Organisatie | Diemen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Diemen 2020 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Diemen 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-03-2020 | 01-01-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 27-02-2020 |
De raad van de gemeente Diemen
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 januari 2020;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
De Wmo 2015 (in artikel 1.1.1) kent een flink aantal definities die bindend zijn voor deze verordening. Voor de duidelijkheid zijn een aantal belangrijke wettelijke definities hieronder eveneens weergegeven. Deze definities worden kenbaar gemaakt met een *.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
begeleiding (als maatwerkvoorziening): ondersteuning geboden op individuele basis of in groepsverband, waardoor de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de cliënt wordt bevorderd, gestabiliseerd of ondersteuning wordt geboden bij achteruitgang, opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.
cliëntondersteuning*: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
maatwerkvoorziening*: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen, ten behoeve van beschermd wonen en opvang;
mantelzorg*: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
Artikel 2. Aanbod algemene en maatwerkvoorzieningen
Een algemene voorziening kan ingericht zijn voor alle inwoners van Diemen of voor een specifieke doelgroep, en is rechtstreeks toegankelijk voor mensen die maatschappelijke ondersteuning behoeven en tot de doelgroep van de voorziening behoren.
De volgende algemene voorzieningen zijn in ieder geval beschikbaar:
Maatschappelijke dienstverlening (Algemeen Maatschappelijk Werk waaronder de ouderenadviseur)
De maatschappelijke dienstverlening omvat laagdrempelige, eenmalige of kortdurende ondersteuning bij het oplossen van een vraag of een situatie die niet door de cliënt zelf of met zijn eigen netwerk opgelost kan worden, op de levensdomeinen inkomen, huisvesting, gezinsrelaties, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie.
Artikel 3. Melding behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
Een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning kan door of namens een cliënt bij het college worden gemeld. De melding is vormvrij en kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch bij het college worden gedaan. Een persoon met een hulpvraag die op grond van een andere wet kan worden beantwoord kan direct en gericht worden doorverwezen. Als de cliënt daarom verzoekt, zorgt het college voor ondersteuning bij het verhelderen van de ondersteuningsbehoefte.
Artikel 4. Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren
Het college onderzoekt in samenspraak met de degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel zijn vertegenwoordiger en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de melding:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie en/of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Artikel 7. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene of andere voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene of andere voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt kan diensten onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:
het tarief of de prijs, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1°, bedraagt voor maatschappelijke ondersteuning verleend door een derde, niet zijnde op onverplichte basis verleende maatschappelijke ondersteuning door een hulp uit het sociale netwerk als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 minimaal 100% van het wettelijk minimumloon of zoveel meer, tot ten hoogste 75% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 11. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s
De bijdragen in de kosten voor maatwerkvoorzieningen of pgb, zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het volgende lid geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.
In afwijking van het eerste lid is een cliënt een ritbijdrage verschuldigd voor het gebruik van collectief vervoer (Wmo-vervoer) als maatwerkvoorziening, middels het betalen van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Deze tarieven zijn conform het gereduceerde tarief voor het openbaar vervoer in de stadsregio Amsterdam. Kinderen tot 4 jaar reizen gratis. Indien het college heeft vastgesteld dat cliënt uitsluitend kan reizen met een begeleider, reist de begeleider gratis mee.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 12. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Een cliënt is een ritbijdrage verschuldigd voor het gebruik van collectief vervoer (Wmo-vervoer) als algemene voorziening, middels het betalen van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Deze tarieven zijn conform het gereduceerde tarief voor het openbaar vervoer in de stadsregio Amsterdam. Kinderen tot 4 jaar reizen gratis.
Artikel 15. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 16. Opschorting uitbetaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 18. Financiële tegemoetkoming in de kosten voor personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen
Het college kan in overeenstemming met artikel 2.1.7 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke kosten hebben een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Artikel 19. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
Artikel 22. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen van de gemeente vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.