Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de subsidiëring van peuteropvang (Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de subsidiëring van peuteropvang (Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe)
CiteertitelSubsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieverordening peuteropvang van de voormalige gemeenten Geldermalsen en Neerijnen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-03-2020nieuwe regeling

03-03-2020

gmb-2020-70012

2020/010A

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de subsidiëring van peuteropvang (Subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe)

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2019;

 

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

 

overwegende dat het binnen de gemeente West Betuwe gewenst is een aanbod te hebben voor alle peuters van zowel werkende als niet-werkende ouders;

 

voorts overwegende dat de gemeente West Betuwe de plicht heeft peuters met een vve-indicatie de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan een programma voor voorschoolse educatie;

 

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

de subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

  • b.

    LRK, Landelijk Register Kinderopvang: register waarin alle kinderopvangvoorzieningen (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouderbureau en voorzieningen voor gastouderopvang) zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • c.

    Fiscaal maximum uurtarief; de maximale uurprijs voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • d.

    Opvangvoorziening: voorziening waar peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

  • e.

    Ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

  • f.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang;

  • g.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar woonachtig in West Betuwe;

  • h.

    Peuter met vve-indicatie : een peuter met een indicatiestelling voor voor- en vroegschoolse educatie van het consultatiebureau;

  • i.

    Peuteropvang: de opvang van peuters voor maximaal 2 dagdelen per week verdeeld over twee dagen;

  • j.

    Uurtarief peuteropvang: de maximale uurprijs voor peuteropvang;

  • k.

    Uurtarief vve: de maximale uurprijs voor vve-peuteropvang;

  • l.

    Vve: Voor- en vroegschoolse educatie: educatie voor peuters zoals bedoeld in Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • m.

    Vve-peuteropvang: de opvang van peuters met een vve-indicatie in de leeftijd van 2 1 tot 4 jaar, voor minimaal 960 uur in de voorschoolse periode, waarbij een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool;

  • n.

    Voorschoolse voorziening: een voorziening (peuteropvang/kinderopvang) voor kinderen van nul tot vier jaar met betrekking tot opvang en educatie.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het aanbieden van peuteropvang aan peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag;

  • b.

    het aanbieden van vve-peuteropvang aan peuters met een vve-indicatie van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag.

Artikel 3 Eisen die aan de aanvrager gesteld worden

Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan houders van opvangvoorzieningen die

  • a.

    gevestigd zijn in de gemeente West Betuwe;

  • b.

    opvang verzorgen voor peuters woonachtig in de gemeente West Betuwe;

  • c.

    op het moment van aanvraag ingeschreven staan als kinderdagverblijf in het LRK (landelijk register kinderopvang);

  • d.

    indien zij voorschoolse educatie aanbieden de aantekening voorschoolse educatie ‘ja’ hebben in het LRK;

  • e.

    indien zij voorschoolse educatie aanbieden, instemmen met de afspraken die zijn vastgelegd in de notitie voor- en vroegschoolse educatie en onderwijsachterstandenbeleid gemeente West Betuwe.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.

    Subsidie voor een bepaald jaar kan, via het vastgestelde aanvraagformulier, worden aangevraagd tot uiterlijk 1 februari van datzelfde jaar.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bevat minimaal:

    • a.

      de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de verwachte bezettingsgraad;

    • c.

      het verwachte totale aantal peuters;

    • d.

      het verwachte aantal peuters waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      het verwachte aantal peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1.

    Subsidie wordt verleend ten behoeve van

    • a.

      peuters van ouders met recht op kinderopvangtoeslag. De gemeente subsidieert het bedrag tussen het fiscaal maximum uurtarief en het uurtarief peuteropvang.

    • b.

      peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag. De gemeente subsidieert het bedrag tussen de vastgestelde ouderbijdrage en het uurtarief peuteropvang.

    • c.

      peuters met een vve-indicatie, ongeacht het recht van ouders op kinderopvangtoeslag. De gemeente subsidieert:

      • Over maximaal de eerste twee dagdelen het verschil tussen het maximum uurtarief peuteropvang en het uurtarief vve;

      • Over de extra vve-uren het volledige uurtarief vve.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks een uurtarief peuteropvang en een uurtarief vve vast.

  • 3.

    De subsidiebedragen worden verleend voor maximaal 40 weken per jaar.

  • 4.

    Het college kan een zelfstandige peuteropvang met maximaal 8 kindplaatsen een instandhoudingsbijdrage toekennen. Voor de basisberekening wordt het aantal kindplaatsen dan fictief gesteld op 16.

  • 5.

    Het college neemt 8 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit over de subsidieverlening, mits een volledige subsidieaanvraag is ingediend zoals bedoeld in artikel 4.

Artikel 6 Bevoorschotting

Bij de subsidieverlening wordt bepaald of en op welke wijze een voorschot kan worden verstrekt op de verleende subsidie waarbij het aantal termijnen, de termijnbedragen en de data waarop deze worden uitbetaald, worden vermeld.

Artikel 7 Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger levert, via het vastgestelde verantwoordingsformulier, voor 1 april na afloop van het kalenderjaar waarover subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van:

    • de gemiddelde bezettingsgraad over het kalenderjaar waarvoor subsidie is ontvangen;

    • het totale aantal peuters die de opvangvoorziening in het bedoelde kalenderjaar hebben bezocht;

    • het aantal peuters zonder vve-indicatie waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • het aantal peuters zonder vve-indicatie waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • het totaal aantal peuters met een vve-indicatie.

  • 2.

    Het college stelt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling de subsidie vast.

Artikel 8 Indexering

Er vindt jaarlijks indexering plaats op basis van de inflatiecorrectie die wordt opgenomen in de generieke subsidieverordening.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer bepalingen uit deze verordening in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 10 Intrekking

  • 1.

    De subsidieverordening peuteropvang gemeente Geldermalsen, zoals vastgesteld bij besluit van 28 november 2017, wordt ingetrokken op de datum van de inwerkingtreding van de subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe.

  • 2.

    De subsidieverordening peuteropvang gemeente Neerijnen, zoals vastgesteld bij besluit van 23 november 2017, wordt ingetrokken op de datum van de inwerkingtreding van de subsidieverordening peuteropvang gemeente West Betuwe.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking hiervan in het elektronisch Gemeenteblad.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 3 maart 2020, nummer 2020/010A

de griffier,

de voorzitter,


1

Ondersteuning middels een vve-programma start bij 2,5 jaar.