Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Velsen 2008 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Velsen 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Per 17 oktober 2008 is de algemene subsidieverordening van 2002 komen te vervallen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-2008 | 05-04-2013 | nieuwe regeling | 11-09-2008 De Jutter/De Hofgeest, 16-10-2008 | R08.0033 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 begripsomschrijving
Awb: de Algemene Wet Bestuursrecht;
Aanvrager: een rechtspersoon, die door middel van het indienen van een schriftelijke aanvraag een verzoek heeft ingediend om subsidie te verkrijgen;
Activiteitenplan: een overzicht van de voorgenomen activiteiten;
Balans: een overzicht per een bepaalde datum van de bezittingen (activa) en schulden (passiva);
Begroting: een overzicht van de geraamde baten en lasten voor een bepaalde periode en/of bepaalde activiteiten;
Budgetsubsidie: een subsidie in de vorm van een budget voor een periode van minimaal één en maximaal vier jaren, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van te leveren prestaties of resultaten;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen;
Jaar: begrotingsjaar en/of boekjaar, gelijklopend aan het subsidietijdvak;
Maatschappelijk resultaat: het profijt dat de samenleving van Velsen heeft van de door de subsidieontvanger geleverde producten;
Opdrachtformulering: een overzicht van de door de gemeente gewenste projectresultaten, gebaseerd op de geformuleerde beleidsdoelstellingen en het gewenste maatschappelijke resultaat;
Prestatieplan: een overzicht van de met gebruikmaking van de subsidie te leveren producten en projectresultaten;
Projectresultaat: de uitkomst van de inzet van de subsidieontvanger om het maatschappelijk resultaat te bereiken;
Raad: de raad van de gemeente Velsen, zoals bedoeld in artikel 6 van de Gemeentewet;
Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4.21 Awb te weten “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verleend met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”;
Subsidieontvanger: een rechtspersoon waaraan, al dan niet onder voorbehoud, voorwaarden en beperkingen, subsidie is verleend;
Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies krachtens een wettelijk voorschrift;
Subsidietijdvak: de periode waarvoor subsidie wordt verleend;
Uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Awb die door de gemeente en de subsidieontvanger kan worden gesloten ter uitvoering van de subsidiebeschikking;
Voorschot: de betaling van een deel van de subsidie voorafgaand aan de subsidievaststelling.
Artikel 1.4 Bevoegdheden van het college
Het college is bevoegd tot het nemen van alle besluiten ter uitvoering van deze verordening.
De subsidieverstrekking kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, geweigerd c.q. opgeschort worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
Het college kan toezichthouders, als bedoeld in artikel 5.11 van de Awb, aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen die zijn opgelegd aan de subsidieontvanger;
De toezichthouders hebben niet de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5.18 en 5.19 van de Awb.
HOOFDSTUK 2 Aanvraag en verlening subsidie
Een aanvrager die in aanmerking wenst te komen voor een structurele (budget) subsidie, dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij het college vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor het subsidie wordt aangevraagd. De subsidie-aanvraag dient in ieder geval te voldoen aan de eisen van artikel 4:2 Awb;
HOOFDSTUK 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 3.1 Uitvoeringsovereenkomst
Aan de subsidieverlening kan de voorwaarde worden verbonden dat de subsidieontvanger verplicht is om mee te werken aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
Artikel 3.2 Uitvoering van de activiteiten
De subsidieontvanger kan worden verplicht de activiteiten uit te voeren die in de subsidiebeschikking en de uitvoeringsovereenkomst vermeld staan.
Artikel 3.3 Behalen van projectresultaten
De subsidieontvanger kan worden verplicht de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen projectresultaten te behalen.
Artikel 3.4 Informatieverstrekking en meldplicht
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
Artikel 3.5 Administratieve organisatie
Het college kan nadere eisen stellen aan de inrichting van de administratieve organisatie van de subsidieontvanger.
Indien door of namens de rijks- of provinciale overheid, na overleg met het college, onderzoeken worden ingesteld, verleent de subsidieontvanger daaraan de nodige medewerking.
Artikel 3.8 Toegankelijkheid accommodaties voor lichamelijk gehandicapten
Het college kan de subsidieontvanger verplichten ervoor te zorgen dat de gebruikte accommodatie bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor lichamelijk gehandicapten.
