Organisatie | Brunssum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent de organisatie van de griffie (Organisatieverordening griffie gemeente Brunssum 2020) |
Citeertitel | Organisatieverordening griffie gemeente Brunssum 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 974313 |
Deze regeling vervangt de Organisatieverordening griffie Brunssum 2014.
De regeling bevat de vroegst mogelijk datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2020 | nieuwe regeling | 03-03-2020 |
Ter bevordering van de afstemming tussen de griffie en het college heeft de griffier regelmatig overleg met de individuele portefeuillehouders in het portefeuillehouderoverleg. Tijdens dit overleg vindt een terugkoppeling plaats van de B&W vergadering en de commissie- en raadsvergaderingen en vindt afstemming tussen agenda’s plaats.
Voor het griffiepersoneel worden ten aanzien van de lokale regelingen voor arbeidsvoorwaarden die niet zijn geregeld in de Cao Gemeenten, de bepalingen gevolgd zoals die voor de gemeentelijke organisatie vallend onder de gemeentesecretaris in het personeelshandboek zijn vastgelegd. Als toepassing daarvan een ongewenste of onredelijke situatie zou opleveren, kan de werkgeverscommissie hiervan besluiten af te wijken.
Artikel 9 Medezeggenschap in het kader van de WOR
Voorzover er in het overleg met de ondernemingsraad als bedoeld in artikel 23 van de WOR (hierna: de overlegvergadering) onderwerpen worden besproken die de griffie en/of het griffiepersoneel rechtstreeks of middellijk aangaan, vindt er voorafgaand aan de overlegvergadering overleg plaats tussen de griffier en de gemeentesecretaris / algemeen directeur. Indien dat door de griffier wenselijk wordt geacht is de gemeentesecretaris / algemeen directeur gehouden om het standpunt van de griffier in de overlegvergadering kenbaar te maken.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 maart 2020
De raad voornoemd.
De voorzitter
De griffier,
TOELICHTING Organisatieverordening griffie gemeente Brunssum
Ingevolge artikel 107e, eerste lid, van de Gemeentewet, kan de raad regels stellen over de organisatie van de griffie. De raad is daarom bevoegd om een organisatieverordening ten aanzien van de griffie vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Inrichting van de griffie
Naast de (wettelijk verplichte) functie van griffier zijn op de griffie de een aantal griffiemedewerkers aanwezig. Op grond van het tweede lid van dit artikel is de werkgeverscommissie raadsgriffie, gehoord het presidium, belast met de invulling van het raadswerkgeverschap, bevoegd om de structuur van de griffie en de formatieomvang van de op de griffie aanwezige functies vast te stellen. Zie ook de toelichting bij artikel 4.
Artikel 3 Ondersteunende faciliteiten
Het gegeven dat de raad bevoegd gezag is over de medewerkers van de griffie neemt niet weg dat het voor de hand ligt dat door de griffie gebruik wordt gemaakt van binnen de ambtelijke organisatie bestaande ondersteunende faciliteiten, zoals de salarisadministratie en personeelsadviseurs, de financiële administratie, facilitaire zaken en automatisering. Op deze wijze kunnen de werkgeverscommissie griffie en de raadsgriffier de aan hun toekomende PIOFAH taken op adequate wijze invulling geven.
Aangezien het vanwege de schaalgrootte van de gemeente Brunssum inefficiënt is om de ondersteunende faciliteiten onder te brengen bij de griffie, dienen de met de ondersteuning belaste ambtenaren in ieder geval bij de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van de griffie overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier te handelen. Deze ontwikkeling dient tevens gezien te worden in het licht van de meest recente wijziging van de gemeentewet (2008-2009, 30 902). In de memorie van antwoord wordt gesteld dat er weliswaar geen wettelijke plicht tot geheimhouding geldt voor ambtenaren die werkzaam zijn in het kader van de ambtelijke ondersteuning voor de raad, dat deze zich wel te onthouden hebben van uitlatingen over de inhoudelijke werkzaamheden richting college.
Dit laat onverlet dat het college de ondersteunende ambtenaren kan aanspreken indien zij hun taken niet naar behoren vervullen.
Artikel 4 Algemeen en dagelijks beheer
Het dagelijks beheer van de griffie ligt bij de griffier. Het algemeen beheer van aan de griffier ligt bij de werkgeverscommissie raadsgriffie. Het dagelijks beheer van de griffie, betreft bijvoorbeeld de PIOFAH taken, het vaststellen en waarderen van de functies van de griffiemedewerkers, het overeenkomen van detacheringsregelingen met het college, het aanstellen van en voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met griffiemedewerkers. Deze zaken vallen wat betreft de griffier onder het algemene beheer, welke evenals de formatieomvang van de griffie behoort tot de algemene beheerstaak van de werkgeverscommissie raadsgriffie.
