Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvedere Maastricht 2019 1e herziening.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvedere Maastricht 2019 1e herziening.
CiteertitelBeleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019, 1e herziening
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

regeling vervangt de Beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-03-2020nieuwe regeling

18-02-2020

gmb-2020-61552

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvedere Maastricht 2019 1e herziening.

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van organisatieonderdeel BO Ontwikkeling, no. 2020-04913;

 

BESLUITEN:

 

tot vaststelling van de beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvedere Maastricht 2019, 1e herziening

 

 

1.Inleiding

 

Voor u ligt de ‘Beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019, 1e herziening’. Deze beleidsregel moet in samenhang gelezen worden met het bestemmingsplan ‘Retailpark Belvédère’ en dient ter invulling van open normen in het bestemmingsplan.

Deze beleidsregel geeft uitwerking aan een aantal regels van het bestemmingsplan Retailpark Belvédère (hierna: het bestemmingsplan). Het bestemmingsplan bevat de planologische basis voor de ontwikkeling van het resterende deel van het Retailpark.

In de regels van het bestemmingsplan is, waar van toepassing, een verwijzing naar de voorliggende beleidsregel opgenomen.

Ingevolge artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder een beleidsregel verstaan: ‘een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan’.

Uit de wettelijke definitie volgt dat een beleidsregel de functie heeft van algemene regel omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. In de relatie met de toepassing van het bestemmingsplan gaat het hierbij om de volgende bevoegdheden:

  • besluitvorming verlening omgevingsvergunningen voor het bouwen;

  • besluitvorming verlening omgevingsvergunningen voor wijziging gebruik;

  • besluitvorming verlening omgevingsvergunningen voor het slopen van bouwwerken;

  • besluitvorming verlening omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden;

  • besluitvorming verlening omgevingsvergunningen voor planologisch afwijkend gebruik.

De hier voorliggende beleidsregel heeft tot doel te komen tot een uitwerking van een aantal regels van het bestemmingsplan en de afweging van belangen.

De wettelijke bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels ligt in artikel 4:81 Awb juncto artikel 7c lid 6 en lid 7 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw). Voor de realisatie van het Retailpark Belvédère is aan de gemeente Maastricht de experimentstatus als bedoeld in artikel 7c BuChw toegekend. Ingevolge deze experimentstatus is de gemeenteraad bevoegd een bestemmingsplan met zogenaamde ‘verbrede reikwijdte’ vast te stellen. Een nadere toelichting op deze experimentstatus is opgenomen in hoofdstuk 1 van de toelichting van het bestemmingsplan.

Ingevolge artikel 7c lid 6 BuChw biedt de experimentstatus de mogelijkheid dat beleidsregels worden vastgesteld door ofwel de gemeenteraad of door het college van burgemeester en wethouders.Waar het gaat om beleidsregels die zien op het uiterlijk van bouwwerken (welstand), is in artikel 7c lid 7 BuChw bepaald dat dergelijke beleidsregels door de gemeenteraad dienen te worden vastgesteld.

In deze beleidsregel worden twee open normen uit het bestemmingsplan ingevuld. Het betreffen de normen voor parkeerplaatsen en de bijdrage aan de duurzaamheid. De beleidsregel bestaat daarom uit twee hoofdstukken. Per hoofdstuk wordt ingegaan op één onderdeel, te weten:

 

Hoofdstuk 2. Parkeren

Hoofdstuk 3.Duurzaamheid

 

De beleidsregel geeft voor burgers, bedrijven, ontwikkelaars én (vergunningverlenende) collega’s duidelijkheid over op welke wijze voldaan wordt aan de open normen die gebruikt moeten worden bij het behandelen van omgevingsvergunningen voor bouwen en gebruik.

 

Deze beleidsregel moet in samenhang worden gelezen met het bestemmingsplan en vormt de uitwerking van open normen en voorwaarden die in de regels van dit bestemmingsplan zijn opgenomen. Met de uitwerking in beleidsregels wordt de mogelijkheid geboden om op een aantal thema’s gedurende de looptijd van het bestemmingsplan Retailpark nadere sturing te geven aan activiteiten en functies met het oog op het realiseren van een gezonde en veilige fysieke leefomgeving.

Deze herziening van de beleidsregel vervangt de beleidsregel ‘Beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019’ zoals vastgesteld d.d. 2 juli 2019 en inwerking getreden d.d. 21 september 2019.

