Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen
CiteertitelBeheersverordening Begraafplaatsen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging 
  2. Gemeentewet 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-200404-11-2016nieuwe regeling

18-12-2003

Hofgeest/Jutter 30-12-2003

R03.110

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

 

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen:

    • 1.

      de algemene begraafplaats "Duinhof" aan de Slingerduinlaan te IJmuiden

    • 2.

      de algemene begraafplaats "De Biezen" aan de Kweekerslaan te Santpoort-Noord;

    • 3.

      de algemene "Westerbegraafplaats" aan de Havenkade te IJmuiden;

  • b.

    rechthebbende: een natuurlijk of rechtspersoon waaraan het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    eigen graf of huurgraf: een graf met een rechthebbende

  • d.

    algemeen graf: een graf met de gemeente als rechthebbende, waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het uitsluitend doen begraven van lijken;

  • e.

    urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het (doen) bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en/ of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

  • j.

    beheerder: de opzichter begraafplaatsen die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • k.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen;

  • l.

    graftermijn: de vastgelegde termijn waarover een graf in stand wordt (moet worden) gehouden;

  • m.

    uitgiftetermijn: de termijn waarover een rechthebbende een graf heeft gehuurd ongeacht of daar inmiddels in is begraven.

  • n.

    grafrusttermijn: de periode dat een lijk minimaal begraven dient te blijven (in Velsen 20 jaar).

Artikel 2 Heffing en invordering

De heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de begraafplaats en de daarmee verband houdende dienstverlening, zijn geregeld bij of krachtens de "Verordening Lijkbezorgingsrechten".

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING EN ORDE OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan stapvoets snelheid.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 6.

    Het is op de begraafplaatsen verboden voor dieren.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 4.

    Het aanbieden van een lijk in een lijkenzak mag alleen in een zichtbaar gecertificeerde, biologisch afbreekbare lijkenzak. De beheerder heeft het recht dit te controleren. Bij afwijkende lijkenzakken kan de begraving worden uitgesteld tot de afwijkende lijkenzak is verwijderd.

Artikel 7 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie, dienen gelijktijdig met de kennisgeving tot begraven te worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een vooraf afgesproken tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 8 Te overleggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of bezorging van as in een huurgraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is dagelijks gedurende de door het college vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • Op

    de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      huurgraven;

    • b.

      algemene graven.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene en eigen graven

  • 1.

    In een graf mogen niet meer dan 3 lijken worden begraven.

  • 2.

    Het college kan besluiten van het vastgestelde in dit artikel af te wijken.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

De keuze voor een eigen graf kan door de rechthebbende vrijgemaakt worden. Algemene graven worden door de beheerder toegewezen.

Artikel 13 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een huurgraf vergunning verlenen voor het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

HOOFDSTUK 5 GRAFRECHTEN

Artikel 14 Rechten bij een algemeen graf

In een algemeen graf heeft niemand het recht op begraven anders dan de gemeente Velsen.In een algemeen graf biedt de gemeente aan eenieder de gelegenheid te begraven, maar geeft daarmee geen grafrechten af. De gemeente Velsen komt met gebruikers overeen haar algemene graven tenminste 10 jaar in stand te houden.

Artikel 15 Inschrijven van een huurgraf

  • 1.

    Met de uitgifte van een huurgraf verleent het college het uitsluitend recht op begraven. Uitgifte geschiedt uitsluitend voor een termijn van twintig jaar welke begint te lopen op de datum waarop het graf wordt uitgegeven. Dit recht wordt verleend aan een rechthebbende en vastgelegd op een 'Bewijs van inschrijving'.

  • 2.

    Huur ten behoeve van grafrechten wordt berekend over de totaal af te sluiten graftermijn en wordt altijd vooruitbetaald.

  • 3.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens en alleen met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan uitsluitend worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad.

  • 2.

    Een grafrecht kan worden overgedragen op aanvraag van de rechthebbende door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht.

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht te worden overgeschreven op naam van de in lid 1 genoemde personen.

  • 4.

    Indien de in lid 3 bedoelde overschrijving niet binnen een termijn van 1 jaar is aangevraagd, is het grafrecht vervallen.

  • 5.

    Na het verstrijken van de in lid 4 bedoelde termijn kan alleen met instemming van de beheerder het grafrecht alsnog op naam van een nieuwe rechthebbende worden gesteld, tenzij het grafrecht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

  • 6.

