Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Zeeland

Regeling aanwijzingen en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing provincie Zeeland 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Zeeland
Officiële naam regelingRegeling aanwijzingen en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing provincie Zeeland 2004
CiteertitelRegeling aanwijzingen en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing provincie Zeeland 2004
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Arbeidsomstandighedenwet 1998

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201226-09-2011Aanhef, art. 1, 2, 3, 4, 9, 10 en bijlage

06-12-2011

Provinciaal Blad, 2011, 46

11116076
01-05-200901-01-200901-01-2012Bijlage 1

10-03-2009

Provinciaal Blad, 2009, 12

09012138
08-10-200801-04-2009Art. 1, 2, 4, 5, 6, 10 en 11

23-09-2008

Provinciaal Blad, 2008, 35

08026500
01-09-200408-10-2008Nieuwe regeling

27-07-2004

Provinciaal Blad, 2004, 34 en 35

0403821

Tekst van de regeling

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

Overwegende,

  • -

    dat de Arbeidsomstandighedenwet 1998 verplicht tot deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening aan de werkgever;

  • -

    dat het in verband met veranderde bepalingen in de Arbeidsomstandighedenwet 1998 gewenst is de vigerende Regeling vergoedingen deelnemers bedrijfszelfbescherming provincie Zeeland aan te passen;

  • -

    dat de in 1975 tot stand gebrachte Regeling vergoedingen deelnemers civiele verdediging provincie Zeeland, waarin destijds reeds om redenen van uniformiteit aansluiting is gezocht bij de toenmalige Regeling vergoedingen deelnemers bedrijfszelfbescherming provincie Zeeland, mede daarom aanpassing behoeft;

  • -

    dat er, gelet op de nagestreefde samenhang tussen beide regelingen aanleiding bestaat beide regelingen samen te voegen tot één regeling;

gehoord de commissie voor georganiseerd overleg van de Provincie Zeeland en gezien de instemming van de ondernemingsraad van de Provincie Zeeland;

gelet op artikel 158 lid 1, aanhef en sub c, van de Provinciewet en artikel 125 van de Ambtenarenwet;

besluiten:

vast te stellen de navolgende Regeling aanwijzingen en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing provincie Zeeland 2004:

Artikelen

Artikel 1 Algemene bepalingen.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bhv-er: de ambtenaar die in het bezit is van een geldig basisdiploma BHV, dat voldoet aan de criteria gesteld door het NIBHV, en van een certificaat of diploma, waaruit blijkt dat de ambtenaar bevoegd is levensreddende handelingen te verrichten met behulp van een automatische externe defibrillator en die is aangewezen tot bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

  • b.

    bhv-taken: de taken, als bedoeld in artikel 15, tweede, lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

  • c.

    EHBO-er: de ambtenaar in het bezit van een geldig eenheidsdiploma EHBO, als bedoeld in de Regeling betreffende eenheidsdiploma's voor eerste hulp bij ongelukken;

  • d.

    bhv-er met specialisatie: de ambtenaar, als bedoeld in artikel 1 onder a, die in het bezit is van geldige certificaten of diploma's van aanvullende opleidingen gericht op of van belang voor de bedrijfshulpverlening;

  • e.

    ploegleider: een bhv-er of zijn plaatsvervanger, die is aangewezen om tijdens een operationele inzet in ploegverband leiding te geven aan andere bhv-ers;

  • f.

    hoofd bhv: de ambtenaar of zijn plaatsvervanger, die belast is met de dagelijkse leiding aan de bhv-organisatie;

  • g.

    communicatiemedewerker: de bhv-er, die is aangewezen om tijdens een operationele inzet vanuit de centrale post de communicatie te voeren;

  • h.

    bhv-opleidingscursus: een voor de bedrijfshulpverlening samengestelde cursus waarmee de als bhv-er aangewezen ambtenaar kennis en vaardigheden opdoet, teneinde de hem toebedeelde bhv-taken naar behoren te kunnen vervullen;

  • i.

    bhv-herhalingscursus en -training: jaarlijks terugkerende bijeenkomsten waarbij de opgedane kennis en vaardigheden op een verantwoord niveau worden gehouden en eventueel worden verhoogd;

  • j.

    toelage: een aan bhv-ers, respectievelijk pcc-ers toe te kennen bruto bedrag voor het naar behoren uitvoeren van de bhv-taken, respectievelijk pcc-taken;

  • k.

    pcc-er (deelnemer provinciaal centrum crisisbeheersing): de ambtenaar die is aangewezen om dienst te verrichten in het kader van het PCC (provinciaal centrum crisisbeheersing);

  • l.

    OCR-module: een onderdeel van de in opdracht en onder auspiciën van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkelde en uitgevoerde gecertificeerde Opleidingen Crisisbeheersing en Rampenbestrijding;

  • m.