 

2. Parkeren

 

2.1 Algemeen

 

Deze beleidsregel geeft (binnen de bestemmingen ‘Detailhandel – PDV+’, ‘Gemengd –Transformatie’) een nadere uitwerking van de bestemmingsplanregels over parkeren. Meer specifiek zorgt deze beleidsregel ervoor dat voor de gevestigde functies en de te realiseren activiteiten in voldoende mate en in de juiste vorm voor bezoekers én medewerkers van het Retailpark toegankelijke parkeergelegenheid moet worden voorzien. De beleidsregel wordt ook van toepassing verklaard voor de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigings-bevoegdheden.

 

2.2 Historie

 

Met de nota ‘Parkeernormen Maastricht 2017’ en ‘Nota Parkeernormen’ uit 2011 is het kader geschept voor toepassing van parkeernormen en zijn de gemeentelijke parkeernormen vastgesteld voor nieuwe ruimtelijke plannen en (herstructurerings)projecten in Maastricht om in de toekomst de parkeerbehoefte te kunnen faciliteren en waar mogelijk de bereikbaarheid en leefbaarheid van Maastricht te waarborgen. De parkeernormen zijn door het college vastgesteld in de nota ‘Parkeernormen Maastricht 2017’. Deze beleidsregel is gebaseerd op de vastgestelde nota ‘Parkeernormen Maastricht 2017’, en gaat specifieker in op de parkeerbehoefte bij het te realiseren Retailpark. Voor de bestemmingen

‘Detailhandel – PDV+’, ‘Gemengd – Transformatie vervangt deze beleidsregel derhalve de nota ‘Parkeernormen Maastricht 2017’. Dit geldt ook ingeval gebruik gemaakt wordt van de wijzigingsbevoegdheid.

 

2.3 Eisen aan parkeerplaatsen

 

In algemene zin is aansluiting gezocht bij de parkeerkencijfers van het CROW. Het CROW is het nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. De meest recente actualisatie van de parkeernormen is van kracht sinds juli 2017. De gemeente Maastricht heeft in een systematiek parkeernormen vastgelegd voor diverse soorten winkelgebieden en winkelcentra en ook voor GDV, maar niet voor de diverse functies die in het Retailpark komen zoals onder andere PDV, woonboulevards, winkelboulevards en/of grootschalige bruin- en witgoedzaken. Ook de combinatie met leisurefuncties is niet vastgelegd. Omdat het aantal bezoekers en het aantal benodigde parkeerplaatsen per type winkel (aanzienlijk) kan verschillen en omdat in het Retailpark leisurevoorzieningen mogelijk worden gemaakt, is voor het Retailpark een specifieke parkeerregeling noodzakelijk. Deze wordt in voorliggende beleidsregel uitgewerkt waarbij zowel aanvullende parkeernormen voor de in het plangebied toegelaten functies worden opgenomen, alsook regels worden gesteld ten aanzien van de bereikbaarheid en collectiviteit van de parkeerplaatsen. De normen zijn conform de gemiddelde kerncijfers van het CROW voor sterk stedelijke gebieden.

 

2.4 Uitgangpunten plangebied: de vorm

 

Binnen het plangebied gelden drie belangrijke uitgangspunten.

  • 1.

    Collectieve parkeerplaatsen, dit houdt in dat alle parkeerplaatsen gedurende de openingstijden van de winkels en de leisurevestigingen beschikbaar en toegankelijk zijn voor alle bezoekers van het Retailpark.

  • 2.

    Centrale parkeerplaatsen. Er worden centrale parkeerplaatsen aangelegd voor de clusters 2A, 2B en 2C. Voor deze parkeerplaatsen geldt een voorkeursvolgorde op grond van deze beleidsregel.

  • 3.

    Parkeren geschiedt op eigen terrein tenzij het beleid bepaalt dat dit op de centrale parkeerplaatsen gebeurt (voor de clusters 2A, 2B en 2C ). Parkeerplaatsen op eigen terrein dienen wel te voldoen aan de eis van collectiviteit zoals onder 1 bepaald.

