Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde gemeenteraad Zundert per 1-1-2020 |
Citeertitel | Reglement van orde van de gemeenteraad Zundert per 1-1-2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Reglement van orde gemeenteraad Zundert per 1-1-2020 |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2020 | 01-01-2020 | Wijziging regeling | 14-01-2020 | ZD19053133 |
De raad van de gemeente Zundert;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 12-11-2019;
gehoord het advies van De Ronde d.d. 18-12-2019;
gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet;
1. Het Reglement van Orde van de gemeenteraad Zundert per 1-1-2020 vast te stellen.
2. Het Reglement van Orde van de gemeenteraad Zundert, vastgesteld op 3-7-2018 in te trekken.
Hoofdstuk 1: Begrippen, presidium en specifieke commissies
a. een voorzitter, zijnde de voorzitter van de raad.
b. de plaatsvervangend voorzitter van de raad
c. de voorzitters van de fracties.
2. Wethouders, voorzitters van werkgevers- en rekenkamercommissie kunnen worden uitgenodigd.
3. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter, en bij het bespreken van inhoudelijke zaken, de (portefeuille van de) burgemeester betreffende, wordt het voorzitterschap waargenomen door de waarnemend voorzitter van de raad. Het presidium kan een ander raadslid met de waarneming belasten.
4. Iedere fractie wijst uit haar midden een plaatsvervangend lid aan, met uitzondering van de éénmansfracties.
5. De voorzitter of een lid van het presidium verliest zijn lidmaatschap indien hij de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij voorzitter of lid is geworden.
6. De voorzitter is belast met:
a: het leiden van de vergadering.
a: staat het presidium bij de uitoefening van zijn taken.
b: is in elke vergadering van het presidium aanwezig of diens plaatsvervanger.
c: kan, indien hij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen deelnemen.
d: maakt een besluiten- en actiepuntenlijst, die zo spoedig mogelijk wordt gepubliceerd.
a: aanbevelingen te doen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad, De Ronde en zijn speciefieke commissies.
b: adviesorgaan van de burgemeester bij zaken van vertrouwelijke en persoonlijke aard.
a: doet voorstellen aan de raad over de uitvoering van het Reglement van Orde.
b: kan uit zijn midden commissies vormen.
c: kan tijdelijke commissies instellen voor specifieke onderwerpen. Het instellingbesluit bevat in ieder geval een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp waarover die commissie het presidium dient te rapporteren en de termijn waarvoor de commissie wordt ingesteld.
d: voorstellen te doen inzake de rechtspositie van raad- en burgerleden.
10. Vergadering en besluitvorming:
a: vergadert minstens vier maal per jaar.
b: vergaderingen zijn in principe openbaar, tenzij de agenda onderwerpen bevat ten aanzien waarvan op grond van artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur geheimhouding is of wordt opgelegd.
c: kan geen besluiten nemen als niet meer dan de helft van de leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn.
a. Ieder lid heeft één stem in het presidium.
b. Artikelen 37 t/m 42 van dit Reglement van Orde zijn zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de procedures bij stemmingen.
Hoofdstuk 2: Toelating van nieuwe leden en wethouders; fracties
Artikel 6 Benoemingsprocedure en beëdiging raad-, burgerleden en wethouders
1. De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.
2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de 1e vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk schriftelijk doorgegeven aan de voorzitter, indien:
4. Met de onder 3 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.
5. a. Indien naar aanleiding van de in het 3e lid onder a en b beschreven situatie een nieuwe fractie ontstaat, kan deze nieuwe fractie uitsluitend de naam "lijst, groep of fractie + naam afsplitser(s)” voeren.
b. ingeval van een éénmansfractie is het raadslid tevens fractievoorzitter en daarmee lid van het presidium.
c. ingeval meerdere raadsleden onder dezelfde aanduiding verder gaan, wijzen zij uit hun midden een fractievoorzitter aan en doen daarvan onmiddellijk melding aan de voorzitter van de raad.
d. het fractievoorzitterschap geeft ook recht op een extra vergoeding (bestaande regelgeving).
e. de nieuwe fractie heeft recht om kandidaten voor te dragen als burgerlid.
Hoofdstuk 3: Vergaderingen: algemeen (Het Besluit en De Ronde)
Het bestuursorgaan dat voorlopige geheimhouding oplegt voor onderliggende stukken en/of voor een vergadering doet dat schriftelijk onder vermelding van de uitsluitingsgrond zoals genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Voorts geeft het bestuursorgaan dat de voorlopige geheimhouding oplegt tot wanneer de geheimhouding geldt.
Indien de raad op grond van gestelde in artikel 55, tweede lid, of artikel 93, tweede lid, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten raadsvergadering daarmee overleg gevoerd.
Artikel 17 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de (openbare) vergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken, doen hiervan voor de aanvang van de vergadering mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Paragraaf 1: De orde van de raadsvergadering
1. De burgemeester is voorzitter en belast met:
2. De raad benoemt een plaatsvervanger uit zijn midden, die:
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 28 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een nummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren. Dit is ook het moment om eventueel een schorsing aan te vragen. Dat kan niet meer als de stemming aan de gang is, want raadsleden stemmen zonder last (art. 27 Gemeentewet).
Paragraaf 2: Procedures bij stemmingen
Artikel 38 Algemene bepalingen
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 40 Stemming over personen
1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter 3 leden tot stembureau.
2. Ieder aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.
6. Onder een niet behoorlijk stembriefje wordt verstaan een:
7. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.
8. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.
Artikel 41 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Paragraaf 3: De besluitenlijst
1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en de besluitenlijst van de vergadering.
