Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Besluit aanwijzing interne en externe toezichthouders Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit aanwijzing interne en externe toezichthouders Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020
CiteertitelBesluit aanwijzing interne en externe toezichthouders
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBesluit aanwijzing interne en externe toezichthouders

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit aanwijzing interne en externe toezichthouders

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-202001-01-2020Besluit aanwijzing interne en externe toezichthouders

12-02-2020

bgr-2020-160

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit aanwijzing interne en externe toezichthouders Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020

 

 

Besluit van

de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 12 februari 2020 houdende de aanwijzing van interne en externe toezichthouders van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

 

De directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

 

Overwegende dat:

 

  • 1.

    aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna: OD NZKG) opdracht is gegeven om het toezicht en de handhaving op het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (hierna: Warvw), de Luchtvaartverordening Noord-Holland en voor een (aantal) gemeente(s) de Algemene Plaatselijke Verordening uit te voeren;

  • 2.

    in de bijlage bij dit besluit genoemde mandaatbesluiten van de bevoegde gezagen, de directeur dan wel diens plaatsvervanger van de OD NZKG is gemandateerd om toezichthouders aan te wijzen namens het bevoegde gezag;

  • 3.

    het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland als enige opdrachtgever de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders niet aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft gemandateerd;

  • 4.

    het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland de medewerkers in de functie van Inspecteur I, II, III en IV van de OD NZKG als toezichthouders heeft aangewezen om toezicht en handhaving op het bepaalde bij of krachtens bovengenoemde wet- en regelgeving uit te voeren;

  • 5.

    voor het uitvoeren van toezichthoudende en handhavende taken het van belang is dat door de directeur van de OD NZKG toezichthouders worden aangewezen; 

  • 6.

    dat voor de gemeente Amsterdam geldt dat de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders sinds 19 maart 2014 niet meer berust bij de bestuurscommissies, maar bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

 

 

Gelet op:

 

  • 1.

    afdeling 10.1.1 en artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb);

  • 2.

    artikelen 2 en 32 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • 3.

    de tussen de OD NZKG en de provincies Noord-Holland en Utrecht en de gemeenten Zaanstad, Haarlemmermeer, Amsterdam, Diemen, Uithoorn, Aalsmeer, Amstelveen en Ouder-Amstel gesloten overeenkomsten inzake de uitvoering van wettelijke taken, additionele taken en adviesdiensten;

  • 4.

    artikelen 5.1, 5.2 en 5.10 lid 3 van de Wabo;

  • 5.

    de mandaatbesluiten van de colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Noord-Holland en Utrecht;

  • 6.

    de mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Zaanstad, Uithoorn, Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, Ouder-Amstel, Edam-Volendam, Waterland en Koggenland.

 

 

BESLUIT VAST TE STELLEN:

 

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:

 

  • 1.

    de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten voor zover dit bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald;

  • 2.

    de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels;

  • 3.

    de Algemeen Plaatselijke Verordeningen voor zover de betreffende gemeente het toezicht en de handhaving daarvan aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft gemandateerd;

  • 4.

    de Luchtvaartverordening Noord-Holland;

  • 5.

    de regelingen ter vervanging van de onder a, b en c genoemde wetten, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen worden als toezichthouder aangewezen de bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied werkzame ambtenaren en externe medewerkers in de functie van:

     

 

  • 1.

    Teammanager T&H Milieu & Industrie;

  • 2.

    Teammanager T&H Milieu & Leefomgeving (A);

  • 3.

    Teammanager T&H Milieu & Leefomgeving (B);

  • 4.

    Teammanager T&H Bodem en Ondergrond;

  • 5.

    Teammanager T&H Bouw;

  • 6.

    Teammanager T&H Constructieve Veiligheid;

  • 7.

    Teammanager Expertise Milieu & Duurzaamheid;

  • 8.

    Inspecteurs T&H Milieu & Industrie;

  • 9.

    Inspecteurs T&H Milieu & Leefomgeving (A);

  • 10.

    Inspecteurs T&H Milieu & Leefomgeving (B);

  • 11

    Inspecteurs T&H Bodem & Ondergrond;

  • 12

    Inspecteurs T&H Bouw;

  • 13

    Informatieanalist;

  • 14

    Constructeurs;

  • 15

    Adviseurs Expertise Milieu & Duurzaamheid;

  • 16

    Geconsigneerden.

 

Artikel 2

Aan de toezichthouder wordt ten behoeve van de toezichtuitoefening op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in artikel 1 genoemde wetten of regelingen, tezamen met een afschrift van dit besluit, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Awb en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”.

Artikel 3

1. De aanwijzing van toezichthouders geschiedt tot beëindiging van de overeenkomst van opdracht met de externe medewerker of beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de ambtenaar dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de onder artikel 1 genoemde functies.

2. Indien de aanwijzing is beëindigd, levert de toezichthouder het onder artikel 2 genoemde legitimatiebewijs in.

Artikel 4

1. Dit besluit wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op de dag na publicatie.

2. Het Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019 van 5 maart 2019 wordt ingetrokken.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing interne en externe toezichthouders Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020.

 

 

Zaanstad, 12 februari 2020

De Directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

Mevrouw drs. E.M.J. Meijers