Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loon op Zand

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent briefadres (Regeling briefadres gemeente Loon op Zand)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoon op Zand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent briefadres (Regeling briefadres gemeente Loon op Zand)
CiteertitelRegeling briefadres gemeente Loon op Zand
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen
  2. artikel 1.4, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen
  3. artikel 1.9, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen
  4. artikel 2.23 van de Wet basisregistratie personen
  5. artikel 2.38 van de Wet basisregistratie personen
  6. artikel 2.39 van de Wet basisregistratie personen
  7. artikel 2.40 van de Wet basisregistratie personen
  8. artikel 2.41 van de Wet basisregistratie personen
  9. artikel 2.42 van de Wet basisregistratie personen
  10. artikel 2.45 van de Wet basisregistratie personen
  11. artikel 2.27 van de Wet basisregistratie personen
  12. artikel 2.52 van de Wet basisregistratie personen
  13. artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen
  14. artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen
  15. artikel 17 van de Regeling basisregistratie personen
  16. artikel 18 van de Regeling basisregistratie personen
  17. artikel 19 van de Regeling basisregistratie personen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-2020nieuwe regeling

03-03-2020

gmb-2020-64995

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent briefadres (Regeling briefadres gemeente Loon op Zand)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand,

 

gelezen het voorstel van 18 februari 2020, kenmerk 2019.33619,

 

gelet op de artikelen 1.1, 1.4, eerste lid, 1.9 tweede lid, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.27, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen, artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen, de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen,

 

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres, te registreren op een briefadres,

 

besluit vast te stellen:

 

Regeling briefadres gemeente Loon op Zand

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      briefadreshouder: ingezetene in de basisregistratie personen die een briefadres houdt;

    • b.

      BRP: basisregistratie personen.

    • c.

      college: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand

    • d.

      gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de basisregistratie personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      twee of meer personen die ten genoegen van het college hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding (willen) voeren.

    • 4.

      een alleenstaande ouder met kind(eren);

    • e.

      wet: Wet basisregistratie personen;

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald zijn de definities uit de wet onverkort van toepassing op deze regeling.

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

    • e.

      korter dan twee jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurige vermissing van een persoon;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijf-huizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, derde en vierde lid, van de wet;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is, als bedoeld in artikel 2.41 van de wet;

  • 5.

    verblijf in een door de gemeente aangewezen instelling voor opvang.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Het briefadres bevindt zich in de gemeente Loon op Zand.

  • 2.

    De aanvrager dient desgevraagd het verzoek in persoon toe te lichten, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, eerste lid.

  • 3.

    De aanvrager overlegt bij de aangifte in ieder geval:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aanvrager inhoudende de reden voor de aangifte alsmede de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, eerste en vierde lid.

  • 4.

    De aanvrager overlegt indien mogelijk bij de aanvraag of binnen de daarvoor geboden hersteltermijn een schriftelijke verklaring van de burgemeester indien noodzakelijk blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, vierde lid.

  • 5.

    De briefadresgever die als ingezetene in de BRP ingeschreven staat, kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden op het adres van de briefadresgever.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aanvrager een woonadres heeft, tenzij sprake is van de situatie genoemd in artikel 2, vierde lid;

  • b.

    de aanvrager langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aanvrager beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    het briefadres een adres betreft waarop geen personen staan ingeschreven;

  • e.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • f.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend;

  • g.

    het briefadres wordt verleend op grond van artikel 2, vierde lid en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3, vierde lid ontbreekt;

Artikel 5 Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, f en g mag een briefadres worden gekozen voor de duur van drie maanden. Deze termijn kan steeds door het college met drie maanden worden verlengd.

  • 2.

    Een briefadres op grond van artikel 2, eerste lid, onder d en e, mag gekozen worden voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 wordt een briefadres verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 4.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 5.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van deze regeling.

  • 6.

    Uiterlijk drie maanden na ingangsdatum geldigheid briefadres dient de briefadreshouder zijn adres schriftelijk dan wel in persoon te verantwoorden, tenzij er een aanvraag tot verlenging is ingediend op grond van het derde lid van dit artikel.