 

2.4.1 Collectieve parkeerplaatsen

 

Uitgangspunt binnen het Retailpark is concentratie van de winkelbedrijven en leisurefuncties. Hierbij hoort ook de mogelijkheid dat bezoekers naar verschillende functies gaan. Om deze reden is in het bestemmingsplan bepaald dat alle parkeerplaatsen in het plangebied beschikbaar en toegankelijk moeten zijn voor bezoekers, ongeacht welke winkel of leisurefunctie wordt bezocht. Deze eis geldt ook voor parkeerplaatsen op eigen terrein. Voor zover parkeerplaatsen afsluitbaar zijn, kan dit derhalve uitsluitend gebeuren na de sluitingstijd van de winkels en leisure.

 

2.4.2. Centraal parkeren of op eigen terrein

 

Het plangebied in het bestemmingsplan is ingedeeld in clusters (zie bijlage 3 bij de regels van het bestemmingsplan). Het parkeren binnen deze clusters moet geschieden overeenkomstig onderstaande regel.

 

Per cluster is bepaald in welke vorm (centrale parkeerplaatsen en/of parkeren op eigen terrein) het collectief parkeren dient plaats te vinden. Hiervoor geldt onderstaande tabel:

 

 

Cluster

Voorgeschreven vorm van collectief parkeren:

 

Centrale parkeerplaats

Eigen terrein

2a

Verplicht parkeren op het centrale parkeerplein (gelegen binnen dit cluster) voor de eerste 300 benodigde parkeerplaatsen behorend bij

het programma.

Verplicht parkeren op eigen terrein als na toepassing van kolom

‘centrale parkeerplaats’ meerdere parkeerplaatsen benodigd zijn voor het gehele programma van cluster

2a.

2b en 2c

Verplicht parkeren op collectieve parkeerplaatsen met een maximum van 150 parkeerplaatsen voor beide clusters.

Niet toegestaan

2d

Niet toegestaan

Volledig conform norm

3 na wijziging

Niet toegestaan

Volledig conform norm

4 na wijziging

Niet toegestaan

Volledig conform norm

Tabel 1

 

  • 1.

    Parkeren vindt plaats op de centrale parkeerpleinen.

  • 2.

    Indien het programma meer parkeerplaatsen vraagt dan het maximum dat voor het cluster beschikbaar is op grond van tabel 1, kan parkeren op eigen terrein of in het gebouw worden ingericht.

  • 3.

    Het aantal parkeerplaatsen per cluster kan worden aangepast wanneer uit monitoring blijkt dat de parkeerdruk dit toelaat. De gemeente zal in dit kader de parkeerdruk monitoren.

  • 4.

    Bij de aanvraag kan worden gerekend met dubbelgebruik rekeninghoudend met aanwezigheidspercentages overeenkomstig onderstaande tabel.

    Deze tabel geeft aan op welke wijze dubbelgebruik kan worden meegewogen in het bepalen van de parkeernorm. De tabel geeft procentueel het aanwezigheidspercentage per gebruiksvorm per dagdeel aan. De parkeerdruk varieert per dag en tijdstip in de week

 

 

Werkdag

Koopavond

Zaterdag

Zondag

 

overdag

middag

Avond

 

middag

avond

middag

PDV

30

70

20

100

100

0

0

Kantoren

100

100

5

10

5

0

0

Bedrijven

100

100

5

10

60

90

25

Café

30

40

90

75

75

100

45

Restaurant

30

40

90

70

70

100

40

Sport

30

50

90

60

60

90

85

Overige

leisure

30

50

100

60

60

100

100

Tabel 2

*Uitleg bij Tabel 2

Bepaalde voorzieningen hebben op verschillende momenten behoefte aan parkeerplaatsen. Het drukste moment qua aanwezigheid is bij kantoren de werkdagmiddag. Voor een restaurant is het drukste moment de zaterdagavond, hun behoefte is op de werkdagmiddag een heel stuk lager. Op de zaterdagavond heeft het kantoor geen behoefte aan parkeerplaatsen. Op de zaterdagavond kunnen bezoekers van een restaurant de parkeerplaatsen van het kantoor gebruiken. Op de werkdagmiddag geldt dit (gedeeltelijk) andersom.

 

Parkeren op eigen terrein

 

Bij de ontwikkeling van de terreinen binnen de clusters 2D, 3 en 4 (3 en 4 beide na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid) wordt het parkeren voor de winkels en leisure binnen het cluster op eigen terrein opgelost. Hiervoor geldt dat dit op het buitenterrein of in/op het gebouw mogelijk is. Het ontwikkelprogramma is daarmee afhankelijk van het aantal parkeerplaatsen dat wordt gerealiseerd.

