Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oostzaan en Wormerland houdende regels omtrent vorming van een openbaar lichaam genaamd “OVER-gemeenten”(Gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten) |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling 'OVER-gemeenten' |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het historisch overzicht is niet compleet. Op 4 maart 2010 is een wijziging in werking getreden. Deze wijziging is bekendgemaakt in de Zaankanter, 3 maart 2010.
Deze regeling is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan en de gemeente Wormerland.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2020 | artikel 18 | 19-11-2019 | |||
01-01-2010 | 03-03-2020 | nieuwe regeling | 21-04-2009 Zaankanter, 7 oktober 2009 |
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Oostzaan en Wormerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft
de raden op 14 april 2009 hebben besloten de ambtelijke organisaties van de gemeenten Oostzaan en Wormerland per 1 januari 2010 te integreren in één ambtelijke organisatie;
de vastgestelde kaders met betrekking tot de samenwerking, de toepasselijke bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet waarin de bevoegdheden van het college en de raad zijn verankerd en de Algemene wet bestuursrecht;
aan te gaan de navolgende gemeenschappelijke regeling tot vorming van een openbaar lichaam genaamd “OVER-gemeenten”
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Meerderheid: In de vergadering van het dagelijks bestuur kan slechts worden beraadslaagd of besloten indien tenminste de helft van de leden aanwezig zijn (vergaderquorum). Vervolgens is de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht voor het tot stand komen van een beslissing (stemquorom).
Hoofdstuk 2: Belang, taken en bevoegdheden
Doel van de regeling is het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en een doelmatige uitvoering door OVER-gemeenten van de door de deelnemende gemeenten opgedragen taken.
Artikel 4: Taken Werkorganisatie
De deelnemende gemeenten zijn gehouden in alle gevallen de diensten en producten, die behoren bij de overeengekomen taken, af te nemen. Een deelnemer mag bepaalde taken of aspecten daarvan pas zelf uitvoeren dan wel aan een andere uitvoerder uitbesteden na bestuurlijke besluitvorming bij meerderheid van het Dagelijks Bestuur en toestemming van de colleges van de andere deelnemers.
Artikel 5: Algemene bevoegdheidstoedeling
De daartoe bevoegde bestuursorganen van de deelnemers zullen in afzonderlijke delegatie- en/of mandaatbesluiten bepalen welke bevoegdheden die samenhangen met de taakgebieden zoals vermeld in artikel 4 van de regeling, opgedragen dienen te worden aan de overeenkomstige bestuursorganen of, indien aanwezig, aan de directie van de OVER-gemeenten.
Indien desondanks sprake is van onvoldoende kwalitatief of onzorgvuldig handelen van OVER-gemeenten ten aanzien van één of meer deelnemende gemeenten als gevolg waarvan schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, melden de betreffende colleges dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden na het constateren van de geleden of dreigende schade, bij het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor beperking en zo nodig tot herstel van geleden schade.
Hoofdstuk 3: Het algemeen bestuur
De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen de leden aan uit hun eigen midden als leden van het Algemeen Bestuur (noot: De gemeenschappelijke regeling bevat uitsluitend collegebevoegdheden en wordt door het college vastgesteld, op grond van artikel 13 lid 6 Wet Gemeenschappelijke Regelingen is het college bevoegd de leden van het Algemeen Bestuur aan te wijzen).
Artikel 9: Bevoegdheden Algemeen Bestuur
Aan het Algemeen Bestuur komen alle bevoegdheden toe die in deze regeling niet zijn opgedragen aan het Dagelijks Bestuur ,de voorzitter dan wel de directie
Artikel 10: Informatie- en verantwoordingsplicht
Een lid van het Algemeen Bestuur is aan het college die hem/haar als lid heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem/haar in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. (noot: Op grond van de artikelen 169 lid 1 en 180 lid 1 van de Gemeentewet blijft het college en zijn leden en de burgemeester afzonderlijk verantwoording schuldig aan de gemeenteraad over het door hen gevoerde bestuur. Op grond van artikel 49 Gemeentewet kan de raad een wethouder ontslaan wanneer deze het vertrouwen van de raad verliest. Dit ontslag leidt automatisch tot het ontslag als lid van het bestuur van het samenwerkingsverband. Voor burgemeester blijft ingevolge artikel 61b Gemeentewet de mogelijkheid tot het zenden van een aanbeveling van ontslag aan Onze minister.)
