Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Urk

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUrk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Urk 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 97 van de Gemeentewet
  4. artikel 98 van de Gemeentewet
  5. artikel 99 van de Gemeentewet
  6. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-202001-01-2020Nieuwe regeling

27-02-2020

gmb-2020-71310

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019

De gemeenteraad van de gemeente Urk,

 

Gelet op:

  • 1.

    Artikel 95 eerste en tweede lid, 97, 98 en 99 Gemeentewet;

  • 2.

    Artikel 3.1.3 eerste lid en 3.3.8 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Besluit:

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden per maand is afhankelijk van de inwonersklasse van de gemeente en wordt vastgesteld aan de hand van de tabel zoals opgenomen in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

Een commissielid als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt een vergoeding overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      Bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer oer afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet partij-politiek georiënteerde scholing in verband net de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en kostenspecificatie.

  • 3.

    Het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 32a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      Betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      Betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      Betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 30 dagen na factuurdatum of betaling door raads- en commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10 Intrekken oude verordening

De oude Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Urk 2019.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Urk van 27 februari 2020.

griffier,

voorzitter,