 

Binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ in het bestemmingsplan ‘Retailpark Belvédère’ geldt dat parkeren ten behoeve van de toegestane bedrijvigheid dient plaats te vinden op eigen terrein en dat er voldaan dient te worden aan de parkeernormen overeenkomstig de nota ‘Parkeernormen Maastricht 2017’.

 

2.4.3 Normen voor parkeerplaatsen

Een parkeerplaats mag als volwaardige parkeerplaats worden meegerekend indien wordt voldaan aan de NEN 2443 welke als bijlage 1 bij deze beleidsregel is gevoegd.

 

2.5. Uitgangspunten plangebied: normen

Voor activiteiten waarbij vergunningverlening ingevolge het bestemmingsplan aan de orde is en waar de open norm aangaande parkeren in acht genomen moet worden, wordt de parkeereis berekend aan de hand van de parkeernormen volgens de CROW-publicatie 381, gepubliceerd d.d. 1 december 2018. Op basis van kentallen in deze CROW-publicatie is een tabel opgesteld met parkeernormen voor het Retailpark Belvédère. Deze tabel is als bijlage 2 bij deze beleidsregel gevoegd.

 

Niet voor alle initiatieven en combinaties zijn in voornoemde tabel toereikende functies met bijbehorende parkeernormen opgenomen. In het geval dat de gemeente van oordeel is dat de vermelde parkeernormen onvoldoende aansluiten bij het voorliggende initiatief, kan de gemeente gemotiveerd een andere parkeernorm hanteren.

 

De parkeernormering is gebaseerd op het gemiddeld benodigde aantal parkeerplaatsen per functie. Het kan echter zo zijn dat bijvoorbeeld door een combinatie van functies er in totaal minder parkeerplaatsen nodig zijn, dan op basis van de berekende parkeernormering blijkt. In dergelijke gevallen kan de gemeente afwijken van de berekende parkeernormering. Bij de berekening van dubbelgebruik wordt tabel 2 toegepast.

 

De parkeernormen zijn ook van toepassing bij wijziging van de branche of functie.

 

3. Duurzaamheid

 

3.1 Algemeen

 

Deze beleidsregel geeft een nadere uitwerking van de regel dat bij de realisatie van het Retailpark een bijdrage geleverd moet worden aan duurzaamheid.

In paragraaf 5.10 van de toelichting op het bestemmingsplan is nader ingegaan op het onderdeel duurzaamheid. Aanvullend op het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid zijn specifiek voor het Retailpark Belvédère regels opgenomen inzake duurzaamheid.

Ten behoeve van duurzaam bouwen is een open norm opgenomen. Ingezet wordt op het zoveel mogelijk hergebruiken van materialen van het terrein. Tegelijkertijd bestaat de wens regels te stellen aan de herkomst van materialen, zodat de afstand waarover materialen getransporteerd moeten worden beperkt is. Voorts wordt ingezet op gebruik van duurzame materialen.

 

3.2 Invulling open norm

 

In het bestemmingsplan is bepaald dat de realisatie van de functies, zoals bepaald in de artikelen 4 en 5, uitsluitend zijn toegestaan wanneer bij de aanvraag om een omgevingsvergunning aangetoond wordt dat de ontwikkeling ten minste voldoet aan de vereisten ten aanzien van duurzaamheid zoals omschreven in deze beleidsregel.

 

Aan deze norm wordt voldaan als de aanvraag voldoet aan onderstaande.

 

  • 1.

    Gebouwen

    • De te realiseren gebouwen dienen te voldoen aan een gemiddelde GPR score van 6. De GPR kent 5 thema’s te weten: milieu, energie, gezondheid, gebruikswaarde en toekomstwaarde. De te nemen maatregelen op basis van voornoemde vijf thema’s moet resulteren in een gemiddelde score van 6. De te nemen maatregelen zijn vrij in te vullen met als minimum eis de eisen uit het bouwbesluit.

    • Bij de bouw van nieuwe gebouwen wordt uitsluitend FSC-gekeurd hout toegepast;

    • Bij de toepassing van isolatiematerialen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van gerecyclede grondstoffen.

 

  • 2.