2. De besluitenlijsten van de voorgaande vergadering wordt gelijktijdig met de schriftelijke oproep gepubliceerd.
3. De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden of onduidelijkheden bevat. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend. De voorgestelde wijzigingen worden door de griffie digitaal verspreid onder raad-, burger-, college- en directieleden.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
5. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de griffier wordt ondertekend. Elke besluitenlijst is tevens voorzien van een activiteitenoverzicht.
6. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, worden de hoofdpunten van besluitvorming zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van de gemeenteraad.
Artikel 45 Toepasselijkheid Gemeentewet
De Ronde wordt gelijkgesteld met vergaderingen van een commissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet.
Het voorbereiden van besluitvorming door middel van advisering, het peilen van meningen, het publiceren van informatie (actieve informatieplicht college) en het halen van informatie door middel van rondetafelgesprekken.
1. Deelnemers aan De Ronde hebben geen vaste zitplaats, behalve de voorzitter, secretaris en portefeuillehouder.
Artikel 50 Opening vergadering en quorum
1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien minstens de helft van het aantal woordvoerders (aantal fracties x 2) aanwezig is.
2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 54 Behandelvolgorde in De Ronde
1. De Ronde begint om 20.00 uur en de agenda kent een aantal vaste onderwerpen:
Artikel 60 Spreekrecht burgers en belanghebbenden
Indien een inspreker, afwijkt van het onderwerp in behandeling, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien na 2 waarschuwingen geen gehoor wordt gegeven, is de voorzitter gerechtigd de inspreker het woord te ontnemen.
Inwoners en vertegenwoordigers van verenigingen, bedrijven en instellingen kunnen inspreken tijdens De Ronde. Na beëindiging van 2e termijn hebben zij de mogelijkheid te reageren op de beraadslagingen. Dit mag echter nooit leiden tot vervolgdiscussies met raads- burger- en/of collegeleden. Lid 6 van dit artikel is ook hier onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 6: Rechten van raadsleden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
4. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.
5. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.
6. De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat:
a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;
b. het voorstel eerst dient te worden behandeld in De Ronde, voorzien van een advies van het college;
c. het voorstel voor advies naar het college dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de raad in welke raadsvergadering (en mogelijk De Ronde) het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
7. De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.
8. Op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn de bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de raad meteen aan de agenda toegevoegd worden.
1. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, minstens 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip de interpellatie wordt gehouden.
3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 70 Schriftelijke vragen
1. Raadsleden en burgerleden kunnen schriftelijke vragen stellen.
2. De vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college of de burgemeester worden gebracht.
3. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
4. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering.
5. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
6. De antwoorden worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de raad toegezonden.
7. De vragensteller kan na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
1. Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe, door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
2. De griffier draagt er zorg voor dat de overige leden van de raad een afschrift van dit verzoek krijgen.
3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende raadsvergadering gegeven.
4. De vragen vormen een agendapunt voor de raadsvergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.
Artikel 72 Lidmaatschap van verbonden partijen
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar De Ronde.
Over een voorstel tot ontslag van een door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet beraadslaagd dan nadat in een vergadering is besloten te verklaren dat de betrokken persoon niet meer het vertrouwen van de raad bezit als lid van het bedoelde bestuur.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 14-01-2020,
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. J.J. Rochat J.G.P. Vermue
Hieronder wordt schematisch weergegeven wat de diverse inhoudelijke en enkele (taal)technische wijzigingen zijn. Hele kleine en vanzelfsprekende tekstuele aanpassingen worden niet nader toegelicht.
Artikel 1, sub i: interpellatie (2)
Interpellatie is het recht van raadsleden om inlichtingen te vragen aan leden van het college van burgemeester en wethouders. Het karakter van dit recht weegt zwaarder dan de 2 andere, vergelijkbare rechten van raadsleden, namelijk het stellen van technische (art. 55) en schrijftelijke vragen (art. 70). Om die zwaarte nader tot uitdrukking te brengen, dient het bij een interpellatie te gaan om actuele en/of spoedeisende onderwerpen.
Artikel 6, lid 2: integriteitsonderzoek raadsleden (5)
In Zundert was het al gebruikelijk om kandidaat-wethouders een integriteitstoets te laten onderdaan. Sinds 2018 ondergaan ook kandidaat-raadsleden een integriteitsonderzoek. Dit was nog niet opgenomen in dit reglement.
Artikel 9, lid 1 en artikel 55, lid 2: terugbrengen van publicatietermijn agenda en stukken voor De Ronde en verlenging van de indientermijn voor technische vragen (7 en 15)
Omwille van het versnellen van het bestuurlijke proces is de publicatietermijn met 7 dagen ingekort. Daartegenover staat de verlenging van de indientermijn van de technische vragen met bijna 2 dagen.
Artikel 35, lid 1: aanvragen van een schorsing voordat de stemmingen beginnen (13)
Na het sluiten van de beraadslagingen in 2e termijn in de raadsvergaderingen en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn of haar stemgedrag te motiveren. Dit is ook het moment om eventueel een schorsing aan te vragen. Dat kan niet meer als de stemming aan de gang is, want raadsleden stemmen zonder last (=art. 27 Gemeentewet).
Artikel 63: agenderingsrecht van raadsleden
Hoewel dit recht al jaren is verankerd in de gemeentewet, was het niet expliciet opgenomen in dit reglement. Op zichzelf genomen, is dat niet nodig, maar door ook de administratieve procedure hierin op te nemen, wordt meteen duidelijk hoe raadsleden van dit recht gebruik kunnen maken. Bovendien staan dan ook meteen alle beschikbare rechten van raadsleden overzichtelijk op een rijtje in dit reglement.