Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening particulieren terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties in Zeeland |
Citeertitel | Subsidieverordening particulieren terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties in Zeeland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Milieu |
Geen
Wet inrichting landelijke gebied, art.11, lid 3 en 4 Algemene wet bestuursrecht, art.4:23, lid 1 Bestuursovereenkomst 2007-2013 Rijk - Provincies, art. 3, lid 1, art.6 en 7
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2008 | 09-11-2011 | Nieuwe regeling | 29-01-2008 Provinciaal Blad, 2008, 3 | 08002884 |
Gedeputeerde staten van Zeeland,
overwegende dat in verband met artikel 11, derde lid, van de Wet inrichting landelijke gebied regeling nodig is van de subsidies die de provincie zal verstrekken uit het Investeringsbudget landelijk gebied; gelet op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel 3, lid 1 en artikel 6 en 7 van de Bestuursovereenkomst 2007-2013 tussen het Rijk en de Provincie Zeeland inzake Investeringsbudget Landelijk Gebied (18 december 2006); gelet op artikel 11, derde lid van de Wet inrichting landelijk gebied juncto het besluit van provinciale staten van 8 december 2006 en het besluit van provinciale staten van 9 november 2007 ex artikel 11, vierde lid van de Wet inrichting landelijk gebied;
besluiten vast te stellen de navolgende Subsidieverordening Particuliere Terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties in Zeeland:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Terreinen: gronden, daaronder begrepen natuurterreinen, wateren, landgoederen, bossen en andere houtopstanden, alsmede de op die gronden gelegen objecten, die van belang of van potentieel belang zijn om hun natuurwetenschappelijke, landschappelijke of cultuurhistorische betekenis of vanwege bosbouwkundige waarden;
Gedeputeerde staten (GS) kunnen met betrekking tot terreinen op aanvraag subsidies verlenen voor:
Voor subsidies als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, komen in aanmerking de volgende instellingen:
Een subsidie wordt verleend als de behoefte aan een subsidie ten genoegen van GS wordt aangetoond.
De subsidie bedraagt ten hoogste honderd procent van de subsidiabele kosten. Subsidies of bijdragen die uit andere hoofde met hetzelfde oogmerk worden verstrekt of eigen middelen van de instelling die met hetzelfde oogmerk worden aangewend worden verrekend met de subsidie zodat het totaal niet meer dan honderd procent van de subsidiabele kosten bedraagt.
Een subsidie voor de kosten van verwerving van een terrein of pacht beëindiging als bedoeld in artikel 2 wordt verleend voor terreinen:
Een subsidie voor de kosten van vergoeding ter beëindiging van een op een terrein gevestigde pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt slechts verleend, voorzover een instelling eigenaar of erfpachter is van een terrein waarop reeds vóór het tijdstip dat het terrein door die instelling is verworven, pachtrechten zijn gevestigd, en waarvoor naar het oordeel van GS beëindiging van de op het terrein gevestigde pachtovereenkomst gewenst is vanuit het oogpunt van natuur- of landschapsbescherming, bescherming van cultuurhistorische of bosbouwkundige waarden, of natuurontwikkeling alsmede de hoogte van de vergoeding niet meer bedraagt dan de gebruikelijk betaalde vergoedingen ter compensatie van het nadeel bij vroegtijdige beëindiging van pachtovereenkomsten.
De subsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal honderd procent van de kosten van de vergoeding ter beëindiging van de op een terrein gevestigde pachtovereenkomst, met dien verstande dat de subsidie vermeerderd met subsidies of andere bijdragen die uit anderen hoofde met hetzelfde oogmerk worden verstrekt, alsmede vermeerderd met eigen middelen van de instelling die met hetzelfde oogmerk worden aangewend, niet meer dan honderd procent van het totaal van die kosten mag bedragen.
Een aanvraag tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 2 gaat in ieder geval vergezeld van:
GS kunnen op aanvraag een voorschot verlenen tot ten hoogste honderd procent van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening onderscheidenlijk van het bedrag waarop de subsidie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening ten hoogste kan worden vastgesteld.
Binnen twaalf weken nadat een terrein daadwerkelijk is verworven, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in, vergezeld van:
Binnen twaalf weken nadat met betrekking tot een terrein de pachtovereenkomst is beëindigd, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in, vergezeld van:
Gronden die met een subsidie als bedoeld in artikel 2 zijn verworven, of een gedeelte daarvan, worden niet vervreemd of in erfpacht uitgegeven, ook worden er geen zakelijke rechten gevestigd, noch wordt het kenmerkend karakter van het terrein of delen ervan in strijd met het beheersvisie gewijzigd, dan wel aan derden toestemming daartoe verleend.
Bij beëindiging van de instelling behoeft de bestemming van een batig liquidatiesaldo de goedkeuring van GS.
Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht of artikel 18, lid 1 van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Zeeland, worden terug te vorderen bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening.
Terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten blijft achterwege, indien het terrein aan de provincie wordt overgedragen.
De instelling beschikt over statuten, die aan GS ter kennisneming worden overgelegd. De instelling stelt GS onverwijld in kennis van wijziging van de statuten.
Op deze verordening zijn tevens artikel 4 (eerste lid), artikel 6 (leden 1 en 2), artikel 15 (leden 1 en 2) en artikel 18 (lid 1) van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Zeeland van kracht.
Subsidieverordening Particuliere Terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties in Zeeland
Vanaf 1 januari 2007 is het ILG in werking getreden. De provincies hebben de beschikking gekregen over een budget voor verwerving van gronden voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het beschikbare budget voor grondverwerving EHS in de ILG periode is opgebouwd uit twee componenten:
Uit het eerst genoemde budget worden aankopen voor Staatsbosbeheer (SBB) betaald. Het budget gaat mee in de ILG systematiek; de bedragen worden middels de ILG beschikking van LNV bekend gemaakt.
Het tweede budget is bedoeld voor aankopen door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (NM) en het provinciale Landschap. Per verwerving wordt door de provincie een subsidiebeschikking afgegeven. Deze beschikking geeft aanspraak op middelen die beschikbaar komen middels een lening
van NM onder garantstelling van de Staat. De Staat vergoedt de kosten van rente en aflossing van die lening. Het totale budget kent een jaarlijks landelijk plafond, maar is wel verdeeld over de provincies en opgenomen in de ILG beschikking. De systematiek voor uitputting van dit budget wijkt dus af van de ILG systematiek; de gezamenlijke provincies zijn verantwoordelijk voor de jaarlijkse uitputting van de leningruimte (artikel 6, lid 2 van de bestuursovereenkomst). Deze regeling heeft betrekking op dit tweede budget.
De beschikking is bedoeld voor de kosten van verwerving, maar ook voor de vergoeding van de eventuele kosten voor beëindiging van pachtovereenkomsten.
GS kunnen besluiten om verwervingen of pachtbeëindigingen door het provinciale landschap of NM voor te financieren uit autonome middelen als de beschikbare budgetruimte in de leenfaciliteit in enig jaar ontoereikend is, onder de voorwaarde dat het totale budget uit de leenfaciliteit voldoende ruimte biedt om de voorfi-nanciering in te lossen in de resterende ILG periode.
Uitgangspunt voor de hoogte van het subsidiebedrag is de reële markt waarde; het betreft de kale grondprijs en bijkomende kosten zoals ook verwoord in de Bestuursovereenkomst ILG (zie bijlage 1 "Begrippen"). In bijzondere situaties kunnen GS afwijken van de reële marktwaarde op basis van een door GS vastgesteld Aankoopstrategieplan.
Subsidie wordt verleend voor terreinen die door de provincie zijn begrensd als natuurgebied en als zodanig onderdeel uit maken van de EHS. Ook is het mogelijk de verwerving van ruilgronden te subsidiëren. GS kunnen nadere bepalingen opnemen in de beschikking over de termijn waarop de ruilgronden moeten zijn ingezet voor realisatie van de EHS, bijvoorbeeld de termijn waarbinnen de gronden geruild moeten zijn. De verwerving van terreinen die zijn gelegen in een gebied met hoge actuele natuurwetenschappelijke-, landschappelijke, cultuurhistorische of bosbouwkundige waarden kunnen voor subsidiëring in aanmerking komen in bijzondere situaties; deze verwervingen worden over het algemeen aangeduid als aankopen bestaande natuur. Hiervoor is in de ILG periode landelijk een beperkt budget van 35 miljoen euro beschikbaar. Terreinbeheerders moeten in het subsidieverzoek beargumenteren waarom verwerving noodzakelijk is en bescherming op een andere wijze, zoals via de ruimtelijke ordening, niet toereikend of mogelijk is. Deze verwervingen door de landschappen en Natuurmonumenten worden voor 50% uit de autonome provinciale middelen gefinancierd.
Artikel 14 van deze regeling is in overeenstemming met het van kracht worden van het nieuwe pachtrecht op 1 september 2007.
De terreinen die met een subsidie zijn verworven, of een gedeelte daarvan, mogen niet worden vervreemd of in erfpacht uitgegeven, ook mogen er geen zakelijke rechten op gevestigd worden zonder toestemming van de provincie. Op verzoek van de betrokken instelling kan GS hierop een uitzondering maken. Waar het gaat om verkoop en / of in erfpacht geven van gebouwen met bijbehorende ondergrond en erf is dit een formaliteit als dit past binnen de natuurbeleidsdoelstellingen. GS en de desbetreffende organisaties