De colleges van de aan deze regeling deelnemende gemeenten consulteren de raden vooraf in die gevallen waar de regeling de bevoegdheden van de raad raakt en voor gevallen die van zeer ingrijpende aard zijn voor de gemeenten. De colleges nemen geen besluit dan nadat de raden in de gelegenheid zijn gesteld zijn zienswijze ter kennis van de colleges te brengen. Consultatie vindt in ieder geval plaats bij situaties genoemd in de volgende artikelen: artikel 4.3., 7.3. en 29.1.
De colleges van de deelnemende gemeenten zijn gehouden het Algemeen Bestuur in kennis te stellen van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde taakgebieden en taakaspecten daarbinnen, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van OVER-gemeenten.
HOOFDSTUK 4: Het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur wordt gekozen uit het Algemeen Bestuur zoals aangegeven in lid 1 van dit artikel, waarbij elke deelnemende gemeente één lid afvaardigt, de voorzitter hier niet bij meegerekend (zie artikel 15 van deze regeling). Bij de benoeming van de leden zorgt het Algemeen Bestuur ervoor dat de leden ieder afkomstig zijn uit de afzonderlijke deelnemende gemeenten.
Voor elk lid van het Dagelijks Bestuur wijst het Algemeen Bestuur bij langdurige afwezigheid een plaatsvervangend lid uit de afzonderlijke gemeenten aan. (noot: Bij vervanging met een incidenteel of tijdelijk karakter kan worden volstaan met een interne vervangingsregeling binnen het Dagelijks Bestuur.)
Een lid van het Dagelijks Bestuur kan door het Algemeen Bestuur worden ontslagen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van het Algemeen Bestuur geniet. De artikelen 49 en 50 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
HOOFDSTUK 7: Directieplan en personeel
De directie beslist –onder het voorbehoud dat zij hiertoe gemandateerd is- (noot: Deze bevoegdheid, die ingevolge art. 160 van de Gemeentewet bij de colleges ligt, dient zij - via een mandaatbesluit - gemandateerd te krijgen) over de personele aangelegenheden, zoals benoeming, ontslag en de rechtspositionele aangelegenheden van het personeel van OVER-gemeenten.
Hoofdstuk 8: Financiële bepalingen
Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting van OVER-gemeenten zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. (noot: Deze bepaling is conform artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regeling; de raad houdt op deze manier altijd zicht op de begroting, hetgeen past binnen het budgetrecht van de raad.)
De raad van de deelnemende gemeente kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting van OVER-gemeenten naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij deze ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 23: Reserves en voorzieningen
Het Algemeen Bestuur is gemachtigd om een egalisatiefonds te vormen tot maximaal 2,5% van de lasten van OVER-gemeenten.
Indien er tussen OVER-gemeenten en een der deelnemende gemeenten een geschil ontstaat over de uitvoering van de taken zoals opgenomen in de artikelen 4 tot en met 6 van deze regeling, treden het Dagelijks Bestuur en het betreffende college terstond in overleg met elkaar teneinde het geschil verder te verkennen en zo mogelijk op te lossen.
Hoofdstuk 11: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Aan de toetreding kan het Algemeen Bestuur, na goedkeuring door de raden, voorwaarden verbinden.(noot: De voorwaarden kunnen mn gericht zijn op de financiën: voor toetreding dient vastgesteld te zijn wat de kosten zijn voor de nieuwe deelnemende gemeente zowel voor de toetreding tot als de financiële bijdrage van deze nieuwe gemeente gedurende de deelneming aan de gemeenschappelijke regeling.)
Artikel 28: Wijziging en opheffing
In geval van opheffing van de regeling stelt het Algemeen Bestuur een liquiditeitsplan op dat voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemende gemeenten te verdelen op een in dit plan te bepalen wijze. Dit plan wordt vastgesteld door de betreffende bestuursorganen van de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk 12: overgangs- en slotbepalingen
Artikel 29: Bestaande samenwerkingen en deelnemingen
De op het moment van inwerkingtreding van deze regeling bestaande privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden van de deelnemende gemeenten afzonderlijk of gezamenlijk met derden blijven bestaan. Dit tot het moment, waarop ieder van de colleges van de deelnemende gemeenten, na een gezamenlijke inventarisatie daarvan met het Dagelijks Bestuur, besloten heeft welke van de per gemeente geïnventariseerde samenwerkingsverbanden door de betreffende gemeente gehandhaafd dan wel opgezegd dienen te worden. In geval van opzegging kan een college besluiten de betreffende taken te laten uitoefenen door OVER-gemeenten.
Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oostzaan op 21 april 2009,
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Oostzaan op 21 april 2009,
Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wormerland op 21 april 2009,
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Wormerland op 21 april 2009,