Artikel 3.9 Overige verplichtingen
Voor de niet-doelgebonden verplichtingen geldt dat deze, overeenkomstig artikel 4.39 Awb, alleen betrekking kunnen hebben op de wijze waarop, en de middelen waarmee, de gesubsidieerde activiteiten worden verricht.
HOOFDSTUK 4 De subsidievaststelling
De subsidieontvanger dient vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor een subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in zoals bedoeld in artikel 4:44 van de Awb, tenzij bij de subsidieverlening een andere termijn is gesteld;
Artikel 4.3 Verantwoording bij subsidie vanaf € 10.000 tot € 50.000
De subsidieontvanger behoeft toestemming van het college voor handelingen vermeld in artikel 4:71 van de Awb.
Artikel 4.4 Verantwoording bij subsidie vanaf € 50.000
De subsidieontvanger is verplicht een controleopdracht te verstrekken aan een accountant als bedoeld in artikel 393, 1e lid, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, resulterend in een accountantsverklaring. De controle richt zich op de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie;
De subsidieontvanger behoeft toestemming van het college voor handelingen vermeld in artikel 4:71 van de Awb.
Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de in artikel 4.2, 4.3 of 4.4 bedoelde gegevens en kan bepalen aanvullend onderzoek te (laten) verrichten om een oordeel te krijgen over de effectiviteit en efficiency van de subsidieontvanger en de rechtmatigheid van besteding van de toegekende subsidie;
De subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan de controle respectievelijk een onderzoek zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel en verschaft daartoe de toezichthouders als bedoeld in het derde lid van dit artikel toegang tot de betreffende accommodatie en verleent hen inzage in de boekhouding;
Artikel 4.6 Lagere vaststelling
Het college kan op grond van artikel 4:46 Awb het subsidiebedrag lager vaststellen dan het bedrag in de subsidieverlening.
Artikel 4.7 Intrekking en wijziging
Het college kan met in achtneming van de artikelen 4:48 tot en met 4:51 Awb de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.
HOOFDSTUK 5 Financiële bepalingen
Het subsidiebedrag wordt binnen 6 weken na de subsidievaststelling betaald. Bij verrekening vindt betaling dan wel terugvordering binnen 6 weken plaats.
Het college kan op grond van en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:57 Awb onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten terugvorderen.
Artikel 5.4 Vermogensvorming subsidieontvanger
Indien de subsidieontvanger structureel subsidie ontvangt, mogen eventuele exploitatieoverschotten in enig jaar, zulks ter beoordeling van het college, worden gedoteerd aan een egalisatiereserve. Aan deze egalisatiereserve is een maximum verbonden van 10% van de laatst ontvangen periodieke subsidie;
De hoogte van de in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt bepaald door het college, maar ingeval van ontbinding van de rechtspersoon die subsidie ontvangt vervalt het batig saldo van de liquidatierekening - gelimiteerd tot het bedrag dat opgebouwd is met (behulp van) gemeentelijke subsidie - aan de gemeente en zal de raad het batig saldo een bestemming geven die gericht is op het belang/welzijn van de inwoners van de gemeente Velsen.
HOOFDSTUK 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college.
Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing van deze artikelen, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft een wettelijk kader voor alle subsidies die het Rijk en de lagere overheden verlenen. De eis dat een subsidie in beginsel steeds een wettelijke grondslag heeft, staat hierbij centraal.
Voor de gemeente betekent dit dat verlening van subsidies gebaseerd moet zijn op een verordening. Naast deze Algemene Subsidieverordening, verder te noemen: ASV, zal de uitwerking van het subsidiebeleid op bepaalde beleidsterreinen in beleidsregels kunnen worden vastgelegd.
Deze subsidieverordening geldt voor alle door de gemeente te verlenen subsidies. Deze verordening bepaalt niet de verdeling van beschikbare subsidiebedragen. In principe is de begroting het beleidsinstrument voor bepaling van subsidies in samenhang met eventuele deelverordeningen en beleidsnota’s. Per beleidsveld kan een andere wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebudget worden aangegeven.