    Geldig diploma BHV: een diploma, dat voldoet aan de criteria, zoals gesteld door het NIBHV.

Artikel 2. Aanwijzing tot bhv-er respectievlijk pcc-er
  • 1.

    De aanwijzing tot bhv-er, respectievelijk pcc-er geschiedt schriftelijk en voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    In de aanwijzing is in ieder geval vermeld de naam van betrokkene, de betreffende directie waar betrokkene werkzaam is, de te verrichten taken en de datum met ingang waarvan hij wordt aangewezen.

  • 3.

    Intrekking of verandering van het besluit tot aanwijzing kan plaatsvinden:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van betrokkene;

    • b.

      indien de bhv-er respectievelijk de pcc-er één of meerdere afgeronde bhv- respectievelijk pcc-onderdelen heeft behaald;

    • c.

      indien de bhv-er respectievelijk de pcc-er niet meer in het bezit is van één of meer afgeronde geldige bhv- respectievelijk pcc-onderdelen;

    • d.

      indien, gelet op het schriftelijk en gemotiveerd oordeel van het hoofd bhv respectievelijk de provinciaal coördinator rampenbestrijding, betrokkene niet meer in staat wordt geacht op adequate wijze de te verrichten taak uit te voeren;

    • e.

      indien de BHV-er of de pcc-er wegens ziekte langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt is;

    • f.

      bij schorsing of ontslag als ambtenaar in dienst van de provincie.

Artikel 3. Toekenning toelage bedrijfshulpverlening/crisisbeheersing.

De ambtenaar, die als bhv-er respectievelijk als pcc-er is aangewezen en die naast zijn normale werkzaamheden de bhv-taken respectievelijk de pcc-taken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt jaarlijks een toelage. Gedeputeerde staten stellen de bedragen van de onderscheiden toelagen jaarlijks vast.

Artikel 4. Vergoeding voor bhv- en/of dcb-taken buiten de bedrijfstijd.
  • 1.

    De bhv-er, de ploegleider of diens plaatsvervanger, en/of de dcb-er, die in opdracht buiten de bedrijfstijd bhv- en/of dcb-taken verricht, ontvangt een vergoeding naar keuze in geld dan wel in verlof.

  • 2.

    De vergoeding wordt berekend op basis van het salaris per uur, behorende bij het salaris van de bhv/pcc-er in de normale functie, die de betrokkene in provinciale dienst vervult, doch bedraagt minimaal het maximum van salarisschaal 7.

  • 3.

    De vergoeding in geld dan wel in verlof wordt vermeerderd met 50 % voor bhv/dcb-taken verricht op zaterdag en met 100 % voor bhv/dcb-taken verricht op zondag.

Artikel 5. Indexering.

De bedragen van de toelagen worden jaarlijks herzien overeenkomstig de salarisontwikkeling in de sector provincies.

Artikel 6. Aansprakelijkheid.
  • 1.

    In afwijking van de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies ten aanzien van een dienstongeval, geldt bij deelnemersactiviteiten dat de schade, die de deelnemer, de ploegleider of diens plaatsvervanger, ondervindt als gevolg van een dienstongeval voor rekening van de provincie komt, indien de deelnemer, ploegleider of diens plaatsvervanger, zich aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften heeft gehouden en de schade niet is te wijten aan zijn grove schuld of onvoorzichtigheid.

    Dit houdt in ieder geval in, dat:

    • a.

      hij, als dat ongeval leidt tot zijn gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, recht heeft op aanvulling van de ter zake geldende wettelijke uitkeringen tot het niveau van zijn laatstgenoten bezoldiging, tot het tijdstip waarop hij arbeidsgeschikt wordt verklaard of de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt;

    • b.

      zijn nabestaanden, als dat ongeval leidt tot zijn overlijden, recht hebben op aanvulling van de ter zake geldende wettelijke uitkeringen tot het niveau van zijn laatstgenoten bezoldiging, tot de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt, dan wel, als de weduwe of weduwnaar, de achtergebleven levenspartner of de geregistreerde partner in de zin van het Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, hertrouwt, tot de maand volgende op de datum van hertrouwen.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nabestaanden de nagelaten betrekkingen, als bedoeld in artikel B 15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies verstaan: de nabestaande partner, van wie de overleden ambtenaar niet duurzaam gescheiden leefde, of, bij ontbreken van deze, de minderjarige kinderen, of indien ook deze ontbreken, degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de ambtenaar.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aanvullingen worden aangepast overeenkomstig de algemene salarisontwikkelingen van het provinciepersoneel.

  • 4.