    Inrichting buitenterrein / parkeerterreinen

    Bij de aanleg van buitenterreinen en parkeerterreinen moet rekening worden gehouden met navolgende maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie:

    • Bij verharding wordt open verharding toegepast waarbij rekening gehouden wordt met de opvang, buffering, hergebruik en/of infiltratie van hemelwater overeenkomstig de waterparagraaf.

    • De verlichting wordt uitgevoerd met LED Verlichting.

    • Bij de inrichting van parkeerterreinen moeten 5 parkeerplaatsen per 100 parkeerplaatsen voorzien worden van een laadpaal waaraan ten minste 1 elektrische auto kan worden opgeladen.

 

4 Reikwijdte van de Beleidsregels

 

Moment van toetsing

 

De beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019, 1e herziening wordt alleen gebruikt op het moment dat de gemeente een aanvraag omgevingsvergunning en/of een principeverzoek toetst aan het bestemmingsplan. Verder zijn de beleidsregels bepalend voor de inrichting van het openbaar gebied door de gemeente.

 

Handhaving

 

De beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019, 1e herziening doet geen uitspraken over de wijze waarop de parkeernormen worden gehandhaafd.

 

Functiewijziging

 

De beleidsregel Parkeren en Duurzaamheid Belvédère Maastricht 2019, 1e herziening geldt eveneens wanneer het gebouw een andere functie krijgt als het bestemmingsplan deze wijziging vergunningsplichtig stelt.

 

Slotbepaling

 

De vaststelling van deze beleidsregel geschiedt, ingevolge artikel 7c lid 6 en 7 Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, door het college van Burgemeester en wethouders.

 

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking van het besluit tot 1e herziening.

 

 

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 18 februari 2020.

 

De Secretaris,

R.E.C. Kleijnen

 

De Burgemeester,

J.M. Penn- te Strake

 

 

Bijlage 1 NEN 2443

 

NORMTEKST

 

5.3.7.Afmetingen van voetgangersvoorzieningen

 

Voetgangersvoorzieningen gesitueerd langs rijbanen moeten op parkeerterreinen en in parkeergarages tenminste 0,90 m breed zijn.

 

5.3.8. Afmetingen van parkeervakken, parkeerwegen en parkeerstroken

 

5.3.8.1 De afmetingen van de parkeervakken, parkeerwegen en parkeerstroken zijn afhankelijk van het gebruik, die gebruiksduur en het gebruiksprofiel. Voor parkeergarages moet de parkeervakbreedte voor openbaar intensief gebruik tenminste 2,50 m bedragen, voor openbare parkeergarages tenminste 2,40 m en voor niet-openbare parkeergarages en stallinggarages tenminste 2,30 m. Dit is de netto maat gemeten tussen de constructiedelen plus de eventuele toeslagen zoals aangegeven in figuur 31 tot en met 35.

 

5.3.8.2 De parkeervakbreedte bij langsparkeren moet tenminste 1,80m bedragen indien een uitstapruimte naast de parkeerstrook aanwezig is, en tenminste 2 m bij aanwezigheid van wanden. Bij links gelegen langsparkeervakken met zijwanden moet de parkeervakbreedte tenminste 2,50 m bedragen.

 

De parkeervaklengte bij langsparkeren moet tenminste 6,25 m bedragen op parkeerterreinen en in openbare parkeergarages.

 

In niet-openbare parkeergarages en stallinggarages moet de parkeervaklengte tenminste 5,75 m bedragen.

 

Voor langsparkeervakken waar vooruit in moet worden gereden geldt een lengtetoeslag van 0,50 m.

 

5.3.8.3 Afmetingen van parkeerwegen en –stroken en lengte parkeereenheid

De aan te houden breedte van parkeerwegen en de minimale diepte van parkeerstroken zijn per type voorziening afhankelijk van de hoek waaronder wordt geparkeerd en de breedte van de parkeervakken. Deze afmetingen hangen met elkaar samen en zijn opgenomen in tabel 4A, 4B en 4C. De lengte van de parkeereenheid kan ook uit deze tabellen worden afgeleid.

Bij langsparkeren moet de breedte van de parkeerweg in een parkeervoorziening tenminste 4 m bedragen. Bij stallingvoorzieningen en niet- openbare voorzieningen moet deze breedte tenminste 3,50 m bedragen.

Bijlage 2 Tabel Parkeernormen Retailpark Belvedere