenderjaar en bedraagt afgerond op hele euro’s:

    • a.

      voor gehuwden: 38% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onder b van de Participatiewet;

    • b.

      voor de alleenstaande ouder: 38% van 90% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onder b van de Participatiewet;

    • c.

      voor de alleenstaande: 38% van 70% van bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onder b van de Participatiewet.

  • 2.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.

    Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 5. Nadere uitvoeringsregels

Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

Het college stelt in ieder geval beleidsregels vast die aangeven wanneer sprake is van “geen uitzicht op inkomensverbetering” waarbij rekening gehouden wordt met de krachten en bekwaamheden van de persoon en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Artikel 6. Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening indien strikte toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na publicatie in werking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 maart 2020.

de raad voornoemd,

de griffier,

P.G.J.M. vanBoxtel

de voorzitter,

Ing. M.S. vanVeen