    Indien de deelnemer in het kader van de activiteiten ondeskundig of onrechtmatig handelt, is de schade dientengevolge jegens derden voor rekening van de provincie overeenkomstig de algemene regels omtrent aansprakelijkheid.

Artikel 7. Nadere regels

Gedeputeerde staten kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere regels stellen.

Artikel 8. Intrekking.
  • 1.

    De "Regeling vergoedingen deelnemers bedrijfszelfbescherming provincie Zeeland" wordt ingetrokken.

  • 2.

    De "Regeling vergoedingen deelnemers civiele verdediging provincie Zeeland" wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgde op de publicatie in het provinciaal blad.

Artikel 10. Citeertitel.

Deze regeling wordt aangehaald als "Regeling aanwijzingen en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing provincie Zeeland 2004".

Bijlage: De toelagen voor 2003

I
  • 1.

    De toelagen BHV bedragen:

    • a.

      € 160,00 voor de bhv-er met een geldig certificaat of diploma van de BHV-opleidingscursus;

    • b.

      € 160,00 voor de gediplomeerde EHBO-er;

    • c.

      € 240,00 voor de bhv-er met specialisatie;

    • d.

      € 240,00 en een functietoeslag van € 135,00 voor de ploegleider;

    • e.

      € 240,00 en een functietoeslag van € 135,00 voor de plaatsvervangend ploegleider;

    • f.

      € 360,00 en een functietoeslag van € 135,00 voor het hoofd bhv, voorzover de taken als bhv-er en als hoofd-bhv niet bij de functiewaardering zijn betrokken;

    • g.

      € 360,00 en een functietoeslag van € 135,00 voor het plaatsvervangend hoofd bhv, voorzover de taken als bhv-er en als plaatsvervangend hoofd bhv niet bij de functiewaardering zijn betrokken.

  • 2.

    Aan iedere bhv-er wordt een toelage ad € 160,- in verband met voldoende inzetbaarheid toegekend, behalve wanneer blijkens een gemotiveerd advies van het hoofd-bhv de betrokkene onvoldoende inzetbaar is geweest.

  • 3.

    Als de aanwijzing als bhv-er minder dan één jaar van kracht is geweest, vindt toekenning plaats naar rato van het aantal maanden dat de aanwijzing van kracht is geweest.

  • 4.

    Iedere bhv-er, die in het lopende kalenderjaar het diploma, behorend bij de voor zijn bhv-functie(s) voorgeschreven bhv-opleiding, heeft behaald, ontvangt een toelage van € 160,- bruto per afgerond onderdeel.

II
  • 1.

    De toelagen crisisbeheersing bedragen:

    • a.

      € 100,- voor een pcc-er;

    • b.

      € 160,- voor de pcc-er met een geldig certificaat Basisopleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding (OCR-module B);

    • c.

      € 230,- voor de pcc-er met een geldig certificaat betreffende een aanvullende of keuze OCR-module;

    • d.

      € 300,- voor de pcc-er met de opleiding Stralingsdeskundige niveau 5A;

  • 2.

    Aan iedere pcc-er wordt een toelage ad € 160,- in verband met voldoende inzetbaarheid toegekend, behalve wanneer blijkens een gemotiveerd advies van de provinciaal coördinator rampenbestrijding de betrokkene onvoldoende inzetbaar is geweest.

  • 3.

    De toelage wordt éénmaal per jaar toegekend in de maand januari. Als de aanwijzing als pcc-er in het betrokken jaar minder dan één jaar van kracht is geweest, vindt toekenning plaats naar rato van het aantal maanden dat de aanwijzing van kracht is geweest.

Iedere pcc-er, die in het lopende kalenderjaar het diploma, behorend bij de voor zijn pcc-functie(s) voorgeschreven pcc-opleiding, heeft behaald, ontvangt een toelage van € 160,- bruto per afgerond onderdeel.

III

De bijzondere toelagen bedragen:

  • a.

    een jubileumgratificatie van € 250,00 bruto voor iedere ambtenaar, die gedurende vijfachtereenvolgende jaren dienst heeft gedaan als bhv-er respectievelijk pcc-er en gedurende deze periode heeft voldaan aan de bijbehorende verplichtingen. Deze gratificatie wordt toegekend na iedere periode van vijf jaren, met dien verstande, dat indien de betrokkene langer dan vijftien jaren dienst heeft gedaan, de jubileumgratificatie € 365,00 bruto zal bedragen.

  • b.

    Aan een bhv-er of dcb-er, die een buitengewone prestatie heeft geleverd, kan een gratificatie van ten minste € 230,00 bruto worden toegekend.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van ..

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. W.T. VAN GELDER, voorzitter.

mr.drs. L.J.M. VERDULT, secretaris.

Uitgegeven 17 augustus 2004.

De secretaris,

mr. drs. L.J.M. VERDULT.