Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor financieel beleid, beheer en inrichting van de financiële organisatie (Financiële verordening Woerden 2020) |
Citeertitel | Financiële verordening Woerden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
deze regeling vervangt de Financiële verordening Woerden 2019
artikel 212 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2020 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 13-02-2020 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.
bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, debiteuren, liquide middelen en overlopende passiva.
onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Financiële Gezondheid
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen. Dit wordt als volgt in hoofdstuk 9 van de Nota Financiële Sturing 2020 verwerkt.
Voor de schuldquote gelden de volgende signaleringswaarden:
Bij overschrijding van de signaleringswaarde 2 dient de gemeenteraad een expliciet besluit te nemen en bij overschrijding van de signaleringswaarde 3 wordt ter ondersteuning van het te nemen raadsbesluit inzichtelijk gemaakt dat is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
Bij tussentijds investeringsvoorstellen worden de gevolgen aangegeven ten opzichte van de prognose in de begroting.
Voor de Solvabiliteit gelden de volgende signaleringswaarden:
Bij overschrijding van de signaleringswaarde 2 dient de gemeenteraad een expliciet besluit te nemen en bij overschrijding van de signaleringswaarde 3 wordt ter ondersteuning van het te nemen raadsbesluit inzichtelijk gemaakt dat is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
Voorafgaand aan de begroting geeft de raad haar kaders aan in de voorjaarsnota/kadernota. Deze wordt door het college voorbereid. De aangegeven kaders zullen (financieel) vertaald worden in de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenbegroting. De raad stelt deze kaders uiterlijk 1 juli vast.
Middels deze nota wordt eveneens vastgesteld welk omslagpercentage wordt gehanteerd voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijnde activa. Dit percentage wordt berekend op basis van een raming van de netto door de gemeente te betalen rente en de totale boekwaarde van alle vaste activa van de gemeente. Het percentage wordt afgerond met maximaal 0,5%.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Artikel 6 Tussentijdse rapportage
e. investeringskredieten groter dan € 50.000 waarop nog geen uitgaven zijn gedaan
f. inkomsten uit de algemene uitkering;
2. Informatie afwijkingen programmabegroting
Wanneer een overschrijding van een budget, als gevolg van onvoorziene, niet beïnvloedbare omstandigheden, leidt tot een afwijking op het saldo van het programma die groter is dan € 100.000,- dan informeert het college alvorens het een nieuwe verplichting binnen het programma aangaat, de raad via een raadsinformatiebrief op een redelijke termijn nadat de afwijking bij het college bekend is en geeft gemotiveerd de voorgenomen dekking aan in een bijbehorende begrotingswijziging. Afwijkingen, veroorzaakt door een wijziging in de Algemene Uitkering worden gerapporteerd via de voorjaars- dan wel najaarsrapportage.
3. Verantwoording en melding bij afwijkingen
Verwachte overschrijdingen van het saldo van het programma, groter dan € 100.000,- mogen binnen het programma worden gedekt indien dit niet leidt tot of samenhangt met het niet behalenvan de met de raad afgesproken resultaten. Indien de dekking van de afwijking binnen het programma de met de raad afgesproken resultaten aantast of wijzigt, dan informeert het college de raad alvorens het een nieuwe verplichting binnen het programma aangaat en neemt pas een besluit over de dekking binnen het programma, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
4. Indien het aangaan van een nieuwe verplichting zoals genoemd in de hierboven genoemde leden a en b geen uitstel kan lijden, is het college te allen tijde bevoegd te besluiten. Het college brengt zijn besluit op een redelijke termijn en gemotiveerd ter kennis aan de raad.
5. Er is een overzicht beschikbaar ten aanzien van verstrekte leningen, waarborgen, garanties en investeringen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 10 Waardering van debiteuren en overige vorderingen
In de jaarrekening wordt de stand van zaken uiteengezet ten aanzien van openstaande vorderingen betreffende gemeentelijke belastingen en heffingen en overige vorderingen. Daarbij wordt in elk geval ingegaan op de ouderdom van de vorderingen, de genomen invorderingsmaatregelen alsmede op de vorderingen welke oninbaar worden geacht. Voor de dubieuze debiteuren wordt een voorziening aangehouden ter grootte van een historisch percentage van oninbaarheid. Dit geldt niet voor openstaande vorderingen van gemeentelijke belastingen en heffingen. Hiervoor wordt een bedrag geraamd op de begroting.
Artikel 11 Reserves en voorzieningen
Ten aanzien van de vorming en vrijval van reserves en voorzieningen en de toerekening en verwerking van rente over reserves, geldt het beleid zoals dat is vastgelegd in de Nota Financiële Sturing. Deze nota wordt regelmatig geactualiseerd en door de raad vastgesteld.
Artikel 12 Kostprijsberekening
Bij de directe kosten worden ook bijdragen en onttrekkingen aan voorzieningen betrokken. Voor rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), eventueel verschuldigde vennootschapsbelasting en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Artikel 13 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan derden waarbij de gemeente in concurrentie treedt met marktpartijen, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Indien daartoe vanwege een publiek belang wordt afgeweken, geschiedt dat op basis van een gemotiveerd raadsbesluit.
Artikel 14 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de tarieven voor gemeentelijke belastingen, rechten en heffingen, waaronder in elk geval begrepen worden de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges, de marktgelden en de toeristenbelasting.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 18 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
a. het incidentele of structurele karakter van de risico’s;
b. de beheersmaatregelen die per risico worden genomen en
Artikel 19 Onderhoud kapitaalgoederen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de voortgang van het geplande onderhoud, de omvang van het achterstallig onderhoud en de planning wanneer de onderhoudsplannen openbare ruimte, riolering en gebouwen worden herzien.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
a) de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;
b) de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 4 jaar.
a. de omvang, opbouw en ontwikkeling van de bedrijfsvoeringslasten/overhead;
b. de plannen en hoofdlijnen van de organisatie;
c. de plannen in hoofdlijnen en op het gebied van de automatisering en informatievoorziening;
d. de plannen in hoofdlijnen op het gebied van de Governance.
1. De informatie in de paragraaf Grondbeleid dient mede gebaseerd te zijn op actuele doorrekeningen van de grondexploitaties, welke minimaal eens per jaar dienen plaats te vinden.
2. De jaarlijkse doorrekeningen, als bedoeld in het eerste lid gaan gepaard met een beschrijving van de ingeschatte risico’s en de mogelijke maatregelen ter beheersing van die risico’s.
3. Indien voor een of meerdere specifieke grondexploitatieprojecten om bijzondere redenen of omstandigheden een actualisering van de doorrekening niet haalbaar dan wel wenselijk is, wordt daarvan met redenen omkleed melding gemaakt aan de raad.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neem het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waarde papieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende leningen en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 27 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De financiële verordening Woerden 2019, vastgesteld door de raad op 14 februari 2019, (19R.00857), wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de financiële beleids- en beheersverordening gemeente Woerden 2015, vastgesteld door de raad op 29 januari 2015, (15R.00011), van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van deze verordening.