Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeeland

Forensenregeling provincie Zeeland 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeeland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingForensenregeling provincie Zeeland 2003
CiteertitelForensenregeling provincie Zeeland 2003
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpPersoneel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Is per 1 januari 2015 vervangen door Forensenregeling Provincie Zeeland 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-06-200801-06-200801-01-2015Art. 3

03-06-2008

Provinciaal Blad, 2008, 25

08016271
27-04-200501-05-200501-06-2008N.v.t.

29-03-2005

Provinciaal Blad, 2005, 8

0501388
07-04-200401-01-200401-04-2005Art. 3 en 4

23-03-2004

Provinciaal Blad, 2004, 13

035995
15-10-200301-10-200401-01-2004Nieuwe regeling

14-10-2003

Provinciaal Blad, 2003, 55

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Forensenregeling provincie Zeeland 2003

Gedeputeerde Staten van Zeeland

 

besluiten:

 

gelet op de uitkomsten van het overleg met de commissie voor georganiseerd overleg;

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt onder belanghebbende verstaan, de ambtenaar of arbeidscontractant in dienst van de provincie Zeeland.

Artikel 2

Om in aanmerking te komen voor een reiskostenvergoeding op grond van deze regeling dient de afstand tussen woon- en standplaats meer dan 10 kilometer te bedragen en dient er sprake te zijn van een voldoende vast reispatroon. Hiervan is sprake wanneer een belanghebbende doorgaans tenminste éénmaal per week reist tussen zijn woning/verblijfplaats en eenzelfde standplaats.

Artikel 3
  • 1.

    Indien belanghebbende bij het woon-/werkverkeer per reis geheel of gedeeltelijk gebruik maakt van het openbaar vervoer, worden de kosten van het openbaar vervoer, op de minst kostbare wijze via de snelste route, volledig vergoed. Voorwaarde hiervoor is dat de belanghebbende maandelijks een declaratieformulier invult en daarbij de plaatsbewijzen van het openbaar vervoer overlegt binnen één maand na af-loop van de geldigheid van het plaatsbewijs.

  • 2.

    Indien met openbaar vervoer wordt gereisd, terwijl tevens een gedeelte van het reistraject met de fiets wordt afgelegd, worden de kosten van de fietsenstalling onder overlegging van bewijsstukken volledig vergoed.

  • 3.

    Indien belanghebbende bij het woon-/werkverkeer geen gebruik maakt van het openbaar vervoer, is de tegemoetkoming gelijk aan de volgende bedragen:

     

    Enkele reisafstand woning/werk of woning/OV-halte (volgens de snelste route):

    Tegemoetkoming per maand bij reizen op: 1 dag per week

    Tegemoetkoming per maand bij reizen op: 2 dagen per week

    Tegemoetkoming per maand bij reizen op: 3 dagen per week

    Tegemoetkoming per maand bij reizen op: 4 of meer dagen per week

    Van 10 t/m 15 km

    € 8,13

    € 16,25

    € 24,38

    € 32,50

    Van 15 t/m 20 km

    € 11,38

    € 22,75

    € 34,13

    € 45.50

    Meer dan 20 km

    € 16,25

    € 32,50

    € 48,75

    € 65,00

     

    De belanghebbende die voor deze tegemoetkoming in aanmerking wil komen, dient een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier in te leveren.

  • 4.

    Indien belanghebbende bij het woon-werkverkeer voor een deel van het reistraject gebruik maakt van het openbaar vervoer en voor een deel van eigen vervoer, worden de kosten van openbaar vervoer vergoed overeenkomstig het eerste lid en wordt tevens een tegemoetkoming verleend voor het traject dat met eigen vervoer wordt afgelegd op basis van de tabel in lid 3.

  • 5.

    Wanneer belanghebbende in een declaratieperiode afwisselend met eigen vervoer en met het openbaar vervoer reist, is de vergoeding gelijk aan de vergoeding op basis van lid 3.

  • 6.

    De reiskostenvergoeding wordt beëindigd na een ononderbroken volledige arbeidsongeschiktheid van één kalendermaand. Deze vergoeding wordt per de datum van gedeeltelijk of volledig herstel weer hervat.

  • 7.

    Na een (definitieve) wijziging van woonplaats en/of standplaats wordt de reiskostenvergoeding op basis van deze regeling, per de opgegeven datum van verhuizing, (zonodig) herrekend conform de nieuwe (woon-/ werk-)situatie.

Artikel 4

De belanghebbende die in deeltijd werkt, ontvangt een tegemoetkoming in de reiskosten die afhankelijk is van het aantal dagen dat hij reist tussen woning/verblijfplaats en standplaats.

Artikel 5
  • 1.

    De tegemoetkoming in de reiskosten met eigen vervoer wordt door de werkgever vastgesteld op basis van het door belanghebbende vóóraf in het aanvraagformulier opgegeven reispatroon en wordt maandelijks met het salaris uitbetaald. Verandering van reispatroon dient belanghebbende zo spoedig mogelijk aan de werkgever door te geven.

  • 2.

    De reiskosten met openbaar vervoer worden maandelijks achteraf op basis van een declaratie vergoed, waarbij de benodigde bewijsstukken worden overgelegd.

Gegeven te Middelburg, 09 september 2003

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. W.T. VAN GELDER, voorzitter.

mr. drs. L.J.M. VERDULT, secretaris.

Uitgegeven 14 oktober 2003.

De secretaris,

mr. drs. L.J.M. VERDULT.