Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Stimuleringsregeling klimaatactief bebouwd gebied Aa en Maas |
Citeertitel | Stimuleringsregeling klimaatactief bebouwd gebied Aa en Maas |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de stimuleringsregeling Klimaatactief bebouwd gebied 2016 – 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2020 | 22-03-2021 | Art. 4, 5, 6 en toelichting art. 4, 6 | 30-06-2020 | Geen. | |
01-03-2020 | 09-07-2020 | Nieuwe regeling | 27-08-2019 |
Om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Toelichting behorende bij de Stimuleringsregeling Klimaatactief bebouwd gebied Aa en Maas
Het klimaat verandert. Om hierop in te spelen treffen waterschappen en gemeenten reeds diverse maatregelen. Ook burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld kunnen haar steentje bijdragen door zelf initiatief te nemen tot een klimaatbestendige inrichting van hun leefomgeving.
In het bestuursakkoord 2015-2019 en in het WBP 2016-2021 is vastgesteld dat er een opvolger komt van de Stimuleringsregeling Hemelwater die eind 2015 is beëindigd. Een nieuwe regeling moet gericht zijn op een klimaatadaptieve inrichting voor het bebouwd gebied. De regeling is gericht op inwoners, stichtingen, verenigingen en bedrijven om hen te stimuleren zelf aan de slag te gaan met het klimaat bestendig inrichten van hun leefomgeving.
Met het vaststellen van een nieuwe regeling is de verwachting dat er minder water naar onze RWZI’s wordt getransporteerd en gezuiverd. Dat bespaart kosten. Daarnaast draagt het waterschap een steentje bij aan de actuele thema’s van deze tijd, zoals de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld.. Naast water wordt ook bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling.
Met ingang van 01 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is:
De Awb geeft de volgende definitie van subsidie:
Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip ‘subsidie’ vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een ‘bijdrage’, ‘vergoeding’ of ‘financiële tegemoetkoming’ een subsidie wanneer is voldaan aan bovenstaande definitie. Van belang is dat een subsidie geen betaling is voor het leveren van goederen of diensten.
Subsidie gebaseerd op een wettelijk voorschrift
De Awb bepaalt dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening.
Waterschap Aa en Maas kent een Algemene Subsidieverordening die een aantal algemene voorschriften dat voor alle door het waterschap te verstrekken subsidies geldt. Deze voorschriften zijn vooral procedureel van aard. In deze Algemene Subsidieverordening is bepaald dat nadere regels gesteld kunnen worden voor specifiek bepaalde activiteiten. Deze nadere regels zijn uitvoerend van aard. De Stimuleringsregeling Klimaatactief bebouwd gebied Aa en Maas is een uitwerking van deze nadere regels.
Door het opstellen van deze Stimuleringsregeling draagt het waterschap een steentje bij aan de actuele thema’s van deze tijd, namelijk de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld. Naast harde doelen van het waterschap wordt ook bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling. Bij het versterken van de groen- en waterstructuur kan gedacht worden aan
In beginsel komen alle kosten die gemaakt worden om een bepaald project te verwezenlijken voor subsidie in aanmerking. Wel is bepaald dat er nooit meer dan een uurtarief van €100 per uur wordt vergoed. Tevens zijn enkele kostensoorten uitgesloten.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan een aantal vereisten. Alle opgenomen vereisten gelden cumulatief. Hieronder puntsgewijs een toelichting op deze vereisten:
a. Een project voldoet minimaal aan de vereisten zoals gesteld in artikel 2;
b. Het project moet aantoonbaar effect hebben binnen de grenzen van het beheergebied van waterschap Aa en Maas;
c. Er zijn minimaal twee partijen betrokken bij en hebben profijt van een project. Op deze manier wordt het gedeelde belang benadrukt. Dit betekent dat de omgeving óók profijt van de te nemen maatregelen dient te hebben. De aanvraag van een project wordt bijvoorbeeld gezamenlijk opgepakt met de buren of kennissen in het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Er zijn ook projecten waarbij een partij zoals een gemeente, stichting, vereniging of bedrijf mee financiert. Denk bijvoorbeeld aan groene daken of afkoppelprojecten van de gemeente. Zo wordt er gezamenlijk gewerkt aan hetzelfde doel;
d. Met draagvlak in de samenleving wordt bedoeld dat belanghebbenden moeten instemmen met een project. Indien bijvoorbeeld in de openbare ruimte een project wordt uitgevoerd is het van belang dat directe belanghebbenden, zoals omwonenden, hiertegen geen bezwaren hebben;
e. Een project moet voor langere tijd in de omgeving geborgd zijn om ook bij te kunnen dragen aan de doelstellingen van deze regeling. Een project dat eenvoudig ongedaan gemaakt wordt of kan worden en geen bijdrage meer levert aan de doelstellingen van deze regeling komt niet voor subsidie in aanmerking. Als uitgangspunt geldt dat een project de levensduur haalt;
f. Naast de eventuele bijdrage door het waterschap, 30% van de projectkosten tot een maximum van €5000 euro, dragen nog minimaal twee partijen bij aan de projectkosten. Dit is onder andere om het participatieve karakter uit artikel 4.c en het draagvlak in de samenleving uit artikel 4.d te onderstrepen. Een project dient altijd minimaal twee partijen, daarom dient er ook door deze twee partijen bijgedragen te worden aan een project.