Wat betreft de budgetsubsidies wordt de relatie gelegd tussen het gemeentelijk beleid en de te leveren prestaties/activiteiten van de subsidieontvanger (organisatie). De ASV geeft een aantal uitgangspunten en regels. Het beleid wordt op een andere wijze vastgelegd, dit kan zijn in afzonderlijke beleidsnotities, gemeentebegroting of deel-subsidieverordeningen. Daarnaast zullen afspraken per subsidieontvanger organisatie gemaakt worden, die worden vastgelegd in een subsidiebeschikking. In een uitvoeringsovereenkomst wordt vastgelegd welke producten en/of prestaties de subsidieontvanger organisatie levert. Dit conform de systematiek van Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF).
De Awb onderscheidt drie fasen in het subsidieproces:
Het subsidieproces begint met een aanvraag om subsidie. Op deze subsidieaanvraag neemt de gemeente een besluit. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidieverlening genoemd. In de beschikking tot subsidieverlening moet óf een maximum bedrag worden opgenomen óf de wijze waarop de subsidie wordt berekend met daarbij een maximumbedrag.
De beschikking geeft de aanvrager aanspraak op uitbetaling van subsidie, op voorwaarde dat de aanvrager de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt en de daaraan verbonden verplichtingen ook daadwerkelijk uitvoert.
Zo nodig kunnen aan de aanvrager voorschotten worden verstrekt voor de uitvoering van deze activiteiten.
Wanneer de activiteiten zijn afgerond, dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling van subsidie in. In dit verzoek legt de aanvrager tevens rekening en verantwoording af.
De subsidieverstrekker stelt vervolgens de definitieve subsidie vast. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidievaststelling genoemd. Het bedrag van de subsidievaststelling kan lager zijn dan het bedrag genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, indien de subsidieontvanger bijvoorbeeld niet alle overeengekomen producten c.q. activiteiten heeft geleverd. De Awb biedt de mogelijkheid om de subsidieverlening en subsidievaststelling samen te laten vallen, bijvoorbeeld bij het toekennen van kleinere subsidies (in de verordening wordt de grens van € 10.000 gehanteerd).
De beschikking tot subsidievaststelling verplicht de subsidieverstrekker tot uitbetaling. Een uitbetaling is een handeling naar burgerlijk recht en dus geen beschikking in de zin van de Awb. Op uitbetalingen is dan ook het privaatrecht van toepassing. Bij de uitbetaling vindt een verrekening met eventuele voorschotten plaats. In deze fase van het subsidieproces vindt ook een eventuele terugvordering van voorschotten en onverschuldigd betaalde subsidies plaats.
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ASV Velsen 2002
Aangezien de hele tekst van de verordening is herzien en de ASV op enkele belangrijke punten is gewijzigd, is ervoor gekozen om de oude verordening in te trekken en een nieuwe verordening vast te stellen. Er zijn twee redenen voor de betreffende wijzigingen:
De wijzigingen hebben als zodanig geen invloed op de hoogte van subsidies en de verdeling van de subsidiegelden.
De belangrijkste wijzigingen in de verordening betreffen de volgende aspecten:
1. Termijn van indienen van subsidieaanvraag en -verantwoording
In de huidige ASV moet de subsidieaanvraag worden ingediend vóór 1 mei van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De begrotingsrichtlijnen voor het volgende kalenderjaar zijn omstreeks de maand april bekend. De tijd tussen het verschijnen van de begrotingsrichtlijnen en de datum van indiening van de subsidieaanvraag blijkt al een aantal jaren te krap. De datum van indiening van indiening van de aanvraag is daarom verschoven naar 1 juli.
2. Termijn voor indiening van verzoek tot subsidievaststelling
In de huidige ASV moet de aanvraag tot subsidievaststelling binnen 12 weken na afloop van het subsidietijdvak (meestal het kalenderjaar) worden ingediend. In de praktijk blijkt deze termijn niet reëel, met name als er sprake is van een verantwoording die van een accountantsverklaring moet worden voorzien. De datum van indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling is daarom eveneens verschoven naar 1 juli. Het college heeft vervolgens 13 weken om tot subsidievaststelling over te gaan.
3. Wijze van verantwoording afhankelijk van hoogte subsidie
Een belangrijke voorwaarde bij het toekennen van subsidies is dat de ontvanger moet kunnen verantwoorden hoe hij of zij de door de gemeente ter beschikking gestelde middelen heeft besteed. In de nieuwe verordening is een systematiek van verantwoording opgenomen, waarbij de verantwoordingsplicht zwaarder wordt als er meer subsidie wordt verleend.