  • 7.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in dit artikel, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft op grond van de artikelen 2.38, 2.39 en 2.40 van de Wet BRP gehouden om aangifte van adreswijziging te doen bij de woongemeente of in geval van emigratie bij de gemeente van vertrek.

Artikel 6 Bestuurlijke boete

  • 1.

    Onverminderd het gestelde in deze regeling is zowel de briefadresgever als de briefadreshouder verplicht om op verzoek van het college inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2.

    De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3.

    Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in eerste lid kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college wijkt af van het bepaalde in deze regeling, indien de onverkorte toepassing hiervan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze regeling te dienen doelen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt na publicatie in werking op 1 januari 2020.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Loon op Zand.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 maart 2020

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Loon op Zand

 

Algemeen

Deze Regeling briefadres heeft als doel om het misbruik van briefadressen in de BRP tegen te gaan en daarnaast briefadressen in de BRP mogelijk te maken voor kwetsbare burgers.

 

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting artikel 1, sub b, onder 4:

Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan:

  • -

    een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap,

  • -

    een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd,

  • -

    een gehuwd ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of

  • -

    een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

     

Toelichting artikel 2, lid 1, sub a:

Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen. Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub b:

Hierbij valt te denken aan het tijdelijk ontbreken van een woonadres in verband met de ver- en aankoop van een woning of in verband met het verbreken van samenwoning.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub c:

Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers en kermismedewerkers. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, uiteraard uitsluitend indien zij geen woonadres hebben.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub d:

Personen kunnen een briefadres kiezen, wanneer zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaan en niet meer beschikken over een woonadres.

Op grond van artikel 2.43 Wet BRP is de persoon die voor een periode van meer dan 8 maanden van het jaar naar het buitenland vertrekt verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub e:

Personen die beroepshalve varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en naar redelijke verwachting niet langer dan twee jaar buiten Nederland verblijven, zijn niet verplicht aangifte van vertrek te doen op grond van artikel 29 van het Besluit BRP.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub f:

Deze kwetsbare groep kampt mogelijk met de gevolgen van bijvoorbeeld een verslaving, psychiatrische aandoening of verstandelijke beperking. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Dat vergroot de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk. Waar nodig wordt het briefadres ambtshalve toegekend op een adres van een gemeentelijke instelling.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub g:

Met een langdurig vermist persoon wordt bedoeld een persoon, die:

  • 1.

    tegen redelijke verwachting in afwezig is uit zijn of haar gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving,

  • 2.

    waarvan de verblijfplaats van de persoon onbekend is, en

  • 3.

    het in diens belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

Gemeenten kunnen te maken krijgen met de melding dat een persoon is vermist. In het protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing is vermeld dat in overleg de vermiste persoon kan worden geregistreerd met een briefadres op het adres van de melder.

 

Toelichting artikel 2, lid 2:

In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opgenomen dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

 

Toelichting artikel 2, lid 3:

Het betreft hier instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

 

Toelichting artikel 3, lid 4:

In de regel kan de verklaring van de burgemeester niet direct bij de aangifte worden overgelegd. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

 

Toelichting artikel 4:

Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres. In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4) zal het college zelf altijd de afweging maken tot al dan niet toekennen van een briefadres.

Het is toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is in niet strijd met artikel 2.38 Wet BRP.

 

Toelichting artikel 4 sub a:

Er kan geen briefadres gekozen worden als de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. In de situatie dat betrokkene geen woonadres heeft, moet gekozen worden voor een briefadres.

Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen.

 

Toelichting artikel 4 sub f:

Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres.

 

Toelichting artikel 5, lid 1:

Om het tijdelijke karakter van een korte overbrugging tussen twee woonadressen te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van maximaal drie maanden te verlenen met de mogelijkheid tot telkens een verlenging met maximaal drie maanden. Verlenging is mogelijk zolang de situatie waarvoor het briefadres is toegestaan, voortduurt.

Deze periode van drie maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na drie maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo er op toe te zien dat hij/zij niet op het briefadres blijft staan ingeschreven terwijl hij inmiddels een woonadres heeft.

 

Als de briefadreshouder een verzoek doet om na de overeengekomen termijn ingeschreven te blijven op zijn briefadres, dan wordt opnieuw beoordeeld of hij aan de voorwaarden die zijn gesteld in deze regeling voldoet.