Wanneer de gemeente subsidie verleent voor dezelfde maatregelen, wordt er ook voldaan aan deze voorwaarde van de stimuleringsregeling.
Een ieder kan een subsidieaanvraag indienen. Echter zijn mede-overheden uitgesloten. Reden hierachter is dat overheden gezien worden als partner en niet als klant. Aa en Maas wil graag optrekken met initiatieven die in de maatschappij worden ontwikkelt om maatregelen te nemen om de effecten van klimaatverandering tegen te gaan.
Wanneer werkzaamheden onderdeel uitmaken van reguliere werkzaamheden zoals bijvoorbeeld beheer en onderhoud, wordt subsidie geweigerd.
Wanneer een project wordt uitgevoerd wat onderdeel uitmaakt van een nieuwbouwproject en waar op basis van geldende regelgeving al een compensatieplicht voor geldt kan subsidie worden geweigerd.
Per project kan maar één keer subsidie worden aangevraagd uit deze regeling. Een tweede aanvraag zal worden geweigerd.
Waterschap Aa en Maas heeft de mogelijkheid om financieel aan te haken bij subsidieregelingen van andere overheden die eenzelfde doel als deze Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied voor ogen hebben. In het geval dat reeds een aanvraag is ingediend bij een regeling waarbij Waterschap Aa en Maas is aangehaakt, is het niet mogelijk om ook nog een bijdrage uit de Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied te ontvangen omdat het waterschap op die manier een dubbele bijdrage zou verlenen.
In beginsel is de stimuleringsregeling bedoeld om nieuwe initiatieven die voldoen aan de doelstelling van de regeling te stimuleren en werkelijkheid te laten worden. Om deze reden is in lid 1 sub b opgenomen dat subsidieverlening geweigerd wordt als wordt gestart met een project voordat er een volledige aanvraag is ingediend. Het is denkbaar dat initiatieven wegens bijvoorbeeld overmacht of onbekendheid met de regeling al zijn gestart voordat een subsidieaanvraag is ingediend. Bij overmacht valt te denken aan de situatie waarbij op korte termijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden en er geen tijd was om een subsidieaanvraag in te dienen. In zulke gevallen kan besloten worden de subsidieaanvraag toch in behandeling te nemen. Dit geldt alleen voor projecten die maximaal 3 maanden voor het indienen van een subsidieaanvraag zijn gestart. Deze termijn is op 3 maanden gesteld om te voorkomen dat oudere projecten ook voor subsidie in aanmerking komen. Daarnaast is het een termijn waarbij nog eenvoudig nagegaan kan worden of het project recent is gestart en facturen vaak nog beschikbaar zijn voor de bewijslast.
Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid de subsidieverlening in te trekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend, geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verlening van de subsidie.
Het dagelijks bestuur heeft tevens de bevoegdheid om af te wijken van de in lid 1 genoemde bevoegdheid, indien de subsidieaanvrager daarom heeft verzocht.