Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening onderhoudsovereenkomsten kleine landschapselementen |
Citeertitel | Verordening onderhoudsovereenkomsten kleine landschapselementen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Natuur en Landschap |
Ingetrokken per 31-12-2010 per Provinciaal Blad nr. 63 van 2010.
Provinciewet, art. 89
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-1995 | 31-12-2010 | Nieuwe regeling | 20-03-1995 Provinciaal Blad, 1995, 17 | 921040/25 |
De Staten der provincie Zeeland
overwegende dat het wenselijk is om in verband met de in het Convenant inzake de uitvoering van het Natuurbeleidsplan 1990, gesloten tussen de Staat der Nederlanden en de gezamenlijke provinciale besturen via het Inter Provinciaal Overleg, neergelegde afspraken met betrekking tot decentralisatie van de Regeling Aanwijzing Landschapselementen en Regeling Onderhoudsovereenkomsten Landschapselementen met ingang van 1 januari 1992, een verordening vast te stellen;
Besluiten als volgt een verordening, inzake het afsluiten van onderhoudsovereenkomsten ten behoeve van het onderhoud en het beheer van kleine landschapselementen vast te stellen.
de gebruiksgerechtigde: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde de staat, een gemeente of enig ander rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam met openbaar gezag bekleed, die als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde dan wel als persoonlijk gerechtigde het gebruik heeft van de grond;
De provincie neemt de verplichtingen van de Minister jegens die gebruiksgerechtigden, die uiterlijk op 31 december 1991 te kennen hebben gegeven toe te stemmen in overname door de provincie van die verplichtingen aangegaan op grond van de Regeling onderhoudsovereenkomsten landschapselementen, over op 1 januari 1992, waarbij zij zich jegens die gebruiksgerechtigden verplicht de desbetreffende verplichtingen van de Minister geheel en onvoorwaardelijk te zullen nakomen.
Gedeputeerde Staten delegeren de uitvoering van de verplichtingen die zijn ontstaan door de overname van onderhoudsovereenkomsten van voor 1 januari 1992 alsmede de bevoegdheid tot het sluiten van nieuwe onderhoudsovereenkomsten als bedoeld in artikel 3 aan de stichting. Deze delegatie wordt nader geregeld in een bestuursovereenkomst met de stichting.
In de onderhoudsovereenkomst worden de verplichtingen opgenomen waartoe de gebruiksgerechtigde zich verbindt, met vermelding van de omstandigheden waaronder, de vorm waarin en het tijdstip waarop.
Deze verplichtingen betreffen het jaarlijks onderhoud en kunnen voorts, indien de onderhoudstoestand van het element daartoe naar het oordeel van de stichting aanleiding geeft, betreffen het eenmalig wegwerken van achterstallig onderhoud voor zover dit betreft:
Voor de toepassing van deze verordening zal de stichting alle aanmeldingen voor het sluiten van een onderhoudsovereenkomst, die zijn ingediend vóór 1 januari 1992 bij de Minister en door deze nog niet zijn afgehandeld, aanmerken als zijnde ingediend bij de stichting, en af te handelen door de stichting.
Voor een onderhoudsovereenkomst komen uitsluitend kleine landschapselementen in aanmerking indien en voor zover deze landschapselementen zijn gelegen op het grondgebied van de provincie en wanneer zij door Gedeputeerde Staten op basis van een advies van de stichting zijn aangemerkt als zijnde van grote landschappelijke, natuurwetenschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis.
Solitaire bomen komen slechts in aanmerking voor een onderhoudsovereenkomst indien zij naar het oordeel van Gedeputeerde Staten op basis van een advies van de stichting een specifieke landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde hebben en indien zij een stamomvang van meer dan 12 centimeter, gemeten op borsthoogte, hebben.
Tenzij anders wordt overeengekomen, zijn de volgende voorwaarden op onderhoudsovereenkomsten van toepassing:
de onderhoudsovereenkomst heeft een geldigheidsduur van tenminste zes jaar en wordt, behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 15, derde lid, geacht telkens eenzelfde periode te zijn verlengd, tenzij één der partijen zes maanden voor het einde van de lopende periode bij aangetekende brief de overeenkomst heeft opgezegd;
Een geschillencommissie als bedoeld in artikel 12, eerste lid, bestaat uit:
Een onderhoudsovereenkomst wordt niet afgesloten inzake kleine landschapselementen waarvoor op enigerlei andere wijze een periodieke geldelijke bijdrage ten behoeve van het onderhoud en de instandhouding daarvan door de Staat, gemeenten, of enig ander rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam met openbaar gezag bekleed, wordt gegeven.