Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsvoorschriften uitkeringsregelingen Zeeland |
Citeertitel | Uitvoeringsvoorschriften uitkeringsregelingen Zeeland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Personeel |
Ingetrokken per 1 januari 2015. Provinciaal Blad, 2015, 2170
Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Zeeland, art. 4 lid 7 en Wachtgeld- en Uitkeringsbesluit Zeeland 1996
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2001 | 01-01-2015 | Art. 2 | 20-11-2001 Provinciaal Blad, 2001, 50 | Onbekend. | |
16-08-1995 | 01-01-1993 | 05-12-2001 | Nieuwe regeling | 04-07-1995 Provinciaal Blad, 1995, 31 | Onbekend. |
Gedeputeerde Staten van Zeeland
overwegende, dat het gewenst is nadere uitvoeringsvoorschriften vast te stellen ten behoeve van een juiste verrekening van genoten inkomsten van gewezen politieke ambtsdragers en gewezen personeelsleden met de hen toekomende wachtgelden of uitkeringen;
gelet op het bepaalde in artikel 4 lid 7 van de Uitkerings- en pernsioenverordening Gedeputeerde Staten van Zeeland en het bepaalde in artikel 9 lid 1 van het Wachtgeldbesluit Zeeland 1974 en de daarmee overeenkomende bepalingen in de overige ambtelijke ontslaguitkeringsregelingen;
gelet op de uitkomsten van het overleg met de commissie voor georganiseerd overleg over de nadere voorschriften voor het gewezen ambtelijk personeel;
vast te stellen de navolgende uitvoeringsvoorschriften voor de verrekening van genoten inkomsten van gewezen politieke ambtsdragers en gewezen personeelsleden met de hen toekomende wachtgelden en uitkeringen.
Voorzover daarvan in deze voorschriften niet wordt afgeweken, gelden onverkort de bepalingen van de uitkeringsregelingen, waarop deze voorschriften zijn gebaseerd.
Belanghebbende in de zin van deze voorschriften zijn:
het gewezen personeelslid, dat aanspraken ontleent aan het Wachtgeld- en Uitkeringsbesluit Zeeland 1996, de Regeling uitkering functioneel leeftijdsontslag Zeeland 1974, het Rijkswachtgeldbesluit 1959, de Regeling korting en non-activiteit Zeeland dan wel het Koninklijk Besluit van 29 december 1986 Stbl. 1986 nr 686.
De maandelijkse uitbetaling van wachtgeld dan wel uitkering vindt niet eerder plaats, dan nadat aan Gedeputeerde Staten de navolgende bescheiden zijn overgelegd:
een geldig inschrijvingsbewijs als werkzoekende bij het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening, waaronder de woonplaats van belanghebbende ressorteert. Het bovenstaande geldt niet voor de in artikel 2 onder a. bedoelde belanghebbende noch voor de in artikel 2 onder b. bedoelde belanghebbende, voorzover deze laatste de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt;
een door belanghebbende ondertekend formulier, waarop de inkomsten worden vermeld, die hij uit een dienstbetrekking of uit een met een dienstbetrekking overeenkomende arbeidsverhouding zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 onder a. en b. geniet of gaat genieten. Ook indien geen inkomsten worden genoten, wordt een ondertekend formulier met een daartoe strekkende verklaring ingezonden;
Indien inkomsten worden genoten uit het voeren van een onderneming zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 onder c. geeft belanghebbende - onverminderd de op hem toepasselijke verplichtingen ingevolge artikel 4 - vóór 1 december van elk jaar een schatting van de gegevens, die Gedeputeerde Staten, gelet op de ondernemingsvorm, relevant achten. Aan de hand daarvan vindt per maand een voorlopige verrekening plaats tot 1/12 deel van dat bedrag.