Artikel 5 Procedurele afspraken omtrent de indiensttreding van het griffiepersoneel
Op grond van artikel 107 lid 1 van de Gemeentewet wijst de raad de griffier aan. Deze bevoegdheid wordt niet gedelegeerd.
De raad is volgens artikel 107 lid 2 van de Gemeentewet ook bevoegd te besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de griffier. Ook deze bevoegdheid wordt niet gedelegeerd.
De griffier draagt de geschikte kandidaat voor de functie en/of taak van de plaatsvervangend griffier voor aan de raad. Voordat de griffier dit doet, overlegt hij met de werkgeverscommissie raadsgriffie. Vervolgens wijst de raad de plaatsvervangend griffier aan.
Als de plaatsvervangend griffier alleen de taken van plaatsvervangend griffier gaat uitoefenen en dus de functie van plaatsvervangend griffier gaat vervullen, besluit de raad tevens tot het aangaan van de arbeidsovereenkomst en ligt er ook een bevoegdheid bij de raad met betrekking tot het wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst van de plaatsvervangend raadsgriffier.
Op basis van artikel 107e, tweede lid, van de Gemeentewet, is de raad verder nog bevoegd tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de op de griffie werkzame ambtenaren. De gemeenteraad delegeert deze bevoegdheid met betrekking tot overige medewerkers van de griffie aan de werkgeverscommissie raadsgriffie. De werkgeverscommissie raadsgriffier mandateert op haar beurt de bevoegdheden wat betreft het benoemen, schorsen en ontslaan van medewerkers van de griffie, aan de griffier.
Indiensttredings- en beoordelingsprocedure
De indiensttredingsprocedure en beoordelingsprocedure aangaande de griffier, plaatsvervangend griffier en overige medewerkers van de griffie dienen middels een separate werkinstructie door de werkgeverscommissie raadsgriffie vastgelegd te worden.
Artikel 6 Verhindering en vervanging
Ingevolge artikel 107d van de Gemeentewet, regelt de raad de vervanging van de griffier. Er is gekozen voor een volledige vervanging van de griffier door de plaatsvervanger. Bij deze keuze ligt het voor de hand dat na benoeming van de betreffende medewerker door de griffier, de raad deze formeel als plaatsvervanger aanwijst op basis daarvan ook in rechte kan vertegenwoordigen. Hiervoor is tot op heden niet gekozen.
In het kader van de bewaking van de eenheid in de uitoefening van de aan de griffie opgedragen taken, daarbij rekening houdend met het klimaat, de werksfeer en de cultuur van de griffie, dient periodiek overleg plaats te vinden tussen de griffier en het griffiepersoneel. De frequentie van dit griffieoverleg is gesteld op minimaal eenmaal per maand.
Omwille van een goede afstemming tussen raad en burgemeester en wethouders wordt wekelijks het griffieoverleg gehouden tussen de burgemeester, de
gemeentesecretaris/algemeen directeur en de griffier. De griffier is secretaris van dit overleg. Ter bevordering van de afstemming tussen de griffie en het college heeft de griffier, dan wel dienst plaatsvervanger, regelmatig overleg met de individuele portefeuillehouders in het portefeuillehouderoverleg. Tijdens dit overleg vindt een terugkoppeling plaats van de B&W vergadering en de commissie- en raadsvergaderingen en vindt afstemming tussen agenda’s plaats.
De griffier neemt op eigen initiatief deel aan de vergaderingen van het management Team, voor zover het agendapunten betreft die van invloed zijn op de organisatie en arbeidsvoorwaarden van de griffie en haar medewerkers. Ten behoeve hiervan ontvangt de griffier de agenda van dit overleg om het eventuele nut van deelname aan de vergadering te kunnen beoordelen.
In de situatie tot 1 januari 2020 wordt aan de werkgeverscommissie gedelegeerd het vaststellen en wijzigen van de arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) en het daaruit voortvloeiend lokale beleid welke zijn vastgesteld door middel van AVV’s. De CAR-UWO wordt per 1 januari 2020 omgezet in de CAO Gemeenten. Het lokale beleid wordt per 1 januari 2020 vastgelegd in het personeelshandboek. Het personeelshandboek is dus qua zwaarte van de bepalingen vergelijkbaar met het lokale beleid van voor 1 januari 2020.
De aard van de regelingen die zijn vastgelegd in het personeelshandboek zijn niet zo zwaar dat geen delegatie mogelijk is. Het betreft immers een aanvulling op of invulling van de regels die zijn vastgelegd in de Cao Gemeenten. Het orgaan dat mag besluiten tot het aangaan van de (privaatrechtelijke) overeenkomsten is de raad (o.g.v. artikel 107 en 107 e Gemeentewet), heeft ook de bevoegdheid het personeelshandboek vast te stellen voor de griffie.
