Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Heerlen - Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen inhoudende bepalingen met betrekking tot de algemene bijstand (beleidsregel algemene bijstand Heerlen 2020) |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | bijstand uitkering |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-03-2020 | 01-01-2020 | 01-05-2021 | Nieuwe regeling, oude regeling 2019 vervalt | 17-03-2020 | OBM-20000042 |
Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen inhoudende bepalingen met betrekking tot de algemene bijstand
1°. Indien een huurwoning wordt bewoond, de op de aanvangsdatum van het lopende tijdvak huurtoeslag per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet op de huurtoeslag, inclusief servicekosten zoals bedoeld in artikel 5, lid 3 van die wet. De servicekos-ten worden, voor zover deze zich voordoen, maximaal in aanmerking genomen tot de in artikel 5, derde lid, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedragen;
2°. Indien een eigen woning of woonwagen wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheek-rente, premie kapitaalverzekering (voor zover deze verband houdt met de eigen woning) en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, reserveringen voor onderhoud, onroerende zaakbelasting en verzekeringen;
3°. Indien een huur-woonwagen wordt bewoond zonder eigen aandrijving, de op de aanvangsdatum van het lopende tijdvak huurtoeslag per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet op de huurtoeslag, inclusief het bedrag dat verschuldigd is voor de huur van de standplaats.
Artikel 4 Saldo lopende rekening
Bij de vaststelling van het vermogen wordt het positieve saldo van de betaalrekening waarop de bijstand wordt betaald vrijgelaten tot maximaal één keer de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag.
Artikel 8 Verhoging alleenstaande ouder met toeslagpartner
Personen van 21 jaar of ouder die ten laste komende kinderen hebben en die niet in aanmerking komen voor het verhoogde kindgebonden budget voor alleenstaande ouders (de zogenaamde ALO-kop) omdat zij een toeslagpartner hebben, ontvangen een toeslag van 20 procent van de norm.
Artikel 9 Afkoop klein pensioen
De afkoopsom van een ouderdomspensioen wordt tot een bedrag van € 500,- netto niet als middel in aanmerking genomen.
Artikel 10 Verwervingskosten marginale zelfstandigen
Bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen inkomen van een marginale zelfstandige, niet zijnde een PTO-er, wordt geen rekening gehouden met verwervingskosten.
Artikel 11 Transitievergoeding
Een transitievergoeding, zoals bedoeld in artikel 7:673 BW, wordt aangemerkt als vermogen.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 17 maart 2020
de wnd. burgemeester,
E.G.M. Roemer
de secretaris a.i.,
L. Schouterden
De spelregels in het per 1 januari 2004 vervallen Besluit krediethypotheek bijstand zijn van toepassing.
Hypotheek wordt gevestigd op registergoederen (huizen en geregistreer-de
woonschepen). Pandrecht wordt gevestigd op niet-registergoederen
(woonwagens en niet-geregistreerde woonschepen).
De waarde van het vermogen in de woning wordt bepaald door de waarde bij vrije oplevering te verminderen met de op de woning drukkende schulden. De kosten van het vestigen van de krediethypotheek of het pandrecht worden opgenomen in de akte van de krediethypo-theek/pandrecht.
Ten opzichte van de vorige beleidsregel is dit artikel inhoudelijk onveranderd, maar tekstueel vereenvoudigd.
Ten opzichte van de vorige beleidsregel is dit artikel inhoudelijk onveranderd, maar tekstueel vereenvoudigd.
Beleid was dat de waarde van een motorvoertuig bij de vermogensvast-stelling buiten beschouwing wordt gelaten als
a. het motorvoertuig ouder is dan 7 jaar, tenzij dat vanuit oogpunt van
de bijstandsverlening onverantwoord is;
b. het motorvoertuig onmisbaar is in verband met werk en/of
De waarde van een auto varieert, al naar gelang merk, type, kilometer-stand, staat van onderhoud etc. In plaats van de leeftijd van de auto, is een vast bedrag buiten beschouwing laten eerlijker en objectiever. Meerdere gemeenten doen dat (o.a. Amsterdam en Den Bosch).
Onder de Participatiewet wordt voor gepensioneerden een klein pensioen (voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder € 20,60 en voor gehuwden € 41,20 per maand) buiten beschouwing gelaten. Voor mensen die een klein pensioen afkopen is een dergelijke regeling er niet. De afkoopgrens voor kleine pensioenen wordt door de minister van SZW bepaald. Voor 2020 is dat vastgesteld op € 497,27 bruto per jaar. Dat is een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling.
Volgens vaste jurisprudentie van de CRvB is er bij de vaststelling van in aanmerking te nemen inkomen geen ruimte voor verrekening van verwervingskosten. In de beleidsregel Parttime Ondernemen (PTO) wordt als winst uit onderneming aangemerkt 60% van de bruto omzet. Dit voorkomt discussie rond verwervingskosten, die bovendien vaak oncontroleerbaar zijn (denk aan reis- en telefoonkosten privé of zakelijk) en voorkomt de perverse prikkel om verwervingskosten zo hoog mogelijk te doen zijn.
Er zijn parttime ondernemers, die geen gebruik willen maken van PTO en zo de spelregels willen ontlopen. Dat moet ontmoedigd worden. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep is er bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen inkomen geen ruimte voor verrekening van verwervingskosten.
Volgens vaste rechtspraak van de CRvB was een ontslagvergoeding bedoeld om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan voor de periode na ontbinding van de arbeidsovereenkomst en werd dus beschouwd als inkomen in de zin van artikel 32 Participatiewet.
De transitievergoeding op basis van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is enerzijds bedoeld als compensatie voor ontslag, maar anderzijds ook bedoeld om de overgang naar betaald werk te vergemakkelijken.
De vraag is of de oude ontslagvergoeding en de nieuwe transitievergoe-ding zodanig vergelijkbaar zijn dat ook de transitievergoeding als inkomen moet worden aangemerkt.
De rechtbank Oost Brabant (18 april 2019) en de rechtbank Noord Holland
(4 oktober 2019) zijn van oordeel dat de transitievergoeding en de ontslagvergoeding niet zodanig van elkaar verschillen dat inzake het recht op bijstand voor de transitievergoeding een ander beoordelingskader zou moeten worden gehanteerd. Een uitspraak hierover van de CRvB is er, voor zover bekend, nog niet.
Volgens Schulinck kan de transitievergoeding als vermogen worden aangemerkt wegens het andere karakter dan de oude ontslagvergoeding.
In kamerstuk 33 818 (nota naar aanleiding van het verslag) staat: In reactie op de vragen van de leden van de D66-fractie merkt de regering op dat de transitievergoeding niet beschouwd dient te worden als een aanvullende inkomensvoorziening bij werkloosheid. Dit blijkt enkel al uit het feit dat de transitievergoeding verschuldigd is door de werkgever ongeacht het antwoord op de vraag of de werknemer na het eindigen van de arbeidsovereenkomst aansluitend werkloos is of aansluitend een andere arbeidsovereenkomst aan gaat. In beide genoemde situaties is de werkgever de transitievergoeding verschuldigd.