    Volgend op een overschrijving als in dit artikel bedoeld, worden rechten vastgelegd in een 'Bewijs van overschrijving'. Met het uitgeven van dit bewijs vervallen de rechten van het 'Bewijs van inschrijving'.

  • 7.

    De beheerder kan besluiten af te wijken van de in lid 1 genoemde personen, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 17 Afstand doen van grafrecht

De rechthebbende kan, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, schriftelijk afstand doen van het grafrecht.

Artikel 18 Einde van de grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      bindien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;

    • c.

      indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen 1 jaar is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b. en c., en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of de beplanting kan gedurende een maand na het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kan hij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of gebruiker in gebreke, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met diensten. Het college is alsdan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende of gebruiker in rekening te brengen:

    • -

      rente ad 1,5% per maand - een gedeelte van een maand als een maand gerekend - over het opeisbare bedrag;

    • -

      administratiekosten, gesteld op 10% van het factuurbedrag, met een minimum van € 25,-- per factuur;

    • -

      alle gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten; deze laatste worden wat omvang betreft bepaald door de door het college met de inning belaste advocaat en/ of het incassobureau.

  • 6.

    Door het eindigen van de grafrechten vervallen voor de rechthebbende niet diens reeds lopende financiële verplichtingen. Het college is gerechtigd financiële verplichtingen op voormalige rechthebbende te verhalen volgens het in lid 5 van dit artikel bepaalde.

Artikel 19 Sluiting van graven

  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Het college stelt de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & GRAFBEDEKKING

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 3.

    De afmeting van de grafbedekking is afhankelijk van de locatie. Als richtlijn voor het oppervlak geldt 80 cm bij 150 cm.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door het college vastgestelde nadere regels.

  • 5.

    Voor huurgraven wordt de vergunning uitgegeven op naam van de rechthebbende.

  • 6.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 7.

    Het college kan een verstrekte vergunning intrekken indien het opschrift van een grafbedekking een smalend, krenkend of oneerbieding karakter heeft, ofwel een firmanaam of reclameuiting op de grafbedekking aanwezig is.

Artikel 21 Grafbedekking en het onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van een gedenkteken of van beplanting op een graf geschiedt door de rechthebbende welke als (economisch) eigenaar van deze grafbedekking wordt beschouwd.

  • 2.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, verwijderen, herstellen of vernieuwen van de grafbedekking op een graf komen voor rekening van de rechthebbende.

  • 3.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking goed te onderhouden. Onder dit onderhoud wordt begrepen het herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften en het bijkleuren of schilderen van stenen, hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.

  • 4.

    Op algemene graven kan slechts een grafbedekking worden aangebracht, indien het graf vol is.

  • 5.

    Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of een ander breekbaar materiaal op een graf te leggen.

  • 6.

    Het college is bevoegd een grafbedekking voor haar rekening en risico tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer van de begraafplaats noodzakelijk is.

  • 7.

    Indien door een ondeugdelijke constructie een situatie is ontstaan, die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of grafkelder, kan de beheerder direct maatregelen treffen.

  • 8.

    Winterharde gewassen mogen niet hoger zijn dan 1 meter en dienen binnen het oppervlak van het graf te groeien. Te grote gewassen en beplantingen die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd of worden gesnoeid. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer deze verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

  • 9.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de rechten op een graf als vervallen verklaren.

  • 10.

    Het vervallen verklaren van de rechten vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende per brief is ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is geschiedt dit door een mededeling op het mededelingenbord van de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling geplaatst.

  • 11.

    In geval van een algemeen graf moet in dit artikel voor rechthebbende, vergunninghouder worden gelezen.

Artikel 22 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het vervallen van de grafrechten door de beheerder worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen nagelvaste grafbedekking (gedenktekens) te verwijderen, wordt gedurende tenminste een jaar voor het verstrijken van de vervaldatum door middel van een bordje op het op te ruimen graf door de beheerder bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt het college uiterlijk een jaar voor het verstrijken van de vervaldatum per brief haar voornemen bekend.

  • 3.

    Binnen een jaar kan de rechthebbende na een afspraak met de beheerder de grafbedekking (doen) verwijderen.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is, indien het jaar waarbinnen er gelegenheid was de grafbedekking te verwijderen, is verstreken.