De ambtelijke organisatie en de griffie vormen twee aparte ondernemingen in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De rechtspersoon gemeente is de (enige) ondernemer. De griffiemedewerkers hebben geen actief en passief kiesrecht voor de ondernemingsraad van de ambtelijke organisatie. V.w.b. de griffie is niet de secretaris maar de griffier bestuurder in de zin van de WOR.
De WOR biedt de ondernemer met meer dan één onderneming de mogelijkheid om de medezeggenschap binnen de ondernemingen te combineren. Als er in de ondernemingen samen ten minste 50 personen werkzaam zijn, kan een gemeenschappelijke OR worden ingesteld (artikel 3 WOR). De ondernemingen worden dan beschouwd als één onderneming in de zin van de WOR. Het alternatief is dat de griffie en daarmee de op de griffie werkzame personen aansluiting zoeken bij de reeds bestaande OR van de ambtelijke organisatie. Voor dit alternatief is in deze verordening gekozen. Dit is wenselijk wanneer de ondernemingen zo sterk met elkaar samenhangen dat de instelling van aparte ondernemingsraden minder effectief is of een van de ondernemingen te klein is voor de instelling van een eigen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (PVT). Ook is e.e.a. als wenselijk aan te merken wanneer er zaken aan de orde zijn die alle ondernemingen betreffen, zoals belangrijke investeringen (bijv. ingrijpende verbouwingen, milieuvoorzieningen, technologische voorzieningen). Tenslotte kunnen aangelegenheden aan de orde zijn die het personeelsbeleid of de arbeidsomstandigheden in alle ondernemingen betreffen.
Om tot uniformiteit van beleid te komen is ervoor gekozen om de gemeentesecretaris / algemeen directeur ook v.w.b. de griffie als bestuurder in de zin van de WOR aan te merken. Om ingeval van bespreking van onderwerpen m.b.t. de griffie in de overlegvergadering de inbreng van de griffier te waarborgen, is bepaald dat de gemeentesecretaris / algemeen directeur en de griffier voorafgaand aan de overlegvergadering overleg voeren. Dit overleg is in beginsel op overeenstemming gericht. Voor het geval er in het vooroverleg tussen de gemeentesecretaris / algemeen directeur en de griffier niet tot overeenstemming wordt gekomen, is bepaald dat de gemeentesecretaris / algemeen directeur in voorkomende gevallen gehouden is het standpunt van de griffier kenbaar te maken.
Artikel 10 Lokaal overleg griffiepersoneel
De werkgeverscommissie raadsgriffie is bevoegd om de lokale arbeidsvoorwaarden (die deel uitmaken van het personeelshandboek) van de griffie vast te stellen. In bepaalde gevallen dient er toestemming te zijn van het Lokaal Overleg (LO), welke wordt gevormd door een aantal externe en interne vakbondsleden. De gevallen waarin toestemming moet worden gevraagd aan het LO zijn vastgelegd in de Cao Gemeenten en in het Reglement Lokaal Overleg (LO) gemeente Brunssum (bijlage 37 van het personeelshandboek).
Het LO-wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het college van burgemeesters en wethouders. Voor zover op het griffiepersoneel de lokale arbeidsvoorwaarden onverkort van toepassing zijn op de griffie vormt dit geen probleem; de vertegenwoordiger uit het college vertegenwoordigt het gemeentebestuur in zijn algemeenheid.
Anders ligt het bij toekomstige ingrijpende organisatieveranderingen op de griffie. De organisatie van de griffie is geen zaak van het college. Voor overleg daaromtrent kan een vertegenwoordiger door de werkgeverscommissie raadsgriffie aangewezen worden om overleg met de vakorganisaties te voeren. In dit artikel wordt bepaald dat de aanwijzing geschiedt door en uit de werkgeverscommissie. De werkgeversvertegenwoordiging die het gemeentebestuur vertegenwoordigt, wordt in die gevallen geacht de raad (dan wel de personen die de raad als werkgever vertegenwoordigen) te betrekken bij het bepalen van een werkgeversstandpunt. Het werkgeverschap over de griffie en alle bijbehorende bevoegdheden liggen immers bij de raad en de raad kan dus ook regels stellen over de organisatie van de griffie.
Daarnaast kan de griffier als adviseur aan het LO deelnemen voor aangelegenheden over de positie van de griffier en de medewerkers van de griffie. Hij kan dan net als ieder ander hoofd van dienst of medewerker die bij een onderwerp ondersteuning kan verlenen, aan het overleg deelnemen. De griffier heeft geen stemrecht in het LO, net als andere hoofden van dienst of medewerkers.