  • 5.

    De grafbedekking kan met onmiddellijke ingang door het college worden verwijderd indien op basis van artikel 20 lid 7 een vergunning wordt ingetrokken, ofwel de rechthebbende in gebreke is gebleven de verschuldigde begrafenisrechten te voldoen, zoals opgenomen in de geldende verordening Lijkbezorgingsrechten.

  • 6.

    Kosten voor het verwijderen van de grafbedekking kunnen door het college worden verhaald op de rechthebbende.

Artikel 23 Verplicht onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Verplicht onderhoud door de gemeente bestaat uit een aantal activiteiten te onderscheiden in: het algemeen onderhoud van de begraafplaats, zijnde: paden, de groenvoorziening, facilitaire zaken en een minimaal onderhoud van het gedenkteken, zijnde: schoonhouden en na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

  • 2.

    Aan het onderhoud waarin de beheerder op de begraafplaats voorziet, is iedere rechthebbende van een huurgraf en gebruiker van een algemeen graf verplicht bij te dragen voor de totale periode van de graftermijn.

  • 3.

    Voor het onderhoud van de begraafplaats geldt dat voor ieder nieuw uitgegeven of verlengd graf een verplichte afkoop van de onderhoudkosten is. Deze kosten voor onderhoud worden eenmalig vooraf geheven.

  • 4.

    Voor een huurgraf met een bewijs van inschrijving van vóór 1 januari 1998 is, totdat de graftermijn wordt verlengd, de rechthebbende niet verplicht de kosten voor het onderhoud af te kopen, maar kan deze kiezen voor een heffing per kalenderjaar of een gedeelte daarvan.

HOOFDSTUK 7 RUIMING EN OPGRAVING

Artikel 24 De aanwezigen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast dan wel uit hoofde van hun functie hierbij aanwezig behoren te zijn.

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste 1 jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf bekend is, dan maakt zij dit voornemen per brief bekend.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen bijeen te doen brengen voor herbegraven elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een huurgraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om na 20 jaar grafrust de overblijfselen te doen verzamelen om deze in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende van een huurgraf met daarin een een urnennis of asbus, kan een aanvraag indienen deze ter beschikking te houden voor herbegraven of verstrooiing elders.

  • 5.

    Eeuwigdurende graven worden alleen op verzoek geruimd wanneer deze nadien als huurgraf op naam van de rechthebbende worden gesteld. Dat is inclusief de bij een huurgraf dan geldende rechten en verplichtingen.

Artikel 26 Opgraven

  • 1.

    Voor het opgraven van lijken niet op last van justitie is een vergunning van het college noodzakelijk.

  • 2.

    Het college is voor het afgeven van een vergunning, als in het eerste lid bedoeld, vrij om alle belangen, die met de zaak samenhangen, af te wegen en kan aan de vergunning tot opgraven voorschriften verbinden.

    • a.

      Een vergunning als in het eerste lid bedoeld, wordt slechts verleend aan:

    • b.

      de rechthebbende van het huurgraf

    • c.

      een nabestaande, in geval van een algemeen graf.

HOOFDSTUK 8 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 27 Groeperingen

  • 1.

    Het college kan gedeelten van de begraafplaats bestemmen om uitsluitend te dienen voor het begraven van lijken of het bijzetten van asbussen van leden van bepaalde kerkelijke gezindten, indien hiertoe door een bevoegd kerkelijk gezag een schriftelijk verzoek wordt ingediend.

  • 2.

    Alle bepalingen van deze verordening blijven onverminderd van kracht op deze in lid 1 van dit artikel genoemde gedeelten.

HOOFDSTUK 9 INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 28 Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 10 INRICHTING REGISTER

Artikel 29 Voorschriften

Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de 1e categorie.

Artikel 31 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 32 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van De Jutter/ De Hofgeest, waarin deze verordening is bekendgemaakt. Met ingang van welke datum de "beheersverordening begraafplaats Duinhof" van 12 april 1973, en de "verordening op de algemene begraafplaats" van 7 mei 1935, beide vervallen.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Beheersverordening Begraafplaatsen".

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2003 via raadsvoorstel

De raadsgriffier, De voorzitter,

mr. J.P.E.M. Huijs mr. P.A.G. Cammaert